Brief regering : Verlenging waardevermeerderingsregeling Groningen voorjaar 2022
33 529 Gaswinning
Nr. 1003
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 22 april 2022.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig
leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 11 juni 2022.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden
gedaan dan op 12 juni 2022 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de
in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2022
Met de Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld (hierna: waardevermeerderingsregeling
of de regeling) kunnen bewoners subsidie aanvragen voor energieverduurzamingsmaatregelen.
Bewoners komen in aanmerking als ze een schadevergoeding hebben ontvangen van € 1.000
of hoger als gevolg van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld of door
de gasopslag Norg. De waardevermeerderingsregeling kende in 2017 meerjarig een subsidieplafond
van € 89,1 mln. Dit budget is het afgelopen jaar tweemaal opgehoogd, eerst met € 40
mln. (april 2021) en vervolgens met € 60 mln. (oktober 2021). In het plenair debat
Groningen van 9 februari 2022 en per brief op 21 februari 2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 986) is aan uw Kamer de toezegging gedaan de waardevermeerderingsregeling te verlengen
zodat het beschikbare budget volledig kan worden benut. Inmiddels is de waardevermeerderingsregeling
verlengd tot 1 juli 2022 (Stcrt. 2022, nr. 10384).
Naar verwachting is het budget eind april 2022 helemaal benut. Het kabinet heeft daarom
besloten om de looptijd van de regeling te verlengen tot 1 oktober 2022 en hiervoor
€ 75 mln. extra beschikbaar te stellen. Dit budget wordt in een incidentele suppletoire
begroting aan uw Kamer separaat voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering
genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswetten heeft geautoriseerd. Het is niet
in het belang van het Rijk om uitvoering van het beleid dat ten grondslag ligt aan
de begrotingswet uit te stellen. Verplichtingen en uitgaven zoals vermeld in deze
brief zullen naar verwachting vanaf mei 2022 worden aangegaan c.q. gedaan. In geval
het kabinet al verplichtingen aangaat en uitgaven doet voor het moment van de autorisatie
door de Staten-Generaal, dan beroept het kabinet zich op artikel 2.27, tweede lid,
van de Comptabiliteitswet 2016.
Op basis van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 moeten voorstellen een toelichting
bevatten op nagestreefde doelstellingen, doeltreffendheid, doelmatigheid, ingezette
beleidsinstrumenten en financiële gevolgen voor het Rijk en, waar mogelijk, maatschappelijke
sectoren. Conform artikel 3.1 treft u als bijlage een toelichting hierover1.
In overeenstemming met artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 leg
ik de regeling die strekt tot wijziging van het tijdstip waarop de subsidie vervalt
aan u voor2 en zal ik deze regeling niet eerder vaststellen dan 30 dagen na verzending van deze
brief.
Conform de brief van 21 februari jongstleden buigt het kabinet zich nog over de toekomst
van de regeling (Kamerstuk 33 529, nr. 986). Met de Voorjaarsnota 2022 wordt u geïnformeerd over de toekomst van de regeling.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat