Brief regering : Programmatische Aanpak Grote Wateren: voortgang en kaders voor de derde tranche projecten
27 625 Waterbeleid
Nr. 565 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2022
Met de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) werken de Ministeries van Infrastructuur
en Waterstaat (IenW) en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) samen met regionale
partijen aan toekomstbestendige grote wateren (Waddenzee en Eems-Dollard, IJsselmeergebied,
Zuidwestelijke Delta en de grote rivieren) waarin goede ecologische waterkwaliteit
en hoogwaardige natuur samengaan met een krachtige economie1. Uitvoering van de PAGW draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van de leefomgeving,
behoud en herstel van biodiversiteit en versterken van de klimaat-robuustheid. In
het bijzonder moet de PAGW bijdragen aan de ambitie van doelrealisatie van de Vogel-
en Habitatrichtlijnen (Natura 2000) voor de grote wateren in 2050 en aan het bereiken
en behouden van een goede waterkwaliteit ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water in
de grote wateren. De PAGW past goed in de brede aanpak uit het Coalitieakkoord om
de natuur in Nederland in goede staat te brengen, en die zich naast stikstof ook richt
op o.a. de (Europese) normen en opgaven voor de waterkwaliteit en biodiversiteit.
Met deze brief informeren wij uw Kamer over de voortgang van de projecten die in de
eerste en tweede tranche van de PAGW zijn geselecteerd. Daarnaast informeren wij u
over de kaders die wij zullen hanteren voor de selectie van de derde tranche PAGW-projecten.
Voortgang projecten eerste en tweede tranche PAGW
In 2017 is een verkenning uitgevoerd naar de opgaven voor natuur en waterkwaliteit
in de grote wateren, op basis waarvan een lijst is opgesteld van 33 mogelijke maatregelen
die nodig worden geacht om de doelen van de PAGW te bereiken.2 De toenmalige Ministers van IenW en van LNV hebben uw Kamer destijds geïnformeerd
over de selectie van de eerste en tweede tranche projecten die in het kader de PAGW
uitgevoerd worden (zie o.a. Kamerstuk 27 625, nrs. 422, 488 en 523). Over de voortgang van deze projecten uit de eerste en tweede tranche PAGW bent
u laatstelijk geïnformeerd met het MIRT-Overzicht 2022 (Kamerstuk 35 925 A, nr. 5) en de Kamerbrief van 15 december 2021 over de voortgang van MIRT-projecten3. Voor de uitvoering van de PAGW is in het Deltafonds en op de begroting van LNV budget
gereserveerd.
De meeste projecten uit de eerste en tweede tranche PAGW bevinden zich momenteel in
de fase van de voorbereiding, met uitzondering van het project «Marker Wadden, verlengde
eerste fase», waar de aanleg van twee extra eilanden uitgevoerd wordt. Afronding van
deze aanleg wordt verwacht in 2023. Oplevering van de andere projecten in de eerste
en tweede tranche wordt verwacht tussen 2024 en 2032.
In hun brief van 8 november 2019 hebben de toenmalige Ministers van I&W en LNV uw
Kamer bericht dat de PAGW en de 33 maatregelen uit de Verkenning Grote Wateren in
2024 en elke 6 jaar daarna zullen worden geëvalueerd op onder meer doelbereik en de
effectiviteit van de gerealiseerde maatregelen (Kamerstuk 27 625, nr. 488). Wij menen echter dat een evaluatie van de PAGW in 2024 weinig zinvol is gelet erop
dat de meeste projecten dan nog in voorbereiding zijn. Wij willen de eerste grote
evaluatie van de PAGW daarom laten opleveren in 2026.
Wij vinden het wel van belang om bij de PAGW de vinger aan de pols te houden om deze
zo doelmatig en doeltreffend mogelijk uit te voeren. Voor de PAGW wordt daarom een
monitoring- en evaluatieprogramma opgezet. De effecten van de Marker Wadden worden
al gemonitord met het oog op het bepalen van de doeltreffendheid ervan. En ook wordt
de vinger aan de pols gehouden waar het gaat om doelmatige voorbereiding en uitvoering.
In dat kader loopt momenteel een tussentijdse evaluatie van de samenwerking tussen
Rijk en de regionale partijen binnen PAGW-projecten uit de eerste en tweede tranche.
Zodra deze tussentijdse evaluatie dit jaar zal zijn afgerond, zullen wij uw Kamer
vanzelfsprekend informeren.
Kaders derde tranche PAGW
Voor het einde van dit jaar willen wij de projecten selecteren voor een nieuwe, derde
tranche PAGW-projecten. Met de realisatie van de derde tranche zal Rijksbudget uit
het Deltafonds en van de LNV-begroting benut worden dat gereserveerd is voor het realiseren
van maatregelen tussen 2030 en 2033. Dat betekent dat de verkenning, planuitwerking
en marktbenadering van en voor deze projecten in 2029 gereed moeten zijn. Gelet op
de gangbare doorlooptijd van planstudies zullen we dan ook uiterlijk eind dit jaar
moeten beslissen over nieuwe projecten, waarbij de medeoverheden en andere belanghebbenden
in de regio’s worden betrokken bij de voorbereiding van de besluitvorming over de
invulling van de derde tranche.
Voor de selectie van projecten in deze derde tranche hanteren wij daarbij de volgende
kaders:
Allereerst moeten projectvoorstellen voor de PAGW beargumenteerd substantieel bijdragen
aan het bereiken van de PAGW-doelen en volledig uitgevoerd kunnen zijn ultimo 2033.
In de tweede plaats vormt de hiervoor genoemde lijst met 33 maatregelen het vertrekpunt
voor projectvoorstellen voor de derde tranche PAGW. Deze maatregelen richten zich
op het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit, de aanleg van verloren en ontbrekende
leefgebieden, het terugbrengen van natuurlijke dynamiek, het versterken van het estuariene
karakter van de delta en het verbeteren van verbindingen tussen de zee, estuaria,
rivieren en het achterland. Slechts een beperkt deel van deze 33 maatregelen kan – gelet
op de relatief beperkte doorlooptijd tussen nu en 2033 – worden gerealiseerd.
Voorafgaand aan ons besluit einde dit jaar willen we in gesprek met regionale overheden
en maatschappelijke organisaties over enerzijds hun ideeën over de maatregelen die
wij realistisch achten voor de derde tranche en anderzijds de mogelijke meekoppeling
met de doelen voor andere regionale (infrastructurele) projecten. Als regionale partijen
andere maatregelen willen voorstellen, dan moeten die – tegen dezelfde kosten – minimaal
vergelijkbaar bijdragen aan het PAGW-doelbereik leveren als de 33 maatregelen. Geselecteerde
projecten zullen in de regel conform de MIRT-spelregels worden uitgevoerd.
In de derde plaats willen we het voor de jaren 2030 tot en met 2033 voor PAGW gereserveerde
Rijksbudget van € 347,2 mln investeren in een derde tranche. Dit budget is ter financiering
van zowel de projectkosten (onderzoek, verkenning, planuitwerking, aanleg, monitoring
en evaluatie en 10 jaar beheer en onderhoud), de programmabrede activiteiten, als
de apparaatskosten van de uitvoeringsorganisaties Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer
en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Uitgangspunt is dat iedere partij de
kosten van de eigen personele inzet draagt. De geraamde projectkosten zijn daarmee
de basis voor het gesprek met de regio over samenwerking en cofinanciering.
In de vierde plaats wordt de verdeling van nationale en regionale bijdragen aan de
realisatie van projectvoorstellen gebaseerd op de basis van verantwoordelijkheden
en profijt door betrokken overheden en andere belanghebbenden. Dit vergt maatwerk
per project. Daarbij zijn de PAGW-doelen het vertrekpunt en willen we die verbinden
met doelen van regionale overheden en belanghebbenden zoals deze in gebiedsprocessen
voor en nabij de grote wateren geformuleerd worden.
In de vijfde plaats moeten de te selecteren projecten maakbaar en haalbaar zijn. Dat
betekent dat dat verkenning, planuitwerking en marktbenadering in 2029 gereed moeten
zijn zodat de daadwerkelijke aanleg tussen 2030 en 2033 kan plaatsvinden. Dat vraagt
dat er tussen Rijk, regio en omgeving geen grote verschillen van inzicht bestaan over
doel, scope, planning en locatie van het project en er capaciteit beschikbaar is om
het project te gaan starten.
In geval er voor de derde tranche meer voorstellen zijn dan er Rijksbudget beschikbaar
is, selecteren we op basis van de mate waarin voorstellen naar verwachting bijdragen
aan het oplossen van ecologisch urgente problemen dan wel verbetering van de ecologische
kwaliteit in en rond de grote wateren. Daarnaast zullen ook de volgende criteria in
de afweging betrokken worden:
• synergie met andere milieu- en natuuropgaven en/of meekoppeling van andere niet-PAGW-opgaven
(zoals waterveiligheid, (regionale) economische ontwikkeling, kwaliteit van de leefomgeving
en recreatie);
• de spreiding van projecten over Nederland en werkbelasting per regio;
• en tot slot ook de beschikbaarheid van cofinanciering en/of andere bijdragen aan projecten
van medeoverheden en andere belanghebbenden.
Het is mogelijk dat tegen het einde van 2022 sommige projectvoorstellen nog onvoldoende
concreet zijn om mee te kunnen nemen in de besluitvorming over toe te kennen Rijksbudget
aan de derde tranche PAGW-projecten. Deze voorstellen blijven in beeld voor programmering
in een vierde of latere tranche van de PAGW.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof