Brief regering : Geannoteerde agenda van de raad Buitenlandse Zaken van 21 maart 2022
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
36 045 Situatie in de Oekraïne
Nr. 2467 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2022
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 21 maart
2022. De nieuwste conceptversies van het Strategisch Kompas komen u toe als vertrouwelijke
bijlage1.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Geannoteerde Agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 21 maart 2022
Op maandag 21 maart 2022 vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Brussel.
De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens hieraan deel te nemen. Op de agenda
staan de Russische agressie tegen Oekraïne en de situatie in Mali. In de context van
het eerste agendapunt zal ook de Moldavische Minister van Buitenlandse Zaken aanwezig
zijn. Ook zal in een gezamenlijke bijeenkomst van de Ministers van Buitenlandse Zaken
en de Ministers van Defensie gesproken worden over het Strategisch Kompas. In deze
geannoteerde agenda ontvangt de Kamer een appreciatie van de nieuwste conceptversies
van het Strategisch Kompas. Die conceptversies ontvangt de Kamer tevens als vertrouwelijke
bijlage.
Russische agressie tegen Oekraïne
De inzet van het kabinet ten aanzien van de voortdurende Russische oorlog in Oekraïne
blijft ongewijzigd. De kern van die inzet is enerzijds zo stevig mogelijke maatregelen
tegen Rusland, waarbij alle opties op tafel liggen, en anderzijds zoveel mogelijk
steun aan Oekraïne. Het kabinet verwijst voor de bredere inzet onder andere naar de
Kamerbrief van 26 februari jl.2 en naar het plenaire debat van 28 februari jl. in aanwezigheid van de Minister-President,
de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie (Handelingen II 2021/22,
nr. 56, debat over de situatie in Oekraïne).
In de context van dit agendapunt zal er ook een uitwisseling plaatsvinden met de Moldavische
Minister van Buitenlandse Zaken. Het kabinet zet in op zo goed mogelijke ondersteuning
van Moldavië en andere landen in de regio die geconfronteerd worden met effecten van
Russische agressie tegen Oekraïne.
Mali
De Raad zal spreken over de politieke en veiligheidssituatie in Mali, waaronder de
gevolgen voor de EU-veiligheidsinzet in Mali en de regio van de terugtrekking uit
Mali van Taakgroep Takuba en Operatie Barkhane. De grote zorgen van het kabinet ten
aanzien van de politieke en veiligheidssituatie in Mali, in het bijzonder het uitstel
van de transitieperiode en de aanwezigheid van Russische paramilitairen, zijn onveranderd.
De Malinese transitieautoriteiten hebben in uitwisselingen met vertegenwoordigers
van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) aangegeven met de EU-missies te
willen blijven samenwerken. Zoals gemeld in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken
van 21 februari jl. (Kamerstukken 21 501-02 en 36 045, nr. 2465), onderzoekt EDEO hoe om te gaan met de EU-missies in Mali. EU-lidstaten zullen hier
de komende weken nader over spreken, waaronder tijdens de RBZ. Voor het kabinet staat
voorop dat stabiliteit in de Sahel van onverminderd belang blijft voor Nederland en
de EU. Zo moet voorkomen worden dat instabiliteit uit de Sahel zich verspreidt naar
de West-Afrikaanse kustlanden. Nederland ziet het belang van blijvend engagement met
Mali. Tegelijkertijd kan er geen sprake zijn van business as usual ten aanzien van de EU-veiligheidsinzet in Mali, zoals Nederland ook tijdens de vorige
RBZ bepleitte. Nederland acht het daarom van groot belang om politieke en veiligheidsvoorwaarden
overeen te komen voor een geloofwaardige en effectieve voortzetting van de inzet van
de EU-missies in Mali. Daarbij kan worden gedacht aan voorwaarden in relatie tot de
transitieperiode, de inzet van Russische paramilitairen en de bewegingsvrijheid van
de missie. Nederland heeft er voorts voor gepleit om in de tussentijd de trainingsactiviteiten
van EUTM Mali tijdelijk op te schorten. Sinds 7 maart heeft de militaire leiding van
EUTM Mali in afwachting van nadere Europese politieke besluitvorming een deel van
de trainingen tot nader order stilgelegd.
Het kabinet zal er in de RBZ voor pleiten gecoördineerd en gezamenlijk te blijven
optrekken en het communicatiekanaal met de Malinese transitieautoriteiten open te
houden. Nederland ondersteunt de inzet van regionale organisatie ECOWAS en de Afrikaanse
Unie om de dialoog met de Malinese transitieautoriteiten voort te zetten in de daartoe
opgezette coördinatiemechanismen en zodoende een weg te vinden uit de politieke impasse.
De voorbereidingen voor de steunmaatregel van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) aan
Mali blijven voorlopig opgeschort, in lijn met de Nederlandse inzet op dit punt.
Strategisch Kompas
Het Strategisch Kompas zal op 21 maart 2022, tijdens een gezamenlijke Raad Buitenlandse
Zaken (RBZ) met de Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, worden aangenomen
en vervolgens worden bekrachtigd tijdens de Europese Raad van 24–25 maart 2022. De
aanname van het Strategisch Kompas door de Raad vormt het sluitstuk van de onderhandelingen
over de tekst, die sinds november 2021 zijn gevoerd.
De EU Hoge Vertegenwoordiger (HV) deelde de derde conceptversie van het Strategisch
Kompas op 18 februari jl. met de lidstaten, daags voor de Russische inval in Oekraïne.
In het licht van de Russische agressie was deze derde conceptversie, waarvan de Kamer
nog geen appreciatie heeft ontvangen, achterhaald. Op aandringen van een groot aantal
lidstaten, waaronder Nederland, heeft de EDEO daarom een nieuw concept van het Strategisch
Kompas geschreven. Deze vierde conceptversie is op 5 maart jl. met de lidstaten gedeeld.
Beide documenten zijn voor de Kamer beschikbaar via EU delegates portal en zijn tevens als vertrouwelijke bijlage toegevoegd. In navolging van de weergave
en kabinetsappreciatie van de eerste3 en tweede4 conceptversies van het Strategisch Kompas, komt het kabinet hierbij tegemoet aan
het verzoek van de Kamer om een kabinetsappreciatie van de belangrijkste wijzigingen
in de derde en vierde conceptversies ten opzichte van de eerdere versies.
Het is evident dat de terugkeer van oorlog in Europa door de ongekende en illegale
Russische agressie in Oekraïne een enorme impact heeft op de veiligheid in Europa
en daarmee ook het Strategisch Kompas. Het is ook duidelijk dat er een grotere verantwoordelijkheid
op de Europese schouders rust om bij te dragen aan de veiligheid van onze burgers.
De ontwikkelingen in Oekraïne onderstrepen de noodzaak van een versterkt Gemeenschappelijk
Veiligheid en Defensiebeleid (GVDB) van de EU, alsook het belang van de trans-Atlantische
betrekkingen en eenheid. Een sterker Europa en een sterkere NAVO gaan hand in hand.
De recente conceptversie van het Strategisch Kompas reflecteert deze nieuwe realiteit
op een goede manier. Zo is een uitgebreide referentie opgenomen naar de onderliggende
principes van de Europese veiligheidsarchitectuur, met duidelijke verwijzingen naar
het belang van soevereiniteit, territoriale integriteit en de vrijheid van staten
om te kiezen voor hun eigen veiligheidsarrangementen. De beginselen van deze veiligheidsordening
zijn vastgelegd in een aantal sleuteldocumenten, zoals de Slotakte van Helsinki (1975),
het Handvest van Parijs (1990) en de NATO Russia Founding Act (1997).
Daarnaast bevat de nieuwste conceptversie van het Strategisch Kompas een aanzienlijk
verstevigde tekst ten aanzien van Rusland als grootste bedreiging voor de Europese
veiligheid in het licht van de militaire agressie tegen Oekraïne. Met de eerdere annexatie
van de Krim, voortdurende steun aan gewapende separatisten, hybride dreigingen, cyberaanvallen,
desinformatie en nu ook de inval in Oekraïne en agressieve nucleaire retoriek, plaatst
Rusland zichzelf buiten de internationale rechtsorde.
In het licht van dit geopolitieke kantelmoment, onderstreept het Strategisch Kompas
de urgentie van een intensivering van het EU-defensiebeleid, een verhoging van de
defensie-uitgaven door de EU en de lidstaten alsook het belang van een snelle en daadkrachtige
uitvoering van de in het Kompas geformuleerde doelstellingen. Gezien de situatie in
Oekraïne, maar ook vanwege toenemende instabiliteit elders aan de Europese buitengrenzen,
investeert het kabinet de komende jaren fors in de krijgsmacht. Dat is nodig om bij
te kunnen dragen aan de verhoogde waakzaamheid, versterkte verdediging en bondgenootschappelijke
afschrikking als gevolg van de huidige Russische agressie. Conform motie Sjoerdsma
c.s.5 beziet het kabinet wat op korte termijn nodig en mogelijk is om de voorziene toename
van het defensiebudget eerder te laten plaatsvinden en welke eventuele extra investeringen
in de krijgsmacht en de internationale samenwerking noodzakelijk zijn. De Kamer wordt
hierover geïnformeerd door de Minister van Defensie.
De nieuwe conceptversie van het Strategisch Kompas refereert tevens aan het belang
van het Europese Vredesfaciliteit, aan de hand waarvan de EU o.a. militair materiaal
kan financieren en – mogelijk via lidstaten – beschikbaar kan stellen aan strategische
partners, waaronder recent ook aan Oekraïne.
Daarnaast komt het belang van het strategische partnerschap met de NAVO en de collectieve
verdediging die het aan de bondgenoten biedt, prominent naar voren. De Russische aanval
op de Europese veiligheidsordening maakt hechte EU-NAVO samenwerking belangrijker
dan ooit voor onze Euro-Atlantische veiligheid. De recente ontwikkelingen onderstrepen
de noodzaak van het uitgangspunt dat capaciteiten die in EU-verband worden ontwikkeld
ook in NAVO-verband kunnen worden ingezet. Daarvan is per definitie sprake omdat landen
beschikken over een «single set of forces» die in welk verband dan ook inzetbaar zijn.
Deze veranderende veiligheidscontext vraagt ook om een herziene dreigingsanalyse.
De frequentie voor het updaten van de dreigingsanalyse is verkort van vijf naar drie
jaar en er wordt nu voorgesteld om al in 2022 een eerste update te doen in het licht
van de inval in Oekraïne.
Tevens gaat er in deze conceptversie significant meer aandacht naar militaire mobiliteit,
een onderwerp waarop Nederland een leidende rol speelt en dat zeker in tijden van
crisis van eminent belang is. Zo wordt voorgesteld om dual use transport infrastructuur te versterken, in nauwe samenwerking met NAVO. Het kabinet
onderschrijft deze voorstellen.
Op het gebied van crisisbeheersing («Act») steunt het kabinet de uitgebreidere tekst met betrekking tot de Rapid Deployment Capacity (RDC). Belangrijke randvoorwaarden voor een effectieve inzet van deze snelle interventie
capaciteit zijn verder uitgewerkt. Dit moet zorgen voor verbetering op de bestaande
EU Battle Groups (EUBG) en bouwt hierop voort. Zo worden gezamenlijke trainingen en
oefeningen in EU-verband opgezet, wordt de stand-by periode van deelnemende lidstaten
verlengd naar een jaar en wordt er gewerkt met verschillende niveaus van gereedstelling.
Tevens is het modulaire karakter van de interventiemacht nader toegelicht: afhankelijk
van de crisissituatie kan er een combinatie van militaire capaciteiten benut worden
(bestaande uit land-, lucht- en maritieme elementen). Daarmee zal de EU over een flexibeler
instrument beschikken, vergeleken met de huidige EUBG’s. Verschillende scenario’s
voor de inzet van de RDC worden tijdens de implementatiefase van het Strategisch Kompas
verder uitgewerkt. In eerste instantie zal prioriteit worden gegeven aan scenario’s
die toegespitst zijn op evacuatie-operaties en een inzet tijdens de eerste fase van
stabilisatie-operaties. Uiteindelijk dient de snelle EU interventiemacht in alle fases
van een conflict inzetbaar te zijn. Het kabinet verwelkomt de nadruk op het belang
van interoperabiliteit met de NAVO door te verwijzen naar NAVO-standaarden. Voorts
is Nederland voorstander van het, op termijn, gebruikmaken van de Military Planning and Conduct Capability (MPCC) als primair operationeel militair hoofdkwartier voor alle EU-missies en -operaties,
inclusief de inzet van de RDC. Nederland ziet dit graag expliciet terugkomen in het
Strategisch Kompas en zal zich hiervoor de komende weken verder inzetten.
Ten aanzien van missies en operaties verwelkomt het kabinet de voorgestelde verbetering
van de effectiviteit van militaire EU-missies en -operaties, het onderzoeken van mogelijkheden
voor meer gerichte adviestaken richting partnerlanden, en het voornemen de strategische
communicatie omtrent missies en operaties te versterken.
Op het gebied van weerbaarheid («Secure») is de ambitie ten aanzien van de hybride toolbox, die mede op Nederlands initiatief
in het Strategisch Kompas is opgenomen, behouden. Ook blijft de aandacht voor terrorisme
en non-proliferatie gehandhaafd. Wat dit laatste betreft onderschrijft het kabinet
het belang van het non-proliferatieverdrag als hoeksteen van de internationale nucleaire
ontwapenings- en non-proliferatie architectuur. Daarnaast is de tekst op het gebied
van cyber verder uitgebreid, met een sterkere referentie naar EU respons opties, gericht
tegen kwaadwillende actoren die met cyberactiviteiten schade willen toebrengen aan
de veiligheidsbelangen van de EU en haar partners. In het licht van de situatie in
Oekraïne is dit voor het kabinet van groot belang. Het kabinet verwelkomt de intensievere
aandacht voor maritieme veiligheid en voor het luchtruim vanwege de (blijvende) dreigingen
die uitgaan van zowel statelijke als niet-statelijke actoren. Op het gebied van de
ruimte voorziet het Strategisch Kompas nu in instrumenten ter vergroting van de weerbaarheid,
zoals een capaciteit om ruimteobjecten te kunnen volgen (zogenaamde Space Surveillance & Tracking). Daarnaast zullen mogelijkheden worden onderzocht voor het activeren van crisis respons
mechanismen in het geval van aanvallen in en vanuit de ruimte of op satellieten. Het
kabinet verwelkomt de hiertoe voorgestelde EU-ruimtestrategie voor veiligheid en defensie
die de inzet op politiek, operationeel, diplomatiek en regulerend vlak verder vorm
zal geven.
Ten slotte, in het hoofdstuk over capaciteitsontwikkeling («Invest») zijn in deze recente conceptversies van het Strategisch Kompas verwijzingen opgenomen
naar de (1) Mededeling over de bijdrage van de Europese Commissie aan het versterken
van de Europese Defensie van 15 februari jl.6; en (2) De gepresenteerde routekaart over kritische technologie in de EU defensie
en veiligheidssector.7 Over beide documenten wordt de Kamer middels BNC-fiches binnen de daarvoor geldende
termijn geïnformeerd. Ten behoeve van de versterking van de concurrentiepositie van
de Europese Defensie-industrie wordt in dit kader verwezen naar het streven tot meer
gezamenlijke verwerving van defensiemateriaal. Daarnaast is er aandacht voor de mogelijkheden
om exportcontrole van wapens in EU-verband verder te stroomlijnen, met inachtneming
van nationale besluitvorming. Daarnaast wordt het belang onderstreept om als EU kritische
technologie op het gebied van veiligheid en defensie te beschermen en strategische
afhankelijkheden tegen het licht te houden en waar nodig af te bouwen. Tot slot wordt
in dit hoofdstuk de noodzaak onderstreept om meer en beter te investeren in Defensie.
Concluderend is het kabinet tevreden met de huidige versie van het Strategisch Kompas
waarin de urgentie en het belang van een intensivering van het EU defensiebeleid,
in nauwe afstemming met internationale partners en in de context van de Russische
inval in Oekraïne, goed naar voren komt.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.