Brief regering : Stand van zaken over de ontwikkeling inzake de tarieven van tolken en vertalers
29 936 Regels inzake de beëdiging van tolken en vertalers en de kwaliteit en de integriteit van beëdigde tolken en vertalers (Wet beëdigde tolken en vertalers)
Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 april 2022
De vaste commissie Justitie en Veiligheid heeft op 20 januari jl. gevraagd naar de
stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen over de tarieven van tolken
en vertalers. Daarnaast heb ik op 10 februari, tijdens het Commissiedebat Strafrechtketen
(Kamerstuk 29 279, nr. 702), toegezegd uw Kamer te informeren middels een brief waarin ik reageer op de enquête
die de SP heeft uitgevoerd onder tolken en vertalers. Deze verzoeken pak ik met deze
brief tezamen. Tevens heb ik toegezegd, voor de verzending van deze brief, in gesprek
te gaan met de actievoerende tolken en vertalers. Dit gesprek heeft op 31 maart jl.
plaatsgevonden, ik heb dit gesprek erg gewaardeerd.
Allereerst wil ik benadrukken dat ik, net als mijn ambtsvoorganger, tolken en vertalers
als onmisbare schakel in de rechtsstaat zie. Met uw Kamer is veel gesproken over de
tolken en vertalers. Tijdens het gesprek met de actievoerende tolken werd ook naar
elkaar uitgesproken dat het belang van een kwalitatief goede tolk in relatie tot artikel 6
EVRM gezien wordt. Met de inzet van de juiste tolk, met daarbij de behorende kwaliteit-
en integriteitsvereisten, worden de rechten op een eerlijk proces geborgd voor de
burger ongeacht de taal die men spreekt. Vanuit de monitoring zie ik hierop positieve
ontwikkelingen op het gebied van kwaliteit. Daarnaast speelt dat de implementatie
van de stelselherziening onvoorzien meer tijd nodig heeft dan aanvankelijk gedacht,
wat effect heeft op de ontwikkeling van de vergoeding voor de tolken, hier zal ik
later nader op in gaan.
In de bijlage1 van deze brief ga ik op verzoek van de SP in op de enquête die de SP heeft gehouden
onder tolken en vertalers.
Ontwikkelingen vanuit monitoring
Zoals mijn ambtsvoorganger in zijn brief van 7 december jl. heeft aangegeven wordt
vanuit de monitoring van reeds aanbestede contracten gezien dat de inzet van registertolken
stijgt.2 Ook stijgt de inzet van C1-tolken bij afnameplichtige organisaties en worden er meer
registertolken ingezet dan contractueel overeengekomen. Vanuit de beroepsorganisaties
wordt kritisch gekeken naar deze cijfers, omdat deze door de intermediairs worden
aangeleverd. Daarnaast worden er door de beroepsvertegenwoordigers uit de praktijk
andere en gefragmenteerde geluiden opgevangen. Dit wordt versterkt doordat er onduidelijkheid
is over de kwalificatie van het gevraagde niveau van afnameplichtige organisaties.
Daarom wil ik benadrukken dat het gevraagde niveau voor afnameplichtige organisaties
onveranderd het C1-niveau is. Wanneer er op het gevraagde moment geen geschikte C1-tolk
beschikbaar is, kan onder voorwaarden en met toestemming van de opdrachtgever van
dit taalniveau worden afgeweken. Deze afwijking heeft een negatief effect op de levernauwkeurigheid
van een intermediair wat zichtbaar is in de monitoring. Het is belangrijk om het gesprek
te voeren over de feiten, maar daarbij is vertrouwen in de gegevens noodzakelijk.
Hoewel ik zelf geen reden heb om aan te nemen dat de gegevens vanuit de monitoring
niet kloppen, zal ik auditmiddelen inzetten zodat we met elkaar vertrouwen hebben
in de gegevens. Zodat het goede inhoudelijke gesprek gevoerd kan worden over de feiten.
De voorzichtige eerste inzichten uit de gegunde contracten laten een lichte stijging
van de tarieven voor de tolken zien. Hoewel dit nog preliminair is, lijkt de markt
van intermediairs zich ook te verbreden en wordt er door intermediairs scherp ingeschreven
op prijs. Marktverbreding was één van de doelstelling van de stelselherziening, maar
op dit moment heeft het een drukkend effect op de ontwikkeling van de tolktarieven.
Ook is geconstateerd dat er behoefte is aan meer inzicht op de tarieven, daarom wil
ik hier meer transparantie in gaan aanbrengen.
Aanvullende acties
Zoals reeds aangegeven zijn er positieve ontwikkelingen waar te nemen aan de hand
van de kwaliteitsmonitoring van reeds aanbestede contracten. Ik hecht er ook waarde
aan dat de professionele markt van tolkdienstverlening een redelijke vergoeding ontvangt
voor hun belangrijke werkzaamheden, dat is ook meermaals aan uw Kamer aangegeven.
Doordat de implementatie van contracten langer duurt dan voorzien, is voor mij gebleken
dat de redelijke vergoeding waar eerder over is gesproken, minder snel ontwikkelt
dan ik wenselijk acht. Daarom heb ik gekeken naar verschillende mogelijke oplossingen
en wil ik hierin een wezenlijk gebaar maken naar de tolken. Om voor iedere tolk een
solide stap vooruit te maken ben ik voornemens om het minimumtarief van € 43,98 te
verhogen naar € 55,–. Daarmee blijft het mogelijk dat, aan de hand van vraag en aanbod,
een hoger tarief tot stand kan komen in de gesprekken tussen de intermediairs en de
individuele tolk. Daarnaast zal in de aankomende aanbestedingen opgenomen worden dat
voor alle opdrachten op locatie een minimale tijdsduur van dertig minuten gaat gelden.
De financiële waardering voor tolken die voor de overheid werken, is al jarenlang
een knelpunt en daarmee een slepend gespreksonderwerp. Dit knelpunt is ingegeven doordat
een deel van de beroepsgroep zich niet heeft kunnen verenigen met het feit dat de
vaste tarieven in het Besluit tarieven in strafzaken (hierna: Btis) al jaren niet
zijn geïndexeerd. Om dat tij te keren is het vaste tarief in 2020 aangepast naar een
minimumtarief, zodat er een mogelijkheid is gecreëerd dat tolken en intermediairs
over tarieven kunnen onderhandelen. Echter, voor organisaties die (nu nog) rechtstreeks
tolken inhuren, zoals het OM en de IND, is het onderhandelen met individuele tolken
onuitvoerbaar vooruitlopend op de aanbesteding van dit perceel en blijven tolken die
voor hen werken, tot hun grote teleurstelling, tijdelijk nog het oude vaste tarief
ontvangen. Deze ergernis heeft er onder andere toe geleid dat een aantal tolken het
werk voor de overheid weigert. Van deze werkweigering heeft de uitvoering last. Ondanks
de voorzichtige inzichten die mijn voorganger al zag, zoals aangegeven in de brief
van 7 december, zijn deze te summier en lijkt dit onvoldoende om een solide positie
voor de tolken te kunnen garanderen. Dit alles heeft meegespeeld in mijn afweging
om de minimumtarieven nu op te hogen.
De keuze om het minimumtarief te verhogen is, zoals hiervoor ook aangegeven, gebaseerd
op een waaier van uiteenlopende argumenten. Aanvullend daarop heb ik SEO Economisch
Onderzoek (hierna: SEO) gevraagd verschillende scenario’s in kaart te brengen, additioneel
op het onderzoek dat SEO in 2018/2019 had gedaan, omdat bleek dat de tarieven zich
minder snel ontwikkelde dan verwacht. Ik heb het belangrijk gevonden om eventuele
aanpassingen eerst nader te onderzoeken alvorens ik hierover een besluit neem. De
notitie van SEO is als bijlage aan deze brief toegevoegd3. Hieruit blijkt dat het scenario waarbij de overheid het minimumtarief ophoogt de
beste mogelijkheid biedt om de positie van de tolken te verbeteren en tevens gericht
is op een betere vergoeding voor tolken. Ook voor tolken die op dit moment boven het
minimumtarief werkzaamheden verrichten zijn deze effecten waarschijnlijk positief.
Met het invoeren van een fors hoger minimumtarief, naar € 55,–, voorzie ik een beter
evenwicht tussen de positie van de zelfstandige tolk en de intermediairs. Dit bedrag
sluit aan op het bedrag dat SEO heeft benoemd in de uitwerking van de scenario’s.
Ik realiseer me dat het opgehoogde minimumtarief voor tolken eveneens aansluit op
de berekeningen die zijn gemaakt bij de begrotingsbehandeling JenV 2022 naar aanleiding
van de schriftelijke vraag van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid wat
het geïndexeerde uurtarief voor tolken zou zijn.4 Desondanks is deze verhoging nadrukkelijk geen indexatie van het minimumtarief. Dit
alles bij elkaar genomen is voor mij dan ook de reden om deze forse verhoging eenmalig
door te voeren, zodat het stelsel boven het nieuwe minimumtarief verder kan ontwikkelen.
Met de ingevoerde stelselherziening en de eenmalige ophoging van het minimumtarief
is er een stevige basis voor een betrouwbare en kwalitatief goede dienstverlening
van de rijksoverheid. Dit betreft een onvoorziene aanpassing van het minimumtarief
waardoor er aanvullende afspraken moeten worden gemaakt met de intermediairs waarmee
reeds een contract is afgesloten. Daarnaast moet het minimumtarief aangepast gaan
worden in het Btis. Dit zijn redenen dat ik nog geen implementatiedatum kan noemen.
Om duidelijkheid en eenduidigheid aan de sector te bieden, streef ik er naar om deze
ophoging van de minimumtarieven voor de gehele rijksoverheid op één vast moment te
implementeren, met als uiterste ingangsdatum 1 januari 2023. Ik zal uw Kamer voor
het zomerreces informeren over de definitieve implementatiedatum.
De financiële gevolgen van het verhogen van het minimumtarief is lastig te onderscheiden
van de financiële gevolgen van de aankomende aanbesteding. Door de aanbesteding zullen
de tolktarieven sowieso stijgen. Het verhogen van het minimumtarief kan gemiddeld
genomen wel een opwaarts effect hebben op het tolktarief. De verwachte stijging van
de kosten zal ik binnen mijn begroting opvangen.
Ik wil ook verduidelijking aanbrengen om een misverstand weg te nemen: er is meermaals
gesteld dat JenV de tolken per minuut zou gaan betalen waardoor de feitelijke vergoeding
in de praktijk verslechterd. Echter in alle contracten is opgenomen dat de in de tolkopdracht
overeengekomen tijd 100% vergoed moet worden. Ook wanneer de tolkopdracht voor gereserveerde
diensten op locatie, tot vier uur, korter duurt dan de overeengekomen tijd of wanneer
de tolkopdracht tot vier uur voor aanvang geannuleerd wordt. Indien een gereserveerde
opdracht op locatie langer duurt dan de overeengekomen tijd, wordt de extra tijd per
minuut afgerekend.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.