Brief regering : Specifieke tegemoetkoming van de vuurwerksector
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 691 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den haag, 15 februari 2022
Hierbij ontvangt u de incidentele suppletoire begroting inzake de specifieke tegemoetkoming
van de vuurwerksector bij de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022 (Kamerstuk 36 038).
Op 19 november 20211 bent u geïnformeerd over het besluit van het kabinet om voor het tweede jaar op rij
over te gaan tot een tijdelijk verbod op het afsteken en verkopen van consumentenvuurwerk
voor de jaarwisseling 2021–2022. Het kabinet is tot dit besluit gekomen vanwege de
oplopende druk op de zorg in de ziekenhuizen. Het kabinet heeft besloten om overeenkomstig
aan vorig jaar de vuurwerkhandelaren en -bedrijven en importeurs te compenseren voor
de extra gemaakte kosten als gevolg van het vuurwerkverbod. Over de contouren van
deze regelingen is uw Kamer op 22 december 2021 geïnformeerd2.
Hoofdpunten concept-regeling
Voor deze regelingen is € 28,0 miljoen beschikbaar gesteld, inclusief uitvoeringskosten
en kosten voor toezicht door omgevingsdiensten. Tegelijkertijd kunnen ondernemers
ook aanspraak maken op de bestaande generieke regelingen voor NOW en TVL3. De tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 2 (TSVC-19 2) is bedoeld
als tegemoetkoming in de specifieke kosten van de vuurwerkbranche, die direct samenhangen
met het verbod en niet binnen de generieke steunmaatregelen gedekt worden.
Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 2
Net zoals vorig jaar komen er twee aparte subsidieregelingen die aansluiten bij de
behoefte vanuit de vuurwerkbranche. Een regeling voor de detailhandel (verkoop van
vuurwerk aan consumenten) en een regeling voor opslag en vervoer van onverkocht vuurwerk,
met name gericht op vuurwerkimporteurs. Bij de nieuwe subsidieregelingen is zoveel
mogelijk aangesloten bij de regelingen van vorig jaar om de doorloopsnelheid in het
proces van totstandkoming van deze regelingen te bevorderen. Tegelijkertijd is het
kabinet ruimhartiger dan vorig jaar, doordat onder meer de TVL hoger is in het vierde
kwartaal van 2021 dan in 2020 en het forfaitaire bedrag voor detailhandelaren met
€ 1.000 euro is opgehoogd tot € 4.500 per vestiging. In tegenstelling tot vorig jaar
kan bovendien op een KvK-nummer een forfaitaire vergoeding per vestiging worden aangevraagd
met een maximum tot vijf vestigingen.
Voor de detailhandel blijft daarnaast sprake van een vergoeding van 6% van de omzet
van de eindejaarsverkoop 2019 als tegemoetkoming in de specifieke kosten die zijn
gemaakt ter voorbereiding van de verkoop voor de jaarwisseling 2021/2022. Dit gaat
onder meer om kosten voor promotie en het retourneren van betalingen. Het subsidieplafond
voor de regeling voor de detailhandel is vastgesteld op € 9,8 miljoen.
De importeurs kunnen in navolging van vorig jaar aanspraak maken op compensatie voor
extra kosten voor opslag en vervoer. Deze regeling is in het leven geroepen om extra
kosten voor onder meer het aanhouden van de voorraad tot de volgende jaarwisseling
en aanvullende vervoersbewegingen als gevolg van het terugbrengen van het vuurwerk
naar de opslagen te compenseren. De details van de regeling zijn gelijk aan vorig
jaar. Het totale subsidieplafond voor deze regeling is vastgesteld op € 16,0 miljoen.
Met deze incidentele suppletoire begroting worden de op de Aanvullende Post van het
Ministerie van Financiën beschikbaar gestelde middelen toegevoegd aan de begroting
van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII), zodat zo spoedig mogelijk
na openstelling van de regeling uitvoering gegeven kan worden aan de uitbetaling van
de tegemoetkomingen. Het verschil tussen de gereserveerde middelen en de overboeking
vanuit de Aanvullende Post is ontstaan door lagere verwachte uitvoeringskosten bij
RVO.
Vervolg
Door de regelingen zo veel mogelijk aan te laten sluiten bij de regelingen in 2021
beoogt het kabinet een soepele uitvoering en tijdige uitbetaling van de voorschotten.
Momenteel worden de binnengekomen reacties op de internetconsultatie van de concept-regelingen
beoordeeld. Vervolgens wordt de definitieve regeling voor de detailhandel gepubliceerd.
Het streven is om het loket voor deze regeling op 1 maart 2022 te openen. Voorts zullen
naar verwachting eind april, begin mei voorschotten kunnen worden uitbetaald aan de
detailhandelaren. De regeling voor opslag en vervoer wordt genotificeerd bij de Europese
Commissie voor een staatssteuntoets, die enkele maanden kan duren. Daarna zal ook
deze regeling spoedig worden gepubliceerd en opengesteld.
Over de uitkomst van de internetconsultatie en de precieze datum waarop de loketten
voor de aanvragen van de regelingen worden opengesteld zal ik uw Kamer opnieuw informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Medeindiener
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat