Brief regering : Instemmingsbesluit gasopslag Grijpskerk
33 529 Gaswinning
Nr. 983 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2022
De inzet van het kabinet is om het Groningenveld zo snel mogelijk definitief en volledig
te sluiten. Volgens GTS is de inzet van gasopslag Grijpskerk als opslag voor laagcalorisch
gas de laatste versnellingsoptie om de gasproductie uit het Groningenveld eerder te
beëindigen. Door de inzet van Grijpskerk wordt het mogelijk om het Groningenveld in
2023 of 2024 volledig en definitief te sluiten in plaats van tussen 2025 en 2028.
Van NAM ontving ik op 27 september 2021 een aanvraag tot het wijzigen van het opslagplan
voor de ondergrondse gasopslag Grijpskerk en ben ik de procedure gestart zoals aan
uw Kamer gemeld (Kamerstuk 33 529, nr. 902). Uit adviezen van onder andere de toezichthouder is inmiddels gebleken dat Grijpskerk
kan worden ingezet om het Groningenveld definitief te sluiten zonder extra risico’s
voor mens en milieu. Naast de veiligheid vind ik het ook belangrijk om de zorgen en
vraagstukken die omwonenden hebben over de afhandeling van eventuele schades te beantwoorden.
Met deze brief laat ik uw Kamer weten dat ik onder voorwaarden met de door NAM ingediende
wijziging heb ingestemd. Het instemmingsbesluit is gepubliceerd op onderstaande website.1 Daarnaast wordt een mededeling van de bekendmaking aan NAM gepubliceerd in de Staatscourant.
Waarom wordt Grijpskerk ingezet?
Gasopslagen spelen een belangrijke rol in de energievoorziening. Het gebruik van aardgas
is afhankelijk van het seizoen. In de winter is er door de lagere temperatuur een
grotere vraag naar aardgas dan in de zomer. Een deel van het gas dat in de zomer wordt
geïmporteerd kan in de gasopslag worden bewaard en in de winter worden gebruikt. In
de volgende zomer wordt de opslag dan weer aangevuld. Door de gasopslagen op deze
manier te gebruiken is Nederland in de winter minder afhankelijk van import uit het
buitenland.
De gasopslag Grijpskerk is al sinds 1997 in gebruik als gasopslag voor hoogcalorisch
gas. Op dit moment is het toegestaan om hoogcalorisch gas op te slaan in de gasopslag
in Grijpskerk. Met dit besluit maak ik mogelijk om ofwel hoog- ofwel laagcalorisch
gas op te slaan. Hierdoor wordt het mogelijk om de gasopslag Grijpskerk in te zetten
voor de volledige en definitieve sluiting van het Groningen gasveld. Ook na de sluiting
van het Groningenveld blijft de opslag bijdragen aan de leveringszekerheid.
Grijpskerk kan zonder extra risico’s worden ingezet
NAM geeft in de wijziging van het opslagplan aan dat alle overige bepalingen, waaronder
de druk in het reservoir en het hieraan gekoppelde seismische risicoprofiel, gelijk
blijven ten opzichte van het geldende opslagplan. De risico’s van de wijziging om
aardgas van een andere gassamenstelling te gebruiken zijn uitgebreid onderzocht. De
toezichthouder, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), en de andere adviseurs concluderen
dat Grijpskerk op een veilige manier kan worden ingezet als opslag voor laagcalorisch
gas. Ook geven zij aan dat een andere gassamenstelling gezien de gelijkblijvende werkdruk
geen invloed heeft op de bodemdalingsverwachting. De verwachting is nog steeds dat
de toekomstige bodemdaling in het gebied als gevolg van de gasopslag in Grijpskerk
minder dan 2 cm is. De wettelijke adviseurs verwachten bij deze bodemdaling geen schade
aan gebouwen. Daarnaast is de conclusie van de toezichthouder en de andere adviseurs
dat het seismisch risico niet verandert door een andere gassamenstelling. Er blijft
daarbij wel een kans bestaan op aardbevingen als gevolg van het gebruik van de opslag,
zoals momenteel ook het geval is onder het geldende opslagplan. De wettelijke adviseurs
geven aan dat niet uitgesloten kan worden dat in het gebied rond de gasopslag Grijpskerk
enige schade aan gebouwen kan ontstaan door trillingen. Mocht een aardbeving optreden,
dan verwachten de adviseurs dat deze schade voor het merendeel van cosmetische, niet
constructieve aard zal zijn.
Adviezen lokale overheden en betrokkenheid omwonenden in omgevingstraject
Provincie Groningen, provincie Fryslân, gemeente Westerkwartier, gemeente Noardeast
Fryslân, wetterskip Fryslân en waterschap Noorderzijlvest hebben ook advies uitgebracht.
Daarnaast hebben omwonenden kunnen reageren op het concept instemmingsbesluit. Het
concept besluit is aan omwonenden toegelicht in een online informatiesessie met ongeveer
vijftig deelnemers. Er zijn vier reacties op het concept binnen gekomen van omwonenden.
In het besluit wordt hierop gereageerd. SodM, lokale overheden en omwonenden benadrukken
dat in geval van een aardbeving bij de gasopslag duidelijk moet zijn voor omwonenden
waar schade kan worden verhaald.
Ik vind het belangrijk dat er een oplossing komt voor deze zorgen. De zorgen en vraagstukken
uit de regio worden daarom meegenomen in de gesprekken die ik met NAM en de gemeenten
Westerkwartier en Noordenveld voer over een omgevingstraject met betrekking tot de
gasopslagen Grijpskerk en Norg. Ik sta open voor de uitkomsten vanuit het omgevingstraject
en bereid ben conclusies te verbinden aan die uitkomsten.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 24 september 2021 (Kamerstuk 33 529, nr. 902) heeft mijn voorganger met deze partijen samen een onafhankelijk procesbegeleider
aangesteld. Het ontzorgen van omwonenden en monitoring zijn tevens onderwerp van gesprek
in dit omgevingstraject. Meerdere dorpsverenigingen vragen om omwonenden ook goed
te betrekken bij het omgevingstraject. De onafhankelijk procesbegeleider werkt momenteel
uit hoe dat vormgegeven wordt.
Concluderend
Ik blijf mij onverminderd inspannen om het Groningenveld zo snel mogelijk volledig
en definitief te sluiten. Ook blijf ik met NAM en de betrokken gemeentes in gesprek
in het kader van het omgevingstraject voor de opslagen Grijpskerk en Norg. Ik heb
uw Kamer in het debat van 9 februari jl. laten weten dat ik over het traject met betrekking
tot Grijpskerk en Norg uw Kamer voor de zomer nader informeer (Handelingen II 2021/22,
nr. 48, debat over gaswinning in Groningen). In dit traject wordt ook gesproken over
het toepassen van het bewijsvermoeden bij de gasopslag Grijpskerk. Ik gaf in het debat
van 9 februari aan dat ik toepassing van het bewijsvermoeden zie als een belangrijke
voorwaarde voor draagvlak. Een voorstel hierover van mij, mede ingegeven door dit
omgevingstraject, is nog niet gereed. Ook hier kom ik voor de zomer op terug.
Tot slot: de instemming met het opslagplan voor de gasopslag Grijpskerk staat los
van het besluit omtrent de mogelijke verhoging van de gaswinning uit het Groningenveld,
waar mijn voorganger uw Kamer op 6 januari jl. over heeft geïnformeerd (Kamerstuk
33 529, nr. 944). Ik zal uw Kamer hierover informeren alvorens ik een besluit neem, conform de motie
van het lid Paternotte c.s. (Kamerstuk 35 788, nr. 127).
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat