Brief regering : Reactie op verzoek commissie om een tijdlijn van de verordeningen en richtlijnen uit het Fit for 55-pakket op IenW-gebied
21 501-08 Milieuraad
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 861 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2022
Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek van uw Kamer voor een tijdlijn van
de te verwachten behandeling in Brussel van de wetgevingsonderhandelingen van het
Fit-for-55 pakket op IenW-terrein die spelen in de Milieu- en de Transportraad. Hierbij
is het goed om te benadrukken dat dit een momentopname betreft. De voortgang in de
onderhandelingen in Brussel laat zicht lastig voorspellen en het is niet uit te sluiten
dat in onderstaande weergave veranderingen optreden, zowel waar het gaat om versnelling
van het proces, als waar het gaat om vertraging.
Deze brief richt zich cf. uw verzoek op de voorstellen uit het Fit for 55 pakket op
het terrein van IenW die spelen in de Milieu- en Transportraad. Voor de overige onderdelen
van het pakket en voor een schets van het krachtenveld en de stand van zaken van de
Nederlandse inzet, verwijs ik u graag naar de Kamerbrief van 7 maart jl.1, waarin een totaaloverzicht wordt gegeven van het hele pakket. Via deze brief wordt
uw Kamer eens per zes weken geïnformeerd over de stand van zaken in de onderhandelingen,
de Nederlandse inzet, en de verwachtingen t.a.v. het pakket. Een update t.a.v. onderstaande
elementen zal uw Kamer dus ook integraal via deze brief ontvangen.
Transport- en Milieuraden
Transportraad
De eerstvolgende Transportraad vindt plaats op 2 juni aanstaande. Het Franse Voorzitterschap
zal voor deze Raad aansturen op een algemene oriëntatie over de FF55 voorstellen die
in de Transportraad spelen.2 Echter, in hoeverre dit haalbaar is, zal moeten blijken uit de onderhandelingen de
komende maanden. Als er op (een van) de voorstellen geen algemene oriëntatie bereikt
kan worden, is het zeer aannemelijk dat over (een van) de voorstellen een voortgangsverslag
wordt geagendeerd.
De eerstvolgende door het Tsjechische voorzitterschap bevestigde Transportraad vindt
plaats op 5 december. Als in juni een algemene oriëntatie niet mogelijk is gebleken
op (een van) de voorstellen, zal dit naar verwachting zeker de intentie zijn in december.
Het is tenslotte mogelijk dat het Tsjechische Voorzitterschap ervoor kiest om nog
voor december een aanvullende Transportraad in te plannen. In de kalender van het
Voorzitterschap zou hiervoor in principe ruimte zijn in oktober. Maar of van deze
optie gebruik gemaakt zal worden, is op dit moment niet vast te stellen. Het Tsjechische
Voorzitterschap heeft hierover nog geen uitspraken gedaan en dit zal afhangen van
de onderhandelingen, en of het lukt om in juni een algemene oriëntatie te bereiken
op (een van) de voorstellen.
Voorafgaand aan deze Transportraden wordt uw Kamer uiteraard geïnformeerd via een
geannoteerde agenda die ook als basis zal dienen voor een Commissiedebat of een schriftelijk
overleg met uw Kamer over de betreffende Transportraad. Dit zodat u ook uw zienswijze
op de dan te bespreken onderwerpen kan geven.
Milieuraad
Recentelijk bent u geïnformeerd over de Milieuraad van 17 maart (Kamerstuk 21 501-08, nr. 860). De eerstvolgende Milieuraad vindt plaats op 28 juni. Op dit moment is het niet
met zekerheid vast te stellen of een algemene oriëntatie in juni haalbaar is voor
de voorstellen die spelen in de Milieuraad.* Over het algemeen zijn de voorstellen op de Milieuraad politiek complexer, waardoor
dit zal moeten blijken uit de onderhandelingen de komende periode. In ieder geval
is theoretisch de Milieuraad in juni het eerste moment waarop een algemene oriëntatie
bereikt zou kunnen worden voor deze voorstellen.
Als er op (een van) de voorstellen geen algemene oriëntatie bereikt kan worden, is
het zeer aannemelijk dat over (een van) de voorstellen een voortgangsverslag wordt
geagendeerd. De volgende Milieuraad na juni vindt plaats op 24 oktober, gevolgd door
een Milieuraad op 20 december.
Het is tenslotte denkbaar dat op onderdelen van het pakket aan voorstellen die binnen
de Milieuraad spelen besluitvorming door de Europese Raad nodig zal zijn. De noodzakelijkheid
en eventuele timing hiervan is op dit moment niet goed in te schatten. Nederland zet
bovendien in op het zoveel mogelijk via de vakraden laten lopen van de onderhandelingen.
Net als geldt voor de Transportraad, wordt uw Kamer uiteraard geïnformeerd via een
geannoteerde agenda voor de Milieuraad, die ook als basis zal dienen voor een Commissiedebat
of een schriftelijk overleg met uw Kamer over de betreffende Raad. Dit zodat u ook
uw zienswijze op de dan te bespreken onderwerpen kan geven.
Verwachtingen t.a.v. de voorstellen
Transportraad – AFIR, FuelEU Maritime, ReFuel Aviation
In hoeverre een algemene oriëntatie voor deze drie voorstellen tijdens het Franse
Voorzitterschap haalbaar is, is momenteel niet definitief te zeggen. Dit omdat het
afhankelijk is van de voortgang in de onderhandelingen. Wel is het uitgesproken streven
van het Franse Voorzitterschap om in juni te komen tot een algemene oriëntatie en
daarom in aanloop naar juni zo veel mogelijk voortgang te willen boeken.
Vooralsnog blijft de inzet uit de verschillende BNC-fiches van toepassing. Voor een
laatste overzicht van deze Nederlandse inzet en het krachtenveld verwijs ik u graag
naar de eerdergenoemde zeswekelijkse Kamerbrief. Mocht er tussentijds aanpassing van
deze Nederlandse inzet nodig zijn, zal dat via deze brief tijdig worden gesignaleerd
en wordt uw Kamer daarover geïnformeerd. Uiteraard wordt u via deze brief ook geïnformeerd
zodra er meer zekerheid is over of, en wanneer een algemene oriëntatie bereikt kan
worden op (een van) deze voorstellen. Dit zal dan ook besproken worden in het voorafgaande
Commissiedebat of schriftelijk overleg.
Milieuraad – ETS-luchtvaart, ETS-BRT, ETS-zeevaart, CO2 emissiestandaarden lichte voertuigen
In hoeverre een algemene oriëntatie tijdens het Franse Voorzitterschap haalbaar is
op deze voorstellen is momenteel lastig te zeggen. Net zoals dat geldt voor de Transportraad,
is dit afhankelijk van de voortgang in de onderhandelingen. De Milieuraad van 17 maart
zal eveneens een interessante graadmeter voor de laatste politieke verhoudingen ten
aanzien van de voorstellen zijn. Wel zal het Franse voorzitterschap zo veel mogelijk
voortgang willen boeken. Overigens geldt voor het ETS-BRT en het ETS-zeevaart dat
deze samenhangen met de voortgang in de bredere onderhandelingen over het ETS, gezien
deze via dezelfde Verordening geregeld worden.
Vooralsnog blijft de inzet uit de verschillende BNC-fiches overwegend van toepassing.
Wel is er aanvullend een brief gestuurd aan uw Kamer over de versnelde uitfasering
van gratis rechten in de luchtvaart4. Ook is uw Kamer in de genoemde zeswekelijkse Kamerbrief geïnformeerd over het feit
dat Nederland een positieve zal houding aannemen in de verdere onderhandelingen over
het ETS-BRT en positief staat tegenover het verbreden van de reikwijdte van het ETS-BRT
naar alle fossiele brandstoffen indien dit zo wordt vormgegeven dat dit leidt tot
voordelen zoals een EU gelijk speelveld, versimpelde uitvoering, kosteneffectiviteit
en CO2-reductie. Mocht er tussentijds aanpassing van deze Nederlandse inzet nodig zijn,
zal dat via de zeswekelijkse Kamerbrief tijdig worden gesignaleerd en wordt uw Kamer
daarover geïnformeerd. Uiteraard wordt u, net zoals dat geldt voor de Transportraad,
via deze brief ook geïnformeerd zodra er meer zekerheid is over of en wanneer een
algemene oriëntatie bereikt kan worden op (een van) de voorstellen die spelen in de
Milieuraad. Dit zal dan ook besproken worden in het voorafgaande Commissiedebat of
schriftelijk overleg.
Voorziene afronding trilogen
Over uw verzoek om inzicht te geven in wanneer de trilogen zullen worden afgerond,
kan momenteel helaas niet veel worden gezegd. Doorgaans duren zulke onderhandelingen
enkele maanden, maar dit is volledig afhankelijk van de posities van de Commissie,
de Raad en het parlement.
Zowel de Raad als het Europees Parlement zijn momenteel nog bezig hun posities te
bepalen. Afhankelijk van de mate waarin deze overeenkomen of uiteenlopen kan de triloog
korter of langer duren. Nederland zal binnen wat mogelijk is uiteraard pleiten voor
tijdige afronding. Het pakket is er immers bij gebaat om zo snel mogelijk te worden
afgerond, om vervolgens zo snel mogelijk over te gaan op implementatie om de 2030
doelstelling te kunnen behalen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat