Brief regering : Appreciatie van het amendement van het lid Leijten over instemming van de betrokkene voorafgaand aan het verwijderen van elektronische berichten
35 261 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer)
Nr. 22
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2022
Het amendement met Kamerstuk 35 261, nr. 18 van het Kamerlid Leijten wijzigt het voorgestelde artikel 2:27 Awb. Dat artikel gaat
over de bewaartermijn van elektronische berichten in de berichtenbox van MijnOverheid.
In artikel 2.27 wordt geregeld dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
regels kan stellen over het bewaren en vernietigen van berichten die zijn verzonden
via die berichtenbox, waaronder regels inzake de termijn waarbinnen berichten ten
minste en ten hoogste worden bewaard. Het amendement wijzigt dit artikel zodanig dat
een bericht pas kan worden verwijderd na instemming van degene aan wie het bestuursorgaan
het bericht heeft verzonden of van wie het bestuursorgaan het bericht heeft ontvangen.
Ik teken daarbij aan dat het thans nog niet mogelijk is via de berichtenbox van MijnOverheid
berichten aan een bestuursorgaan te zenden.
Het voorgestelde amendement kan met zich meebrengen dat berichten onbeperkt bewaard
zouden moeten worden. Het tot in lengte van jaren bewaren is echter niet zinvol en
brengt kosten met zich mee. Daarnaast gaat het amendement in tegen het beginsel van
dataminimalisatie; het bewaren van een onbeperkte hoeveelheid berichten brengt ook
risico’s met zich mee voor datalekken en inbreuken op de persoonlijke levenssfeer.
Berichtenboxen als MijnOverheid zijn opgezet als een persoonlijk en vertrouwelijk
communicatiekanaal met de overheid, niet als persoonlijk archief. Uiteraard is het
van belang dat berichten daarin voor een relevante periode beschikbaar zijn. In het
wetsvoorstel wordt dit gewaarborgd doordat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
hierover regels kan stellen.
Langs deze weg zal niet alleen worden geregeld dat de bewaartermijn voldoende lang
is om de berichten te laten dienen als bewijsstuk in voorzienbare (juridische) procedures.
Ook zal worden geregeld dat de betrokkenen duidelijk en tijdig wordt geïnformeerd
over de bewaartermijn en het verstrijken ervan. Voorgeschreven zal worden dat hen
de mogelijkheid wordt geboden om de berichten in de berichtenbox naar de eigen omgeving
te downloaden. Hiermee behouden mensen de zeggenschap over hun correspondentie met
de overheid.
Gelet op het bovenstaande ontraad ik het amendement.
Ik maak tevens van de gelegenheid gebruik om u een nota van wijziging te zenden (Kamerstuk
35 261, nr. 23), waarmee een verschrijving in de derde nota van wijziging wordt hersteld (Kamerstuk
35 261, nr. 10).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties