Brief regering : Rapportage economische missies en bezoeken tweede helft 2021
34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland
Nr. 163
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2022
In deze brief informeer ik uw Kamer over de economische missies en bezoeken die plaatsvonden
in de tweede helft van 2021. Tevens ontvangt u de resultaten van de effectmonitoring
van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) over de missies met bewindspersonen
over heel 20211. De rapportage economische missies en bezoeken eerste helft 2021 (Kamerstuk 34 952, nr. 148) is u toegestuurd op 9 december 2021. Daarnaast informeer ik u over de Support International
Business (SIB) regeling die per 1 april jl. is ingegaan, als opvolger van de Starters
International Business Regeling.
Het jaar 2021 werd helaas gekenmerkt door de onvoorspelbaarheid en grilligheid van
de pandemie. In de eerste helft van het jaar vonden alle missies daardoor digitaal
plaats. In de zomer leek de situatie zich zodanig te ontwikkelen, dat fysieke handelsmissies
naar buitenlandse markten in de tweede helft weer mogelijk zouden worden. Helaas bleek
de realiteit weerbarstiger. Door reisbeperkingen werden in deze periode drie handelsmissies
met bewindspersonen geannuleerd of uitgesteld (Verenigde Staten, Duitsland en België),
of omgezet naar een digitale missie (het Verenigd Koninkrijk). Dit heeft ertoe geleid
dat in de tweede helft 2021 twee handelsmissies met bewindspersonen zijn gerealiseerd
(het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Arabische Emiraten). Verder vond het inkomende
werkbezoek van de president van Suriname plaats en is en marge van het Staatsbezoek
aan Duitsland een economisch programma georganiseerd. De missie naar de Verenigde
Arabische Emiraten van 31 oktober t/m 4 november was uiteindelijk de eerste fysieke
handelsmissie met een bewindspersoon in 2021.
In de tweede helft van 2021 vonden daarnaast diverse kleinere handelsbevorderende
evenementen plaats voor het Nederlandse bedrijfsleven. Naast presentaties van marktstudies,
eendaagse netwerkevenementen en zogeheten business weeks, zijn een aantal kleinere, op één specifieke niche of sector gerichte missies georganiseerd:
de zogeheten business development (BD) missies. Een voorbeeld hiervan is de op kansen in cybersecurity gerichte BD-missie naar Duitsland (oktober 2021) of de inkomende BD-missie gericht
op horticultuur uit de Verenigde Staten (november 2021).
Dergelijke kleinere missies worden vaak (hoog)ambtelijk ondersteund en completeren
samen met zogeheten innovatiemissies en smart cities missies het palet aan missies voor ondernemers om internationale handelskansen te
verkennen en om gericht nieuwe zakelijke contacten op te doen. De overheid organiseert
daarnaast ook missies specifiek voor startups en scale-ups naar technologiebeurzen. Door deze jonge, inventieve bedrijven met vernieuwende,
schaalbare ideeën te ondersteunen op internationale markten worden kansen vergroot
en wordt bijgedragen aan de innovatiekracht en dynamiek in de Nederlandse economie.
Zo werd in december met een grote fysieke startup-missie deelgenomen aan de technologiebeurs Slush in Helsinki in nauwe samenwerking met de vier technische universiteiten.
Als bijlage bij deze rapportage vindt u vier missieverslagen: allereerst een verslag
van het Staatsbezoek aan Duitsland dat plaatsvond van 5-7 juli 2021. De grote, economische
handelsmissie die parallel aan dat staatsbezoek zou worden uitgevoerd, werd uitgesteld
vanwege Covid-beperkingen en zal in juli van dit jaar plaatsvinden. Ook wordt verslag
gedaan van het inkomende presidentiele werkbezoek van de Surinaamse president Santokhi
in september 2021. De rode draad in het economische programma van dit bezoek was het
inventariseren van wederzijdse kansen voor het Nederlandse en Surinaamse bedrijfsleven.
Daarnaast wordt in de bijlage gerapporteerd over de twee handelsmissies met bewindspersonen
naar het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Arabische Emiraten. De resultaten van
deze laatste twee missies zijn geëvalueerd door de RVO waarvan de resultaten zijn
opgenomen in de bijgevoegde afzonderlijke factsheets. Ook zijn deze resultaten verwerkt in de bijgevoegde jaarrapportage over 2021.
De NL-branding is volledig geïntegreerd in de opzet van alle handelsmissies. Het gebruik van de
branding, met haar visuele identiteit en positionering op «solving global challenges together»,
versterkt en draagt bij aan een consistent beeld over Nederland dat naar buitenlandse
doelgroepen wordt uitgedragen.
Effectmonitoring internationale handelsmissies
De RVO heeft de opbrengsten en klanttevredenheid laten meten onder de deelnemers aan
de zes grote handelsmissies die RVO in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken uitvoerde in 2021. Deze percentages zijn gebaseerd op een respons van 47% van
de deelnemers (versus 54% in 2020). De bij deze brief gevoegde uitkomsten daarvan,
licht ik hieronder kort toe.
De effectmeting geeft onder andere inzicht in de verwachting van deelnemers aan de
missie dat hun deelname zal leiden tot een order. Dit percentage daalde van 60% in
2020 naar 43% in 2021; waarbij nog altijd sprake is van een verwachte omvang aan overeenkomsten
van circa 200 miljoen euro. De waardering van de respondenten over de inzet van bewindspersonen
daalde van 61% naar 44%.
Het percentage respondenten dat meent dat de missie bijdroeg aan hun eigen doelstellingen
is licht gedaald (48% dit jaar versus 51% in 2020).
De oorzaken van de daling in de effecten van de missies hangen mogelijk samen met
het gegeven dat vijf van de zes onderzochte handelsmissies een virtueel karakter hadden,
als gevolg van reisbeperkingen door de pandemie. Ook kan een rol hebben gespeeld dat
deze missies in het tweede jaar van de pandemie met alle economische gevolgen van
dien plaatsvonden. Hoewel virtuele missies ook tot orders en contacten leiden bleek
ook al in de effectmetingen naar missies in 2020 dat het rendement op deze missies
lager uitvalt. De fysieke missie uit 2021 die in de effectmeting is meegenomen (VAE)
is dan ook hoger gewaardeerd dan de digitale missies.
Uit de ervaringen van deelnemende bedrijven komt verder een beeld naar voren dat de
missies in het afgelopen jaar hebben bijgedragen aan het opbouwen van relaties en
kennis over buitenlandse markten. Een op de drie deelnemers geeft aan relevante zakelijke
relaties te hebben opgedaan en de helft heeft toegang gekregen tot relevante netwerken
in het land van de missie. Ruim twee derde van de deelnemers geeft aan relevante zakelijke
kennis te hebben opgedaan. In het verkrijgen van die relevante kennis, relaties en
netwerken heeft de overheid een belangrijke rol gespeeld. Bij het opdoen van de juiste
zakelijke relaties geeft tweederde van de deelnemers aan dat dit dankzij ondersteuning
van de Nederlandse overheid is. Daarnaast zijn deelnemers zeer tevreden over de dienstverlening
van RVO met een gemiddeld rapportcijfer van 7,7 (gelijk aan 2020).
Van de respondenten vindt 44% dat de inzet van bewindspersonen – ook bij digitale
missies – van toegevoegde waarde voor hen was. Wel zouden ze het nog meer op prijs
stellen als een bewindspersoon meer op de voorgrond aanwezig kan zijn, een sterke
inbreng heeft en persoonlijk contact maakt met deelnemers. Dit laatste aspect is vooral
in fysieke handelsmissies goed uitvoerbaar, hetgeen ook blijkt uit de hogere score
die is toegedicht aan de (fysieke) missie naar de Verenigde Arabische Emiraten: tweederde
van de respondenten vond de inzet van de toen meereizende bewindspersoon van toegevoegde
waarde.
Het aandeel vrouwelijke deelnemers dat meeging op handelsmissie is in 2021 stabiel
gebleven op 19,3%. In 2021 zijn extra inspanningen geleverd om vrouwelijke deelnemers
te werven, door specifieke missies onder de aandacht te brengen bij netwerken van
vrouwelijke ondernemers en door de op vrouwen gerichte communicatiecampagne «Groei
over Grenzen». Al eerder is geconstateerd dat de vorm van de missie – digitaal of
fysiek – geen grote invloed lijkt te hebben op het aantal vrouwelijke deelnemers.
De gekozen sector van de missie, in combinatie met de bestemming, lijkt bepalender
te zijn voor de hoeveelheid vrouwelijke aanmeldingen. Aan de virtuele missie naar
India van februari 2021, gericht op water, landbouw en duurzame energie, namen de
meeste vrouwen deel, op de voet gevolgd door de missie naar de Verenigde Arabische
Emiraten rond de thema’s water, duurzame energie, voedsel, stedelijke ontwikkeling
en logistiek van afgelopen herfst. Komend jaar doet het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) een verdiepend onderzoek naar welke (sub)sectoren de meeste vrouwelijk ondernemers
actief in zijn.
Vooruitblik 2022
Met het afvlakken van de Covid-pandemie dient zich de mogelijkheid aan om vaker met
fysieke missies op kabinetsniveau en met kleinere sectorale missies kansen te ondersteunen
voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) op buitenlandse markten. De inzichten uit deze
en voorgaande effectenrapportages over missies, evenals het nog te verschijnen CBS-effectenonderzoek
op het terrein van vrouwelijke ondernemers leveren waardevolle informatie op die zullen
worden gebruikt bij de vormgeving van toekomstige handelsmissies ter ondersteuning
van kansen voor het MKB en de beleidsdoelen van het kabinet.
Op de inzet van het kabinet ter verhoging van het rendement op handelsmissies kom
ik ook terug in mijn BHOS-beleidsnota die ik uw Kamer voor de zomer toestuur.
Support International Business (SIB)
Per 1 april is de opvolger van de Starters International Business (SIB) regeling,
namelijk de Support International Business (tevens SIB) regeling ingegaan. Deze nieuwe
regeling bouwt voort op de contouren van de huidige SIB.
Met de SIB-regeling wordt op laagdrempelige wijze ondersteuning geboden aan MKB-ondernemers
die de stap willen maken naar buitenlandse markten. Ten opzichte van haar voorganger
zijn enkele wijzigingen voorzien: Door het vergemakkelijken van het (aanvraag)proces,
de invoering van een intakegesprek, aanscherping van de doelstelling en doelgroep
van de regeling en het invoeren van een eigen bijdrage op meer elementen, zet de nieuwe
SIB-regeling in op het gericht ondersteunen van MKB-ondernemers met potentie en ambitie.
Tevens wordt extra ingezet op bewustwording omtrent duurzaamheid en vergroening. Aanbevelingen
voortkomend uit de SIB-evaluatie (2020) zijn hiermee verwerkt, alsmede veelgehoorde
aandachtspunten vanuit zowel private als publieke organisaties. Het totaalbudget van
de regeling bedraagt € 3,45 miljoen. Dit budget is ongewijzigd ten opzichte van haar
voorganger.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking