Brief regering : Vergelijking van de ingediende amendementen op de Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (Kamerstuk 35657) met de voorstellen in de op 27 oktober jl. ingediende nota van wijziging (Kamerstuk 35657-11)
35 657 Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp)
Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2022
Tijdens het commissiedebat met de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken over
de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen op 16 november jl.,1 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd om de door het lid Leijten ingediende amendementen
op het voorstel voor de Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (verder:
Evaluatiewet) te vergelijken met de voorstellen in de op 27 oktober jl. ingediende
nota van wijziging.2 Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.
Het lid Leijten heeft zeven amendementen op de Evaluatiewet ingediend.3 Zes van deze amendementen hebben geen directe relatie met de voorstellen in de nota
van wijziging. Dit is wel het geval bij het amendement waarin wordt voorgesteld giften
vanaf € 4.500 zo spoedig mogelijk na registratie op de website van de politieke partij
openbaar te maken.
Dit amendement heeft een vergelijkbaar doel als het voorstel in de nota van wijziging
om een aanvullende meldplicht te introduceren, dat ervoor moet zorgen dat grotere
giften aan politieke partijen en neveninstellingen korte tijd na ontvangst openbaar
worden. Hiermee wordt voorkomen dat, zoals in de huidige situatie het geval kan zijn,
grotere giften langere tijd buiten de openbaarheid blijven. In de nota van wijziging
is daarom voorgesteld om een meldplicht voor giften vanaf € 50.000 per donateur per
jaar te introduceren. Deze giften moeten binnen veertien dagen na ontvangst worden
gemeld bij de toezichthouder. De toezichthouder maakt deze giften vervolgens openbaar.
In de uitwerking zijn er drie significante verschillen tussen het amendement en de
voorgestelde meldplicht in de nota van wijziging:
1. Hoogte drempel spoedige openbaarmaking: in het amendement is de drempel voor spoedige openbaarmaking gesteld op een bedrag
van € 4.500 per donateur per jaar. In de nota van wijziging is gekozen voor een drempel
van € 50.000 per donateur per jaar. Deze keuze is gemaakt zodat substantiële giften
spoedig openbaar worden, terwijl de stijging van de administratieve lasten voor de
politieke partijen beperkt blijft. Voor giften tussen de € 4.500 en de € 50.000 blijven
de bestaande regels gelden: deze giften worden éénmaal per jaar door de toezichthouder
openbaar gemaakt.
2. Termijn melding giften: op basis van het amendement moeten giften «onverwijld, zo spoedig mogelijk na ontvangst»
openbaar worden gemaakt. In de nota van wijziging is een termijn van veertien dagen
opgenomen, waarbinnen de politieke partijen de giften bij de toezichthouder moeten
melden. Door de keuze voor een concrete termijn wordt voorkomen dat er ruimte voor
interpretatie ontstaat over het moment van openbaarmaking.
3. Publicatie: het amendement verplicht politieke partijen om de giften te melden op hun website.
Op basis van de nota van wijziging moeten politieke partijen de giften melden bij
de toezichthouder, die de giften vervolgens openbaar maakt. Hierdoor wordt de toezichthouder
in staat gesteld om waar nodig handhavend op te treden. In een situatie waarin politieke
partijen de giften zelf op hun website moeten melden, zonder dat deze gelijktijdig
aan de toezichthouder moeten worden gemeld, is het voor de toezichthouder niet goed
mogelijk deze overzichten te controleren. Tevens wordt door de melding via de toezichthouder
te laten verlopen dezelfde systematiek gevolgd die geldt bij de reguliere jaarlijkse
openbaarmaking en de aanvullende openbaarmaking in het kader van de Tweede Kamerverkiezingen.
Hierdoor ontstaat er meer uniformiteit in de gepubliceerde overzichten van giften
dan het geval zou zijn in de situatie waarin politieke partijen dit zelf op hun website
doen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties