Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake de goedkeuringswetten verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen COVID-19
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1773 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2022
Op 27 januari 2022 heeft de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (Kamercommissie VWS) mij verzocht u te informeren over het te verwachten wetsproces
en -traject na afloop van de huidige geldingsduur van de Tijdelijke wet maatregelen
covid-19 (hierna: Twm) (Kamerstuk 35 979). De Kamercommissie VWS heeft in het bijzonder gevraagd om een nadere duiding te
geven van de eerstvolgende goedkeuringswet en daarbij aan te geven op welke wijze
de regering in nieuwe wetgeving ter verlenging van de Twm omgaat met afbouw van maatregelen.
In deze brief ga ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in op dit verzoek.
Actuele ontwikkelingen
Op 8 februari 2022 heb ik u schriftelijk geïnformeerd over de korte termijn aanpak
covid-19 en heb ik u een doorkijk gegeven naar de lange termijn.1 Zoals uiteengezet in de brief is het ten minste voor de rest van deze winter mogelijk
dat het kabinet nog maatregelen moet treffen. Dat zou het geval kunnen zijn bij bestrijding
van de huidige omikronvariant, maar vooral ook wanneer zich onverhoopt een nieuwe
variant aandient. Maatregelen worden (bij ministeriële regeling) enkel genomen indien
dat noodzakelijk is en evenredig is aan het beoogde doel (artikel 58b, tweede lid,
van de Wet publieke gezondheid (Wpg)). Of, en welke maatregelen nodig zijn (bij een
opleving) in deze periode, wordt telkens beoordeeld aan de hand van de dan actuele
(epidemiologische) situatie. Het kabinet laat zich adviseren door het OMT. Daarnaast
vindt er een sociaalmaatschappelijke en economische reflectie plaats op de benodigde
maatregelen en is er in de toelichting bij de regeling een grondrechtentoets opgenomen.
Om de nu van kracht zijnde ingrijpende maatregelen niet langer dan noodzakelijk te
laten bestaan, is voorzien in diverse besluitvormingsmomenten. U heeft reeds bij brief
van 10 februari jl. een wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
ontvangen waarin diverse maatregelen worden versoepeld. Daarnaast is een besluitvormingsmoment
voorzien op 15 februari en 8 maart aanstaande. Bij de besluitvorming wordt breed gekeken
welke maatregelen dan noodzakelijk zijn en welke wellicht versoepeld kunnen worden.
Dit wordt steeds opnieuw bekeken en gewogen.
Voornemen tot vijfde verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19
Al eerder bent u op hoofdlijnen geïnformeerd over het voornemen van het kabinet om
in navolging van het OMT-advies (139e OMT) de Twm in de periode van 1 maart 2022 tot 1 juni 20222te behouden. Zoals hierboven is toegelicht is het tenminste voor de rest van deze
winter immers mogelijk dat het kabinet nog maatregelen moet treffen. De Twm biedt
daarvoor het wettelijk kader. Conform het OMT-advies is het kabinet voornemens artikel
58j, eerste lid, onder e, Wpg – de grondslag om regels te kunnen stellen over het
gebruik of voor consumptie gereed hebben van alcoholhoudende drank op openbare plaatsen –
niet te behouden. Dit artikel vervalt derhalve per 1 maart 2022.
Zoals ik in mijn brief van 8 februari jl. heb aangegeven hebben we veel geleerd over
het virus en het virus is daardoor minder onvoorspelbaar dan twee jaar geleden. Desondanks
blijft onzekerheid over het verloop van het virus. In dat licht is terughoudendheid
bij het laten vervallen van Twm-bepalingen geboden. Dit geldt in het bijzonder omdat
er bepalingen in de Twm staan die de tijdelijke grondslag vormen voor de gehele corona-aanpak,
zowel voor Europees als voor Caribisch Nederland. Een besluit tot het al dan niet
behouden van een bepaling betreft de gehele grondslag en kan niet toegespitst worden
op de hieruit voortvloeiende afzonderlijke maatregelen in de ministeriële regeling
of op alleen Europees dan wel Caribisch Nederland. Als bepalingen van de Twm eenmaal
zijn vervallen, is dat een voldongen feit. Bepalingen die zijn vervallen, kunnen niet
bij koninklijk besluit weer worden «aangezet». Indien naderhand blijkt dat een vervallen
bepaling toch nog of weer nodig is, moet een nieuw wetstraject worden opgestart waarbij
die bepaling wederom in wetgeving wordt vervat.
Ik wil graag benadrukken dat het behouden van een bepaling van de Twm niet automatisch
betekent dat ook de op grond van die bepaling vastgestelde maatregelen blijven gelden.
Het is mogelijk om bepalingen van de Twm te behouden zolang een directe dreiging van
een covid-19-epidemie bestaat, terwijl de feitelijke maatregelen in de ministeriële
regeling, die op die wettelijke bepalingen zijn gebaseerd, zijn ingetrokken omdat
die beperkingen op dat moment niet noodzakelijk zijn. Op basis van deze «slapende»
bepalingen kunnen bij ministeriële regeling of bij algemene maatregel van bestuur
met de nodige snelheid weer maatregelen getroffen worden, indien onverhoopt de epidemiologische
situatie daarom vraagt.
Toelichting proces koninklijk besluit en goedkeuringswet Twm
Om bepalingen van de Twm in de periode 1 maart tot 1 juni te behouden is een koninklijk
besluit in voorbereiding. Alvorens de voordracht voor het koninklijk besluit wordt
gedaan, wordt ingevolge artikel 58t Wpg de Afdeling advisering van de Raad van State
(hierna: Afdeling) gehoord over de actuele geldende maatregelen. De Afdeling ontvangt
in dat verband tevens het voorgenomen besluit. Daarnaast worden de openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba over het voorgenomen verlengingsbesluit geconsulteerd.
Het advies van de Afdeling en de uitkomsten van de consultatie verwacht ik medio deze
maand te ontvangen.
Bekendmaking van het koninklijk besluit zal naar verwachting in de week van 23 februari
2022 plaatsvinden. Na plaatsing in het Staatsblad van het vastgestelde koninklijk
besluit zal onverwijld een voorstel van wet tot goedkeuring van het vijfde verlengingsbesluit
bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden ingediend.
Het op 3 februari jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 46, Stemmingen) door uw Kamer aangenomen
voorstel van wet houdende wijziging van de verlengingssystematiek en goedkeuring van
de vierde verlenging van de geldingsduur van bepalingen van de Twm brengt geen wijziging
aan in de goedkeuringssystematiek voor dit koninklijk besluit dat ingaat op 1 maart
2022. Voor een eventueel daaropvolgend koninklijk besluit regelt het wetsvoorstel
een voorhangprocedure – in plaats van de huidige nahang via een goedkeuringswet –
waarbij beide Kamers onafhankelijk van elkaar kunnen besluiten niet in te stemmen
met het voorgehangen ontwerpbesluit.3 De Eerste Kamer zal het wetsvoorstel naar verwachting op 22 februari 2022 behandelen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport