Brief regering : Informatieafspraken rond de behandelvoorbehouden inzake eigenmiddelenbesluit en richtlijn minimumniveau aan belastingheffing
36 019 EU-voorstel: Besluit ter wijziging Eigenmiddelenbesluit COM (2021) 570
36 020
EU-voorstel: Richtlijn minimumniveau aan belastingheffing COM (2021) 823
Nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2022
Met deze brief reageren wij op uw brief van 9 februari over informatieafspraken rond
de behandelvoorbehouden inzake eigenmiddelenbesluit en richtlijn minimumniveau aan
belastingheffing.
In deze brief zullen wij per voorstel reageren op de door u gewenste informatieafspraken.
Besluit ter wijziging Eigenmiddelenbesluit (COM(2021)570)
Voor het voorstel tot wijziging van het Eigenmiddelenbesluit zeggen wij u hierbij
toe dat wij uw Kamer conform uw verzoek als volgt zullen informeren:
– De Kamer waar relevant periodiek via de geannoteerde agenda van de (informele) Ecofinraad
zal informeren over het krachtenveld en de voortgang van de onderhandelingen. Een
eerste politieke bespreking in de Raad van dit voorstel wordt voorzien in de Ecofinraad
van juni. Via de geannoteerde agenda van deze Ecofin wordt u nader geïnformeerd. Voor
de volledigheid – en zoals ook aangegeven in het BNC-fiche – merken wij reeds op het
dat Eigenmiddelenbesluit met unanimiteit dient te worden aangenomen in de Raad en
daarna door iedere individuele lidstaat, conform hun grondwettelijke bepalingen, geratificeerd
dient te worden. In Nederland betekent dit een wetgevingsprocedure via het parlement.
– De Kamer tijdig zal informeren wanneer in de onderhandelingen moet worden afgeweken
van het kabinetsstandpunt zoals weergegeven in het BNC-fiche en/of nadien vastgelegd
met de Kamer (bijvoorbeeld in toezeggingen en/of moties)
– De Kamer tijdig te informeren wanneer er substantiële nieuwe elementen aan de oorspronkelijke
voorstellen lijken te worden toegevoegd tijdens EU-onderhandelingen;
– De Kamer tijdig te informeren zodra een akkoord aanstaande is, zodat uw Kamer zich
hierover een oordeel kan vormen;
– Zodra de onderhandelingen in de Raad zijn afgerond een appreciatie naar de Kamer te
sturen van het uiteindelijk behaalde resultaat in relatie tot de oorspronkelijke Nederlandse
onderhandelingsinzet;
– Ten aanzien van uw specifieke informatieverzoeken merken wij het volgende op. De introductie
van nieuwe eigen middelen in het Eigenmiddelenbesluit betekent niet zonder meer dat
lidstaten meer gaan afdragen aan de Europese Unie. De eigen middelen zijn een grondslag
op basis waarvan lidstaten afdragen aan de Unie, en zijn daarmee dus een verdeelsleutel.
De omvang van de totale afdrachten van alle lidstaten aan een Unie is geen direct
gevolg van de soorten eigen middelen die er zijn, maar is afhankelijk van de totale
uitgaven die de Unie voorziet. Deze uitgaven worden namelijk gefinancierd met afdrachten
van de lidstaten die op haar beurt gebaseerd worden op de verdeling zoals die uit
de eigen middelen volgt.
– De introductie van nieuwe eigen middelen zorgt op zichzelf niet voor substantiële
wijzigingen in de uitvoerings- en inningspraktijk van de Nederlandse belastingdienst
en douane. In het huidige voorstel van de Europese Commissie worden nieuwe eigen middelen
voorgestel op basis van de inkomsten uit twee beleidsvoorstellen (een CBAM, een uitbreiding
van het ETS) en een nog te publiceren Richtlijnvoorstel voor «Pijler 1» uit het Inclusive
Framework van de OESO/G20. De gevolgen voor de huidige invoerings- en inningspraktijk
van de reeds gepresenteerde beleidsvoorstellen voor een CBAM en uitbreiding van het
ETS zijn opgetekend in de bijbehorende BNC-fiches1.
Daarnaast bieden wij uw Kamer graag een technische briefing aan over het voorstel
van de Europese Commissie tot introductie van nieuwe eigen middelen. Graag vernemen
wij van u of u gebruik wenst te maken van dit aanbod.
Richtlijn minimumniveau aan belastingheffing (COM(2021)823)
Voor het richtlijnvoorstel minimumniveau aan belastingheffing zeggen wij hierbij toe
dat wij uw Kamer conform uw verzoek als volgt zal informeren:
– De Kamer periodiek via de geannoteerde agenda van de (informele) Ecofinraad zal informeren
over het krachtenveld en de voortgang van de onderhandelingen. In dit kader kan worden
opgemerkt dat Nederland het akkoord van het OESO/G20 Inclusive Framework (IF) heeft
onderschreven2 en het richtlijnvoorstel grotendeels overeenkomt met de teksten die in het IF zijn
afgesproken. Het Franse voorzitterschap van de Raad gaat voortvarend aan de slag om
in lijn met het IF afgesproken implementatieplan tot een snelle aanname van het richtlijnvoorstel
te komen. In lijn met diverse moties3 en zoals uiteengezet in het BNC-fiche, steunt Nederland de ambitie van het Franse
voorzitterschap en opereert Nederland tijdens de onderhandelingen langs de kaders
die door de Tweede Kamer zijn gegeven. Naar alle waarschijnlijkheid vindt tijdens
de Ecofinraad van maart een discussie plaats over de stand van zaken of mogelijk een
algemene oriëntatie van het richtlijnvoorstel. Voor de volledigheid – zoals ook aangegeven
in het BNC-fiche – merken wij reeds op dat het richtlijnvoorstel unaniem moet worden
aangenomen en dat voor het Europees Parlement de raadplegingsprocedure geldt (er is
geen sprake van een triloog).
– De Kamer tijdig zal informeren wanneer in de onderhandelingen moet worden afgeweken
van het kabinetsstandpunt zoals weergegeven in het BNC-fiche en/of nadien vastgelegd
met de Kamer (bijvoorbeeld in toezeggingen en/of moties) en de Kamer tijdig te informeren
wanneer er substantiële nieuwe elementen aan de oorspronkelijke voorstellen lijken
te worden toegevoegd tijdens EU-onderhandelingen. Omdat ernaar wordt gestreefd om
zo dicht mogelijk bij de teksten waarop binnen het IF een akkoord is bereikt te blijven
en het oorspronkelijke richtlijnvoorstel dan ook grotendeels in lijn is met dit akkoord,
worden naar verwachting geen substantiële nieuwe elementen toegevoegd aan het oorspronkelijke
richtlijnvoorstel. De verwachting op dit moment is dan ook niet dat in de onderhandelingen
zal worden afgeweken van het kabinetsstandpunt zoals weergeven in het BNC-fiche. Indien
deze situatie zich toch aandient, informeren we u conform uw verzoek tijdig (dus eerder
dan via de geannoteerde agenda).
– De Kamer tijdig te informeren zodra een akkoord aanstaande is en voor zover het concept
openbaar wordt gemaakt, zodat uw Kamer zich hierover een oordeel kan vormen.
– Zodra de onderhandelingen in de Ecofinraad zijn afgerond een appreciatie naar de Kamer
te sturen van het uiteindelijk behaalde resultaat in relatie tot de oorspronkelijke
Nederlandse onderhandelingsinzet.
T.a.v. uw specifieke informatieverzoeken merken wij het volgende op.
– In lijn met motie van het lid Hammelburg4 wordt u bij de indiening van het wetsvoorstel ter implementatie van het richtlijnvoorstel
geïnformeerd over substantiële wijzigingen die moeten worden aangebracht in nationale
wetgeving om aan de richtlijn te voldoen.
– In het BNC-fiche is reeds ingegaan op de verwachte gevolgen van het richtlijnvoorstel
voor de Nederlandse belastinginkomsten en de uitvoerbaarheid door de Belastingdienst.
Naar verwachting worden geen substantiële nieuwe elementen toegevoegd aan het oorspronkelijke
richtlijnvoorstel. U zult bij de indiening van het wetsvoorstel ter implementatie
van het richtlijnvoorstel verder worden geïnformeerd over wijzigingen in de te verwachte
gevolgen voor de Nederlandse belastinginkomsten, ten opzichte van de huidige situatie.
Ook wordt u bij indiening van het wetsvoorstel ter implementatie van het richtlijnvoorstel
geïnformeerd over de uitvoerbaarheid van het voorstel voor de Belastingdienst.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën