Brief regering : Schooladvisering en eindtoetsing po 2022
31 293 Primair Onderwijs
               31 289 Voortgezet Onderwijs
         
Nr. 612 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2022
De overstap van het primair onderwijs (po) naar het voortgezet onderwijs (vo) is een
                  belangrijke stap voor de verdere schoolloopbaan van leerlingen. Daarbij hebben alle
                  leerlingen, met welke achtergrond dan ook, een eerlijke kans en soms een steuntje
                  in de rug nodig. Ik wil de komende jaren ervoor zorgen dat alle kinderen het beste
                  uit zichzelf kunnen halen. Om dit voor elkaar te krijgen, zet ik stevig in op kansengelijkheid
                  binnen het onderwijs. Ik zal uw Kamer in het voorjaar van dit jaar informeren over
                  mijn bredere en meerjarige ambities op dit belangrijke thema. Daar zal ik ook mijn
                  reactie op het Onderwijsraadadvies «Later selecteren, beter differentiëren» uiteenzetten.1
In april en mei maken weer 180.000 leerlingen de eindtoets, die zorgt voor een objectief
                  tweede gegeven bij het schooladvies. Met deze brief informeer ik u over zaken gerelateerd
                  aan deze overgang van het po naar het vo. Ik schets achtereenvolgens mijn inzet op
                  de kwaliteit van schooladvisering, het effect van de coronamaatregelen op de overgang
                  van het po naar het vo, en de stand van zaken van de normering van de eindtoetsen
                  voor dit schooljaar.
               
1. Inzet op de kwaliteit van schooladvisering
               
Oproep kansrijk adviseren en doorontwikkeling Handreiking schooladvisering
Met een kansrijk schooladvies en een kansrijke plaatsing in het vo komen leerlingen
                  op de plek terecht die past bij hun capaciteiten, ontwikkeling en interesses. Zoals
                  voorgaande schooljaren, roep ik dit jaar samen met de PO-Raad, VO-raad, AVS, AOb en
                  het Lerarencollectief scholen op om kansrijk te adviseren. Bijvoorbeeld door deze
                  leerlingen een dubbel schooladvies te geven en door een inschatting te maken van het
                  potentieel van leerlingen als basis voor het schooladvies. Onderzoek van de Inspectie
                  van het Onderwijs (hierna: inspectie) laat zien dat veel scholen daar gehoor aan geven.2
De Handreiking schooladvisering, ontwikkeld door het ministerie, het nationaal expertisecentrum
                  leerplanontwikkeling (SLO) en een aantal basisscholen, ondersteunt onderwijsprofessionals
                  bij kansrijke schooladvisering.3 Het onderwijsveld is positief over de informatie uit de handreiking. Samen met verschillende
                  partijen blijf ik aandacht besteden aan het breder verspreiden van de informatie uit
                  de handreiking.4 Zo heeft het Lerarencollectief tutorials gemaakt op basis van de Handreiking schooladvisering.5 Verder is een infographic ontwikkeld die leerkrachten, intern begeleiders, schoolleiders
                  en bestuurders gebundeld adviezen geeft om leerlingen op weg te helpen bij een kansrijke
                  overgang.6
In aanvulling op bovenstaande, onderzoek ik komende tijd samen met de SLO en meerdere
                  scholen welke afwegingen scholen maken bij het heroverwegen en mogelijk bijstellen
                  van het schooladvies. Zo maken we nog inzichtelijker welke afwegingen gemaakt kunnen
                  worden bij leerlingen die een lager schooladvies hebben ontvangen dan het toetsadvies.7 In lijn met de motie van het lid Segers c.s. is het ministerie ook in gesprek met
                  Ouders & Onderwijs om meer handvatten te bieden bij het betrekken van ouders die minder
                  goed de weg naar de school weten te vinden bij de schooladviesprocedure.8 Er zal daarbij specifiek aandacht zijn voor het schooladviseringsgesprek tussen ouders
                  van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte, zoals leerlingen met het praktijkonderwijsprofiel.
               
Voor een goede doorstroom is het ook van belang dat po-scholen weten waar hun leerlingen
                  terechtkomen in het vo. Schoolbesturen en -directies hebben behoefte aan nadere duiding
                  van data die zij hierover ontvangen. Samen met DUO ben ik in gesprek met schoolbesturen
                  over welke analyses zij nodig hebben om de voorspellende waarde van hun schooladviezen
                  te verbeteren. De nieuw ontwikkelde informatieproducten op basis van deze inventarisatie
                  zijn naar verwachting in het schooljaar 2022/2023 beschikbaar voor scholen.9
Schooladvisering in de lerarenopleiding basisonderwijs
Leraren moeten een passend schooladvies kunnen geven. Daarom is het goed en belangrijk
                  dat de pabo’s hier aandacht aan geven. Schooladvisering is onderdeel van de generieke
                  kennisbasis lerarenopleiding basisonderwijs. De generieke kennisbasis vormt de kennis
                  waarover een leraar basisonderwijs moet beschikken om de opleiding af te ronden. De
                  generieke kennisbasis wordt elke zes jaar door de pabo-instellingen herzien. In de
                  volgende herijkingsronde wordt specifiek het thema onderadvisering meegenomen.
               
Het voorkomen van onderadvisering vraagt ook om de ontwikkeling van een inclusieve
                  basishouding van leraren. De pabo’s zetten daarom in op de ontwikkeling van pedagogische
                  competenties, de ontwikkeling van bewustwording over vooroordelen, burgerschap en
                  inclusie. Binnen pabo’s bestaat de mogelijkheid tot specialisatie richting het Oudere
                  Kind. Binnen deze specialisaties wordt specifiek aandacht gegeven aan het thema schooladvisering
                  en de overgang po-vo. Sinds 2020 zijn pilots gestart om deze specialisaties nog verder
                  te verdiepen en verlengen. Ervaringen van de vier deelnemende pabo’s worden uitgewisseld
                  in het Netwerk oude kind. De Vereniging Hogescholen verkent het draagvlak voor een
                  expertisecentrum «over grenzen», gericht op de overgangen richting en na de oudere-kind-fase.
                  Het expertisecentrum kan bijdragen aan kennis, praktijkervaringen en good practices
                  over het oudere kind en de overgang van het po naar het vo, en onderzoek van, voor
                  en door de praktijk uitvoeren.10
Uitstroom naar het praktijkonderwijs
Sinds 2019 gebruiken alle eindtoetsaanbieders gelijkluidende en eenduidige toetsadviescategorieën,
                  met «PrO/vmbo-bb» als eerste toetsadvies. Ik krijg echter signalen dat er rond het
                  school- en toetsadvies praktijkonderwijs onduidelijkheid bestaat. Alle eindtoetsaanbieders
                  gaan hier daarom nadrukkelijker aandacht aan besteden. We zorgen voor eenduidige informatie
                  op hun communicatiekanalen, zoals via de informatiebrieven die de eindtoetsaanbieders
                  aan scholen en ouders versturen voor de eindtoetsafname. Het ministerie zal, zoals
                  hierboven vermeld, hier ook aandacht aan geven bij de doorontwikkeling van de Handreiking
                  schooladvisering.11
2. De overgang van po naar vo in relatie tot corona in 2021
               
In verband met de sluiting van de scholen als gevolg van de coronamaatregelen is in
                  schooljaar 2019–2020 de eindtoets niet doorgegaan. Ook in schooljaar 2020–2021 zijn
                  er vanwege corona verplichte scholensluitingen geweest.
               
Ik vind het van belang om te blijven monitoren wat voor effect deze maatregelen hebben
                  gehad op de kansengelijkheid en de overgang van po naar vo van deze leerlingen.12 DUO volgt het cohort leerlingen voor wie de eindtoets in schooljaar 2019–2020 wegviel
                  in de eerste drie jaren van het vo. Met deze brief bied ik u het rapport «Wegvallen
                  eindtoets en verplichte schoolsluitingen 2020–2021»13 aan.14
In schooljaar 2020–2021 is de eindtoets weer afgenomen en dat is te zien in de hoogte
                  van de definitieve schooladviezen. Het gemiddelde definitieve schooladvies is hersteld
                  tot het niveau van vóór de coronapandemie. Ook als we dit uitsplitsen naar achtergrond
                  van leerlingen, waarbij is gekeken naar geslacht, stedelijkheid en sociaaleconomische
                  achtergrond, zien we bij elke groep herstel naar vóór de coronapandemie. Ik ben blij
                  dat de eindtoets weer als tweede objectief gegeven gebruikt kan worden om leerlingen
                  de bij hun best passende kansen te bieden.
               
Ondanks dat voor diverse groepen leerlingen het niveau van de schooladviezen is hersteld,
                  verschilt de mate van herstel naar achtergrond van de leerling. Het gemiddelde schooladvies
                  van meisjes is hersteld naar het niveau van voor de corona-pandemie, jongens hebben
                  afgelopen jaar gemiddeld hogere adviezen gekregen dan voor de corona-pandemie. Ook
                  zijn leerlingen in niet-stedelijke gebieden gemiddeld hoger geadviseerd ten opzichte
                  van voor de coronapandemie, terwijl de andere regio’s zich hebben hersteld naar het
                  oude niveau. Het herstel van de schooladviezen vind ik een zeer positieve ontwikkeling.
                  Om tijdig te kunnen acteren op groeiende verschillen in het onderwijs blijft DUO deze
                  ontwikkelingen volgen.
               
Omdat de gemiddelde schooladviezen in 2020 lager waren dan de jaren ervoor, was ook
                  de gemiddelde instroom in het vo in 2020 lager dan de jaren ervoor. Het herstel van
                  de gemiddelde hoogte van de schooladviezen in 2021 betekent dat ook de instroom in
                  het voortgezet onderwijs terug is op het oude niveau. Dat komt ook omdat het aandeel
                  bijstellingen van het schooladvies, vanwege een hoger toetsadvies, is toegenomen.
                  Deze toename geldt zowel voor het percentage bijstellingen ten opzichte van het totaal
                  aantal leerlingen dat de eindtoets maakt, als voor het percentage bijstellingen ten
                  opzichte van het aantal heroverwegingen.
               
Ik zie deze ontwikkelingen als zeer positief. Het onderwijs heeft veel te verduren
                  gekregen door de voortslepende pandemie. Scholen spannen zich in voor het inhalen
                  van leervertragingen en voor een kansrijke doorstroom van hun leerlingen. Ik ben onder
                  de indruk van de veerkracht en inzet van alle onderwijsprofessionals op dit vlak.
                  We blijven de leeropbrengsten van deze cohorten monitoren om in te kunnen spelen op
                  toekomstige ondersteuningsbehoeften.
               
3. Normeringsmethoden eindtoetsen 2022 en verder
               
Volgend op de geconstateerde divergentie in de normeringen van de referentieniveaus
                  van de eindtoets in 2019 en 2021 hebben Stichting Cito en de Expertgroep Toetsen PO
                  gezamenlijk een nieuwe geharmoniseerde normeringssystematiek ontwikkeld.15 Omdat dit een nieuwe aanpak is heeft mijn ministerie het Research Center voor Examinering
                  en Certificering (hierna: RCEC) gevraagd een uitspraak te doen over de validiteit,
                  bruikbaarheid en rechtsgeldigheid voor de methodiek die wordt voorgesteld voor de
                  periode voor het nieuwe stelsel (afname in 2022 en 2023). Het RCEC heeft geconcludeerd
                  dat de beoogde normeringssystematiek voor 2022 en 2023 valide, bruikbaar en rechtsgeldig
                  zijn16. Deze uitspraken hebben zowel betrekking op de normering van de toetsadviezen als
                  de normering van de referentieniveaus. Het RCEC adviseert hierbij wel om na het toepassen
                  van de normeringssystematiek in 2022 nog te corrigeren voor de effecten van onder
                  andere de coronapandemie. Vanwege de nieuwe normeringssystematiek zullen de uitkomsten
                  vanaf 2022 niet een-op-een te vergelijken zijn met de uitkomsten van eerdere jaren.
                  De uitkomsten op de toetsadviezen en referentieniveaus van de verschillende eindtoetsen
                  in 2022 zullen vergelijkbaar zijn met elkaar. Ook zullen de uitkomsten van de verschillende
                  eindtoetsen in 2023 vergelijkbaar zijn met de uitkomsten in 2022, mits aan de genoemde
                  aannames wordt voldaan.
               
Ik dank RCEC voor dit valideringsonderzoek. Met alle toetsaanbieders werk ik toe naar
                  een evenwichtige normering voor dit schooljaar. Daarnaast span ik mij met alle partijen
                  in zodat de ingezette koers ervoor zorgt dat we de vergelijkbaarheid met 2022 en 2023
                  ook in de jaren vanaf het nieuwe stelsel behouden.
               
We onderzoeken wat dit voor consequenties heeft voor het instellings- en stelseltoezicht
                  van de inspectie. Hierover wordt de Tweede Kamer op een later moment geïnformeerd.
               
Transparantie en eenduidigheid in het nieuwe stelsel
Recent hebben de Eerste en Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel doorstroomtoetsen
                  po. Hiermee komt er een helderdere stelselinrichting voor toetsen en leerlingvolgsystemen
                  voor het po. De functie van de doorstroomtoets als objectief tweede gegeven bij het
                  schooladvies blijft gehandhaafd, en problematiek rondom de normering wordt opgelost
                  door eenduidige verdeling van rollen en verantwoordelijkheden.
               
De verantwoordelijkheid voor kwaliteitsborging van alle doorstroomtoetsen ligt in
                  het nieuwe stelsel bij het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Ter ondersteuning
                  van haar taken kan het CvTE berusten op de expertise van Stichting Cito of andere
                  partijen. Ik heb er vertrouwen in dat het CvTE deze taken goed kan uitvoeren, maar
                  wil oog houden voor hoe dit in de praktijk uitpakt.17 Na inwerkingtreding van het nieuwe stelsel blijf ik alert op de concentratie van
                  taken bij het CvTE en zal dit met regelmaat evalueren.
               
De adviesfunctie van Stichting Cito, samen met de taak om een overheidstoets aan te
                  bieden, geeft haar een dubbele rol in het nieuwe stelsel. Binnen Stichting Cito zijn
                  de verschillende taken zo ingericht dat er in de uitvoering een duidelijke scheiding
                  is van mensen, middelen en processen. De positie van het CvTE is onafhankelijk, ook
                  ten aanzien van de doorstroomtoetsen die Stichting Cito ontwikkelt: deze wordt door
                  het CvTE aan het beoordelingskader getoetst. In lijn met de motie van het lid Doornhof
                  c.s. vind ik het belangrijk om alert te blijven op de scheiding van de verschillende
                  rollen van Stichting Cito en mogelijke belangenverstrengeling.18 Hiervoor neem ik de verschillende rollen van Stichting Cito mee in de reguliere evaluatie
                  van de wet doorstroomtoetsen po.
               
Mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Indieners
- 
              
                  Indiener
 A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
