Brief regering : Uitkomst van de arbitrageprocedure over de gewijzigde inzet van de gasberging Norg
33 529 Gaswinning
Nr. 997 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2022
Dankzij de afspraken over de gasopslag Norg kan het Groningenveld jaren eerder gesloten
worden dan de verwachting was in 2018, inmiddels is sluiting in 2023 of 2024 voorzien.
Bovendien wordt de winning van 11,9 Nm3 uit het Groningenveld voorkomen. Om de gaswinning uit het Groningenveld zo snel mogelijk
te kunnen beëindigen, is met NAM, Shell en ExxonMobil afgesproken dat de gasopslag
Norg gewijzigd wordt ingezet. Dit betekent dat de gasberging met pseudo-Groningengas
gevuld wordt in plaats van met gas uit het Groningenveld. Afgesproken is om de kosten
voor de gewijzigde inzet vast te laten stellen door een arbiter. Het overgrote deel
van de kosten betreft het inkopen van 11,9 miljard Nm3 gas. Voor het kabinet geldt dat, ook met de historisch hoge gasprijzen, de veiligheid
van de Groningers voorop staat. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomst
van de arbitrage inzake de vergoeding voor de gewijzigde inzet van gasopslag Norg.
Op 9 maart 2021 is uw Kamer geïnformeerd over het Norg Akkoord dat gesloten is met
Shell, ExxonMobil en NAM (Kamerstuk 33 529, nr. 850). Uw Kamer is eerder geïnformeerd over het belang van de gasopslag Norg bij de totstandkoming
van het Interim Akkoord (Kamerstuk 33 529, nr. 678) en de principe-afspraak Norg (Kamerstuk 33 529, nr. 768). Ook is uw Kamer een aantal keren vertrouwelijk geïnformeerd over de inzet van gasopslag
Norg (onder andere op 11 februari 2021).
In het Norg Akkoord is afgesproken dat de gasopslag Norg wordt ingezet voor de versnelde
afbouw van de gaswinning in Groningen met behoud van leveringszekerheid.1 Het Norg Akkoord regelt dat in de gasopslag Norg niet langer Groningengas wordt opgeslagen,
maar geconverteerd hoogcalorisch gas. Dit leidt tot een besparing van de gaswinning
in Groningen van in totaal 11,9 miljard Nm3 vanaf het gasjaar 2019/2020.
Zoals aan uw Kamer is medegedeeld kon de gewijzigde inzet van de gasopslag Norg niet
eenzijdig worden afgedwongen. De gasopslag Norg is eigendom van NAM. Daarom is het
Norg Akkoord gesloten met NAM en haar aandeelhouders, waarin is afgesproken een marktconforme
vergoeding te betalen voor de gewijzigde inzet van Norg. Deze vergoeding bestaat uit
vier elementen: de extra inkoopkosten van GasTerra voor het pseudo-Groningengas dat
opgeslagen wordt in de gasopslag Norg, de extra transportkosten, de extra kosten door
het wegvallen van flexibele inzet van Norg, en gederfde inkomsten door het wegvallen
van optimalisatiemogelijkheden bij de verkoop van gas door GasTerra. GasTerra is vervolgens
geïnstrueerd om hoogcalorisch gas in te kopen om Norg tot en met 2027 te kunnen vullen
met pseudo-Groningengas (hoogcalorisch gas vermengd met stikstof) voor zover nodig
om de winning uit het Groningenveld te minimaliseren. GasTerra doet dit namens de
Maatschap Groningen (samenwerking van NAM en EBN).
In het Norg Akkoord is afgesproken om de berekeningswijze voor de te betalen marktconforme
vergoeding vast te laten stellen door een onafhankelijke arbiter. GasTerra is gevraagd
om aan de hand van een instructie van de Staat, NAM, Shell en ExxonMobil een berekeningswijze
op te stellen voor de kosten van de inzet van gasopslag Norg. Deze berekeningswijze
is vervolgens voorgelegd aan de arbiter.
De arbiter heeft op 22 maart jl. uitspraak gedaan over de berekeningswijze. De uitspraak
heb ik als bijlage aan deze brief toegevoegd2. In deze uitspraak heeft de arbiter de berekeningswijze zoals opgesteld door GasTerra
bevestigd.
Aan de hand van de berekeningswijze wordt na afloop van elk betreffende gasjaar berekend
wat de kosten van de gewijzigde inzet van de berging zijn. Het belangrijkste onderdeel
van de vier elementen van de vergoeding bestaat uit de inkoop van in totaal 11,9 miljard Nm3 hoogcalorisch gas door GasTerra. Dit gas wordt geconverteerd naar pseudo-Groningengas
als 1-op-1 vervanging (en dus besparing) van Groningengas. GasTerra zal na afloop
van het gasjaar aan de hand van deze berekeningswijze voor NAM de kosten voor het
betreffende gasjaar bepalen, waarna NAM een factuur aan de Staat zal sturen.
In de zomer, dat wil zeggen van 1 april tot 1 oktober, wordt het gas in de bergingen
geïnjecteerd. De vergoeding is dan ook gebaseerd op de bijbehorende zomerprijs. De
vergoeding voor gasjaar 2019/2020 bedraagt circa € 85 miljoen (1,1 miljard Nm3) en zal zoals eerder aan uw Kamer gemeld worden verrekend met een deel van het voorschot
dat is betaald op grond van het Interim Akkoord.3 Voor gasjaar 2020/2021 bedraagt de vergoeding circa € 800 miljoen (2,7 miljard Nm3). Voor het huidige gasjaar gaat het om 5 miljard Nm3. Met de huidige historisch hoge gasprijzen zal dat voor het huidige gasjaar naar
verwachting duur zijn en dat betekent daarom ook dat de vergoeding voor het huidige
gasjaar hoog zal zijn. Vanwege de huidige volatiele prijzen is het moeilijk in te
schatten hoe hoog de vergoeding voor het huidige gasjaar en de komende twee gasjaren
zal zijn. Op basis van de prijzen van 22 maart zou het voor deze drie gasjaren cumulatief
om circa € 6,5 miljard kunnen gaan. Voor alle jaren samen is dat dan naar verwachting
ongeveer € 7,5 miljard. De vergoeding wordt aan het einde van het betreffende gasjaar
bepaald aan de hand van de werkelijke marktprijzen. Ik zal uw Kamer jaarlijks informeren
over de vergoeding die betaald moet worden.
In het debat op 9 februari jl. is gesproken over het voeren van gesprekken met NAM,
primair in relatie tot de kosten voor schade en versterken. Daarbij heb ik aangegeven
dat de kans op een bevredigende uitkomst beperkt is, maar ook dat aanhoren wat het
aanbod is de moeite waard kan zijn. Ik ben bereid een dergelijk gesprek aan te gaan,
waarbij ik de motie van de leden Boulakjar en Van Wijngaarden die het kabinet oproept
om geen onomkeerbare stappen te zetten en de Kamer nauwgezet te informeren (Kamerstuk
33 529, nr. 972), uit zal voeren.
Ik ben voornemens om uw Kamer stukken die hebben bijgedragen aan de besluitvorming
over het Norg-akkoord openbaar te maken, voor zover dat het belang van de Staat (bijvoorbeeld
haar proces- en onderhandelingspositie) niet schaadt. Daarbij bied ik aan om uw Kamer
nader vertrouwelijk te informeren. Vooruitlopend op de definitieve vergoeding zullen
in de Voorjaarsnota 2022 conform de Startnota de verwachte kosten worden verwerkt.
In de Startnota van dit kabinet is aangekondigd dat voor deze betalingen eenmalig
het uitgavenplafond wordt gecorrigeerd.
Zoals ik in het begin van mijn brief aangaf, is het vullen van Norg met pseudo-Groningengas
noodzakelijk om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk terug te brengen. De veiligheid
van de Groningers staat voorop. Een snelle sluiting van het Groningenveld heeft voor
het kabinet onverminderd hoge prioriteit.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.