Brief regering : Overstapseizoen 2021-2022 en het keuzeproces van verzekerden
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1142
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 april 2022
Net als ieder jaar hebben verzekerden tijdens de overstapperiode een nieuwe zorgverzekering
                     kunnen kiezen. Dit jaar is 6,7 procent van alle verzekerden overgestapt naar een andere
                     zorgverzekeraar. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. De dreiging dat verzekerden
                     kunnen overstappen houdt zorgverzekeraars scherp in hun rol ten aanzien van klantgerichtheid
                     en de inkoop van zorg. Op die manier dragen zorgverzekeraars bij aan kwalitatieve,
                     betaalbare en toegankelijke zorg. Overstappen is echter geen doel op zich. Ik vind
                     het vooral van belang dat verzekerden nagaan of hun huidige polis nog bij hen past
                     en kunnen kiezen voor een andere polis of een andere zorgverzekeraar indien dit niet
                     het geval is. Hiervoor dient het polisaanbod overzichtelijk en onderscheidend te zijn.
                  
Bijgaand bied ik uw Kamer het volgende aan:
• een brief van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waarin zij terugblikt op het afgelopen
                           overstapseizoen (bijlage 1)1;
                        
• een monitor van het Nivel naar het afgelopen overstapseizoen, waarin onder andere
                           aandacht is voor de informatieverstrekking van zorgverzekeraars en vergelijkingssites
                           (bijlage 2)2;
                        
• onderzoek van CentERdata naar het polisaanbod op de zorgverzekeringsmarkt vanuit het
                           perspectief van verzekerden (bijlage 3)3;
                        
• onderzoek van Perspective naar het keuzeproces van verzekerden. Dit onderzoek heb
                           ik samen met het Ministerie van Financiën en de NZa laten uitvoeren (bijlage 4)4.
                        
De hoofdpunten van deze brief zijn:
• De afgelopen jaren is de onderscheidendheid van het polisaanbod toegenomen, omdat
                        het aantal polissen dat daadwerkelijk van elkaar verschilt, is gestegen. Tegelijkertijd
                        blijken zorgverzekeraars polissen aan te bieden die slechts in beperkte mate verschillen
                        van de andere polissen die ze aanbieden. Dit bemoeilijkt het keuzeproces voor verzekerden
                        en kan ertoe leiden dat verzekerden bij een klein verschil onnodig voor een duurdere
                        polis kiezen. Ik zal hierover in overleg gaan met zorgverzekeraars en roep hen nogmaals
                        op hun polisaanbod kritisch tegen het licht te houden.
                     
• De bruikbaarheid van de keuze-informatie voor verzekerden kan worden verbeterd. Het
                        is daarom goed dat de nieuwe regelgeving van de NZa ook juist als uitgangspunt heeft
                        dat de verstrekte informatie bruikbaar moet zijn voor de verzekerde bij het maken
                        van een keuze voor een zorgverzekeraar.
                     
• Ik ga met partijen die informatie verstrekken tijdens het jaarlijkse overstapseizoen
                        (zoals zorgverzekeraars, vergelijkingssites, consumenten- en patiëntenorganisaties)
                        graag in gesprek of er kansrijke interventierichtingen zijn die verder uitgewerkt
                        kunnen worden, met als doel de barrières die verzekerden bij het kiezen van een zorgverzekering
                        kunnen ervaren te verminderen.
                     
Acties NZa voor en tijdens overstapperiode 2021–2022
De NZa heeft in haar brief de belangrijkste ontwikkelingen beschreven ten aanzien
                     van het overstapseizoen 2021–2022. Het aantal zorgverzekeraars is in 2022 gelijk gebleven
                     ten opzichte van 2021 (totaal 10 concerns met 20 zorgverzekeraars).
                  
In 2022 worden 60 zorgverzekeringen aangeboden (2021: 57). Het betreft 11 restitutie-,
                     37 natura- en 12 combinatiepolissen (in 2021 respectievelijk 15 restitutie-, 37 natura-
                     en 5 combinatiepolissen). De NZa ziet in de praktijk een forse toename in zowel het
                     aantal polissen met beperkende voorwaarden als ook in het aantal verzekerden op deze
                     polissen. Dit zijn polissen met selectief gecontracteerde zorg en/of een beperkte
                     vergoeding voor niet gecontracteerde zorg. Er zijn in 2022 21 polissen met beperkende
                     voorwaarden ten opzichte van 16 in 2021. Het aantal daadwerkelijk verschillende polissen
                     is toegenomen van 43 van de 57 modelovereenkomsten (75 procent) in 2021 tot 48 van
                     de 60 aangeboden modelovereenkomsten (80 procent) in 2022. De NZa geeft hierbij aan
                     dat het beeld van de (nagenoeg) gelijke polissen iets verbeterd is ten opzichte van
                     vorig jaar. Kanttekening hierbij is echter wel dat in een aantal gevallen de verschillen
                     tussen polissen klein zijn (zie ook de uitkomsten van het CentERdata-onderzoek).
                  
De NZa vindt de toename van het aantal polissen een onwenselijke ontwikkeling, omdat
                     dat niet bijdraagt aan de overzichtelijkheid van het polisaanbod. Het polisaanbod
                     kan volgens haar meer onderscheidend worden door het aantal polissen met slechts kleine
                     verschillen in het gecontracteerde aanbod of vergoeding voor niet gecontracteerde
                     zorg te verminderen en alleen polissen te introduceren die daadwerkelijk inhoudelijk
                     iets toevoegen.
                  
De NZa heeft geconstateerd dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders in de overstapperiode
                     2021–2022 later waren met het sluiten van contracten dan in de vorige overstapperiode.
                     De oorzaak hiervan is onder andere de financiële onzekerheid als gevolg van Corona.
                     Zorgverzekeraars zijn in hun communicatie richting verzekerden weliswaar duidelijk
                     over met wie wel of (nog) niet een contract is gesloten, maar doordat veel contracten
                     pas laat rond waren, wisten verzekerden pas laat of het ziekenhuis van hun keuze gecontracteerd
                     is.
                  
Alhoewel een aantal verzekeraars heeft aangegeven dat verzekerden gewoon bij alle
                     ziekenhuizen terecht kunnen, vindt de NZa dit toch onwenselijk, omdat onzekerheid
                     over het gecontracteerde aanbod een drempel kan vormen om over te stappen. De NZa
                     vindt het wenselijk als zorgverzekeraars en zorgaanbieders in de volgende overstapperiode
                     eerder hun contractafspraken afronden.
                  
Zorgverzekeraars moeten op uiterlijk 12 november de premie voor bestaande polissen
                     bekend maken. Er zijn geen signalen ontvangen van te late premiebekendmaking. Wel
                     heeft de NZa een signaal gekregen over een zorgverzekeraar die zijn premiekorting
                     voor het kiezen van een vrijwillig eigen risico heeft gewijzigd na 12 november 2021.
                     Hoewel het geen formele overtreding van de wet is, vindt de NZa het wel zeer ongewenst.
                     Het beïnvloedt immers de onderlinge concurrentie en kan betekenen dat zorgverzekeraars
                     een prikkel hebben om deze premiekortingen steeds later bekend te maken. Voor consumenten
                     kan dit betekenen dat zij pas later weten welke premie zij uiteindelijk gaan betalen.
                     De NZa heeft de betreffende zorgverzekeraar daarom hierop aangesproken.
                  
De NZa geeft aan dat zij denkt dat zorgverzekeraars nog een volgende stap kunnen zetten
                     door informatie op een zodanige manier aan te bieden dat het mensen beter begeleidt
                     bij het maken van een keuze voor een passende zorgverzekering. Om dit te faciliteren
                     heeft de NZa haar ««Regeling informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars aan consumenten»»
                     herzien. Uitgangpunt van de gewijzigde regeling is dat informatie bruikbaar moet zijn
                     voor de verzekerde bij het maken van een keuze voor een zorgverzekeraar. De NZa gaat
                     er vanuit dat zorgverzekeraars met de invoering van de nieuwe regelgeving meer zullen
                     investeren in de bruikbaarheid van de informatie en onderzoek zullen doen naar de
                     wijze waarop informatie het beste kan worden verstrekt. Zorgverzekeraars krijgen zoveel
                     mogelijk de ruimte om hier zelf invulling aan te geven. De NZa ziet erop toe en grijpt
                     in indien de informatieverstrekking onvoldoende is.
                  
Monitor van het Nivel naar het overstapseizoen 2021–2022
De afgelopen periode heeft het Nivel in opdracht van VWS een monitor naar het overstapseizoen
                     uitgevoerd. Op basis van een websiteanalyse, vragenlijst, werksessie, taalanalyse
                     en analyse van reclame-uitingen geeft de monitor inzicht in de activiteiten van zorgverzekeraars
                     en vergelijkingssites gedurende het overstapseizoen. Daarbij ging de aandacht specifiek
                     uit naar het polisaanbod, de koppelverkoop van de basis- en aanvullende verzekering,
                     sturende elementen, nagenoeg gelijke polissen, contractering en reclames en cadeaus.
                  
De monitor biedt inzicht in de begrijpelijkheid van het polisaanbod. Uit de monitor
                     blijkt bijvoorbeeld dat verzekerden het lastig vinden om aan te geven hoe verschillende
                     naturapolissen van dezelfde zorgverzekeraar van elkaar verschillen. Met betrekking
                     tot de informatie die verzekeraars verstrekken wordt opgemerkt dat polisoverzichten
                     formeel taalgebruik en moeilijke woorden bevatten die de begrijpelijkheid verminderen.
                     Bijna twee op de vijf verzekerden (37 procent) vindt de informatie van zorgverzekeraars
                     (helemaal) niet bruikbaar voor het kiezen van een zorgverzekering. Toch geeft meer
                     dan de helft van de verzekerden (58 procent) aan er redelijk of heel overtuigd van
                     te zijn dat ze voldoende informatie hebben ontvangen om een weloverwogen keuze te
                     maken voor een zorgverzekering.
                  
Dat de basisverzekering en aanvullende verzekering bij verschillende zorgverzekeraars
                     afgesloten kunnen worden, is bij bijna de helft van de verzekerden bekend. Tegelijkertijd
                     bieden sommige zorgverzekeraars bij bepaalde basispolissen een beperkt aanbod van
                     aanvullende verzekeringen aan. Meer dan driekwart van de verzekerden is hier niet
                     van op de hoogte. Op bijna de helft van de 32 websites die onderzocht zijn, zijn sturende
                     elementen te vinden zoals bijvoorbeeld een label «meest gekozen» bij een polis. De
                     meeste deelnemers van de werksessie geven aan zich niet te laten beïnvloeden door
                     sturende elementen.
                  
Hoewel zorgverzekeraars voldoen aan hun informatieverplichtingen omtrent het verstrekken
                     van informatie over nagenoeg gelijke polissen, blijkt uit de monitor dat de meeste
                     deelnemers aan de werksessie de informatie over (nagenoeg) gelijke polissen niet bruikbaar
                     vonden bij het overstappen. Zij waren onbekend met de term en het fenomeen, en vonden
                     het lastig om te zoeken naar informatie over nagenoeg gelijke polissen. Verzekeraars
                     geven de informatie over (nagenoeg) gelijke polissen in de vorm van tabellen. Hierover
                     merkt het Nivel op dat deze moeilijk te begrijpen zijn. Dit komt volgens het Nivel
                     doordat het doel niet duidelijk is, er veel informatie in staat, er vaktermen worden
                     gebruikt en er gebruik wordt gemaakt van onpersoonlijke taal.
                  
Op het gebied van contractering laat de monitor zien dat verzekerden makkelijk konden
                     vinden in hoeverre er selectief was gecontracteerd bij een specifieke polis. De voorwaarden
                     met betrekking tot selectieve contractering zijn volgens het Nivel niet altijd even
                     begrijpelijk. Dit komt met name vanwege moeilijke termen, zoals «marktconform». Voor
                     verzekerden is het van belang om te weten hoe een zorgverzekeraar omgaat met de vergoeding
                     van zorg als er nog geen contract met de zorgverlener is afgesloten. Bijna alle zorgverzekeraars
                     maakten tijdens het overstapseizoen melding van niet-afgeronde contractering en hoe
                     er qua vergoeding mee om werd gegaan. De meeste teksten zijn echter moeilijk te begrijpen
                     voor verzekerden, omdat deze taalniveau B2 of hoger hebben.
                  
De meeste verzekerden zijn bekend met vergelijkingssites en meer dan de helft heeft
                     hier weleens gebruik van gemaakt. Het Nivel constateert dat de onderzochte vergelijkingssites
                     inzichtelijk maken welke verzekeraars wel of niet worden meegenomen in de vergelijking
                     en dat zij vermelden wat de overwegingen zijn om bepaalde zorgverzekeraars niet mee
                     te nemen. Volgens vergelijkingssites beïnvloeden verschillen in ontvangen provisie
                     en/of gemaakte afspraken de ranking niet. Vijf van de acht vergelijkingssites bieden
                     cadeaus aan. Op websites van zorgverzekeraars gebeurt dit in vijf van de 32 gevallen
                     bij het afsluiten van een basisverzekering. Verzekerden geven aan zich niet te laten
                     beïnvloeden door deze cadeaus.
                  
Samengevat blijkt uit de monitor dat informatie die verzekerden nodig hebben om een
                  goede keuze te maken vindbaar is, maar dat het ontbreekt aan begrijpelijkheid. Dit
                  speelt vooral bij informatie over polissen. Het Nivel geeft aan dat verbetering mogelijk
                  is door minder abstracte woorden en termen in polisoverzichten te gebruiken en de
                  terminologie in overzichten van een verzekeraar meer consistent te maken.
               
Onderzoek CentERdata naar het polisaanbod en de betalingsbereidheid van verzekerden
De overzichtelijkheid van het polisaanbod blijft een punt van aandacht (zie Kamerstuk
                     20 689, nr. 1099). In 2021 is bijvoorbeeld een motie van de leden Paulusma en Kuiken aangenomen (zie
                     Kamerstuk 29 689, nr. 1111), waarin de regering wordt verzocht om met elke zorgverzekeraar duidelijke resultaatafspraken
                     te maken over het aantal polissen en het beëindigen van de polissen die zeer sterk
                     op elkaar lijken. Het maken van resultaatafspraken met individuele verzekeraars past
                     echter niet binnen de bevoegdheid van de Minister. De polismarkt is een concurrentiële
                     markt. Verzekeraars willen en mogen daarom onderling ook geen resultaatafspraken maken.
                     Het is toegestaan dat zorgverzekeraars polissen op de markt brengen die sterk op elkaar
                     lijken.
                  
Daarmee was de motie zowel juridisch als praktisch gezien niet uitvoerbaar. Er is
                     daarom gekozen om een onderzoek uit te laten voeren naar het polisaanbod vanuit het
                     perspectief van verzekerden. Het doel van het onderzoek is inzicht geven in de poliskenmerken
                     die verzekerden belangrijk vinden en in hoeverre zij bereid zijn hiervoor te betalen.
                     Daarnaast is in beeld gebracht in hoeverre het polisaanbod aansluit bij de voorkeuren
                     van verzekerden.
                  
CentERdata heeft het onderzoek uitgevoerd. De Consumentenbond, de NZa, de Patiëntenfederatie
                     Nederland en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben zitting genomen in de klankbordgroep.
                     De onderzoeksvragen zijn beantwoord aan de hand van een analyse van het polisaanbod
                     van zorgverzekeraars en door twee vragenlijsten, waarvan één verschillende keuze-experimenten
                     bevatte, onder verzekerden uit te zetten. Die vragenlijsten werden door 1058 respectievelijk
                     1726 respondenten ingevuld.
                  
In 2022 worden 60 polissen voor de basisverzekering aangeboden, waarbij voor 80 procent
                     van de polissen (48 polissen) geldt dat deze van elkaar verschillen wat betreft het
                     type polis (natura-, restitutie- of combinatiepolis) en/of het vergoedingspercentage
                     voor niet-gecontracteerde zorg. Dit worden «unieke» polissen genoemd. De verschillen
                     op bovengenoemde punten kunnen echter klein zijn. Uit de analyse van CentERdata analyse
                     blijkt dat voor een relatief groot deel van de «unieke» polissen er minimaal één andere
                     polis is die sterk vergelijkbaar is. Voor 31 naturapolissen5 geldt bijvoorbeeld dat er minimaal één alternatief is met een vergelijkbare contracteergraad
                     per type zorgaanbieder. Zo noemt CentERdata een voorbeeld van drie polissen van hetzelfde
                     concern met alleen kleine verschillen in het aantal gecontracteerde zorgaanbieders.
                     Verder is voor een deel van de polissen met een vergelijkbare contracteergraad óók
                     de vergoeding voor ongecontracteerde zorg gelijk. Er is bijvoorbeeld een concern dat
                     vier polissen aanbiedt die alle vier een gelijke contracteergraad hebben en enkel
                     5 procentpunt van elkaar verschillen voor wat betreft de vergoeding voor ongecontracteerde
                     zorg.
                  
Dit roept de vraag op hoe belangrijk verzekerden deze (kleine) verschillen vinden.
                     Het blijkt dat alle zeven kenmerken6 die meegenomen zijn in de experimenten bijdragen aan de keuze van verzekerden voor
                     een basisverzekering. Verzekerden lijken zowel (kleine) verschillen in contracteergraad
                     en vergoeding belangrijk te vinden als ook andere kenmerken, zoals naamsbekendheid
                     en service. Over het algemeen zijn verzekerden ook bereid meer te betalen voor een
                     hoger niveau van elk van deze kenmerken. Het relatieve belang en de betalingsbereidheid
                     van de poliskenmerken verandert echter als er meer kenmerken meegenomen worden in
                     de experimenten of als de nadruk op bepaalde kenmerken wordt gelegd.
                  
Ook verschilt het relatieve belang en de betalingsbereidheid tussen groepen verzekerden.
                     Het onderzoek laat zien dat er vijf segmenten van verzekerden te onderscheiden zijn,
                     waarbij er twee segmenten het duidelijkst naar voren komen. Het gaat hier om een groep
                     van jonge en gezonde verzekerden die vooral een zo goedkoop mogelijke polis wil versus
                     een groep van oudere verzekerden met meer gezondheidsproblemen die premie juist minder
                     belangrijk vindt en vaak voor een restitutiepolis kiest.
                  
Uit de keuze-experimenten blijkt dus dat verzekerden bereid zijn te betalen voor kleine
                     verschillen in polissen. Dit lijkt te suggereren dat er vanuit het verzekerdenperspectief
                     weinig echt gelijke polissen zijn en het polisaanbod daarmee meer divers is dan we
                     op het eerste gezicht vermoedden.
                  
Tegelijkertijd merkt CentERdata hierbij op dat het maar de vraag is of verzekerden
                     de poliskenmerken in voldoende mate begrijpen om een keuze te maken.
                  
De complexiteit van het polisaanbod kan ertoe leiden dat verzekerden op het oog irrationele
                     keuzes maken en het belang van bepaalde kenmerken overschatten.
                  
Zo lijken verzekerden bereid te zijn relatief veel extra premie te betalen voor kenmerken
                     die in de praktijk weinig verschil maken. Verzekerden waren bijvoorbeeld bereid meer
                     te betalen voor een hoger vergoedingspercentage voor niet-gecontracteerde zorg, naarmate
                     de contracteergraad juist hoger was.
                  
Daarnaast geeft CentERdata aan dat verzekerden zich mogelijk niet realiseren dat polissen
                  weinig van elkaar verschillen. Dit leidt ertoe dat verzekerden de kleine verschillen
                  die er zijn uitvergroten en het belang hiervan overschatten. Dit blijkt ook uit de
                  keuze-experimenten. In de gevallen waar de nadruk werd gelegd op een verschil in vergoedingspercentage
                  voor niet-gecontracteerde zorg waren respondenten hier bereid meer voor te betalen
                  dan in een keuze-experiment waar hier niet de nadruk op werd gelegd. De manier waarop
                  verschillen gepresenteerd worden (bijvoorbeeld op de websites van zorgverzekeraars
                  of vergelijkingssites) blijkt hierbij van invloed te zijn op de betalingsbereidheid
                  van verzekerden.
               
Onderzoek Perspective naar het keuzeproces van verzekerden
Zoals ik eerder in deze brief meldde is het geen doel op zich dat verzekerden (regelmatig)
                     overstappen naar een andere zorgverzekering. Waar het om gaat is dat verzekerden zich
                     onbelemmerd voelen om desgewenst over te stappen naar een andere zorgverzekering.
                     Dat houdt verzekeraars scherp. De premisse van het stelsel is immers dat verzekeraars
                     concurreren om de gunst van de verzekerde. Ook voor verzekerden zelf kan het zinvol
                     zijn regelmatig te evalueren of de huidige zorgverzekering nog bij hun persoonlijke
                     situatie past. Onderzoek7 laat zien dat 67 procent van de verzekerden in de afgelopen zeven jaar nog nooit
                     van zorgverzekeraar is gewisseld. We noemen dit inertie. Als mensen een verzekering
                     hebben die bij hen past, is het geen probleem dat zij inert zijn.
                  
Verzekerden vinden het soms lastig om een voor hen goede keuze te maken op de zorgverzekeringsmarkt.
                     Het gaat hierbij dan bijvoorbeeld om de keuze voor een polis, keuzes rondom het vrijwillig
                     eigen risico en de keuze voor wel of geen aanvullende verzekering, en zo ja welke.
                     De vraag of een specifieke verzekering daadwerkelijk de beste keuze is voor een verzekerde,
                     is in de praktijk lastig te bepalen. Het is onduidelijk of er sprake is van een weloverwogen
                     keuze of van inertie of informatie-asymmetrie. Het resultaat is niettemin dat er sprake
                     is van een groep mensen die meer betaalt dan noodzakelijk is, gegeven hun zorgvraag.
                  
Om te weten waar inertie vandaan komt heb ik – samen met het Ministerie van Financiën
                     en de NZa – Perspective gevraagd onderzoek te doen naar de barrières en drijfveren
                     die mensen ervaren bij het overstappen naar een andere zorgverzekering. Perspective
                     heeft onder andere 8 verzekerden gevolgd tijdens het overstapseizoen van 2021–2022
                     en een sessie met 6 inerte verzekerden gehouden. Enkele zorgverzekeraars, vergelijkingssites,
                     de Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland zijn via een multidisciplinair
                     team nauw betrokken geweest bij het onderzoek. In dit onderzoek lag de focus op het
                     goed in beeld brengen, en mogelijk herdefiniëren, van de doelen en uitdagingen ten
                     aanzien van het keuzeproces van verzekerden. En in de tweede instantie op het genereren
                     van oplossingsrichtingen.
                  
Uit dit onderzoek komen verschillende uitdagingen naar voren. De (inerte) verzekerden
                     zijn doorgaans niet goed op de hoogte van hun huidige zorgverzekering en hun zorggebruik.
                     Daarnaast blijkt ook dat zij in algemene zin een onvolledig beeld hebben van het basispakket
                     van zorgverzekeringen. Verzekerden overschatten wat er in de aanvullende verzekering
                     is opgenomen en onderschatten wat er in de basisverzekering zit. Dit alles maakt het
                     moeilijk om een adequate zorgverzekering te kiezen. Daarnaast speelt mee dat de verzekerden
                     zekerheid belangrijk vinden en dat uit zich in het oververzekerd zijn en de angst
                     om een verkeerde keuze te maken. Het oriënteren op of overstappen wordt als groot
                     en belangrijk ervaren. Daardoor kunnen mensen het maken van keuzes uit- of afstellen.
                     Tot slot valt op dat de focus bij verzekerden vooral lijkt te liggen op het overstappen
                     naar een andere zorgverzekeraar, terwijl in de praktijk aanpassingen binnen de huidige
                     polis of zorgverzekeraar ook goede opties kunnen zijn. Dit heeft weinig aandacht,
                     terwijl dit juist als een kleinere – en daardoor minder spannende stap – wordt gezien.
                  
Perspective schetst verschillende interventierichtingen die inspelen op deze uitdagingen.
                     Zo zijn er interventies gericht op het vergroten van algemene kennis over wat de basisverzekering
                     dekt (dat is namelijk meer dan dat verzekerden denken) en het verduidelijken van het
                     verschil tussen de basis- en aanvullende verzekering. Ook zijn er interventies gericht
                     op het verkrijgen van individuele overzichten, zodat verzekerden weten waar zij nu
                     voor verzekerd zijn en hun historisch zorggebruik en de dekking van de huidige polis
                     kennen en deze gemakkelijk kunnen vergelijken met de dekking en de kosten van andere
                     polissen.
                  
Perspective heeft een globale inschatting gemaakt welke interventierichtingen het
                     meest kansrijk zijn. Dit zijn: het vergroten van kennis over de eigen polis, het vergroten
                     van kennis over de basisverzekering en het behapbaar maken van de keuzes. Het is goed
                     op te merken dat de interventierichtingen voortkomen uit de mening van verzekerden
                     en vooral gericht zijn op het helpen van inerte verzekerden en het wegnemen van barrières
                     die zij ervaren om zich te oriënteren op een andere zorgverzekering of daadwerkelijk
                     hun zorgverzekering aan te passen. Dat wil dus niet zeggen dat de betrokken stakeholders
                     alle interventierichtingen als wenselijk of haalbaar beschouwen. Nadere analyses moeten
                     uitwijzen of de interventierichtingen daadwerkelijk uitvoerbaar en haalbaar zijn en
                     overeenkomen met andere doelen van de Zorgverzekeringswet.
                  
Beleidsreactie
Al jarenlang is er aandacht voor het polisaanbod op de zorgverzekeringsmarkt. Het
                     keuzeproces van verzekerden wordt bemoeilijkt door polissen die weinig tot niet van
                     elkaar verschillen. Dit maakt het polisaanbod onoverzichtelijk. Verzekerden kunnen
                     hierdoor overstapbelemmeringen ervaren, hetgeen leidt tot een lagere overstapgeneigdheid.
                     En juist die overstapgeneigdheid is belangrijk om verzekeraars te prikkelen tot klantgerichtheid
                     en de inkoop van een kwalitatief en betaalbaar zorgaanbod.
                  
Voor 80 procent van de polissen in 2022 geldt dat deze van andere polissen verschillen
                     wat betreft het type polis en/of het vergoedingspercentage voor niet-gecontracteerde
                     zorg. Dit is een stijging ten opzichte van 2021, want toen gold dit voor 75 procent
                     van de polissen. Zo gemeten neemt de onderscheidendheid van het polisaanbod toe. Echter
                     het blijkt bij een deel van de polissen om zeer kleine verschillen te gaan. Het is
                     maar de vraag in hoeverre een polis die bijvoorbeeld alleen via een iets hoger of
                     iets lager vergoedingspercentage voor niet-gecontracteerde zorg van andere polissen
                     van dezelfde zorgverzekeraar (of concern) verschilt, nu écht onderscheidend is.
                  
Het onderzoek van CentERdata laat zien dat er ook veel overeenkomsten zijn tussen
                     de «unieke» polissen die door een verzekeringsconcern worden aangeboden. Dat vind
                     ik bezien vanuit de overzichtelijkheid van het polisaanbod geen wenselijke ontwikkeling.
                     Aan de andere kant lijken verzekerden bereid te zijn om voor deze verschillen te betalen
                     en deze verschillen dus te waarderen. Maar dit hangt mogelijk samen met de complexiteit
                     van het polisaanbod die het maken van een keuze niet makkelijker maakt en dit kan
                     ertoe leiden dat verzekerden op het oog irrationele keuzes maken. Ook uit het Nivel-onderzoek
                     komt naar voren dat verzekerden moeite hebben om verschillen tussen polissen te duiden.
                     Door de wijze waarop polissen gepresenteerd worden, overschatten verzekerden het belang
                     van specifieke verzekeringskenmerken. Ik vind het niet gewenst wanneer verzekerden
                     hierdoor onnodig voor een duurdere polis kiezen. Daarom zal ik hier het gesprek over
                     aangaan met zorgverzekeraars en roep ik hen nogmaals op hun polisaanbod kritisch tegen
                     het licht te (blijven) houden: voegen bepaalde polissen daadwerkelijk iets toe of
                     is het eigenlijk hetzelfde product in een «iets ander jasje»?
                  
Ik vind het belangrijk dat verzekerden bij de start van het overstapseizoen de keuze
                     kunnen maken of zij willen overstappen en zo ja naar welke polis. Hiervoor is het
                     belangrijk dat er voor verzekerden duidelijkheid is over het gecontracteerde aanbod
                     en, indien de zorgverzekeraars en aanbieder nog in onderhandeling zijn, wat dit wel
                     of niet voor consequenties heeft voor de vergoeding van zorg. Daarbij vind ik het
                     ook belangrijk dat zorgverzekeraars uiterlijk op 12 november de premies van polissen
                     bekend maken, inclusief de premiekortingen voor een vrijwillig eigen risico. Op die
                     manier hebben verzekerden voldoende tijd om zich goed te oriënteren op het polisaanbod.
                  
Er is ruimte voor verbetering ten aanzien van de bruikbaarheid van de keuze-informatie
                     voor verzekerden. Het is daarom goed dat de nieuwe regelgeving van de NZa ook juist
                     als uitgangspunt heeft dat de verstrekte informatie bruikbaar moet zijn voor de verzekerde
                     bij het maken van een keuze voor een zorgverzekeraar. Ik blijf de stappen die zorgverzekeraars
                     de komende tijd hiervoor gaan maken met veel interesse volgen. Specifieke aandacht
                     heb ik hierbij voor de verstrekte informatie rondom nagenoeg gelijke polissen. De
                     regelgeving van de NZa bevat informatieverplichtingen voor zorgverzekeraars als er
                     een (nagenoeg) gelijke polis bestaat. Wanneer vanuit een concern of individuele zorgverzekeraar
                     polissen worden aangeboden die (nagenoeg) gelijk zijn voor wat betreft de te verzekeren
                     prestaties als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet (Zvw)
                     en voor wat betreft de keuzemogelijkheden tussen aanbieders van zorg of van overige
                     diensten, dient elk van de betrokken zorgverzekeraars een overzicht te plaatsen met
                     deze (nagenoeg) gelijke polissen. Het onderzoek van het Nivel laat echter zien dat
                     verzekerden de verstrekte informatie over (nagenoeg) gelijke polissen niet bruikbaar
                     vinden. Ik moedig de zorgverzekeraars die gelijke polissen aanbieden – en verzekerden
                     hier dus over moeten informeren – aan om te bezien welke verbeteringen mogelijk zijn
                     in door hen versterkte informatie hierover.
                  
Jaarlijks wordt gedurende het overstapseizoen vanuit het Ministerie van VWS informatie
                     verstrekt om verzekerden te informeren en te helpen bij het maken van een keuze voor
                     een zorgverzekering en hen uitleg te geven over het eigen risico. In verband met de
                     grootschalige communicatie vanuit de rijksoverheid rondom COVID-19 is afgelopen jaar
                     besloten om tijdens het overstapseizoen geen landelijke media in te zetten. De inzet
                     van informatieteams op verschillende plekken in het land kon geen doorgang vinden
                     vanwege de toen geldende coronamaatregelen. Wel kregen verzekerden via de website
                     van de rijksoverheid tips over waar zij op moeten letten wanneer zij willen nagaan
                     of hun zorgpolis nog bij hen past. Daarnaast is begin dit jaar een radiospotje uitgezonden
                     om verzekerden voorlichting te geven over het eigen risico. Driekwart van de Nederlanders
                     van 18 jaar en ouder (ca. 10,5 miljoen personen) heeft deze commercial ten minste
                     één keer gehoord. In vier weken tijd heeft de doelgroep de commercial bijna vijftien
                     keer gehoord. Deze resultaten worden meegenomen in de vormgeving van de campagne voor
                     komend jaar.
                  
Bij de campagne zal ik ook de inzichten uit het Perspective onderzoek meenemen. Zo
                     wil ik kijken naar de mogelijkheden om de optie van overstappen naar een andere polis
                     bij de huidige zorgverzekeraar te benadrukken in plaats van alleen het overstappen
                     van zorgverzekeraar centraal te stelen. Verder zal ik met andere partijen die informatie
                     verstrekken tijdens het jaarlijkse overstapseizoen (zoals zorgverzekeraars, vergelijkingssites,
                     consumenten- en patiëntenorganisaties) in gesprek gaan over de inzichten uit het Perspective
                     onderzoek. Om te bekijken hoe we eventuele kansrijke interventierichtingen verder
                     kunnen uitwerken, uitproberen en uiteindelijk laten landen in de praktijk. In het
                     najaar zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten.
                  
De komende periode ga ik verder in gesprek met de NZa, ZN en individuele zorgverzekeraars
                     over het functioneren van de zorgverzekeringsmarkt. In mijn gesprekken kijk ik ook
                     naar de samenhang tussen de zorgverzekeringsmarkt en de risicoverevening. Ik streef
                     ernaar uw Kamer in de zomer te informeren over de uitkomsten van deze overleggen.
                  
Ik hoop u zo voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  E.J. Kuipers
Indieners
- 
              
                  Indiener
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.