Brief regering : Uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Jasper van Dijk over niet langer hanteren van een zinledig formulier zonder rechtswaarde als voorwaarde voor een verblijfsvergunning aan na de asielprocedure geboren kinderen
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2833 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2022
Op 14 december jl. heeft uw Kamer de motie van het lid Jasper van Dijk (Kamerstuk
35 925 VI, nr. 125) aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 34, item 21). In deze motie wordt de regering verzocht om het beleid voor de Afsluitingsregeling
Langdurig Verblijvende Kinderen (de Afsluitingsregeling) ten aanzien van kinderen
zonder asielachtergrond opnieuw te bezien in het licht van een werkwijze die tijdelijk
is gehanteerd bij de uitvoering van de Afsluitingsregeling. Mijn ambtsvoorganger heeft
uw Kamer per brief d.d. 24 december 2021 geïnformeerd dat er een inventarisatie van
de omvang van de groep en de uitvoeringsconsequenties plaats zou vinden alvorens u
geïnformeerd kon worden over de wijze waarop de motie uitgevoerd zal worden (Kamerstuk
19 637, nr. 2815).
Deze inventarisatie is inmiddels afgerond en ik heb er voor gekozen om voorwaarde
b uit paragraaf B9/6.5 van de Vreemdelingencirculaire niet langer meer tegen te werpen
indien:
– De ouder op enig moment vóór de geboorte van de hoofdpersoon wél een asielaanvraag
heeft ingediend en
– de hoofdpersoon 5 jaar vóór de peildatum van 29 januari 2019 en vijf jaar vóór zijn
18de levensjaar in Nederland verblijft.
Hiermee wordt het onderscheid tussen personen die een vergunning hebben gekregen onder
de Afsluitingsregeling vanwege de tijdelijk gehanteerde werkwijze omtrent het M-35K
formulier en personen die zich in dezelfde situatie bevinden maar geen M-35K formulier
hebben ingediend en om die reden zijn afgewezen teniet gedaan. Dit geldt enkel voor
zaken die eerder op voorwaarde b zijn afgewezen onder de Afsluitingsregeling.
Om uitvoering te geven aan de motie zal de IND overgaan tot het ambtshalve herbeoordelen
van deze zaken. In elke zaak zal nog wel onderzocht worden of er wordt voldaan aan
de andere voorwaarden van de Afsluitingsregeling en of er sprake is van contra-indicaties.
Dit kan mogelijk toch tot een afwijzing van de aanvraag leiden. Naar verwachting betreft
de groep die herbeoordeeld zal worden ongeveer 30 hoofdpersonen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
Indieners
-
Indiener
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid