Brief regering : Gevolgen situatie Oekraïne op VWS terrein
35 925 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022
36 045
Situatie in de Oekraïne
Nr. 182
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2022
De Russische inval in Oekraïne heeft veel consequenties. In de eerste plaats voor
de inwoners van Oekraïne. Ook mijn hart is bij de bevolking van Oekraïne en de vele
inwoners die op de vlucht zijn geslagen. De situatie stelt de gezondheidszorg en het
kabinet ook voor praktische vraagstukken. In deze brief licht ik, mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid, toe welke vraagstukken dit zijn en hoe ik mij daarop voorbereid.
Ik doe dit aan de hand van de volgende alinea’s:
– Inzet van Nederlandse zorgmedewerkers,
– Inzet van Oekraïense vluchtelingen met een zorgachtergrond,
– Publieke gezondheid,
– Infectieziekterisico’s,
– Tekorten grondstoffen en geneesmiddelen,
– Terugkoppeling bijeenkomst EU-gezondheidsministers,
– Opvang van patiënten die curatieve zorg nodig hebben in Nederland,
– Kwetsbare personen,
– Zorgverzekeringen.
Inzet van Nederlandse zorgmedewerkers
Er is grote maatschappelijke bereidheid om hulp en opvang te geven aan de Oekraïense
vluchtelingen. Ook de zorgmedewerkers in Nederland willen de Oekraïners graag helpen.
Tegelijkertijd is dit geen gemakkelijke opgave, omdat de zorg voor Oekraïense vluchtelingen
een extra beroep betekent op dezelfde zorgmedewerkers die de afgelopen twee jaar al
een enorme inspanning hebben geleverd tijdens de coronapandemie. Daarnaast vragen
corona en de inhaalzorg nog steeds de volle aandacht. Dat geldt zorgbreed. De afgelopen
drukke jaren hebben impact gehad op de Nederlandse zorgmedewerkers, zowel fysiek als
ook mentaal. Het blijft daarom van groot belang dat voor de langere termijn gekeken
wordt hoe de extra zorgvraag vanuit de Oekraïense vluchtelingen opgevangen kan worden.
Op dit moment is in alle regio’s sprake van een krappe arbeidsmarkt en is het daarom
aan te bevelen de benodigde extra zorg over voldoende zorgmedewerkers te spreiden.
Mogelijk zijn er binnen de groep Oekraïense vluchtelingen mensen met een zorgachtergrond
die zelf aan de slag willen in de Nederlandse zorg. Ook zullen we een beroep doen
op meegereisde familie en bekenden.
Inzet van Oekraïense vluchtelingen met een zorgachtergrond
Het kabinet vindt het belangrijk om de vluchtelingen de tijd en rust te gunnen na
hun vlucht voor het oorlogsgeweld in Oekraïne. In het geval dat onder deze vluchtelingen
mensen zijn met een zorgachtergrond en zij wellicht binnenkort in de Nederlandse zorg
aan de slag willen, vindt het kabinet dat zij deze mogelijkheid moeten krijgen. Zo
zouden zij bijvoorbeeld hun eigen landgenoten kunnen verzorgen, begeleiden of behandelen
indien zij dat zelf wensen en hiertoe in staat zijn. Om deze reden verken ik hoe deze
groep zo optimaal mogelijk gefaciliteerd kan worden. Conform mijn toezegging tijdens
het Hoofdlijnendebat met uw Kamer op 8 maart jl. (Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 180) heb ik gesproken over de toegang tot de arbeidsmarkt van deze vluchtelingen met
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Uw Kamer is op 30 maart jl.
(Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 2839) reeds geïnformeerd dat op 1 april 2022 met terugwerkende kracht vanaf 4 maart 2022
een vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht in werking treedt, voor vluchtelingen
die onder de richtlijn tijdelijke bescherming vallen en arbeid in loondienst willen
verrichten. Een en ander op de toegang tot de arbeidsmarkt voor deze vluchtelingen
is in voornoemde brief uitgewerkt.
Voor Oekraïense zorgmedewerkers die in een niet-geregistreerd gezondheidszorgberoep
aan het werk willen, is het aan de werkgevers om te zorgen dat zij bekwaam zijn en
voldoende kunnen communiceren met collega’s en patiënten. Hierbij wil ik benadrukken
dat de patiëntveiligheid en de kwaliteit van zorg uiteraard gewaarborgd dient te worden.
Oekraïense vluchtelingen die een geregistreerd gezondheidszorgberoep in Nederland
willen uitoefenen zullen dan ook de erkenningsprocedure voor Buitenslands Gediplomeerden
dienen te doorlopen, conform de Wet op de Beroepen in de Individuele gezondheidszorg
(BIG). Ook bestaat de mogelijkheid dat zorgorganisaties gebruik kunnen maken van werken
onder supervisie, waarbij een niet-BIG geregistreerde zorgmedewerker voorbehouden
handelingen mag verrichten onder toezicht van een zelfstandig bevoegde BIG-geregistreerde.
Publieke gezondheid
GGD’en en GHOR dragen bij aan de opvang en de gezondheidszorg voor vluchtelingen die
naar ons land komen. Ook bij de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne hebben zij een
rol. Voor Oekraïense vluchtelingen concentreren de GGD’en zich op de volgende onderdelen:
gezondheid vluchtelingen, coronabestrijding, jeugdgezondheidszorg, vaccinaties, psychosociale
hulp en gezonde leefomgeving. De GHOR onderhoudt het netwerk met zorgorganisaties,
coördineert de geneeskundige hulpverlening bij de opvang van vluchtelingen in nauwe
samenwerking met de bevolkingszorg, gemeenten en veiligheidsregio’s. De GHOR is daarbij
ook betrokken bij het beoordelen van de (fysieke en mentale) gezondheidskundige aspecten
van grootschalige opvang.
Infectieziekterisico’s
Het RIVM heeft de infectieziektesituatie in Oekraïne beoordeeld en geconcludeerd dat
er vanwege de relatief lage vaccinatiegraad in Oekraïne een risico is op introductie
van polio en mazelen. Daarnaast komt in Oekraïne meer tuberculose voor dan in Nederland,
ook de multiresistente vorm. In zijn algemeenheid is in Oekraïne meer sprake van antibioticaresistentie,
komen meer bloed- en seksueel overdraagbare infectieziekten voor en is de vaccinatiegraad
van de COVID-vaccinatie lager dan in Nederland. Tot slot is er een risico op insleep
van een aantal zoönosen bijvoorbeeld omdat vluchtelingen hun huisdieren meenemen,
zoals rabiës en brucella, die in Nederland niet of nauwelijks voorkomen.
Maatregelen
De bestaande surveillance op polio via rioolwater is geïntensiveerd, daarbij wordt
gebruik gemaakt van monsters die worden verzameld in het kader van COVID-19 surveillance
via rioolwater. Daarnaast kan het RIVM samen met de jeugdgezondheidszorg werken aan
inhaalvaccinaties voor kinderen uit Oekraïne door instroom in het Rijksvaccinatieprogramma.
Daarbij is het belangrijk dat vluchtelingen goed geregistreerd worden. De Commissie
voor Praktische Tuberculosebestrijding heeft geoordeeld dat de vluchtelingen uit Oekraïne
niet gescreend hoeven te worden op tuberculose, wel zijn professionals geïnformeerd
over waar ze op moeten letten als vluchtelingen gezondheidsklachten hebben. Verder
zijn er vanwege antibioticaresistentie nadere adviezen gegeven aan artsen-microbiologen
in geval van ziekenhuisopname van vluchtelingen uit Oekraïne of medische evacuaties.
Het RIVM acht screening op COVID-19 bij aankomst in Nederland niet geïndiceerd. Wel
dienen vluchtelingen conform regulier beleid te worden getest bij klachten, indien
positief gaan zij in isolatie. COVID-19 vaccinatie kan – ook zonder dat men ingeschreven
is- via de GGD-COVID-vaccinatie-centra.
Bij soa-poli’s en centra voor seksuele gezondheid is speciale aandacht nodig voor
vluchtelingen uit Oekraïne, maar ook voor mensen die door de onzekere situatie uit
Rusland vluchten. Via de GGD’en zijn de soa-poli’s en centra voor seksuele gezondheid
geïnformeerd over de specifieke aandachtspunten voor deze groepen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zal in een separate Kamerbrief
nader ingaan op de risico’s van dieren uit Oekraïne.
Communicatie
Infectieziekten is onderdeel van de handreiking voor gemeenten (GOO) en in de handreiking
voor particulieren die vluchtelingen opvangen komt ook aandacht voor. Op www.rijksoverheid.nl is in samenspraak met het RIVM en GGDGHOR gewerkt aan informatie voor de vluchteling
zelf, betrokken organisaties, particulieren, het algemene publiek en reformatorische
gezindte. Deze informatie wordt weer gelinkt aan de handreikingen. In beide handreikingen
is aandacht voor de huisdieren. Voor (medische) professionals verzorgt het RIVM actuele
informatie via alertering zoals GGDinf@ct, Inf@ct, Labinf@act. Voor veterinaire professionals
communiceren het RIVM en de NVWA gezamenlijk via Vetinf@ct.
Tekorten grondstoffen voor voedingsmiddelen en geneesmiddelen
Het Ministerie van VWS heeft signalen binnengekregen van bedrijven en organisaties
over tekorten aan grondstoffen die binnenkort gaan of kunnen gaan spelen. Dezelfde
signalen en daaropvolgende problemen zijn ook in andere lidstaten aanwezig. Nederland
heeft de Europese Commissie gevraagd tot een geharmoniseerde Europese aanpak te komen.
De Europese Commissie heeft laten weten voorlopig niet te kiezen voor een geharmoniseerde
aanpak en vraagt de lidstaten met een eigen nationale aanpassing te komen. Het gaat
hier onder meer over grondstoffen die nodig zijn voor de verwerking van een groot
aantal voedingsmiddelen op de markt. Momenteel is dit in het bijzonder een tekort
op zonnebloemolie, waardoor andere plantaardige oliën gebruikt moeten worden bij de
productie van een groot aantal voedingsmiddelen. Hierdoor zullen de etiketten niet
meer kloppen wat betreft de daadwerkelijke gebruikte ingrediënten en dus ook niet
de informatie aan de consument. Inmiddels is een tijdelijke versoepeling afgesproken
met de NVWA en het bedrijfsleven onder de voorwaarden dat de voedselveiligheid wordt
gewaarborgd en dat de consument correct en transparant wordt geïnformeerd. Deze versoepeling
houdt in dat tijdelijk niet wordt gehandhaafd op etiketten op voedingsmiddel die niet
kloppen door het tekort aan zonnebloemolie1. Deze versoepeling en vervolgafspraken zullen via verschillende kanalen van het bedrijfsleven
en de NVWA duidelijk worden gecommuniceerd aan de consument. Tenslotte heeft het Voedingscentrum
algemene informatie over oliën gepubliceerd. Oliën | Voedingscentrum
Daarnaast is vanuit het WFSR (Wageningen Food Safety Research) het signaal ontvangen
over een dreigend tekort aan helium. Helium wordt onder meer als drijfgas gebruikt
in bepaalde meetapparatuur die gebruikt wordt voor de controles op voedselveiligheid
(chemische analyses) en in bepaalde medische apparatuur. Samen met het Ministerie
van LNV wordt deze problematiek geïnventariseerd en geduid voor wat betreft de activiteiten
van het WFSR.
Voor geneesmiddelen geldt dat er op dit moment nog geen acute tekorten zijn gesignaleerd,
maar dat de monitoring van signalen wel is geïntensiveerd. Hierbij wordt onder andere
in het Europese netwerk relevante informatie uitgewisseld en is het veld gevraagd
mogelijke signalen vroegtijdig te delen.
Terugkoppeling bijeenkomst EU-gezondheidsministers
Op 15 maart jl. organiseerde het Franse voorzitterschap een virtuele informele bijeenkomst
met EU-Gezondheidsministers over de gezondheidssituatie in Oekraïne en de zorg voor
Oekraïense patiënten. Ik heb hieraan deelgenomen. De Minister van Gezondheid van Oekraïne,
Viktor Liashko, meldde dat steeds meer zorginfrastructuur beschadigd is en meer burgerslachtoffers
vallen. Hij vroeg om blijvende steun van de EU en sprak de verwachting uit dat groeiend
aantal patiënten met verschillende ziektebeelden een beroep zullen doen op opvang
en behandeling in de EU. De Europese Commissie onderstreepte in het bijzonder het
belang van opvang en ondersteuning van kwetsbare en zieke kinderen. Inmiddels vindt
Europese coördinatie plaats om patiënten en cliënten met een acute of chronische zorgvraag
in diverse EU landen op te vangen en zorg te bieden. Alle lidstaten waren bereid Oekraïners
te helpen en toonden hun solidariteit. Nederland heeft aangegeven Oekraïne en de Oekraïners
op verschillende manieren te ondersteunen, waaronder door het doneren van medische
hulpgoederen alsook door patiënten met een specifieke zorgvraag in Nederland opvang
en zorg te bieden. Ik heb dank uitgesproken aan de Europese Commissie voor het snelle
handelen tot nu toe.
Tevens heb ik verzocht aan de Europese Commissie om na te gaan of en hoe buurlanden
van Oekraïne die veel opvang verzorgen verder ondersteund kunnen worden. Tijdens de
EU-gezondheidsraad van 29 maart a.s. zullen de EU-Ministers van volksgezondheid opnieuw
over dit thema in gesprek gaan.
Opvang van patiënten die curatieve zorg nodig hebben in Nederland
De vluchtelingenstroom uit Oekraïne vraagt capaciteit van ziekenhuizen en vooral van
andere sectoren in de curatieve zorg. Oekraïense vluchtelingen in Nederland die zorg
nodig hebben kunnen hiervoor terecht bij de benodigde zorgverlener, denk aan een huisarts
of een zorgverlener in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). De druk op deze sectoren
is, mede door COVID-19, al hoog. Samen met veldpartijen in deze sectoren en het Ministerie
van Justitie en Veiligheid wordt gekeken naar de omvang van de aanvullende zorgvraag
en hoe toegang tot passende zorg en ondersteuning georganiseerd kan worden. De huisarts
is vaak de eerste toegang tot zorg, ook voor deze patiëntengroep. Op landelijk niveau
ben ik daarom in gesprek met betrokken partijen, waaronder de Landelijke Huisartsenvereniging
(LHV) en InEen. Ik bezie samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de
betrokken partijen hoe de knelpunten kunnen worden weggenomen. Specifiek voor de ggz
wordt nog verkend wat de knelpunten zijn waar de sector tegenaan loopt. Daarnaast
wil de Minister van Langdurige Zorg en Sport, wat betreft het mentale welzijn van
deze groep vluchtelingen, zowel de zorg als het sociale domein betrekken en daarbij
samen met partijen die kennis hebben over de zorg aan vluchtelingen (zoals het nationaal
traumacentrum ARQ, het COA, ZonMW en Pharos) bepalen wat nodig en passend is. Hierbij
nemen we ook goede voorbeelden met betrekking tot vluchtelingenzorg mee, zoals het
herstelgerichte programma Bamboo2.
Kwetsbare personen
Naast de curatieve zorg en de opvang van patiënten die medisch specialistische zorg
nodig hebben, is er ook oog voor de opvang en ondersteuning van kwetsbare ouderen,
jeugdigen en mensen met een beperking. Dit betreft de toegang tot langdurige zorg
en jeugdzorg. De Regeling voor Medische Zorg aan asielzoekers (RMA) is opengesteld
voor vluchtelingen uit Oekraïne voor wat betreft de aanspraak op Wlz-zorg wanneer
er sprake is van een langdurige zorgbehoefte die niet vanuit de subsidieregeling (Zvw)
of Wmo-ondersteuning door gemeenten geboden kan worden en waarbij verblijf in een
instelling nodig is. Als het gaat om maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare
personen is het kabinet zich samen met gemeenten en aanbieders aan het voorbereiden
wat deze toestroom gaat betekenen voor een beroep op de Jeugdwet en Wmo en voor de
capaciteit bij aanbieders, de financiën en de uitvoering van de toegang en indicatiestelling.
De Ministeries van BZK, JenV, VWS en de VNG trekken nauw samen op. Het is in dit kader
heel bemoedigend om de initiatieven vanuit de samenleving en vrijwilligersorganisaties
te zien, zoals het Rode Kruis, NLvoorElkaar en de Luisterlijn.
Zorgverzekeringen
Administratieve lasten Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden
In de Kamerbrief over de situatie rond Oekraïne die op 17 maart jl. door de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid aan uw Kamer is gestuurd (Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 2834), is ook toegelicht op welke wijze de toegang tot medische zorg voor Oekraïense vluchtelingen
de komende periode is geregeld. Daarin is aangegeven dat het de bedoeling is, ten
aanzien van de inzet van de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden
(SOV), diverse administratieve lasten zo snel als mogelijk te verminderen. Ik kan
u berichten dat tijdelijk en met terugwerkende kracht, voor de periode per 1 maart
en geldend tot eind 2022, de volgende administratieve lasten worden ingeperkt:
– Aanlevering gegevensset bij de declaratie: om de administratieve lastendruk te beperken
mogen zorgaanbieders zowel bij de melding als bij de declaratie een zo minimaal mogelijke
gegevensset van de patiënt aanleveren, te weten nationaliteit, initialen, geboortejaar/leeftijd
en geslacht, en – indien beschikbaar – het burgerservicenummer.
– Vervallen meldtermijn: op dit moment moet binnen zeven dagen na het verlenen van de
zorg een melding worden gedaan bij het meldpunt onverzekerden (bij GGD-GHOR). Deze
meldtermijn zal vooralsnog komen te vervallen voor alle zorg die op grond van de SOV
gedeclareerd gaat worden. Dit geldt dus ook voor andere onverzekerde personen dan
vluchtelingen, zodat voor de gehele subsidieregeling één regime geldt. Wel is van
belang dat de melding «zo spoedig mogelijk» moet plaatsvinden, maar uiterlijk voordat
de declaratie wordt ingediend. Dit zal zo snel mogelijk naar de zorgaanbieders worden
gecommuniceerd.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport