Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en informele Ecofinraad 25 en 26 februari 2022 en aanvullende informatievoorziening betaalverzoeken RRF
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1811
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2022
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en informele Ecofinraad
van 25 en 26 februari a.s. in Parijs. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.
De Presidency Issues Notes die door het Franse voorzitterschap voor verschillende agendaonderwerpen van de informele
Ecofinraad zijn opgesteld zijn als bijlage bij de geannoteerde agenda gevoegd1. Deze documenten kwamen pas laat beschikbaar. Ik vond het van belang om de geannoteerde
agenda te baseren op deze bespreekstukken, om uw Kamer zo goed mogelijk te informeren.
Om die reden was het echter tot mijn spijt niet haalbaar de geannoteerde agenda op
de vrijdag voorafgaand aan het Commissiedebat te verzenden.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
Informatievoorziening over betaalverzoeken Recovery and Resilience Facility
Op 17 september 2021 ontving uw Kamer van mijn ambtsvoorganger een brief over het
proces voor de betaalverzoeken die landen kunnen doen in het kader van de faciliteit
voor herstel en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF).2 Lidstaten kunnen tot twee keer per jaar een verzoek tot uitbetaling indienen. Hierdoor
is het totale aantal betalingsverzoeken per jaar groot. Om de informatievoorziening
aan het parlement overzichtelijk te houden stond in de brief dat het kabinet voornemens
was om de Tweede Kamer ieder kwartaal een overzicht te sturen van de definitieve beoordeling
van ingediende betalingsverzoeken door de Europese Commissie. In dezelfde brief staat
ook dat het kabinet voornemens was om de Tweede Kamer onverwijld te informeren indien
Nederland of een ander lidstaat noodzaak ziet tot het starten van de zogenoemde noodremprocedure
van de RRF.
Op 31 januari jl. ontving uw Kamer het eerste kwartaaloverzicht3. Naar aanleiding van de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën
van 9 februari jl. en in het Commissiedebat EU-informatievoorziening van 10 februari
jl. verzoekt uw Kamer om voorafgaand aan de bespreking van een beoordeling van een
betaalverzoek door de Europese Commissie in het Economisch en Financieel Comité (EFC)
op de hoogte te worden gesteld van de datum en de inhoud van die bespreking. Als aanvulling
op de eerder aangekondigde informatievoorziening zal ik daarom de voorlopige betaalverzoeken
die de Commissie publiceert ter bespreking in het EFC vanaf nu steeds direct aan uw
Kamer verzenden. Hierbij zal ik een inschatting geven van de vroegste en laatste datum
waarop het EFC hierover zal spreken. Een precieze datum is op voorhand niet te geven,
maar in de interne werkafspraken van het EFC is besloten om te streven naar het vaststellen
van het advies aan de Commissie 14 tot 16 werkdagen na publicatie van de voorlopige
positieve beoordeling van een betaalverzoek. Daarmee wordt enige ruimte gehouden van
het maximale tijdpad van vier weken, waarbinnen het EFC conform de RRF-verordening
de Commissie van advies moet voorzien.
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
Geannoteerde agenda Eurogroep en informele Ecofinraad 25 en 26 februari 2022
De informele Ecofinraad van februari is geen formele bijeenkomst van de Raad van de
Europese Unie en betreft in feite een informele bijeenkomst van de Ministers van Financiën
van de Europese Unie. Dit betekent dat er geen besluitvorming plaatsvindt. Het Franse
voorzitterschap heeft een aantal belangrijke thema’s geagendeerd waar de Ministers
over van gedachten kunnen wisselen. Deze thema’s zijn strategische autonomie, herstel
na de crisis, de financiering van de digitale en duurzaamheidstransities en innovatie
en het nemen van risico in de EU.
Eurogroep
Reguliere samenstelling
Gedachtewisseling over de macro-economische ontwikkelingen, inflatie en de vooruitzichten
voor het beleid
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de economische situatie, mede naar aanleiding
van de recente publicatie van de Winterraming 2022 van de Europese Commissie (de Commissie).
De Commissie verwacht voor het begin van 2022 een periode van wat zwakkere groei als
gevolg de heropleving van de pandemie dit najaar, en de daaruit volgende beperkingen
die verschillende landen hebben ingesteld. Dit leidde ook aan het einde van 2021 al
tot een vertraging van de economische groei, en in sommige landen tot een daling van
de economische activiteit. Ook remmen knelpunten in logistiek en bij toeleveranciers,
zoals bijvoorbeeld van halfgeleiders, alsook hoge energieprijzen, de groei van het
bbp.
De Europese Commissie verwacht niettemin dat de effecten op de economie van de snelle
verspreiding van de omikronvariant beperkt zullen blijven en dat het economisch herstel
in 2022 en 2023 zal doorzetten als gevolg van de steeds betere arbeidsmarkt, de inzet
van besparingen door huishoudens en nog steeds gunstige financieringsmogelijkheden.
De economie van de eurozone wordt nu verwacht in 2022 te groeien met 4,0% (was 4,3%
in de Herfstraming) en met 2,7% in 2023 (was 2,4% in de Herfstraming).
De Europese Commissie verwacht als gevolg van hoger dan verwachte energieprijzen en
een verbreding van de opwaartse prijsdruk naar diverse andere goederen en diensten
een hogere inflatie dan in de Herfstraming 2021, met 3,5% in 2022 (was 2,2% in de
Herfstraming). Als gevolg van een verwachte vermindering van capaciteitsproblemen
en het wegebben van de stijging in de energieprijzen uit de cijfers zal de inflatie
in de eurozone in 2023 naar verwachting uitkomen op 1,7% (was 1,4% in de Herfstraming).
De druk op de lonen is volgens de Europese Commissie vooralsnog beperkt als gevolg
van resterende onzekerheid over de economische gevolgen van de pandemie en nog niet
benut arbeidspotentieel.
De Europese Commissie schetst het risico dat de huidige golf besmettingen langer dan
verwacht kan aanhouden, met nieuwe ontregelingen van kritische productieketens tot
gevolg. Aan de andere kant kan het economisch herstel sterker uitpakken dan verwacht
als gevolg van hogere uitgaven door huishoudens en de volledige inzet van de faciliteit
voor herstel en veerkracht. Ten aanzien van de inflatie ziet de Europese Commissie
het risico dat deze langer aanhoudt dan nu verwacht. Groei en inflatie kunnen daarbij
ook lager respectievelijk hoger uitvallen als gevolg van de geopolitieke spanningen
in Oost-Europa.
Nederland zet zich in voor een gezond en prudent macro-economisch beleid en benodigde
hervormingen door lidstaten, gericht op houdbare schulden, meer economische groei
en opwaartse convergentie. Het is daarbij belangrijk dat een goede balans wordt gevonden
tussen het waarborgen van het economisch herstel in de eurozone, het tijdig stoppen
met budgettaire maatregelen die bedoeld zijn om de economische effecten van beperkende
maatregelen als gevolg van de pandemie te dempen en het tijdig afbouwen van de overheidsschulden
die zijn aangegaan om de economische effecten van de pandemie op te vangen. Nederland
wijst daarbij op het belang van structurele maatregelen om het herstel blijvend te
ondersteunen, zoals hervormingen aan de aanbodzijde die de bedrijvendynamiek bevorderen
en het adresseren van langetermijnuitdagingen zoals het klimaat. De faciliteit voor
herstel en veerkracht kan hier een bijdrage aan leveren.
Nederland herkent de verwachting dat de hoge inflatie in de loop van 2022 zal afnemen
vanaf het huidige verhoogde niveau. Dit neemt niet weg dat de inflatievooruitzichten
momenteel zeer onzeker zijn. Indien de inflatie langduriger hoog blijft dan kan dit
het risico met zich meebrengen van een snelle verslechtering van financieringsvoorwaarden,
wat het economisch herstel in de weg kan zitten.
Indien opportuun zal Nederland langs bovenstaande lijnen aan de gedachtewisseling
deelnemen.
Evaluatie van het economisch beleidsraamwerk van de EU: eurozoneaspecten van de macro-economische
onevenwichtighedenprocedure
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Europese Commissie (de Commissie) heeft op 5 februari 2020 een evaluatie van de
zogenaamde «six-pack» en «two-pack» regelgeving gepubliceerd. Dit beslaat een serie van zeven verordeningen en een richtlijn
waarmee het Stabiliteits-en Groeipact (SGP) wordt geïmplementeerd, de macro-economische
evenwichtighedenprocedure (MEOP) wordt geïntroduceerd en het toezicht op landen in
financiële problemen wordt geregeld.4 De Tweede Kamer is hierover op 10 februari 2020 geïnformeerd.5 De Commissie was van plan om naar aanleiding van de evaluatie brede consultaties
te organiseren, op basis waarvan zij eventueel een voorstel zou doen voor een aanpassing
van de begrotingsregels. De consultaties zijn echter destijds uitgesteld vanwege de
coronacrisis. De Commissie heeft op 19 oktober jl. een mededeling gepubliceerd die
als hernieuwd startschot dient voor de consultaties.
De Eurogroep zal als onderdeel van deze consultatiesessies de eurozoneaspecten van
de MEOP bespreken. Hierbij zal de Eurogroep ingaan op de ontwikkeling van onevenwichtigheden
in de eurozone en toekomstige uitdagingen. De achterliggende gedachte van de MEOP
is dat in sterk geïntegreerde economieën, de economische en financiële ontwikkelingen
in een van de landen grote invloed kunnen hebben op andere landen, en indien deze
niet geadresseerd worden de werking van de Economische en Monetaire Unie (EMU) kunnen
hinderen.
Nederland is voorstander van de MEOP als instrument waarmee zowel nieuwe als bestaande
macro-economische onevenwichtigheden worden geïdentificeerd en gemonitord. Voor Nederland
is het van belang dat in het kader van de MEOP er volwaardige monitoring van onevenwichtigheden
plaatsvindt met relevante landspecifieke overzichtsrapporten van de Commissie. Nederland
hecht waarde aan deze rapporten waarin de maatregelen die kunnen bijdragen aan het
aanpakken van vastgestelde onevenwichtigheden worden beoordeeld. Nederland is echter
wel van mening dat de vervolgactie na het identificeren van onevenwichtigheden vaak
beperkt is gebleken. Nederland vindt daarom dat de MEOP verbeterd kan worden door
het proces transparanter, meer gefocust en meer vooruitkijkend te maken. Daarbij is
het ook van belang om het eigenaarschap van lidstaten te vergroten, omdat dit de opvolging
van de aanbevelingen die volgen uit de MEOP kan vergroten. Nederland kan deze aandachtspunten
inbrengen in de gedachtewisseling.
De euro als digitaal betaalmiddel – update stand van zaken
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Mede dankzij de inzet van Nederland is de digitale euro hoog op de agenda van de Eurogroep
gekomen. Een mogelijke invoering van de digitale euro vergt politieke sturing. Daarom
is afgesproken dat de Eurogroep op kwartaalbasis de belangrijkste politieke dimensies
van de digitale euro zal bespreken, gevoed door technische inbreng van de Europese
Centrale Bank (ECB) en de Europese Commissie.
Bij de komende Eurogroep vindt de tweede bespreking plaats uit een serie van vier.
Het thema van de bespreking is «de euro als digitaal betaalmiddel». Naar verwachting
zal worden ingegaan op de use cases van een digitale euro. Om de digitale euro te laten slagen is het van belang dat deze
aansluit bij de behoeften van gebruikers, wat betekent dat er een duidelijke use case moet zijn. Deze use cases kunnen ook helpen in het aanbrengen van prioritering met betrekking tot de ontwikkeling
van de digitale euro; toepassingen van een digitale euro waarvan de meerwaarde het
meest duidelijk en relatief eenvoudig te realiseren is, kunnen door het eurosysteem
de hoogste prioriteit worden gegeven. Bij het verkennen van de toepassingen van een
digitale euro dient een duidelijke rol gevonden te worden binnen het palet van bestaande
betaalmogelijkheden. Die meerwaarde kan gevonden worden in het beschikbaar houden
van een alternatief publiek betaalmiddel in de context van afnemend gebruik van chartaal
geld, het stimuleren van innovatie en diversiteit en het waarborgen van de autonomie
van de eurozone.
De Nederlandse inzet bij deze bespreking in de Eurogroep is gericht op het verkrijgen
van meer inzicht in de toepassingen van een digitale euro in het betalingsverkeer.
Dat is belangrijk om politieke afwegingen te kunnen maken. De digitale euro vergt
een zorgvuldige afweging tussen de mogelijkheden en de risico’s die met de introductie
daarvan gepaard zouden gaan. De bespreking in de Eurogroep kan bijdragen aan het inzichtelijk
krijgen van de beoogde mogelijkheden, risico’s en kanttekeningen van de introductie
van een digitale euro. Nederland zet zich in voor een zorgvuldige afweging van de
betrokken belangen en de waarborging van democratische legitimiteit.
Informele Ecofinraad
Werklunch versterking economische kracht EU in de wereld
Document: het Franse voorzitterschap heeft een «issues note» gedeeld. Deze is als bijlage bij deze geannoteerde agenda gevoegd.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Ministers zullen spreken over hoe de EU haar economische kracht in de wereld kan
versterken. Het Franse voorzitterschap heeft voor de bespreking een werkdocument verspreid.
Daniela Schwarzer, directrice Europa en Eurasia bij de Open Society Foundation, zal
haar gedachten over het onderwerp uiteen zetten.
Het doel van de bespreking is om van gedachten te wisselen over de geopolitieke uitdagingen
en hoe de economische kracht van de EU versterkt kan worden. Er zal in de gedachtewisseling
aandacht zijn voor het stimuleren van lange termijn economische groei, investeringen
in belangrijke sectoren voor de toekomst (groene- en digitale transitie, strategische
toeleveringsketens) en het tegengaan van oneerlijke (handels)praktijken. De verwachting
is dat dit onderwerp ook tijdens de informele Europese Raad van 10-11 maart besproken
zal worden, waarvoor het Franse EU-voorzitterschap heeft aangekondigd over het Europees
groei- en investeringsmodel van de toekomst te willen agenderen.
Nederland hecht belang aan het versterken van de economische kracht en weerbaarheid
en zet zoals in het regeerakkoord is opgenomen in op open strategische autonomie van
de EU. Economische openheid en samenwerking met gelijkgezinde partners binnen en buiten
de EU staat voor Nederland centraal. Nederland zet in op het verder versterken van
de interne markt. In dat kader zal Nederland het belang van robuuste mededinging-
en staatssteunregels voor een gelijk speelveld benadrukken, zowel binnen de EU als
met derde landen. Ook hecht Nederland belang aan het mitigeren van risicovolle afhankelijkheden,
waarbij het van belang is voor Nederland en de EU dat openheid van mondiale waardeketens
behouden blijft. Tevens zet Nederland in op het versterken van het geopolitiek handelingsvermogen
van de EU, zoals het kunnen tegengaan van economische dwang door derde landen. Daarnaast
onderstreept Nederland het belang van de digitale en klimaattransitie voor de toekomstbestendigheid
van onze economie. Investeringen, niet alleen publiek maar vooral ook privaat, zijn
noodzakelijk om deze transities succesvol vorm te geven.
Tijdens de ER van oktober 2020 werd vastgesteld dat «het verwezenlijken van strategische
autonomie met behoud van een open economie» één van de hoofddoelen van de Unie is.
Er bestaan echter verschillende interpretaties. Sommige, grotere lidstaten neigen
meer naar Europese zelfvoorzienendheid en her-industrialisering. Voor meer handelgedreven
lidstaten zoals Nederland zijn openheid en verbondenheid belangrijk en moet worden
gewaakt voor protectionistische en nationalistische tendensen.
Nederland zal in lijn met het voorgaande deelnemen aan de gedachtewisseling
Werksessie I: herstel van de crisis en voorbereiden op 2030 – benodigd beleid voor
robuuste en veerkrachtige groei
Document: het Franse voorzitterschap heeft een «issues note» gedeeld. Deze is als bijlage bij deze geannoteerde agenda gevoegd.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Ministers zullen spreken over het economisch beleid van de EU na de pandemie, en
de wijze waarop zij het groeivermogen van de EU kunnen versterken. Laurence Boone,
hoofdeconoom en plaatsvervangend secretaris- generaal van de OESO, zal de discussie
inleiden.
Tijdens deze bespreking zal naar verwachting worden stilgestaan bij de mate van herstel
van de COVID-19 crisis en de implicaties voor passend monetair en begrotingsbeleid
in deze fase. Hierbij is het streven om de ruimte voor monetair en begrotingsbeleid
te vergroten, terwijl de groei op lange termijn wordt gewaarborgd. Daarnaast zullen
de Ministers spreken over het beleid, zowel op nationaal als Europees niveau, dat
noodzakelijk is voor het realiseren van de benodigde investeringen voor de klimaat-
en digitale transities en het verhogen van het groeipotentieel van de EU.
Nederland verwacht dat de discussie over het in deze fase gewenste begrotings- en
monetaire beleid gevoerd zal worden tegen de achtergrond van de recent gepubliceerde
Winterraming van de Europese Commissie. De Commissie verwacht dat het economisch herstel
in de EU, ondanks een vertraging in het laatste kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal
van 2022, als gevolg van het opleven van de pandemie en knelpunten in logistiek en
bij toeleveranciers, zal doorzetten met 4,0% bbp-groei in 2022 en 2,8% in 2023. Verklaringen
hiervoor zijn de aantrekkende arbeidsmarkt, de inzet van besparingen van huishoudens,
blijvend ruime financieringscondities en het inzetten van de faciliteit voor herstel
en veerkracht (RRF). De Europese Commissie verwacht dat de inflatie in de EU in 2022
uit zal komen op 3,9%. Dit is hoger dan enkele maanden geleden geraamd werd, mede
omdat hoge energieprijzen zich vertalen in hogere prijzen voor diverse andere goederen.
In 2023 zal de inflatie in de EU naar verwachting dalen tot 1,9%. Onzekerheid en risico’s
blijven hoog omdat onduidelijk is of de heropleving van de pandemie langer doorzet
en in welke mate hoge energieprijzen zich vertalen naar een bredere druk op prijzen,
aldus de Europese Commissie.
Voor Nederland is het belangrijk dat tegen de achtergrond van het doorzettende herstel
de tijdelijke begrotingsmaatregelen, genomen om de economische effecten van de pandemie
te verzachten, op tijd worden afgebouwd. In gevallen waar de pandemie volledige afbouw
nog niet mogelijk maakt, moeten zij zo gericht mogelijk worden ingezet. Te lang voortzetten
van steun kan bijdragen aan oververhitting van de Europese economie en beperkt een
gezonde economische dynamiek. Tegelijkertijd moet een balans worden gevonden met het
waarborgen van het economisch herstel; het is dus zaak dat het begrotingsbeleid kan
reageren op onvoorziene omstandigheden.
Ten aanzien van de langetermijngroeivermogen hecht Nederland aan het verder versterken
van de interne markt als de motor van economische groei en concurrentievermogen in
de EU. De crisis heeft opnieuw duidelijk gemaakt dat een goed functionerende en sterke
interne markt geen vanzelfsprekendheid is. Voor het verder versterken en weerbaar
maken van de interne markt is hernieuwde ambitie en toewijding nodig. Nederland vindt
dat werk moet worden gemaakt van het voorkomen en wegnemen van belemmeringen en het
versterken van de handhaving, zodat de interne markt een springplank is en een aantrekkelijke
markt blijft voor grensoverschrijdende innovatieve technologieën, producten en diensten.
Ook benadrukt Nederland het belang van robuuste mededinging- en staatssteunregels
voor een gelijk speelveld op de interne markt.
Ten behoeve van het verhogen van de potentiële groei en succesvolle klimaat en digitale
transities ziet Nederland een belangrijke rol voor private investeringen. Verbeteringen
in het investeringsklimaat en een adequaat regelgevend kader blijven nodig. In aanvulling
op substantiële private investeringen kunnen publieke investeringen een bijdrage leveren.
Grote verschillen in publieke investeringen tussen lidstaten zijn een gevolg van verschillende
prioriteiten en keuzes van lidstaten. Landen kunnen extra stappen zetten in het vergroten
van de publieke investeringen door hun uitgaven tegen het licht te houden, de belastingbasis
te versterken en systemen van public investment management te verbeteren. Ontwikkelingen
in het (internationale) belastingsysteem kunnen een bijdrage leveren aan het vergroten
van de belastingbasis in individuele landen. De EU biedt een waardevol platform voor
een doorlopende dialoog over het economisch beleid tussen de lidstaten. Zo kunnen
zij zich met elkaar vergelijken, van elkaar leren en elkaar adviezen geven, bijvoorbeeld
via landspecifieke aanbevelingen met meer nadruk op het raamwerk voor publieke investeringen.
Wat Nederland betreft blijft het tot slot belangrijk dat landen structurele hervormingen
doorvoeren en gezonde overheidsfinanciën hebben. Het Europese herstelfonds ondersteunt
hervormingen en investeringen, hetgeen goed is voor duurzame economische groei. Het
draagt daarmee ook bij aan houdbare overheidsfinanciën. Schulden worden beter te dragen
als gevolg van hoge economische groei, maar houdbare overheidsfinanciën zijn ook een
noodzakelijk voorwaarde voor het realiseren van stabiliteit en groei.
Nederland zal in lijn met het voorgaande deelnemen aan de gedachtewisseling.
Werksessie II over de financiële sector en financiering van de digitale en duurzaamheidstransities
Document: het Franse voorzitterschap heeft een «issues note» gedeeld. Deze is als bijlage bij deze geannoteerde agenda gevoegd.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Ministers en centralebankpresidenten zullen van gedachten wisselen over het belang
van private investeringen en een sterke Europese financiële sector voor het succes
van de digitaliserings- en duurzaamheidstransities. Het Franse voorzitterschap zal
naar verwachting in het bijzonder aandacht willen besteden aan het belang van de verdieping
van kapitaalmarkten. Het doel van deze bespreking is de totstandbrenging van een gemeenschappelijk
begrip van de primaire kenmerken, groeipotentie en strategische principes van een
aan de reële economie dienstbare financiële sector. Tijdens de werksessie zullen de
heer William Wright (directeur van de denktank New Financial) en mevrouw Ana Botín
(bestuursvoorzitter van Banco Santander) spreken.
Met het (nieuwe) actieplan voor de kapitaalmarktunie heeft de Europese Commissie in
2020 een herzien en ambitieus programma gepresenteerd met concrete acties die de komende
jaren tot een versterking van de Europese kapitaalmarkten moet leiden.6 De eerste voorstellen voor herzieningen van regelgeving zijn afgelopen jaar gepresenteerd
en ook dit jaar zal de Commissie de uitwerking van andere acties voortzetten met de
publicatie van studies en nieuwe voorstellen.7 Beter geïntegreerde Europese kapitaalmarkten bieden meer financieringsopties aan
bedrijven, inclusief het midden en kleinbedrijf (mkb). Ook bieden kapitaalmarkten
kansen voor huishoudens voor het behalen van hun financiële doelen, al kent beleggen
risico’s waarvoor geharmoniseerde Europese regelgeving randvoorwaarden kan creëren.
Nederland zet zich in voor een voortvarende uitwerking van het hierboven bedoelde
actieplan. In het bijzonder vraagt Nederland aandacht voor adequate bescherming van
(retail)beleggers via geharmoniseerde Europese regelgeving en toezicht, ook als zij
grensoverschrijdend beleggen. Ook acht Nederland het van belang dat bedrijven meer
financieringsopties tot hun beschikking krijgen als alternatief voor bancaire kredietverlening;
in het bijzonder het mkb en start- en scale-ups.
Nederland kan tijdens de werksessie wijzen op het belang van goed werkende, efficiënte
en toegankelijke kapitaalmarkten voor de financiering van de digitaliserings- en duurzaamheidstransities.
Efficiënte en goed functionerende kapitaalmarkten, met veel marktdeelnemers, kunnen
het benodigde kapitaal beschikbaar stellen voor de investeringen die nodig zijn voor
deze transities. Bovendien kan de ontwikkeling van duurzame instrumenten en groei
van duurzame bedrijven worden gestimuleerd door meer transparantie over duurzaamheidscriteria,
via benchmarks, de taxonomie en duurzame verslaglegging.
Er is brede steun voor een voortvarende uitwerking van het actieplan voor de kapitaalmarktunie
onder lidstaten. In eerdere Raadsconclusies is het belang van een sterke Europese
kapitaalmarktunie benadrukt, mede omdat marktfinanciering kan bijdragen aan de digitale
en ecologische transities. Het krachtenveld is daarmee onveranderd.
Werksessie III over innovatie en risico nemen in de Europese Unie
Document: het Franse voorzitterschap heeft een «issues note» gedeeld. Deze is als bijlage bij deze geannoteerde agenda gevoegd.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Ministers zullen van gedachten wisselen over de vraag hoe innovatie en het nemen
van risico in de EU versterkt kunnen worden. Het Franse voorzitterschap stelt dat
dit bepalende factoren zijn voor het versterken van het langetermijngroeipotentieel
van de EU en het vergroten van de open strategische autonomie van de EU. Stéphane
Bancel, CEO van Moderna Therapeutics, zal in gaan op wat volgens hem de belangrijkste
elementen zijn voor het ontwikkelen van een omgeving die bijdraagt aan innovatie en
het beoordelen en nemen van risico’s.
Nederland ziet de EU, met de interne markt als grootste afzetmarkt van de wereld,
als een broedplaats voor innovatie. Om maatschappelijke uitdagingen zoals de groene
en digitale transitie te adresseren, productiviteit te vergroten en waardeketens weerbaarder
te maken is het van cruciaal belang dat innovatiekracht wordt gestimuleerd. Bijvoorbeeld
door private en publieke investeringen in sleuteltechnologieën van de toekomst. Hierbij
is het van belang dat Europese middelen zo effectief en efficiënt mogelijk worden
ingezet, onder meer door het Meerjarig Financieel Kader (MFK) nog meer te focussen
op de juiste Europese en grensoverschrijdende prioriteiten zoals klimaat, innovatie
en digitalisering. Met investeringen in technologische innovaties versterken we ons
verdienvermogen en verhogen we onze economische groei op lange termijn. In dit kader
vindt het kabinet een sterke interne markt met een gelijk speelveld, robuuste mededingingsregels
en een sterk standaardisatiestelsel cruciale randvoorwaarden.
Daarnaast acht Nederland het van belang dat de geo-economische positie van de EU wordt
versterkt en de risico’s van strategische afhankelijkheden waar mogelijk worden gemitigeerd.
Voor het kabinet blijven openheid en internationale samenwerking, bijvoorbeeld op
het gebied van onderzoek en innovatie maar ook binnen internationale waardeketens,
hierbij het uitgangspunt. Open strategische autonomie is namelijk veel meer dan het
afbouwen van afhankelijkheden. Het betekent ook dat we werken aan onze eigen kracht
door het opbouwen van eigen capaciteiten en vaardigheden en, waar nodig, het versterken
van Europese waardeketens en ecosystemen.
Nederland zal in lijn met het voorgaande deelnemen aan de gedachtewisseling.
Werksessie IV over een eerlijke en inclusieve klimaattransitie
Document: het Franse voorzitterschap heeft een «issues note» gedeeld. Deze is als bijlage bij deze geannoteerde agenda gevoegd.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Ministers zullen van gedachten wisselen over de sociale en economische kosten van
de klimaattransitie en op de vraag hoe een eerlijke en inclusieve klimaattransitie
gewaarborgd kan worden. Tijdens de discussie komen aspecten als werkgelegenheid, distributieve
effecten en publieke en private financiering van de klimaattransitie aan bod.
Nederland wil in de transitie naar een groene economie tot de kopgroep in Europa behoren.
Bij het vormgeven van het klimaatbeleid is het belangrijk dat rekening wordt gehouden
met bijkomende brede maatschappelijke gevolgen. Voor het slagen van de klimaattransitie
is het namelijk van cruciaal belang dat iedereen in staat wordt gesteld om deze duurzame
omslag te maken. Nederland erkent dat er maatregelen nodig kunnen zijn om bedrijven,
maatschappelijke organisaties en huishoudens die vanwege financiële beperkingen niet
mee kunnen komen in de klimaattransitie te ondersteunen. Alle sectoren dienen hieraan
bij te dragen. Hier moet zowel op nationaal als op EU-niveau naar worden gekeken,
waarbij gezien de omvang van de uitdagingen ook private partijen een cruciale rol
spelen. Nationaal beleid richt zich op een zo kosteneffectief mogelijke transitie,
waarbij negatieve sociaaleconomische effecten zoveel mogelijk worden geadresseerd
door middel van algemeen sociaal beleid. Daarnaast kent Nederland bijvoorbeeld verscheidene
maatregelen in de gebouwde omgeving voor huishoudens met een laag inkomen. Een goed
en voorspelbaar systeem van normen en CO2-heffingen op EU-niveau helpt EU-lidstaten
daarnaast om hun klimaattransitie vorm te geven en zorgt tevens voor een gelijk speelveld.
Dit kan bijvoorbeeld de noodzaak om een te groot deel van de klimaattransitie met
schaarse publieke middelen te financieren voorkomen. Gezien het grensoverschrijdende
karakter van de klimaatuitdaging is een regelgevend en kaderstellend Europa nodig,
bijvoorbeeld via het emissiehandelssysteem ETS en het introduceren van een vliegbelasting.
In aanvulling op substantiële private investeringen kunnen publieke uitgaven een belangrijke
aanjagende functie hebben. Gezien het grensoverschrijdende karakter van de klimaattransitie
spelen naast nationale publieke financiering ook Europese uitgaven een rol een belangrijke
rol. Het kabinet acht het hierbij van belang dat Europese financiering zich richt
op structurele oplossingen, die op een directe manier bijdragen aan de groene transitie,
en dat Europese financiering zo effectief en efficiënt mogelijk wordt ingezet.
Nederland zal in lijn met het voorgaande deelnemen aan de gedachtewisseling.
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.