Brief regering : Appreciatie Raadsaanbevelingen Schengenevaluatie buitengrenzen 2021
32 317 JBZ-Raad
Nr. 745 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2022
In deze brief informeer ik u over de Raadsaanbevelingen op het gebied van de Nederlandse
buitengrenzen1. De Raad heeft de aanbevelingen vastgesteld op basis van een periodieke Schengenevaluatie
die tussen 15 t/m 19 maart 2021 onder coördinatie van de Europese Commissie (hierna: de Commissie)
is uitgevoerd. Hieronder informeer ik u over het Schengenevaluatieproces, waarna een appreciatie volgt van de belangrijkste aanbevelingen.
Schengenevaluatie buitengrenzen 2021
De Schengenevaluaties worden uitgevoerd op basis van EU verordening 1053/2013 waarin
regels en procedures voor de evaluaties zijn vastgelegd. De Schengenevaluaties hebben
betrekking op meerdere beleidsvelden van het Schengenacquis, waaronder beheer van
de buitengrenzen. De periodieke evaluatie van de Nederlandse buitengrenzen zou conform
het meerjarenplan aanvankelijk in 2020 plaatsvinden. Omdat de situatie rondom Covid-19
voor belemmeringen zorgde, is de evaluatie van zowel Nederland als andere lidstaten
enige tijd vertraagd. In afstemming met de Commissie zijn de buitengrenzen in de week
van 15–19 maart geëvalueerd door teams bestaande uit experts van de Commissie, het
Europese Grens- en Kustwacht Agentschap (hierna: Frontex) en lidstaten. Mede door
evaluatiebezoeken af te leggen heeft het team beoordeeld in hoeverre Nederland voldoet
aan het Schengenacquis op het gebied van grensbeheer. Ten behoeve hiervan hebben de
teamleden onder andere een vragenlijst afgenomen, briefings ontvangen, observaties
uitgevoerd, grenswachters en andere experts geïnterviewd, en operationele en strategische
documenten zoals risicoanalyseproducten en strategieën beoordeeld.
Het team dat verantwoordelijk was voor de lucht- en landgrenzen, heeft de grensdoorlaatposten
Rotterdam The Hague airport, Eindhoven airport, Schiphol, Rotterdam CS en Amsterdam
CS bezocht. Een tweede team heeft een bezoek gebracht aan de maritieme doorlaatposten
en/of locaties Rotterdam, IJmuiden, Hoek van Holland, Europoort, kustwachtcentrum
te Den Helder en aan Eurosur belegd binnen het Nationaal Coördinatiecentrum te Soesterberg.
De evaluatie van de Nederlandse buitengrenzen heeft geresulteerd in aanbevelingen
die door de Raad op 9 november 2021 zijn vastgesteld. Conform de verordening worden
lidstaten geacht opvolging te geven aan deze aanbevelingen met als doel het grensbeheer
te verbeteren. De Raadsaanbevelingen zijn conform de verordening gedeeld met het Europees
Parlement (EP) en de nationale parlementen van lidstaten.
In het vervolgproces moet Nederland na de formele vaststelling van de Raadsaanbevelingen,
een actieplan opstellen om de aanbevelingen te realiseren. De Commissie heeft vervolgens
de taak om de Raad en het EP regelmatig over de voortgang hiervan te informeren. De
aanbevelingen van de Raad zijn als bijlage bij deze brief gevoegd.
Aanbevelingen over het beheer van de Nederlandse buitengrenzen
De algemene conclusie van de evaluatie is dat Nederland zijn buitengrenzen conform
Schengenregelgeving beheert waarbij grenscontroles op een adequate en professionele
wijze uitgevoerd worden en het kennisniveau van het personeel is verbeterd ten opzichte
van voorgaande evaluaties in 2015 en 2017. Tegelijkertijd zijn met de aanbevelingen
punten geïdentificeerd waarop Nederland geacht wordt maatregelen te nemen om het grensbeheer
te verbeteren.
Een van de aanbevelingen heeft betrekking op de zogenoemde kwetsbaarheidsanalyse die
Frontex periodiek uitvoert op basis van informatie en gegevens die Nederland aanlevert.
Een soortgelijke aanbeveling is ook uit de kwetsbaarheidsanalyse zelf voortgekomen.
De aanbeveling ziet op het verbeteren van de informatie- en gegevensuitwisseling met
Frontex zodat het agentschap deze data kan gebruiken om de kwaliteit en paraatheid
van grensbeheer in Nederland te beoordelen. De data die Frontex van lidstaten vraagt,
heeft onder andere betrekking op de verschillende categorieën passagiersstromen die
via Nederlandse doorlaatposten reizen, materiële en personele capaciteit die Nederland
inzet ten behoeve van grensbeheer, en kwaliteit en kwantiteit van controles. Voor
de kwetsbaarheidsanalyse is er geen sprake van uitwisseling van persoonsgegevens met
Frontex. In het afgelopen jaar heeft Nederland een verbeterslag gemaakt en levert
inmiddels circa 70 procent van de gevraagde data. Een belangrijke reden dat een deel
van de data nu niet geleverd kan worden, ligt in het feit dat specifieke gegevens
niet structureel worden verzameld of (nog) niet automatisch uit de Nederlandse systemen
gegenereerd kunnen worden. In het kader van het actieplan Schengenevaluatie zal allereerst
een nadere analyse plaatsvinden om te bezien welke maatregelen nodig en mogelijk zijn
om ontbrekende gegevens te generen zodat datalevering voor de kwetsbaarheidsanalyse
verbeterd wordt.
Nederland heeft ook een aanbeveling gekregen om de implementatie van het Europese
grensbewakingsysteem (Eurosur) te verbeteren. Specifiek wordt Nederland aanbevolen
om de coördinerende rol van het Nationaal Coördinatiecentrum waar Eurosur bediend
wordt te versterken en daarvoor een nationaal trainingsconcept te ontwikkelen. Tevens
dient Nederland het systeem structureler te vullen met informatie over operaties en
inzet aan de buitengrenzen en analyses, zoals risicoanalyseproducten. Een derde aanbeveling
over Eurosur is om tussen organisaties die informatie leveren voor het systeem formele
afspraken te maken over integratie van deze informatie. Het Nationaal Coördinatiecentrum
is gevestigd bij het Landelijk Tactisch Commando van de KMar. Naast de KMar leveren
de politie en Kustwacht informatie aan het systeem. In het kader van de nieuwe Eurosurverordening
die eind 2022 geïmplementeerd zal moeten zijn, zal ook informatie geleverd worden
over grensoverschrijdende criminaliteit. Sinds 2020 werken KMar, politie, Douane en
JenV in een interdepartementale werkgroep samen om de nieuwe Eurosurverordening te
implementeren. De aanbevelingen uit de Schengenevaluatie zullen in dit implementatietraject
verder worden opgepakt.
Een andere aanbeveling die betrekking heeft op het gebruik van informatie en risicoanalyse
gaat over het gebruik van het zogenoemde CIRAM model (Common Integrated Risk Analysis
Model) voor risicoanalyse. Dit is een risicoanalysemodel dat ontwikkeld is door Frontex
en dat lidstaten moeten toepassen. Nederland wordt aanbevolen om de risicoanalyses
van de Kustwacht en politie te verbeteren zodat deze meer in lijn komen met CIRAM.
Verbetering van informatie- en risicoanalyse bij maritiem toezicht door de KMar en
politie is een reeds ingezet traject naar aanleiding van aanbevelingen die de Inspectie
JenV in juni 2020 heeft gepubliceerd. De implementatie van de aanbevelingen uit de
Schengenevaluatie zal gezamenlijk door KMar, politie en kustwacht worden opgepakt.
Tijdens Schengenevaluaties wordt tevens beoordeeld in hoeverre er sprake is van een
geïntegreerde werkwijze op de grens. Een aanbeveling in dit kader ziet op meer coherente
planning van human resources van alle bij grensbeheer betrokken organisaties. Een
tweede aanbeveling ziet op het opzetten van een overkoepelende grenssurveillance-strategie
en meer eenduidige coördinatie op de uitvoering daarvan. Grenssurveillance vindt in
Nederland plaats op de maritieme grens, dus op en rond de Noordzeekust. Deze aanbevelingen
worden meegenomen in de herziening van de Nederlandse strategie over geïntegreerd
grensbeheer en de nationale capaciteitenontwikkelingsplannen voor grensbeheer.
Een laatste aanbeveling betreft controle van pleziervaart. Nederland wordt aanbevolen
om de controles op pleziervaartuigen te verbeteren door onder andere nadere afspraken
te maken met havenbeheerders. Deze afspraken hebben betrekking op de taak om aan grensautoriteiten
te melden als er boten zijn die van buiten het Schengengebied komen en aanmeren in
een Nederlandse haven of richting een land buiten het Schengengebied vertrekken. Zicht
op pleziervaart is een uitdaging, mede door het ontbreken van een transponderplicht,
de afhankelijkheid van meldingen bij en door de havenmeesters, en de aanwezigheid
van vele kleine havens aan de Nederlandse kust en in het binnenland. Op basis van
de aanbeveling uit de Schengenevaluatie zal onder andere worden ingezet op verbetering
van de samenwerking tussen grensautoriteiten en havenbeheerders. Tegelijkertijd zal
ingezet worden op verdere verduidelijking van regelgeving richting de sector, zodat
aanmeren in Nederlandse havens structureel conform Europese regelgeving gebeurt.
Opvolging
Nederland dient conform de verordening voor de Schengenevaluaties opvolging te geven
aan de aanbevelingen uit de buitengrenzenevaluatie en hiertoe uiterlijk in februari
2022 een actieplan in te dienen bij de Europese Commissie. Over de voortgang van de
uitvoering van het actieplan zal Nederland de Europese Commissie periodiek informeren
middels drie- of zesmaandelijkse voortgangsrapportages.
De Commissie heeft vervolgens de taak om de Raad en het Europees Parlement regelmatig
op de hoogte te houden van de voortgang die lidstaten laten zien. Uw Kamer zal ik
uiterlijk 2023 informeren over de voortgang op de belangrijkste aanbevelingen, indien
mogelijk gelijktijdig met ontwikkelingen op het gebied van het Europese geïntegreerde
grensbeheer.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid