Brief regering : Kabinetsreactie Monitoringsrapportage boekjaar 2020 en actualisatie Corporate Governance Code
31 083 Corporate governance
Nr. 62
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 april 2022
Via deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Financiën en de
Minister voor Rechtsbescherming, over de naleving van de Nederlandse Corporate Governance
Code (hierna: de Code) in boekjaar 2020 en over het proces rondom actualisatie van
de Code, welke op 21 februari ter publieke consultatie is gelegd1. Ook bied ik uw Kamer hierbij het jaarlijkse monitoringsrapport van de Monitoring
Commissie Corporate Governance Code (hierna: de Commissie) en een appreciatie hierop
aan2.
De Code, de Commissie en haar taak
In de Code zijn principes en best practice bepalingen opgenomen die zich richten op
het stimuleren van goede governance bij beursgenoteerde vennootschappen.3 De Code regelt de verhoudingen tussen het bestuur, de raad van commissarissen en
de (algemene vergadering van) aandeelhouders. Beursgenoteerde vennootschappen gebruiken
de Code als handvat voor de inrichting van hun governance. Daarnaast is de Code voor
vele andere ondernemingen en instellingen een inspiratiebron en kiezen zij ervoor
de Code vrijwillig toe te passen. De Code is een product van zelfregulering van marktpartijen,
de zogenoemde schragende partijen.4
De Code is wettelijk verankerd, wat betekent dat beursvennootschappen verantwoording
afleggen over de naleving van de Code in het bestuursverslag.5 Volgens het «pas toe of leg uit»-principe worden de bepalingen in de Code nageleefd
door deze toe te passen of in het bestuursverslag uit te leggen waarom van de betreffende
bepalingen wordt afgeweken.
De Commissie, ingesteld door de overheid, heeft tot taak de actualiteit en bruikbaarheid
van de Code te bevorderen en voert deze taak onder andere uit door jaarlijks de naleving
van de Code door de Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen te monitoren en leemtes
of onduidelijkheden in de Code te signaleren. De Commissie doet ten minste een keer
per jaar verslag van haar bevindingen aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat,
van Financiën en voor Rechtsbescherming.
De Code is voor het laatst herzien in 2016 door de vorige Commissie onder voorzitterschap
van Jaap van Manen. Op 8 december 2016 is deze herziene Code gepubliceerd.6
Proces van actualisering van de Code
Op 21 februari 2022 heeft de huidige Commissie, onder voorzitterschap van Pauline
van der Meer Mohr, een voorstel voor actualisering van de Code ter consultatie gelegd.
De Commissie doet dit voorstel om de Code actueel, toekomstgericht en relevant te
houden. De actualisering ziet op het terrein van lange termijn waardecreatie, diversiteit
en de rol van aandeelhouders. In het consultatiedocument doet de Commissie een aantal
voorstellen op het gebied van lange termijn waardecreatie en ESG (Environmental, Social
& Governance). De Commissie doet daarnaast enkele voorstellen voor actualisering die
verband houden met gewijzigde wet- en regelgeving, zoals de invoering van de wettelijke
bedenktijd en regels op het gebied van het bezoldigingsbeleid en het bezoldigingsverslag
in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Verder heeft de Commissie op verzoek van
de Minister van Financiën beoordeeld of en in hoeverre de aanbevelingen in het onderzoeksrapport
«Versterking Verantwoordingsketen» van de Universiteit Leiden kunnen worden meegenomen
in de actualisering en nadere duiding van de Code.7 Dat heeft onder meer geleid tot voorstellen voor actualisatie van bepalingen met
betrekking tot de interne audit dienst en de periodieke evaluatie van bestuur en raad
van commissarissen. Andere aanbevelingen met betrekking tot meer controversiële onderwerpen
zoals het «in control statement» behoeven nadere discussie en zijn niet meegenomen
in dit voorstel tot actualisatie van de Code.
Ook het kabinet vindt het van groot belang om de Code actueel, toekomstgericht en
relevant te houden. Daarom waardeert het kabinet de inzet van de Commissie om, in
overleg met de schragende partijen, de Code te actualiseren. Dit past in de maatschappelijke
trend waarin het bedrijfsleven steeds meer verantwoordelijk wordt gehouden voor zijn
impact op mens en milieu. Deze trend heeft ook impact op het denken over corporate
governance.
De consultatieperiode loopt van 21 februari tot en met 17 april 2022. Tijdens deze
periode kunnen de schragende partijen van de Code en andere geïnteresseerden reageren
op de voorstellen van de Commissie. De verwachting is dat een brede discussie zal
plaatsvinden over de voorstellen. Het kabinet moedigt deze discussie aan en acht deze
discussie van groot belang om te zorgen dat de Code breed wordt gedragen.
De Commissie zal met behulp van de reacties uit de consultatiefase een geactualiseerde
Code vaststellen en aanbieden aan het kabinet. Vervolgens zal het kabinet een reactie
op de geactualiseerde Code geven en daarbij aangeven of zij voornemens is de geactualiseerde
Code wettelijk te verankeren (artikel 2:391 lid 5 BW). De hiertoe benodigde algemene
maatregel van bestuur kent een voorhangprocedure, waarin de Tweede en Eerste Kamer
zich over dit voornemen kunnen uitspreken.
Monitoringsrapport van de Commissie
Het nalevingsonderzoek over boekjaar 2020 brengt, in tegenstelling tot onderzoeken
over voorgaande jaren, niet de algehele naleving van de Code in kaart. Het onderzoek
is toegespitst op de kwaliteit van rapportage met betrekking tot vijf belangrijke
thema’s in de Code, namelijk lange termijn waardecreatie, risicobeheersing, cultuur,
diversiteit en beloningen.
De Commissie heeft SEO Economisch Onderzoek (hierna: SEO) opdracht gegeven om enerzijds,
met gebruikmaking van dezelfde methodiek als in voorgaande jaren, te onderzoeken of
vennootschappen voldoen aan de letterlijke tekst van rapportagebepalingen in de Code
die betrekking hebben op de bovenstaande thema’s. Anderzijds heeft SEO op verzoek
van de Commissie verdiepend bureauonderzoek gedaan naar de kwaliteit van de rapportage
over deze thema’s.
De belangrijkste conclusies in het monitoringsrapport van de Commissie worden hieronder
puntsgewijs toegelicht waarna het kabinet zijn reactie geeft. Voor een uitgebreidere
uiteenzetting van de resultaten wordt verwezen naar het monitoringsrapport van de
Commissie.
– De nalevingspercentages die naar voren komen uit de gebruikelijke onderzoeksmethodiek
verschillen niet wezenlijk van de uitkomsten in vorige boekjaren. Uit het nalevingsonderzoek
volgen hoge nalevingspercentages van ruim boven de 90%.8
– Uit het verdiepend bureauonderzoek komt naar voren dat vennootschappen op de geselecteerde
thema’s vaak procesmatig rapporteren en daarbij nauw aansluiten bij de letterlijke
tekst van de desbetreffende rapportagebepaling, in plaats van dat zij kiezen voor
een meer inhoudelijk relevante en betekenisvolle rapportage aan de hand van de aanknopingspunten
die de onderliggende gedragsbepalingen bieden. Als vennootschappen procesmatig rapporteren
beschrijven zij vaak alleen processen en acties. Betekenisvolle rapportage houdt in
dat de vennootschap ook inzicht geeft in dilemma’s die zich voordoen, de afwegingen
die daarbij worden gemaakt, de uitkomsten daarvan en de impact op de onderneming.
– De Commissie stipt aan dat naleving van de Code niet dient te worden benaderd als
een afvinkexercitie. De Commissie roept vennootschappen in haar rapport op om de intenties
van de Code te omarmen en geen standaardteksten («boilerplate») in jaarverslagen te
gebruiken.
– Uit het verdiepend bureauonderzoek volgt ook dat vennootschappen veelal in beperkte
mate ingaan op de samenhang tussen de verschillende thema’s en de aan elkaar gerelateerde
bepalingen in de Code. Vennootschappen kunnen het kernbegrip lange termijn waardecreatie
– meer benutten als organiserend principe voor (verslaglegging over) corporate governance.
Het kabinet waardeert de inzet van de Commissie om de onderzoeksmethodiek verder te
ontwikkelen. Door de verdere verdieping ten aanzien van de kwaliteit van toelichting
is het mogelijk om een beter beeld te vormen over hoe vennootschappen verantwoording
afleggen over de Code. Dit beeld laat zien dat veel vennootschappen rapporteren conform
de letterlijke tekst van de Code, maar dat deze rapportage meer inhoudelijk relevant
kan worden ingekleed. Aan de ene kant is het kabinet verheugd dat vennootschappen
de letterlijke tekst van de Code goed naleven wat laat zien dat zij de Code serieus
nemen. Aan de andere kant ziet het kabinet dat er nog veel ruimte is voor verbetering
ten aanzien van de verantwoording over de Code. Het kabinet spoort vennootschappen
aan om de aanbevelingen van de Commissie te gebruiken en meer inzicht te geven in
de dilemma’s die zich voordoen, de afwegingen die daarbij worden gemaakt, de uitkomsten
daarvan en de impact op de onderneming.
Vooruitblik
De Commissie constateert dat van vennootschappen steeds meer wordt verwacht dat zij
inzicht geven in hoe zij rekening houden met ESG-factoren en maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Inhoudelijke in plaats van procesmatige rapportage wordt daarmee steeds
belangrijker. Het ligt in de rede dat in de toekomst een meer inhoudelijke toets wordt
ingebouwd bij het monitoren van de naleving van de Code. In de monitoring over boekjaar
2021 zal de Commissie daarom extra aandacht behouden voor de kwaliteit van rapportage
door vennootschappen.
Tot slot
De uiteindelijke waarde van de Code is gelegen in de kwaliteit van naleving.
Daarnaast is voor een goede werking van de Code van essentieel belang dat vennootschappen
betekenisvol over de naleving blijven rapporteren. Ik kijk uit naar de volgende monitoringsrapportage.
Daarnaast volg ik de actualisatie van de Code op de voet en zal ik uw Kamer informeren
bij de publicatie van de geactualiseerde Code.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat