Brief regering : Publicatie van rechterlijke uitspraken en ontwikkelingen in digitalisering van de Rechtspraak
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 706
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 maart 2022
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Belastingplan 2022 op 10 november 2021
(Kamerstukken 35 927 t/m 35 932) heeft Kamerlid Omtzigt c.s. een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht
de komende jaren het aantal rechterlijke uitspraken dat geanonimiseerd gepubliceerd
wordt, te verhogen tot ten minste 50%, te beginnen met de arresten van de gerechtshoven
en uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en vervolgens
ook het aantal gepubliceerde vonnissen van de rechtbanken te verhogen (Kamerstuk 35 927, nr. 80). De toenmalige Staatssecretaris van Financiën heeft toegezegd mijn ambtsvoorganger
te verzoeken om uw Kamer hierover nader te informeren. In afwachting van deze nadere
informatie heeft de heer Omtzigt zijn motie aangehouden.
Met deze brief geef ik graag gevolg aan het verzoek om meer informatie over de publicatie
van rechterlijke uitspraken te geven. Ik maak daarnaast van de gelegenheid gebruik
om u mee te nemen in enkele andere ontwikkelingen die aan de digitalisering van de
Rechtspraak gerelateerd zijn.
Publicatie van rechterlijke uitspraken
In het Coalitieakkoord is opgenomen dat het publiceren van rechterlijke uitspraken
wordt bevorderd. Ook in het rapport van de Venetië-commissie over de rechtsbescherming
in Nederland (dat op 18 oktober 2021 is gepubliceerd) is expliciet aandacht besteed
aan dit onderwerp.1 De beslissing om rechterlijke uitspraken al dan niet te publiceren, is aan de onafhankelijke
rechtspraak. De Raad voor de rechtspraak hanteert selectiecriteria voor het publiek
toegankelijk maken van uitspraken door middel van opname in een databank op de website
www.rechtspraak.nl. Het gaat om uitspraken die maatschappelijk en/of juridisch in het bijzonder en op
zichzelf staand relevant worden geacht.2
Het merendeel van de uitspraken van de Hoge Raad en de conclusies van het parket bij
de Hoge Raad worden gepubliceerd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State publiceert momenteel alle uitspraken, met uitzondering van zaken die zonder
een zitting worden afgedaan, verzetszaken en vreemdelingenuitspraken die slechts een
standaardformulering bevatten.3
In rechterlijke uitspraken staan persoonsgegevens van bij het proces betrokken partijen.
Deze worden voorafgaand aan publicatie, op basis van richtlijnen, bewerkt opdat betrokkenen
niet meer rechtstreeks identificeerbaar zijn.4 Uitspraken worden op dit moment handmatig bewerkt. Dit is een zeer arbeidsintensief
proces.
De voorzitter van de Raad voor de rechtspraak heeft laten weten dat de rechtspraak
het streven heeft om het merendeel van de rechterlijke uitspraken online te gaan publiceren.
Dit streven onderschrijf ik van harte. Met de Raad voor de rechtspraak ben ik van
mening dat het van belang is dat dit publiceren blijft gebeuren op een manier die
rekening houdt met de belangen van alle bij rechtszaken betrokken partijen. De Raad
voor de rechtspraak geeft de komende jaren in de vorm van het programma «Meer en verantwoord
publiceren» aan dit streven uitvoering en beziet daarbij onder meer hoe de balans
tussen de belangen van bij een uitspraak betrokkenen en toegankelijke rechterlijke
uitspraken kan worden gevonden. Daarbij wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van
een toepassing die uitspraken automatisch kan pseudonimiseren. Ik blijf graag met
de Raad voor de rechtspraak in overleg over de manier waarop ik de rechtspraak bij
het programma «Meer en verantwoord publiceren» ondersteuning kan bieden. Daarbij komt
ook aan de orde of een wettelijke grondslag wenselijk is. Uw Kamer wordt over de uitkomsten
van dit overleg nader geïnformeerd.
Programma Digitale Toegang
In het kader van het programma Digitale Toegang van de Rechtspraak – dat beoogt in
de komende jaren steeds meer zaakstromen digitaal toegankelijk te maken voor de buitenwereld
– zijn twee recente ontwikkelingen te melden. Sinds november 2021 kunnen advocaten
bij alle rechtbanken digitaal beslagrekesten indienen en digitaal stukken uitwisselen
met rechtbanken. Ruim vijftig procent van het totaal aantal indieningen in deze zaakstroom
gebeurt nu digitaal. Deze werkwijze is door betrokken advocaten positief beoordeeld.
De komende periode is de inzet erop gericht het aantal indieningen verder te verhogen.
Daarnaast starten binnenkort pilots voor digitale toegang in de zaakstromen rijksbelastingen
en gemeenschappelijke verzoeken echtscheiding. Als deze pilots succesvol blijken te
zijn, dan is het streven van de Rechtspraak om ook deze zaakstromen verder uit te
rollen. Na de zomer van 2022 start voorts een pilot digitale toegang voor de zaakstroom
volksverzekeringen.
Enkele andere relevante ontwikkelingen
Naast de voortgang van het programma Digitale Toegang zijn er enkele andere relevante
ontwikkelingen op het gebied van de digitalisering van de Rechtspraak. Zo loopt sinds
kort een pilot in de zaakstroom verplichte zorgzaken (Wet verplichte Geestelijke Gezondheidszorg,
Wet zorg en dwang) in samenwerking met de rechtbank Gelderland. In die pilot wordt
beproefd hoe ketenpartners gebruik kunnen maken van het Digitaal Zaakdossier van de
rechtbank. Een soortgelijke pilot start binnenkort in Jeugdbeschermingszaken. Ook
hier geldt dat bij een succesvolle pilot het streven is om de ketenpartners landelijk
toegang te geven tot een Digitaal Zaakdossier.
Via het project Vernieuwing Procesondersteuning werkt de Rechtspraak aan een toekomstbestendige
IT-infrastructuur om de interne procesondersteuning van de sectoren civiel en bestuur
goed aan te laten sluiten op de digitale buitenwereld. Het doel is de IT-infrastructuur
te vernieuwen om technische risico’s te beperken en aan te sluiten bij behoeftes vanuit
de maatschappij.
Ontwikkelingen in strafzaken
Per brief van 9 maart 2022 is uw Kamer de Halfjaarrapportage digitalisering strafrechtketen
over de tweede helft van 2021 toegestuurd. In aanvulling daarop kunnen nog enkele
andere ontwikkelingen op het gebied van het strafrecht worden medegedeeld.
Eind 2021 heeft de Rechtspraak het Basisplan Straf opgeleverd. Via het Basisplan Straf
realiseert de Rechtspraak de komende jaren stapsgewijs haar eigen IT-voorzieningen
voor de strafsector, ter vervanging van de huidige systemen GPS en op termijn NIAS,
die zij nu nog samen met het Openbaar Ministerie gebruikt. De nieuwe voorziening voorziet
in de huidige en toekomstige eisen en wensen van de Rechtspraak, professionele ketenpartners
en rechtzoekenden en is voorbereid op de eisen vanuit het nieuwe Wetboek van Strafvordering.
Inmiddels ontvangen alle gerechtshoven digitale strafdossiers van de rechtbanken,
verwerken ze deze digitaal en verstrekken ze de strafdossiers via het Advocatenportaal
of «Mijn Strafdossier» aan de advocaten. Eind december 2021 betrof dit 85% van de
zaken in hoger beroep (met uitzondering van megazaken en zaken van het Landelijk Parket
en Functioneel Parket).
Het gerechtshof in Den Haag startte eind december 2021 met de MK-strafzaken preventieven.
Dit betekent dat het gerechtshof Den Haag alle zaken (100%) verstrekt via «Mijn Strafdossier».
In het eerste halfjaar van 2022 hopen ook de andere gerechtshoven MK-zaken preventieven
via «Mijn Strafdossier» te gaan verstrekken. In 2022 wordt verder gewerkt aan een
koppeling met het Openbaar Ministerie en de Hoge Raad.
Afsluiting
Met het voorgaande heb ik willen voldoen aan de toezegging van de toenmalige Staatssecretaris
van Financiën uw Kamer te informeren over relevante ontwikkelingen op het gebied van
de digitalisering van de Rechtspraak. Ik ondersteun de Rechtspraak van harte in dit
streven, dat niet alleen van belang is voor de toegankelijkheid van de rechtspraak
maar ook kan bijdragen aan de voorspelbaarheid van uitkomsten van geschillen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming