Brief regering : RIVM Jaarrapportage voortgang Pre Expositie Profylaxe (PrEP)-verstrekking
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 745
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2022
Op 10 juli 20181 is uw Kamer geïnformeerd over het besluit om het preventief gebruik van hiv-remmers,
Pre Expositie Profylaxe (PrEP), te vergoeden voor met name mannen die seks hebben
met mannen (MSM) die een verhoogd risico op hiv hebben. Met deze brief bied ik u de
tweede jaarrapportage van het RIVM (zie bijlage) over de PrEP-verstrekking door de
GGD’en aan2 en ga ik nader in op de inhoud van de jaarrapportage. Daarmee voldoe ik aan de toezegging
zoals geformuleerd in de brief van 6 februari 20193 om uw Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang van de PrEP-verstrekking op
basis van een jaarlijkse rapportage van het RIVM. Volledigheidshalve meld ik u dat
mijn ambtsvoorganger u eind 20204 heeft geïnformeerd over de eerste jaarrapportage van het RIVM en het besluit om extra
middelen beschikbaar te stellen om onder andere het maximale aantal deelnemers aan
de pilot vanaf 2021 te verhogen van 6.500 naar 8.500.
Subsidieregeling PrEP
PrEP is een pil met antivirale middelen en is bij juist gebruik effectief in het voorkomen
van een hiv-infectie bij personen. De Gezondheidsraad heeft in 2018 vanwege het collectieve
belang van infectieziektebestrijding geadviseerd om PrEP te verstrekken aan personen
met een verhoogd risico op een hiv-infectie, voornamelijk hoogrisico-MSM. De Gezondheidsraad
verwacht dat het verstrekken van PrEP effect zal hebben op het aantal nieuwe hiv-infecties
en daarmee tot 250 nieuwe hiv-infecties per jaar zou kunnen voorkomen. Of dat daadwerkelijk
het geval zal zijn, moet uit deze vijfjarige pilot blijken.
Op 1 augustus 2019 is de Subsidieregeling PrEP in werking getreden die mogelijk maakt
dat GGD’en PrEP kunnen verstrekken en de bijbehorende medische begeleiding kunnen
bieden aan voornamelijk hoog risico MSM. Er geldt een maximum aantal deelnemers van
8.500. Er wordt een eigen bijdrage van de deelnemers gevraagd (vastgesteld op 7,50
euro per 30 pillen). Voor de pilot is in totaal 26,2 miljoen euro beschikbaar. Zoals
reeds eerder met uw Kamer is gedeeld, geldt deze pilot voor een periode van vijf jaar
(einddatum 1 augustus 2024) waarbij een eindevaluatie plaatsvindt die in beeld moet
brengen wat het effect van de PrEP-verstrekking is geweest op de hiv-incidentie en
de soa-prevalentie en of deze interventie een bijdrage heeft geleverd aan het verder
terugdringen van het aantal nieuwe hiv-infecties. In aanloop naar de eindevaluatie,
zal na drie jaar een tussentijdse evaluatie plaatsvinden.
RIVM Jaarrapportage Subsidieregeling PrEP
De jaarrapportage van het RIVM beschrijft het verloop van de PrEP-verstrekking bij
de GGD’en en de instroom van met name hoog risico MSM in de periode augustus 2020
tot en met november 2021. De rapportage laat zien dat het aantal deelnemers aan de
pilot in deze periode gestaag steeg. In augustus 2020 waren er 4.755 (73,1%) personen
geïncludeerd in de PrEP-pilot en dat is tot eind november 2021 gelopen tot 7.635 (89,8%)
deelnemers. De snelheid van instroom was lager als gevolg van de coronapandemie, maar
de zorg aan cliënten die reeds geïncludeerd waren is ook in de lockdown periodes onverminderd
door gegaan. De meest recente informatie van het RIVM laat zien dat het aantal deelnemers
op 1 januari 2022 een totaal van 7.953 (93.6%) betreft, met een wachtlijst van 1.750
MSM die wensen geïncludeerd te worden in de pilot. Hieronder ga ik nader in op de
wijze waarop optimale includering van het aantal deelnemers mogelijk is.
Een belangrijke vraag bij PrEP-verstrekking is de invloed op het optreden van soa
en hiv. Het RIVM geeft aan dat er vooralsnog geen aanwijzingen zijn dat PrEP-gebruik
leidt tot toename van het aantal soa’s onder de deelnemers. Volgens cijfers van de
Stichting Hiv Monitoring is de afgelopen jaren, ook in 2020 en 2021, sprake van een
daling van het aantal geschatte hiv-infecties. Het RIVM geeft aan dat meerdere factoren
bijdragen aan de dalende trend, zoals het actief en vroegtijdig opsporen van hiv-infecties,
PrEP-gebruik, maar mogelijk ook de beperkte toegang van de soa-zorg bij de GGD’en
sinds de coronapandemie. De bijdrage van de verschillende factoren op de dalende trend
zijn helaas niet van elkaar te onderscheiden. Tijdens de PrEP-pilot is tot nu toe
bij negen gebruikers alsnog een hiv-infectie geconstateerd. Uit voorlopig onderzoek
zijn er geen aanwijzingen dat er hiv-infecties zijn ontstaan door resistentie-ontwikkeling
vanwege PrEP gebruik. Het RIVM heeft nog geen aanvullende informatie over de oorzaak
van deze hiv-diagnoses onder de PrEP-gebruikers in de pilot, een kwalitatief onderzoek
wordt opgezet om hier meer inzicht in te verkrijgen, maar wordt bemoeilijkt door privacy
issues.
Voortzetting PrEP-verstrekking
Het RIVM en de GGD’en verwachten dat in de eerste maanden van 2022 het maximale aantal
deelnemers van 8.500 bereikt zal worden. Bij de start van de regeling is het aantal
deelnemers per GGD-regio vastgesteld. Gebleken is dat enkele GGD-regio’s aan het maximum
aantal deelnemers zitten, waar andere GGD-regio’s juist deelnemersplekken over hebben.
GGD’en hebben aangegeven het wenselijk te vinden om eenmalig aantallen deelnemers
uit te ruilen zonder dat daar juridische belemmeringen bij zijn. Om de volledige capaciteit
te benutten en lessen te trekken uit deze pilot, heb ik de Subsidieregeling PrEP onlangs
aangepast en voor het jaar 2022 eenmalig de mogelijkheid gegeven om aantallen deelnemers
uit te ruilen tussen de GGD-regio’s, zodat optimale includering van het aantal deelnemers
mogelijk is.
Het RIVM constateert dat GGD’en willen inzetten op verbetering van de samenwerking
met de huisartsen onder andere door het geven van bijscholing, mede gezien het maximaal
aantal te bereiken deelnemers in de pilot. Het RIVM geeft daarbij aan dat het beroep
op de subsidieregeling lager is, dan vooraf werd ingeschat en dat dit mogelijkheid
biedt om in te zetten op een versterking van de samenwerking met de huisartsen. Doordat
het Rijk gebonden is aan het kasstelsel zijn de niet bestede bedragen in eerdere jaren
echter niet meer beschikbaar. Ik zie wel mogelijkheden om de samenwerking met de huisartsen
binnen de huidige financiering voor de jaren 2023 en 2024 gericht te ondersteunen,
maar zal dit in overleg met het RIVM en de GGD’en nader uitwerken en zal u daarover
nader informeren voor het einde van dit jaar.
Conform de eerdere toezegging zal, in de aanloop naar de eindevaluatie in 2024, medio
dit jaar een tussentijdse evaluatie van de verstrekking van de PrEP-medicatie en het
bieden van de medische begeleiding door de GGD-en worden uitgevoerd. De tussenevaluatie
zal, in aanvulling op de jaarrapportages van het RIVM, een analyse opleveren van de
uitvoering van de Subsidieregeling PrEP in de periode 2019–2022 en de effecten van
de PrEP-verstrekking inzichtelijk maken. In de tussenevaluatie zal ook aandacht worden
besteed aan mogelijke richtingen voor een toekomstige organisatie van de PrEP-verstrekking
en zorg in Nederland en de rol van de overheid hierbij. Over de uitkomsten van deze
tussenevaluatie, de derde jaarrapportage van het RIVM en mijn reactie hierop zal ik
uw Kamer voor het eind van het jaar informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport