Brief regering : Reactie op de uitvoering van de motie van de leden Bouchallikh en Geurts over het opnemen van een norm omtrent groen rondom de steden in verhouding tot de verstedelijkingsopgave (Kamerstuk 35742-7)
35 742 Initiatiefnota van de leden Bromet en Boswijk over groen in de stad
Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2022
Naar aanleiding van de motie van de leden Bouchallikh en Geurts (Kamerstuk 35 742, nr. 7) over het meenemen van groen in de gesprekken van het Rijk met provincies en gemeenten
over verstedelijking zoals het BO-MIRT en over het starten van een onderzoek naar
een norm voor het groen rondom de steden in verhouding tot de verstedelijkingsopgave,
wil ik U het volgende mededelen.
In november 2021 heeft bestuurlijk overleg met de provincies en gemeenten plaatsgevonden
over de verstedelijkingsstrategieën. In deze overleggen is de stand van zaken m.b.t.
groen besproken: in sommige regio’s was dit nadrukkelijk al onderdeel van de strategie,
in andere regio’s zijn aanvullende acties afgesproken om dit alsnog op een goede wijze
mee te kunnen nemen. Voor de resultaten en de afspraken van de afzonderlijke overleggen
verwijs ik u naar mijn eerdere brief hierover (Kamerstuk 34 682, nr. 90). In toekomstige overleggen met provincies en gemeenten over de verstedelijkingsstrategieën
zal de stand van zaken m.b.t. groen in en om de stad worden meegenomen.
Voor wat betreft het onderzoek naar een norm voor het groen rondom de steden zoek
ik aansluiting bij de aangekondigde verkenning van normen en criteria voor het groen
in de stad (Kamerstukken 33 576 en 35 334, nr. 250). Bij deze onderzoeken wordt zowel gekeken naar wetenschappelijke inzichten als gebruik
gemaakt van de ervaring met toepassingen hiervan in de decentrale praktijk. De voorbereidingen
voor deze onderzoeken lopen. De onderzoeken en de afwegingen die daarop volgen passen
in het programma Mooi Nederland waarover ik u recent heb geïnformeerd (Kamerstuk 35 925 VII, nr. 137). Ik verwacht u in de tweede helft van 2022 te kunnen inlichten over de resultaten
ervan.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening