Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de petitie 'Op naar 0 slachtoffers in 2030!' van de Alliantie Nederland Hepatitis Vrij
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1812 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 februari 2022
In uw brief van 24 december 2021 verzoekt u een reactie op de petitie «Op naar 0 slachtoffers in 2030!» namens de Alliantie Nederland Hepatitis Vrij te ontvangen. In de petitie stelt de
Alliantie als Hepatitis C (HCV) uit te bannen en Hepatitis B (HBV) te onderdrukken.
Met deze brief reageer ik op deze petitie. Hieronder licht ik aan de hand van de punten
uit de petitie toe wat reeds gedaan is en gedaan gaat worden.
Achtergrond
Toenmalig Minister Schippers heeft op 7 februari 2017 het Nationaal Beleidsplan Chronische
Hepatitis aan uw Kamer doen toekomen. Dit beleidsplan heeft speciale aandacht voor
opsporing, diagnostiek en behandeling van chronische HBV en HCV, aansluitend op de
doelen die door de WHO opgesteld zijn in de strijd tegen hepatitis.1, 2 Daarnaast is door partijen in het veld – onder regie van het RIVM – het Nationaal
Hepatitisplan opgesteld dat was toegevoegd aan het beleidsplan.3 De prevalentie van chronische hepatitis in Nederland behoort tot één van de laagste
in de wereld. Toch werd en wordt in Nederland veel gedaan in het kader van de aanpak
van HBV en HCV.
Petitie punt 1: 0 slachtoffers is mogelijk
0 slachtoffers is een mooi doel om naar te streven. In de petitie wordt gepleit om
een medicijn beschikbaar te stellen voor HCV, en om HBV te onderdrukken met virusremmers
en een vaccin. Medicatie, zoals virusremmers, zijn beschikbaar voor patiënten met
de diagnose Hepatitis B of C. Behandelaren hebben de ruimte om, net als voor andere
geneesmiddelen, geïndividualiseerde geneesmiddelcombinaties voor te schrijven van
alle toegelaten geneesmiddelencombinaties, inclusief de preventieve inzet van HCV-medicatie
bij HIV-positieve MSM, met de wetenschap dat de patiënt die middelen ook vergoed krijgen.
Naast medicatie, is er ook een vaccin beschikbaar voor HBV. Hier ga ik graag op in
bij punt 3: een actieve overheidsrol.
Petitie punt 2: Jaarlijks nog 500 doden door hepatitis B en C
De petitie beschrijft dat jaarlijks nog 350 mensen aan de gevolgen van een besmetting
met HCV en 150 aan HBV sterven, en dat in totaal 70.000 mensen chronisch geïnfecteerd
zijn met HBV of HCV. Hieronder geef ik aan wat we doen om deze aantallen te verlagen.
Petitie punt 3: Een actieve overheidsrol is noodzakelijk
In de petitie worden zes punten genoemd met betrekking tot een actieve overheidsrol,
waaronder preventie (n=2), vaccinatie, zorgkosten, financiering en heropsporing.
Het Hepatitis B vaccin is sinds 2011 binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor
alle kinderen opgenomen. Voor kinderen uit het buitenland die gedeeltelijk gevaccineerd
zijn, is ook een los Hepatitis B vaccin beschikbaar. Aanvullend op het RVP biedt VWS
gratis vaccins binnen het vaccinatieprogramma voor specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld
voor medewerkers in de zorg, voor pasgeborenen van een HBsAg-positieve moeder4, en voor gedragsgebonden risicogroepen zoals mannen die seks hebben met mannen (MSM)
en sekswerkers. Migranten kunnen gevaccineerd worden met het Hepatitis B vaccin wanneer
iemand positief is getest in de omgeving, en wanneer zij langdurig of regelmatig naar
het land van herkomst reizen (dit laatste valt onder het reizigersadvies).5
Voorlopig continueren we dit vaccinatieprogramma voor gedragsgebonden risicogroepen,
totdat het grootste gedeelte van de populatie is beschermd tegen HBV dankzij het RVP.6 De Gezondheidsraad (GR) zal adviseren over vaccinatie tegen Hepatitis. Later dit
jaar wordt in een overleg met de GR gekeken wanneer deze advisering plaats krijgt
op de werkagenda van de GR. De GR zal bij de advisering in den brede kijken of er
aanleiding is voor aanpassingen in de huidige vaccinatiestrategie, zowel wat betreft
vaccinatie voor de gehele bevolking als wat betreft risicogroepen met betrekking tot
HAV en HBV. Op basis daarvan zal ik besluiten over eventuele aanpassingen in het vaccinatiebeleid.
Het Zorginstituut Nederland (ZIN) zal daarbij tegelijkertijd adviseren over de doelmatigheid
van vaccineren van risicogroepen in het kader van de Zvw.
Voor zowel HBV als HCV worden ter preventie risicoreductieprogramma’s en voorlichtingscampagnes
onder MSM aangeboden. Tevens heeft de patiëntenvereniging onlangs in samenwerking
met Pharos een informatiepakket voor migranten uitgebracht.7 De GR heeft in 2016 geadviseerd8 om een doelmatigheidsonderzoek uit te voeren naar het toevoegen van een HCV-screening
aan de Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (PSIE). Vanwege
de coronacrisis is dit traject vertraagd, het RIVM start in het voorjaar van 2022
met dit onderzoek. Op grond van de resultaten zal ik besluiten over het al dan niet
toevoegen van deze screening aan de PSIE.
Om risicocontacten nog beter in kaart te brengen, wordt bron- en contactopsporing
(inclusief partnerwaarschuwing) uitgevoerd, dit is verwerkt in de LCI-richtlijnen.
Tevens zijn er verschillende draaiboeken (bijvoorbeeld «prikaccident» en «seksaccident»)
waarin het beleid bij dergelijke incidenten besproken wordt, om zoveel mogelijk contacten
in kaart te brengen.
In de petitie wordt het preventief en periodiek testen van de risicogroepen beschreven.
Om gericht preventief te testen, heeft de GR in 2016 geadviseerd in vijf specifieke
groepen te screenen: eerste generatie migranten, (ooit) regelmatig injecterende drugsgebruikers,
mannen die seks hebben met mannen (MSM), sommige categorieën werknemers in de gezondheidszorg
en asielzoekers uit landen waar HBV of HCV veel (≥2%) voorkomen. Voor al deze groepen
heeft «case finding» in de reguliere zorgsystemen volgens de GR de voorkeur. Het RIVM
heeft samen met de GGD’en in 2016 een handreiking opgesteld voor regionale aanpak
«Opsporing en herevaluatie van ooit gediagnosticeerden met chronische hepatitis B
en C».9 Het RIVM zal het veld bij de verdere uitrol blijven ondersteunen.
In lijn met het advies van de GR gaan de beroepsgroepen door met bewustwording en
«case finding» voor tijdige identificatie en juiste behandeling binnen de reguliere
zorg. Daarnaast heeft de GR geadviseerd, vanwege de verbeterde behandelmethoden, heropsporing
uit te voeren bij patiënten die eerder gediagnosticeerd zijn met chronische hepatitis,
maar die om destijds geldende reden geen behandeling hebben gekregen dan wel voortijdig
gestopt zijn. Hiertoe lopen verschillende studies voor heropsporing van patiënten
met chronische hepatitis C die uit zorg zijn verdwenen, waaronder «Hepatitis C Elimination in the Netherlands» (CELINE).10 Ook starten de Gemeentelijke Gezondheidsdienst en de GGD-GHOR met pilots om eerste
generatie niet-Westerse migranten te screenen op hepatitis B en C, zodat de infecties
die deze virussen veroorzaken behandeld kunnen worden. Deze laatste vorm van gerichte
«case finding» in de spreekkamer van de arts valt niet onder de Wet op het Bevolkingsonderzoek
(Wbo), omdat deze vorm van screening niet vergunning plichtig is.11 Aan deze patiënten bieden de zorgverleners vervolgens de nu passende zorg.
Eén van de punten in de petitie is dat geld beschikbaar zou moeten worden gesteld
aan de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) teneinde hen in de gelegenheid te stellen
justitiabelen op hepatitis te testen en te behandelen. DJI heeft voor justitiabelen
een zorgplicht en biedt noodzakelijke en niet-uitstelbare (para)medische zorg die
kwalitatief gelijkwaardig is aan de reguliere zorg buiten DJI (binnen de beperkingen
die samenhangen met detentie). Het bieden van deze gelijkwaardige zorg (op basis van
het equivalentiebeginsel) geldt ook voor de diagnostiek en behandeling van hepatitis.
Hiervoor is voldoende budget beschikbaar. DJI hanteert een richtlijn voor de voorlichting,
screening, en behandeling van hepatitis C in justitiële inrichtingen. Hierin wordt
bijvoorbeeld vermeld dat als een behandelend specialist een indicatie stelt tot behandeling
van hepatitis C, de huisarts van de inrichting met deze specialist een afweging maakt
of behandeling in of na detentie wordt gestart. Deze afweging heeft vooral te maken
met de medische noodzakelijkheid van onmiddellijk starten met medicatie en de resterende
duur van de detentie. Deze aanpak werkt goed; er zijn geen knelpunten bekend binnen
de inrichtingen op het testen en behandelen van hepatitis.
Petitie punt 4: Werk samen met GGD’en, RIVM, artsen en patiëntenorganisaties
In de petitie wordt de rol van de overheid en de samenwerking met GGD’en, het RIVM,
artsen en patiëntenorganisaties genoemd. Het Ministerie van VWS werkt nauw samen met
het RIVM, de GGD’en, en de verschillende partijen in het veld. We werken bijvoorbeeld
samen met het RIVM aan het RVP en met de GGD’en om voorlichting te organiseren aan
de verschillende doelgroepen. Daarnaast faciliteert de overheid samenwerking tussen
de verschillende partijen in het veld. De behandelaren van hepatitis hebben afspraken
gemaakt over een landelijk dekkend netwerk van hepatitisbehandelcentra, gebonden aan
bepaalde zorginstellingen voor geconcentreerde kwalitatieve zorg. Via het RIVM faciliteer
ik de beroepsgroepen om hun gezamenlijke acties te delen en te ontwikkelen binnen
de stuurgroep, maar ook in het «up to date» houden van het Nationaal Hepatitisplan.
Petitie punt 5: Een actieve overheidsrol werkt
Het laatste onderdeel van de petitie gaat over voorbeelden uit Noorwegen en IJsland
die laten zien dat een actievere overheidsrol effect heeft door routinematig de risicogroepen
te testen en bewustwordingscampagnes in te zetten. Ik verwijs u hiervoor graag naar
wat we al doen op het gebied van testen van risicogroepen en bewustwording onder punt
3, waarbij wij streven naar een verlaging van het aantal patiënten met HCV. Zoals
al eerder is beschreven, doen de beroepsgroepen aan actieve «case finding» onder risicogroepen
om ze te screenen en om een behandeling aan te kunnen bieden na een positieve test.
De ervaringen vanuit de coronapandemie zullen, daar waar ze bruikbaar zijn, zeker
ingezet worden.
Tot slot
Ik ben blij dat de beroepsgroepen in het veld nog steeds eensgezind samenwerken aan
de aanpak van chronische hepatitis. Dit laten zij zien in het aantal mooie projecten
dat is ontstaan vanuit het Nationaal Hepatitisplan. Er gebeurt al veel. De prevalentie
in Nederland blijft behoren tot de laagste ter wereld.
Ik wil de beroepsgroepen en het veld vragen op dezelfde wijze door te gaan met de
gezamenlijke aanpak van chronische hepatitis via het Nationaal Hepatitisplan, in samenwerking
met het RIVM. Tevens vraag ik het veld de plannen aan te passen aan de dagelijkse
realiteit, waaronder de door mij onderschreven doelstellingen van de WHO. We blijven
ons, samen met de GGD’en, onderzoekers, de farmaceutische industrie en zorgverleners,
inspannen om de dagelijkse last voor patiënten met langdurige klachten te verlichten
en waar nodig te voorkomen.
Uw Kamer wordt geïnformeerd, zodra op dit gebied nieuwe ontwikkelingen zijn.
Hoogachtend,
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport