Brief regering : Ontwikkelingen Stichtingen voor Persoonlijk Onderwijs
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 516
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2022
Met deze brief informeer ik u over de meest recente ontwikkelingen rond de Stichtingen
voor Persoonlijk Onderwijs (hierna: SvPO). De Inspectie van het Onderwijs (hierna:
de Inspectie) heeft bij de acht scholen zeer zorgelijke bevindingen gedaan op het
terrein van de financiën. Die zijn vastgelegd in acht rapporten, naar aanleiding van
specifieke onderzoeken naar het huisvestingsbeleid en de (mede) in dat kader gevoerde
transacties. Zoals aangekondigd in mijn brieven van 8 februari en 7 maart jl.1 ga ik in deze brief in op de bevindingen van de Inspectie en de vervolgstappen die
ik ga nemen.
Achtergrond
De Inspectie heeft al jaren een intensieve toezichtrelatie met SvPO. SvPO Amsterdam,
SvPO Hoorn en SvPO Utrecht kregen eerder het oordeel zeer zwak. SvPO Utrecht kreeg
dit oordeel zelfs twee keer op rij. Op 5 juli 2021 informeerde mijn voorganger u over
de bevindingen van de Inspectie naar aanleiding van onderzoek bij de acht scholen.2 Het betrof kwaliteitsrapporten en financiële rapporten. Naar aanleiding van die laatste
rapporten zijn de SvPO-besturen onder aangepast financieel toezicht geplaatst.
Bevindingen Inspectie
De Inspectie heeft in de meest recente onderzoeken – naar het huisvestingsbeleid en
de (mede) in dat kader gevoerde transacties – geconstateerd dat bij alle SvPO-scholenstichtingen
sprake is van financieel wanbeheer. De dagelijks bestuurder heeft met het gevoerde
beleid de continuïteit van alle acht SvPO-scholenstichtingen en het onderwijs in gevaar
gebracht. Alle acht SvPO-scholenstichtingen waren op enig moment niet meer in staat
zelfstandig rekeningen te betalen en te investeren in het onderwijs. Dat is een uitermate
kwalijke zaak, die om uitzonderlijke maatregelen vraagt.
Onrechtmatige bestedingen
De bestuurder heeft bij alle acht SvPO-scholenstichtingen Rijksbekostiging besteed
aan uitgaven die niet voldoen aan de bestedingsvoorwaarden (in totaal ten minste € 22.481.953,–).
Deze bestedingen zijn dus onrechtmatig. Met een groot deel van deze onrechtmatige
bestedingen heeft bevoordeling plaatsgevonden van andere (private) stichtingen van
de bestuurder. Met deze bestedingen heeft de bestuurder een aanzienlijk bedrag aan
Rijksbekostiging buiten de onderwijsinstellingen gebracht en onttrokken aan het toezicht.
Ouderbijdragen gebruikt voor huisvesting
De afgelopen jaren hebben de ouders ca. € 2,2 miljoen aan ouderbijdragen betaald een
andere (private) stichting van de bestuurder. Een aanzienlijk deel van dat geld is
geïnvesteerd in gebouwen die niet (meer) in eigendom toebehoren aan de SvPO-scholenstichtingen,
in plaats van in de taalreizen en schoolkosten waarvoor het bedoeld was. Daarmee is
onder andere sprake van onterechte verrijking van deze stichting.
Verzwakte governance
De inspectie heeft vastgesteld dat er feitelijk geen sprake meer is van intern toezicht
op het handelen en functioneren van de dagelijks bestuurder, door het vertrek van
de toezichthoudend bestuurders. Er zijn financiële keuzes gemaakt waardoor de scholenstichtingen,
en daarmee ook de leerlingen, hun ouders en de leraren zijn benadeeld. Daarvoor bestaat
geen rechtvaardiging. Daarom reken ik de bestuurder ook taakverwaarlozing aan.
Vervolgstappen
De Inspectie heeft mij kenbaar gemaakt de situatie te escaleren van fase D naar fase
E van de escalatieladder. Dit betekent dat het dossier onder regie komt van het bestuursdepartement
(het Ministerie van OCW). De Inspectie zal haar toezichthoudende taak uiteraard wel
blijven uitvoeren. Het is zaak dat de eerder door de Inspectie opgelegde herstelopdrachten
zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd. Deze opdrachten blijven staan. Het sanctietraject
dat er in Utrecht al aan is verbonden zet ik door. Als uit het lopende onderzoek blijkt
dat de kwaliteit van het onderwijs nog altijd onvoldoende is hersteld, houd ik de
bekostiging van die school volledig in. Ik ben in gesprek met de gemeente Utrecht,
om er voor te zorgen dat het onderwijs voor de leerlingen gegarandeerd wordt, zodat
zij naar een andere school toe kunnen, mocht deze situatie ontstaan. Ook aan andere
SvPO-scholen kunnen sancties worden opgelegd als het benodigde herstel niet tijdig
plaatsvindt.
De constateringen van de Inspectie vind ik zeer zorgelijk en daarom treed ik hier
hard op. Schoolbesturen hebben een belangrijke wettelijke en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Het is in het belang van de leerlingen en hun ouders, maar ook van iedereen die op
de scholen werkt, dat scholen goed worden bestuurd en niet verwaarloosd. De SvPO-besturen
hebben echter het tegenovergestelde gedaan. Ze hebben de situatie zodanig uit de hand
laten lopen dat de inspectie nu constateert dat er sprake is van wanbeheer. Dat vind
ik een grote schande en een onaanvaardbaar en onvergeeflijk risico voor de leerlingen,
zeker gelet op de herstelopdrachten die de besturen al eerder waren opgelegd.
De Inspectie start een handhavingstraject voor de onderwijsbekostiging die ze heeft
aangemerkt als onrechtmatig besteed. Het constateren van wanbeheer biedt bovendien
een basis voor het geven van aanwijzingen aan de SvPO-besturen. Dat ga ik dan ook
doen, en dat heb ik de besturen inmiddels laten weten. Het is in het belang van de
leerlingen, hun ouders en het personeel, dat aan de huidige situatie zo snel mogelijk
een eind komt. Op grond van de aanwijzingen moet de dagelijks bestuurder van alle
SvPO-besturen vervangen worden door een interim-bestuurder, met als uiteindelijk doel
de aanstelling van een nieuw bestuur. Deze interim-bestuurder krijgt de opdracht om
onder andere de checks-and-balances in de stichtingen en de financiën op orde te brengen.
De financiële situatie is kwetsbaar. Als de aanwijzingen niet worden opgevolgd kan,
op grond van artikel 104 van de Wet op het voortgezet onderwijs, de bekostiging gedeeltelijk
worden ingehouden of opgeschort.
Alleen als het met andere middelen niet is gelukt de situatie te verbeteren, wordt
de aanwijzingsbevoegdheid gebruikt. Dat kan bovendien alleen als wanbeheer is geconstateerd.
Een aanwijzing komt daarmee alleen in beeld bij de meest problematische gevallen.
De rechtbank Amsterdam kwalificeerde de door mijn voorganger gegeven aanwijzing tot
vervanging van een ander bestuur op 20 januari 2020 als «de zwaarst mogelijke en meest
ingrijpende aanwijzing die denkbaar is».3 Ik ga hier dus niet lichtvaardig toe over.
Zoals ik u liet weten in mijn brief van 7 maart jongstleden vermoedt de Inspectie
dat strafbare feiten zijn gepleegd.4 Hiervan is aangifte gedaan. Intussen doet de Inspectie nog onderzoek naar het handelen
van de accountant. Mocht de uitkomst daarvan aanleiding zijn voor aanvulling of uitbreiding
van de aangifte, dan zal de Inspectie het Openbaar Ministerie daarover informeren.
De Inspectie heeft ook de Belastingdienst over de bevindingen geïnformeerd. Ik heb
alle gemeenten waar een SvPO-school staat geïnformeerd over de Inspectierapporten.
De bestuurder heeft zijn taken verwaarloosd. Het wanbeleid dat door het bestuur van
de SvPO-scholen is gevoerd mag niet blijven voortbestaan. De situatie moet zo snel
mogelijk verbeteren en ik ben vastbesloten om hier zo krachtig mogelijk werk van te
maken.
Leerlingen en hun ouders zijn benadeeld door de onverantwoorde financiële risico’s
die door de SvPO-besturen zijn genomen. De continuïteit van het onderwijs is in gevaar
gekomen. Bovendien is de kwaliteit van het onderwijs op de SvPO-scholen nog altijd
niet op orde. Ik kan me dan ook voorstellen dat deze brief veel losmaakt bij alle
leerlingen, bij hun ouders en bij de leraren op de scholen. Het is met name voor hen
van heel groot belang dat de situatie zo snel mogelijk wordt verbeterd.
Tijdens het commissiedebat dat binnenkort plaatsvindt praat ik graag met u verder
over de situatie bij SvPO. Bij belangrijke ontwikkelingen in de tussentijd zal ik
u uiteraard informeren.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs