Brief regering : Voortgang op toezeggingen herijking invorderingsstrategie en heroverweging Stroomlijnen Rood-Blauw
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
31 066 Belastingdienst
Nr. 619 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2022
Schulden kunnen een grote impact hebben op de levens van burgers. Een belangrijke
pijler van het coalitieakkoord (Kamerstuk 35 788, nr. 77) is dat probleemschulden sneller opgelost gaan worden en dat hiervoor ook meer mogelijkheden
geboden gaan worden. Voorts is aangegeven dat bij de brede armoede- en schuldenaanpak
gezorgd gaat worden voor een betere, verantwoorde overheidsincasso met oog voor de
menselijke maat.1
De Belastingdienst en Toeslagen zijn belangrijke schuldeisers binnen de overheid.
Eerder is de Rijksincassovisie naar uw Kamer gestuurd, met de uitgangspunten: «Transparantie: helderheid over de procedure», «afstemming rijksoverheid», «maatwerk
waar nodig» en «voorkomen (onnodige) schuldoploop».2 Verdere stappen zijn nodig om de Rijksincassovisie te effectueren. Mede hierom zijn
de Belastingdienst en Toeslagen een aantal trajecten gestart waarbij nadrukkelijk
de afstemming wordt gezocht met andere initiatiefnemers binnen de overheid om op een
vergelijkbare wijze een oplossing te bieden voor de aanpak van problematische schulden,
de bestrijding van armoede en te zorgen voor verantwoorde overheidsincasso met oog
voor de burger. Met deze brief informeren wij uw Kamer over de stand van zaken van
deze trajecten.
Lopende trajecten
In de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» heeft het kabinet toegezegd
om de invorderingsstrategie tegen het licht te houden, in het bijzonder voor mensen
die langdurig te maken hebben met hoge schulden.3 Voorts is toegezegd dat het stroomlijnen van de invorderingsregelgeving voor belastingen
en toeslagen (hierna: Wet Stroomlijnen4) wordt opgeschort en heroverwogen, omdat er onvoldoende rekening is gehouden met
het doenvermogen van burgers.5 Verder wordt in lijn met de motie van de leden Ploumen en Klaver6 gekeken naar de introductie van een hardheidsclausule in de Invorderingswet 1990.
Op 29 juni 2021 hebben wij uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de acties
voortkomend uit de kabinetsreactie op het rapport van de POK.7
Herijking invorderingsstrategie
Met de herijking van de invorderingsstrategie wordt beoogd om nieuwe strategische
kaders te bieden aan de Belastingdienst en Toeslagen bij het (terug)betalen en invorderen
van belasting- en toeslagschulden. Dit wordt gedaan voor natuurlijke personen die een schuld moeten (terug)betalen of bij wie een schuld ingevorderd wordt. Dit
kunnen zowel particulieren als (kleinere) ondernemers zijn.8 Voor de leesbaarheid wordt deze doelgroep hierna aangeduid als burgers. De nieuwe invorderingsstrategie zal richtinggevend zijn bij het maken van keuzes
in het invorderingsproces en de totstandkoming van wet- en regelgeving in de komende
jaren. Op basis van de Visie op Schulden en Doenlijk Invorderen hebben de Belastingdienst en Toeslagen de volgende gezamenlijke uitgangspunten opgesteld:
– Stimuleren dat burgers vrijwillig betalen en zich melden wanneer zij niet (meer) kunnen
betalen;
– Beschermen van het bestaansminimum;
– Dwanginvorderingsmaatregelen als uiterst middel;
– Streven naar een persoonsgerichte benadering;
– Voorkomen voor zover mogelijk dat burgers (verder) in betalingsproblemen komen.
Bij de herijking van de invorderingsstrategie wordt de verbinding rijksbreed gelegd.
Belastingdienst en Toeslagen werken ook nauw samen en brengen eigen accenten aan in
de (uitwerking van de) invorderingsstrategie, daar waar dat nodig en passend is voor
de doelgroep. Daarnaast wordt gezamenlijk bekeken welke benadering passend is voor
burgers met een combinatie van toeslag- en belastingschulden, dan wel andere (overheids)schulden.
In het commissiedebat van 22 juni 2021 (Kamerstuk 31 066, nr. 876) is toegezegd de Kamer te informeren over het beleid van de Belastingdienst ten aanzien
van schulden en daarbij onder meer in te gaan op de beslagvrije voet en de positie
en opstelling van de Belastingdienst als schuldeiser. Zie hiervoor de Visie op Schulden
en specifiek over de beslagvrije voet bent u geïnformeerd in de Stand van de Uitvoering
Belastingdienst.9
Heroverweging Wet Stroomlijnen
De Wet Stroomlijnen bevat een pakket aan maatregelen die tot doel hebben het zoveel
mogelijk harmoniseren van de invorderingswet- en regelgeving voor belastingen en toeslagen.
Deze wet is niet in werking getreden omdat dit uitvoeringstechnisch nog niet mogelijk
was. Als hiervoor aangegeven is de inwerkingtreding van de Wet Stroomlijnen nu verder
opgeschort, omdat er onvoldoende rekening is gehouden met het doenvermogen van burgers.
In samenhang met de herijking van de invorderingsstrategie worden de maatregelen in
de Wet Stroomlijnen heroverwogen.
Op dit moment vindt (inter)departementaal de uitwerking van verschillende onderwerpen
plaats, wordt er overleg gevoerd met andere externe partijen en worden via rondetafelsessies
verschillende stakeholders geconsulteerd met als doel om een breed gedragen en afgestemde
invorderingsstrategie te ontwikkelen. Deze invorderingsstrategie zal met de heroverweging
van de Wet Stroomlijnen mogelijk leiden tot wijzigingen in het invorderingsbeleid
of proces. Gezien de onderlinge verwevenheid tussen onderwerpen worden eventuele wijzigingen
in wetgeving, beleid of proces in samenhang getoetst op implicaties voor wet- en regelgeving10, beleid, uitvoering en budgettaire consequenties.
Hardheidsclausule
Op 29 april 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 73, item 5) hebben de leden Klaver en Ploumen per motie gesteld dat er altijd oog moet zijn
voor het voorkomen van schrijnende individuele effecten van wet- en regeling en dat
daarom in alle wet- en regelgeving waarborgen moeten zijn om deze te voorkomen, zoals
een hardheidsclausule.11 In dit kader is de toezegging gedaan om de introductie van een hardheidsclausule
in de Invorderingswet 1990 te onderzoeken.12 Dit wordt samengenomen met de heroverweging van de Wet Stroomlijnen. Daarnaast wordt
ook gekeken of in de wetgeving voldoende ruimte wordt gelaten om maatwerk te kunnen
bieden.
Rechtsbescherming bij uitstel van betaling en kwijtschelding belastingschulden
Om de rechtsbescherming te stroomlijnen en te moderniseren regelt de Wet Stroomlijnen
dat de fiscale rechter13 bevoegd wordt ten aanzien van geschillen over uitstel en kwijtschelding van zowel
belasting- als toeslagschulden.14 Deze wijziging heeft eveneens gevolgen voor decentrale overheden die hierdoor ook
geconfronteerd worden met een wijziging van de rechtsbescherming.15 Op dit moment kan een burger bij een geschil over uitstel van betaling of kwijtschelding
van belastingschulden een administratieve beroepsprocedure starten. Ook kan de gang
naar de civiele rechter als restrechter worden gezocht.16 Recent is in het rapport «Burgers beter beschermd» aandacht gevraagd voor het openstellen
van de fiscale rechtsgang bij uitstel en kwijtschelding.17 Wij onderkennen het belang van deze fiscale rechtsgang.18 Met het openstellen van de fiscale rechtsgang wordt bij geschillen omtrent uitstel
van betaling en kwijtschelding een volledige rechtsgang geboden waar nu tegen een
besluit van de directeur géén rechtsgang openstaat. Voorts vindt er een moderniseringsslag
plaats waarmee opvolging wordt gegeven aan de kritische geluiden waarin is aangegeven
dat de directeur als beroepsinstantie onvoldoende onafhankelijk is en de rechtsbescherming
in de Invorderingswet 1990 versnipperd is.19
Voor dit onderdeel is de uitvoeringstoets door de Belastingdienst, om inzicht te krijgen
in de uitvoerbaarheid, het moment waarop en de voorwaarden waaronder deze wijziging
in werking kan treden, bijna afgerond. Hierover zal uw Kamer op korte termijn geïnformeerd
worden. Daarnaast zijn adviezen gevraagd aan de Raad voor de Rechtspraak en de Raad
voor Rechtsbijstand.20
De rechtsbescherming bij uitstel van betaling van toeslagschulden21 is op dit moment gelijk aan de rechtsbescherming die geboden wordt bij de vaststelling
van het recht op een toeslag.22 Als onderdeel van de heroverweging van de Wet Stroomlijnen, wordt beoordeeld of de
huidige rechtsbescherming nog passend is voor toeslagschulden.
Afgeronde trajecten
Visie op schulden
De Belastingdienst en Toeslagen hebben een Visie op schulden opgesteld. U treft de Visie op schulden aan als bijlage bij deze brief23. De pijlers van de Visie op schulden zijn kort samengevat: «de Belastingdienst en Toeslagen werken mee aan het voorkomen van schulden en schuldoploop
en ondersteunen burgers wanneer er sprake is van schulden. Daarnaast zetten de Belastingdienst en Toeslagen zich in op het intensiveren van de
samenwerking met gemeenten en andere stakeholders». De Visie op schulden stelt een meer debiteurgerichte behandeling voor, met oog voor de omstandigheden
van de burger. De Belastingdienst en Toeslagen nemen een proactieve houding aan en
informeren de burger gevraagd en ongevraagd over diens mogelijkheden.
Doenlijk Invorderen
Verder vormt de recente rapportage Doenlijk Invorderen een belangrijke bouwsteen voor de trajecten van Toeslagen.24 Hierin zijn belangrijke knel- en verbeterpunten opgenomen voor toeslaggerechtigden
binnen de invordering. Dit wordt reeds, voor zover mogelijk, gerealiseerd bij de herstart
van de vanwege de coronacrisis opgeschorte invorderingsactiviteiten van Toeslagen.
Over deze herstart van de invorderingsactiviteiten van Toeslagen wordt u op korte
termijn separaat geïnformeerd. Verbeteringen die meer tijd vergen om te implementeren
worden meegenomen in de herijking van de invorderingsstrategie zoals hierna weergegeven.
Knelpunteninventarisatie Belastingdienst
In de kabinetsreactie op de POK is toegezegd dat de Belastingdienst een gestructureerde
inventarisatie maakt van gevallen waarin de invorderingsmaatregelen van de Belastingdienst
onredelijk uitpakken.25 In de Stand van de uitvoering van de Belastingdienst, die u op 31 januari 2022 heeft
ontvangen,26 bent u inhoudelijk geïnformeerd over deze inventarisatie.27
Vervolg
Zowel de Belastingdienst als Toeslagen creëren ook een mogelijkheid om interne signalen
over juridische knelpunten en ervaren hardheden in de regelgeving te melden. Hoewel
dit loket zich primair richt op vaktechnische/juridische signalen van medewerkers, kan het ook gebruikt worden voor het melden
van hardheden in de invordering. Deze signalen worden, waar relevant, meegenomen in
de herijking van de invorderingsstrategie.
In de zomer van dit jaar willen wij uw Kamer een uitwerking toesturen van de invorderingsstrategie.
Hiervan maken de maatregelen uit de Wet Stroomlijnen – die nog steeds wenselijk worden
geacht – onderdeel uit.
Voor de implementatie van de maatregelen die voortkomen uit de nieuwe invorderingsstrategie
zijn de uitvoeringsmogelijkheden medebepalend voor de vorm en het invoeringsmoment
van de gewenste wijzigingen. Denk hierbij aan de inpasbaarheid in het IV-portfolio
en de afhankelijkheid van de vervanging van verouderde systemen. Aanpassingen kunnen
niet allemaal gelijktijdig en op korte termijn uitgevoerd worden. Daarom willen wij
na de zomer met uw Kamer in gesprek om een prioritering te maken in de voorstellen
die voortvloeien uit de nieuwe invorderingsstrategie en de heroverweging van de Wet
Stroomlijnen, waarbij we in ieder geval voldoende ruimte creëren om rekening te houden
met de individuele omstandigheden van burgers, zoveel mogelijk voorkomen dat onnodige
schulden worden opgebouwd, ervoor waken dat de (dwang)invordering onnodig streng is
en tenslotte passend omgaan met burgers die niet kunnen betalen.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën