Brief regering : Verslag Eurogroep en informele Ecofinraad 25 februari 2022, diverse gerelateerde onderwerpen en landenbeleid van de exportkredietverzekering voor Rusland en Belarus naar aanleiding van de situatie in Oekraïne
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1816 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 maart 2022
Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en informele Ecofinraad van 25 februari
2022 te Parijs. Een deel van het verslag specifiek over Oekraïne heeft u reeds eerder
ontvangen.1 Voor de volledigheid is dit deel ook toegevoegd aan het bijgaande verslag.
In het verslag wordt tevens ingegaan op de herziening van de EU fiscale lijst van
non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties en de voortgang van de
aanbeveling van de European Systemic Risk Board (ESRB) met betrekking tot de Nederlandse huizenmarkt.
Verder wil ik u, mede namens de Staatssecretaris voor Fiscaliteit en Belastingdienst,
informeren over het landenbeleid van de exportkredietverzekering (ekv) voor Rusland
en Belarus. Het kabinet heeft besloten om het landenbeleid van de ekv voor Rusland
en Belarus aan te passen naar «dekking bij uitzondering». Dit betekent de facto dat
geen nieuwe verzekeringsaanvragen op deze landen in behandeling worden genomen en
reeds afgegeven dekkingstoezeggingen op die landen zullen worden ingetrokken. Reeds
verstrekte verzekeringspolissen (totale maximale gedekte schade EUR 38 mln.) blijven
wel van kracht. Het landenbeleid voor Oekraïne is gewijzigd naar «beleid wordt herzien».
Dit betekent dat vanwege de onzekere situatie op dit moment geen nieuwe verzekeringsaanvragen
in behandeling worden genomen, totdat de situatie duidelijker is geworden, zich gestabiliseerd
heeft en er nieuw passend landenbeleid voor Oekraïne geformuleerd kan worden.
Reeds verstrekte verzekeringspolissen op Oekraïne (totale maximale gedekte schade
EUR 19 mln.) blijven van kracht. Indien er schade ontstaat op een van de lopende polissen
(op zowel Rusland, Belarus als Oekraïne) dan zal er uitgekeerd worden onder de ekv
aan de Nederlandse exporteur en/of financierende bank.
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
Verslag Eurogroep en informele Ecofinraad 25 februari 2022
In verband met de wens om te spreken over de Russische inval van Oekraïne tijdens
de informele Ecofinraad heeft het Franse voorzitterschap, mede op mijn verzoek, een
speciale werksessie over Oekraïne geagendeerd en stond de lunch ook in het teken van
Oekraïne. Daarom is de agenda van de Eurogroep en informele Ecofinraad van 25 en 26 februari
jl. ingekort en aangepast. Het zaterdagprogramma is vervallen, waardoor werksessie 3
over «innovation and risk-taking in the European Union» en werksessie 4 over «How to ensure a fair and inclusive climate transition?» van de agenda zijn gehaald. Daarnaast is het eerste agendapunt van de Eurogroep (gedachtewisseling
over de macro-economische ontwikkelingen, inflatie en de vooruitzichten voor het beleid)
komen te vervallen.
Eurogroep
Gedachtewisseling over de macro-economische ontwikkelingen, inflatie en de vooruitzichten
voor het beleid
Dit onderwerp is van de agenda afgevoerd.
Evaluatie van het economisch beleidsraamwerk van de EU: eurozoneaspecten van de macro-economische
onevenwichtighedenprocedure
De Europese Commissie (de Commissie) heeft op 5 februari 2020 een evaluatie van de
zogenaamde «six-pack» en «two-pack» regelgeving gepubliceerd. Dit beslaat een serie
van zeven verordeningen en een richtlijn waarmee het Stabiliteits-en Groeipact (SGP)
wordt geïmplementeerd, de macro-economische evenwichtighedenprocedure (MEOP) wordt
geïntroduceerd en het toezicht op landen in financiële problemen wordt geregeld.2 De Tweede Kamer is hierover op 10 februari 2020 geïnformeerd.3 De Commissie was van plan om naar aanleiding van de evaluatie brede consultaties
te organiseren, op basis waarvan zij eventueel een voorstel zou doen voor een aanpassing
van de begrotingsregels. De consultaties zijn echter destijds uitgesteld vanwege de
coronacrisis. De Commissie heeft op 19 oktober jl. een mededeling gepubliceerd die
als hernieuwd startschot dient voor de consultaties.
De Eurogroep heeft als onderdeel van deze consultatiesessies de eurozoneaspecten van
de MEOP besproken. De MEOP is een EU-breed instrument waarmee zowel nieuwe als bestaande
macro-economische onevenwichtigheden worden geïdentificeerd en gemonitord.
Veel lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan de MEOP als een belangrijk instrument
te zien om nieuwe en bestaande macro-economische onevenwichtigheden te identificeren.
Daarbij werd door sommige lidstaten, waaronder Nederland, aangegeven dat de MEOP versterkt
kan worden, door onder andere het proces transparanter en meer vooruitkijkend te maken.
Nederland heeft daarbij aangegeven graag een sterkere link te willen zien met de landspecifieke
aanbevelingen.
De euro als digitaal betaalmiddel – update stand van zaken
Mede dankzij de inzet van Nederland is de digitale euro hoog op de agenda van de Eurogroep
gekomen. Een mogelijke invoering van de digitale euro vergt politieke sturing. Daarom
is afgesproken dat de Eurogroep op kwartaalbasis de belangrijkste politieke dimensies
van de digitale euro zal bespreken, gevoed door technische inbreng van de Europese
Centrale Bank (ECB) en de Europese Commissie.
Tijdens deze Eurogroep is gesproken over «de euro als digitaal betaalmiddel». Tijdens
de bespreking is door de ECB ingegaan op de use cases van een digitale euro. Om de digitale euro te laten slagen is het van belang dat
deze aansluit bij de behoeften van gebruikers, wat betekent dat er een duidelijke
use case moet zijn. De ECB gaf aan dat er veel onderzoek is gedaan naar use cases. De digitale euro zou gebruikt kunnen worden door individuen, bedrijven, overheden
of zelfs voor machine-gegenereerde transacties. Daarnaast zijn er ook verschillende
beleidsdoelen waar aan gedacht kan worden, waaronder het behouden van toegang tot
publiek geld, het versterken van de Europese autonomie in de financiële sector en
het betalingsverkeer of het stimuleren van innovatie en digitalisering. Deze use cases kunnen ook helpen in het aanbrengen van prioritering met betrekking tot de ontwikkeling
van de digitale euro; toepassingen van een digitale euro waarvan de meerwaarde het
meest duidelijk en relatief eenvoudig te realiseren is, kunnen door het eurosysteem
de hoogste prioriteit worden gegeven.
Tijdens de Eurogroep is door de lidstaten steun uitgesproken voor het onderzoek van
de ECB en de Europese Commissie. Ook is een verklaring overeengekomen.4 In deze verklaring wordt benoemd dat het succes van een mogelijke digitale euro afhangt
van het vermogen om het tot een gemeenschappelijk Europees project te maken, met een
stevige democratische basis. De betrokkenheid van de Eurogroep in de besluitvorming
rond de digitale euro wordt onderstreept en het werkprogramma van de Eurogroep uiteengezet.
Zo zal in april worden gesproken over privacy, in juni over de mogelijke impact van
de digitale euro op het financiële systeem en het gebruik van cashgeld, en in de tweede
helft van 2022 zal gesproken worden over bredere implicaties van de digitale euro.
Daarnaast verwelkomen de lidstaten het initiatief van de Europese Commissie om een
consultatie te starten als onderdeel van een toekomstig wetgevend proces.
Overig – Eurogroepverklaring over Griekenland en benoeming voorzitter Eurogroup Working
Group (EWG)
De Eurogroep heeft een verklaring aangenomen ten aanzien van vervroegde aflossing
van Griekenland op IMF-leningen en een deel van de bilaterale leningen van de Griekse
leningenfaciliteit (GLF).5 In de verklaring verwelkomt de Eurogroep de vervroegde aflossing van de IMF-leningen
in het voorjaar en de GLF-leningen aan het eind van 2022.
Daarnaast heeft de Eurogroep de termijn van de huidige voorzitter van de EWG, de fin
Tuomas Saarenheimo, met twee jaar verlengd.6 De EWG is het hoogambtelijke voorportaal wat vergaderingen van de Eurogroep voorbereidt.
Na dit besluit van de Eurogroep is door het Economisch en Financieel Comité (EFC)
tevens de termijn van Saarenheimo als voorzitter van dit comité voor twee jaar verlengd.
Het EFC is een hoogambtelijk comité dat onder andere delen van de vergaderingen van
de Ecofinraad voorbereidt.
Daarnaast is aangekondigd dat binnenkort het proces van benoeming van de functie directeur
van het Europees Stabiliteitsmechanisme zal starten. De termijn van de huidige directeur
Klaus Regling verloopt per oktober 2022.
Informele Ecofinraad
In verband met de wens om te spreken over de Russische inval van Oekraïne tijdens
de informele Ecofinraad heeft het Franse voorzitterschap een speciale werksessie over
Oekraïne geagendeerd en stond de lunch ook in het teken van Oekraïne.
Tijdens de bespreking hebben alle lidstaten de acties van Rusland veroordeeld en hun
medeleven geuit ten aanzien van het Oekraïense volk. Tijdens de werksessie over Oekraïne
is gesproken over het aangenomen pakket aan sancties en hoever de sancties dienen
te gaan. Nederland heeft aangegeven dat deze situatie één van de grootste uitdagingen
is sinds de oprichting van de Europese Unie, ook als waardengemeenschap. Ook heeft
Nederland steun uitgesproken voor het afkoppelen van SWIFT (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication – internationaal betalingssysteem) van Russische financiële instellingen als sanctie.
Daarnaast werd door een aantal lidstaten ook de gevolgen op het gebied van hoge gasprijzen
en de toestroom van vluchtelingen benoemd.
Tijdens de lunchsessie hebben de Ministers van financiën, de Europese Commissie en
de Europese Centrale Bank een gezamenlijke verklaring aangenomen waarin zij solidariteit
met de Oekraïense bevolking uitspreken en aangeven bereid te zijn tot het nemen van
aanvullende steunmaatregelen voor Oekraïne.7 In deze verklaring wordt benoemd dat de Europese Raad eenheid heeft getoond met een
reactie op de Russische invasie van Oekraïne. De EU-leiders hebben sancties aangenomen
die harde impact zullen hebben op Rusland. In de verklaring wordt tevens benoemd dat
de sancties zo lang duren als nodig en aangevuld kunnen worden bij volgende besluiten,
waarbij de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank zijn gevraagd om de gevolgen
te analyseren wanneer de Russische instituties verdere toegang tot het financiële
systeem wordt ontnomen. Ten slotte is in de verklaring opgenomen dat de economische
gevolgen, met name voor de energiesector, van deze geopolitieke crisis zijn besproken.
In de verklaring wordt aangegeven vastbesloten te zijn om de agenda die de afgelopen
maanden is gestart te versnellen, om zo de economische onafhankelijkheid van de EU
te versterken en duurzame en veerkrachtige groei te bevorderen.
Werksessie I over herstel van de crisis en voorbereiden op 2030 – benodigd beleid
voor robuuste en veerkrachtige groei
De Ministers en centralebankpresidenten hebben gesproken over het economisch beleid
van de EU na de pandemie, en de wijze waarop zij het groeivermogen van de EU kunnen
versterken. Laurence Boone, hoofdeconoom en plaatsvervangend secretaris-generaal van
de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), heeft de discussie
ingeleid met een presentatie.
Boone gaf aan dat het conflict tussen Rusland en Oekraïne het risico verhoogt op hogere
energieprijzen, wat de economische groei kan beperken. Op de middellange termijn wordt
het vooruitzicht op economische groei gedempt door een digitaliseringskloof. Een behoorlijk
aantal Europeanen heeft niet de juiste (digitale) vaardigheden die nodig zijn om productiviteit
te vergroten. Boone gaf aan dat dit voor een belangrijk deel te wijten is aan een
gebrek aan investeringen en dat de interne markt versterkt dient te worden.
Meerdere lidstaten gaven aan dat investeringen noodzakelijk zijn voor het realiseren
van de benodigde klimaat- en digitale transities, en het verhogen van het groeipotentieel
van de EU. Dit geldt voor publieke en private investeringen. De kapitaalmarktunie
hoort daar een belangrijke rol bij te spelen. Andere lidstaten benoemden het belang
van focus op human resources, ook in relatie tot de klimaattransitie. Sommige lidstaten gaven tot slot aan dat
de investeringen niet ten kosten mogen gaan van houdbare overheidsfinanciën op de
lange termijn. Nederland heeft aangegeven dat het van belang is om de samenhang te
bevorderen tussen de verschillende werkvelden van Ministers, bijvoorbeeld op het gebied
van onderwijs, financiën, economische zaken en sociale zaken, en heeft gewezen op
het belang van een goed opgeleide beroepsbevolking.
Werksessie II over de financiële sector en financiering van de digitale en duurzaamheidstransities
De Ministers en centralebankpresidenten hebben van gedachten gewisseld over het belang
van private investeringen en een sterke Europese financiële sector voor het succes
van de digitaliserings- en duurzaamheidstransities. Tijdens de werksessie hebben de
heer William Wright (directeur van de denktank New Financial) en mevrouw Ana Botín
(bestuursvoorzitter van Banco Santander) gesproken.
Met het (nieuwe) actieplan voor de kapitaalmarktunie heeft de Europese Commissie in
2020 een herzien en ambitieus programma gepresenteerd met concrete acties die de komende
jaren tot een versterking van de Europese kapitaalmarkten moet leiden.8 Beter geïntegreerde Europese kapitaalmarkten bieden meer financieringsopties aan
bedrijven, inclusief het midden en kleinbedrijf (mkb). Hiermee kan het benodigde kapitaal
beschikbaar worden gesteld voor de investeringen die nodig zijn voor de digitaliserings-
en duurzaamheidstransitie. Bovendien kan de ontwikkeling van duurzame instrumenten
en groei van duurzame bedrijven worden gestimuleerd door meer transparantie over duurzaamheidscriteria,
via benchmarks, de taxonomie en duurzame verslaglegging. Ook bieden kapitaalmarkten
kansen voor huishoudens voor het behalen van hun financiële doelen, al kent beleggen
risico’s waarvoor geharmoniseerde Europese regelgeving randvoorwaarden kan creëren.
Tijdens de werksessie is door meerdere sprekers het belang van een sterke financiële
sector benadrukt, evenals het aanhoudende werk aan de verdieping van de kapitaalmarktunie.
Enkele centralebankpresidenten benoemden specifiek het belang van het adresseren van
de barrières tot grensoverschrijdende financiering. Bijvoorbeeld door verdere convergentie
van het toezicht op de kapitaalmarkten en marktdeelnemers.
Werksessie III over innovatie en risico nemen in de Europese Unie
Dit onderwerp is van de agenda afgevoerd.
Werksessie IV over een eerlijke en inclusieve klimaattransitie
Dit onderwerp is van de agenda afgevoerd.
Overige onderwerpen
Herziening EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties
Tijdens de Raad voor Concurrentievermogen van 24 februari jl. zijn de herzieningen
aangenomen van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve
jurisdicties (hierna de EU fiscaal zwarte en grijze lijst).9 Normaliter zouden deze herzieningen tijdens de Ecofinraad van februari worden aangenomen,
maar het Franse voorzitterschap heeft ervoor gekozen om de informele Ecofinraad tijdens
de maand februari te laten plaatsvinden. Tijdens informele Ecofinraden kunnen echter
geen formele besluiten worden genomen. Om de herzieningen toch in de maand februari
in te laten gaan, is dit onderwerp als hamerstuk voor akkoord ondergebracht in de
Raad voor Concurrentievermogen.
Deze herziening is opgesteld door de Gedragscodegroep die beoordeelt of landen buiten
de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die daar niet aan
voldoen komen te staan op de EU fiscaal zwarte lijst. Daarnaast is er ook een grijze
lijst van landen die niet voldoen aan de standaard maar die op hoog politiek niveau
hebben toegezegd om binnen een bepaalde periode alsnog aan de standaard te voldoen.
De lijst wordt periodiek herzien tijdens de Ecofinraden van februari en oktober.
Op de zwarte lijst blijven ongewijzigd dezelfde negen landen10 staan. Het aantal landen op de grijze lijst neemt met negen toe, naar vierentwintig
landen11 in totaal. De landen op de grijze lijst hebben tot eind 2022 om alsnog te voldoen
aan de fiscale standaard. Als dat niet lukt, dan worden zij op de EU fiscaal zwarte
lijst gezet.
Voortgang aanbeveling van de European Systemic Risk Board (ESRB) met betrekking tot
de Nederlandse huizenmarkt
Nederland heeft in 2019 een aanbeveling ontvangen van de ESRB met betrekking tot de
Nederlandse huizenmarkt.12 Naast Nederland hebben België, Denemarken, Luxemburg, Finland en Zweden in 2019 een
aanbeveling gekregen. Nederland heeft op verschillende momenten rapportages bij de
ESRB aangeleverd over de opvolging van de aanbeveling, afschriften hiervan zijn aan
uw Kamer verzonden. De ESRB heeft recent voor de tweede keer een tussentijdse beoordeling
gepubliceerd van de opvolging die de eerder genoemde lidstaten hebben gegeven aan
de aanbevelingen uit 2019.13 De tussentijdse beoordeling van de ESRB voor Nederland is partially compliant. Nederland moet voor een laatste keer over de opvolging van de aanbevelingen rapporteren
voor 31 oktober 2022. Dan moet voor het eerst ook worden ingegaan op de aanbeveling
over structurele veranderingen gerelateerd aan hypotheekleningen en de woningmarkt.
Ik zal uw Kamer zoals gebruikelijk een afschrift van deze finale rapportage toezenden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën