Brief regering : Tijdelijke tegemoetkomingsregelingen Kinderopvang
31 322 Kinderopvang
Nr. 444 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 april 2022
De kinderopvang blijft bewijzen een belangrijke voorziening te zijn voor onze samenleving,
ook ten tijde van een wereldwijde pandemie. Mijn waardering voor alle medewerkers
in de kinderopvangsector herhaal ik dan ook graag. De kinderopvangsector heeft ondanks
drie gedwongen sluitingsperiodes enorm hard doorgewerkt. De sector bleef gefinancierd
en kon goede noodopvang bieden aan ouders met cruciale beroepen en kwetsbare kinderen.
De sector heeft daarmee een belangrijke bijdrage geleverd aan het draaiende houden
van Nederland.
Op 25 februari jl. heb ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Financiën
– Toeslagen en Douane, geïnformeerd over de voorgenomen wijziging van de Tijdelijke
tegemoetkomingsregeling KO in verband met de derde sluitingsperiode en een additionele
tegemoetkoming voor de eerste en tweede sluitingsperiode.1 In mijn brief heb ik toegezegd dit wijzigingsbesluit met uw Kamer te delen. Bijgevoegd
treft u het wijzigingsbesluit aan2. Hieronder licht ik een aantal onderwerpen daaruit toe. Daarnaast maak ik van de
gelegenheid gebruik om u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen
en Douane, te informeren over de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO zonder overheidsvergoeding
en de gemeentelijke regeling. Daarmee doe ik tevens mijn toezegging gestand uit de
Verzamelbrief KO april 2022, die uw Kamer onlangs heeft ontvangen (Kamerstuk 31 322, nr. 443).
1. Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO
1.1 Aanleiding
Het Besluit Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO (TTKO) is aangepast. Reden hiervoor
was het voornemen tot een additionele tegemoetkoming voor de eerste twee sluitingsperiodes
van de kinderopvang en de sluiting van de buitenschoolse opvang (hierna: bso) afgelopen
december en januari in verband met het coronavirus COVID-19. Met eerdergenoemde brief
is uw Kamer op de hoogte gesteld van de contouren van deze aanpassingen. In onderhavige
brief informeer ik u over een aantal punten uit het wijzigingsbesluit. Daarbij ga
ik in op de doelgroep die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming, de voorwaarden
voor een tegemoetkoming, de berekening van de tegemoetkoming en het moment van uitbetaling.
1.2 Doelgroep tegemoetkomingsregeling
Derde sluitingsperiode
De meeste ouders betalen de bso met behulp van de kinderopvangtoeslag. Het gaat om
zo’n 290.000 ouders en 421.000 kinderen in de periode december 2021 en januari 2022.
Als ouders kinderopvangtoeslag hebben ontvangen en hun facturen hebben betaald gedurende
de sluiting van de bso afgelopen december en januari, dan ontvangen ze een tegemoetkoming
in de eigen bijdrage.
Additionele tegemoetkoming
Ouders die tijdens de eerste of tweede sluitingsperiode van de kinderopvang te weinig
tegemoetkoming hebben gehad, ontvangen een additionele tegemoetkoming. Voor de eerste
sluitingsperiode hebben 590.000 ouders een tegemoetkoming ontvangen, en voor de tweede
sluitingsperiode hebben 580.000 ouders een tegemoetkoming ontvangen. Hiervan hebben
260.000 respectievelijk 245.000 ouders minder tegemoetkoming ontvangen dan zij door
gebruik van een nieuwe peildatum op basis van actuele gegevens zouden hebben ontvangen
voor één of beide periodes. Deze ouders ontvangen op basis van geactualiseerde gegevens
een additionele tegemoetkoming.
1.3 Voorwaarden voor tegemoetkoming
Derde sluitingsperiode
Om voor de tegemoetkoming voor de derde sluitingsperiode in aanmerking te komen, moet
een ouder aan twee voorwaarden voldoen. Ten eerste moet de ouder over de periode van
21 december 2021 tot en met 9 januari 2022 kinderopvangtoeslag hebben ontvangen. Een
tweede voorwaarde is dat de ouder de eigen bijdrage in de kosten voor de bso heeft
betaald.
Additionele tegemoetkoming
Voor de additionele tegemoetkoming gelden drie voorwaarden. Ten eerste moet de ouder
kinderopvangtoeslag hebben ontvangen over de eerste of tweede sluitingsperiode. Ten
tweede dient de ouder de eigen bijdrage te hebben betaald. Ten derde moet het bedrag
dat volgt uit de herberekening, op basis van de gegevens die bekend zijn op de nieuwe
peildatum, 1 mei 2022, hoger zijn dan de initieel uitgekeerde tegemoetkoming per sluitingsperiode.
Dit geldt ook als de gegevens die bekend zijn op de nieuwe peildatum leiden tot een
eerste toekenning van kinderopvangtoeslag en daarmee een eerste recht op een tegemoetkoming.
Alleen als aan deze drie voorwaarden wordt voldaan ontvangt de ouder een additionele
tegemoetkoming voor de eerste en/of tweede sluitingsperiode.
1.4 De berekening van de tegemoetkoming
Derde sluitingsperiode
De hoogte van de tegemoetkoming voor de derde sluitingsperiode wordt berekend op basis
van het aantal kinderen per ouder dat gebruikmaakt van de bso en waarvoor een recht
op kinderopvangtoeslag bestaat, het aantal uren dat is doorgegeven, de hoogte van
het geschatte inkomen en de maximum uurprijs. Bij de berekening wordt uitgegaan van
gegevens zoals bekend op de peildatum van 1 mei 2022. Het bedrag aan tegemoetkoming
wordt per kind apart berekend. Hieruit volgt het bedrag dat de ouder ontvangt. In
de toelichting bij het wijzigingsbesluit zijn ter illustratie een aantal rekenvoorbeelden
opgenomen.
Additionele tegemoetkoming
De hoogte van de additionele tegemoetkoming wordt voor zowel de eerste sluitingsperiode
als tweede sluitingsperiode berekend op basis van de dezelfde factoren zoals die ook
golden bij de initiële berekening van de tegemoetkoming over de betreffende sluitingsperiodes.
Bij de berekening wordt uitgegaan van de gegevens zoals bekend op de nieuwe peildatum,
1 mei 2022. Voor het toeslagjaar 2020 zullen dit definitief vastgestelde gegevens
zijn. De ouder ontvangt bij een positief verschil tussen de nieuwe berekening minus
de initiële berekening een aanvullende tegemoetkoming per sluitingsperiode. Als het
resultaat negatief dan wel nul is over één van beide periodes, ontvangt de ouder geen
additionele tegemoetkoming over de betreffende periode en evenmin een beschikking
of een terugvordering. In de toelichting bij het wijzigingsbesluit vindt u een aantal
rekenvoorbeelden.
1.5 Uitbetaling tegemoetkoming
Derde sluitingsperiode
De Belastingdienst/Toeslagen berekent aan de hand van de gegevens van ouders het bedrag
voor de tegemoetkoming per ouder. De SVB beschikt en betaalt medio juni 2022 de tegemoetkoming
voor de derde sluitingsperiode.
Additionele regeling
Beschikking en betaling van de additionele tegemoetkoming vindt eind juni 2022 plaats.
Een uitzondering hierop zijn wijzigingen (in inkomen of uren) doorgegeven in de periode
van 22 februari tot en met 30 april 2022 die tot een additionele tegemoetkoming van
ten minste € 500 zouden leiden. De Belastingdienst/Toeslagen onderzoekt deze gegevens
uiterlijk op 1 juli 2022 op betrouwbaarheid en gaat daarna over tot de berekening
van de kinderopvangtoeslag en de daarop gebaseerde tegemoetkoming.
Ouders die geen additionele tegemoetkoming ontvangen, krijgen in beginsel ook geen
beschikking. Deze ouders kunnen wel op mijnSVB.nl zien op welke gegevens de berekening
is gebaseerd.
2. Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO zonder overheidsvergoeding
2.1 Aanleiding
Voor de personen die de kosten van kinderopvang geheel zelf dragen en geen overheidsvergoeding
krijgen is bij de eerste twee sluitingsperiodes van de kinderopvang de Tijdelijke
tegemoetkomingregeling KO zonder overheidsvergoeding (TTKZO) tot stand gebracht. Op
basis hiervan zijn deze personen op aanvraag tegemoetgekomen voor het doorbetalen
van de kinderopvang. Aan ouders die gebruikmaken van de bso is voor de derde sluitingsperiode
– evenals tijdens de eerdere twee sluitingsperioden – gevraagd om de factuur aan de
kinderopvangorganisatie te blijven voldoen. Het kabinet heeft ook voor deze sluitingsperiode
aangegeven dat, indien de rekening van de bso is doorbetaald, de overheid ouders financieel
tegemoet zal komen voor de betaalde eigen bijdrage. Dit geldt ook voor de personen
die de kosten van kinderopvang geheel zelf dragen. Hiervoor wordt momenteel een wijziging
van de TTKZO voorbereid. Op basis van de ervaringen met de eerste en tweede sluitingsperiode
is de verwachting dat rond de 2.000 huishoudens een tegemoetkoming op basis van de
TTKZO ontvangen.
2.2 Hoofdlijnen van de regeling
De TTKZO voor de derde sluitingsperiode zal in grote lijnen overeenkomen met de TTKZO
voor de eerste twee sluitingsperiodes. De beoogde regeling ziet er op hoofdlijnen
als volgt uit. De persoon die de kinderopvang heeft betaald, kan een aanvraag indienen
bij de SVB. Dit kan naar verwachting vanaf 1 oktober tot en met 1 december 2022. Daarvoor
dient men een aanvraagformulier in te vullen en in te dienen, samen met de door de
aanvrager betaalde facturen van de bso en een «verklaring kinderopvang». Deze «verklaring
kinderopvang» is ondertekend door de kinderopvangorganisatie. Voordat het zover is
zal de regeling eerst nog getoetst worden op uitvoerbaarheid door de SVB. Tevens wordt
de regeling geconsulteerd via www.internetconsultatie.nl. Ik verwacht dit uiterlijk begin van de zomer te kunnen afronden. Op deze manier
blijft er voldoende tijd over om in aanloop naar het openstellen van het aanvraagloket
mogelijk rechthebbenden te informeren dat zij een aanvraag kunnen doen. Ik onderzoek
momenteel of ik de doelgroep gericht kan benaderen. Daarnaast zal ik deze tegemoetkoming,
naast de publicatie van de regeling in de Staatscourant, onder de aandacht gaan brengen
via de website van de rijksoverheid, sociale media, via kinderopvangaanbieders en
via brancheorganisaties.
3. Gemeentelijke regeling
Hierboven zijn de regelingen voor ouders met kinderopvangtoeslag en personen met kinderopvang
zonder enige overheidsvergoeding toegelicht. Er resteert daarmee nog één groep: ouders
die gebruik maken van een gemeentelijke regeling.
Voor deze laatste groep wordt gemeenten wederom gevraagd om de tegemoetkoming voor
de eigen bijdrage van ouders te regelen. Het gaat dan om ouders met kinderen die gedurende
de drie weken sluiting gebruik zouden maken van de BSO via een sociaal medische indicatie
(SMI). De dagopvang, peuteropvang en voorschoolse educatie zijn deze periode open
gebleven en hiervoor hoeft dus geen vergoeding te worden geregeld. Voor zover gemeenten
dit nog niet gedaan hebben, kunnen zij de eigen bijdrage aan deze ouders gaan vergoeden.
Gemeenten zullen in totaal 200.000 euro krijgen voor deze tegemoetkoming. Later volgt
meer informatie over de uitkeringsvorm.
4. Tot slot
Op dit moment ben ik met de kinderopvangsector, zoals met alle sectoren, in gesprek
over de langetermijnstrategie rondom corona. Conform de brief die de Minister van
VWS en ik op 1 april jl. aan uw Kamer hebben gezonden.3 Het doel is om tot een sectoraal plan te komen om de kinderopvang veilig en verantwoord
open te kunnen houden in tijden van corona en om voorspelbaarheid te creëren voor
houders en ouders.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Indieners
-
Indiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.