Brief regering : Recente ontwikkelingen met betrekking tot de opgelopen spanningen door de Russische troepenopbouw aan de grens met Oekraïne
35 925 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022
Nr. 66
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 februari 2022
Naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer informeren de Minister van Buitenlandse
Zaken en de Minister van Defensie u, mede namens de Minister-President, u over recente
ontwikkelingen met betrekking tot de opgelopen spanningen door de Russische troepenopbouw
aan de grens met Oekraïne. Gezien de toezeggingen tijdens het commissiedebat Buitenlandse
Zaken (20 januari jl.) (Kamerstuk 21 501-08, nr. 235) en het verzoek van het lid Ephraim (Groep Van Haga) (Handelingen II 2021/22, nr.
44, item 22) zal het kabinet tevens ingaan op het bezoek van de Minister-President en de Minister
van Buitenlandse Zaken aan Kiev en op reisadviezen met betrekking tot Oekraïne. In
het verslag over de Raad Buitenlandse Zaken heeft het kabinet, in antwoord op het
verzoek van het lid Mulder (CDA), reeds een toelichting gegeven op het draagvlak bij
de Russische bevolking voor een inval in Oekraïne (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2449).
Veiligheidsordening
Het kabinet blijft volop inzetten op de-escalatie en dialoog. Alles moet erop zijn
gericht een diplomatieke oplossing te bewerkstelligen, echter zonder ook maar iets
af te doen aan de overeengekomen kernbeginselen en de soevereiniteit en territoriale
integriteit binnen internationaal erkende grenzen van Oekraïne. Tegelijkertijd zal
het kabinet voortgaan, samen met NAVO-bondgenoten en -EU-partners, Oekraïne te steunen
en zijn weerbaarheid te vergroten. Ook wil het kabinet voorbereid zijn op het onwenselijke
scenario dat de gesprekken met Rusland niet slagen en de situatie escaleert. De kans
hierop blijft vooralsnog reëel, want de diplomatieke inspanningen (bilateraal tussen
de VS en Rusland, bilateraal tussen EU-lidstaten en Rusland, tussen de NAVO en Rusland,
binnen de OVSE en in de VN-veiligheidsraad) hebben tot op heden geen doorbraak opgeleverd,
al lijkt de deur voor diplomatie vooralsnog open te blijven. De vraag is echter of
Moskou werkelijk bereid is te de-escaleren zolang zijn eisen niet zijn ingewilligd
of toch zal kiezen voor een «militair-technisch»-antwoord, zoals president Poetin
onlangs dreigde.
De omvang van de Russische troepenopbouw aan de grenzen met Oekraïne is zonder precedent,
maar staat niet op zichzelf. Feitelijk is Oekraïne sinds 2014, toen de Krim door Rusland
werd geannexeerd en Rusland separatisten in het oosten van Oekraïne ging steunen,
verwikkeld in een militair conflict dat naar schatting 14.000 slachtoffers heeft geëist
en 1,3 mln. Oekraïners heeft ontheemd. Rusland heeft zijn greep op de Donbas sindsdien
verder verstevigd door o.a. het uitreiken van Russische paspoorten en het betalen
van pensioenen en uitkeringen aan inwoners en salarissen van lokale ambtenaren. Oekraïne
is daarbij niet het enige land in de regio waar Rusland zich openlijk inmengt. Door
actieve steun aan separatisme in Georgië (regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië) heeft
Rusland de afgelopen jaren ook daar een vinger in de pap gekregen. In Moldavië (regio
Transnistrië), speelt de Russische inmenging al veel langer. De bevroren conflicten
hebben weliswaar niet meer het karakter van een actieve gewapende strijd, maar zij
blijven wel een inbreuk vormen op de soevereiniteit en territoriale integriteit van
Georgië en Moldavië en hebben daarmee impact op de stabiliteit van de regio als geheel.
Het kabinet constateert met zorg dat de Russische overheid zich steeds verder afkeert
van de internationale rechtsorde, de bestaande veiligheidsordening in Europa en de
universaliteit van mensenrechten. Het kabinet ziet de troepenopbouw en de Russische
voorstellen voor een nieuwe «veiligheidsarchitectuur» als een nieuwe poging aan Russische
zijde om de Europese veiligheidsordening te herschrijven. De beginselen van deze veiligheidsordening
zijn vastgelegd in een aantal sleuteldocumenten, zoals de Slotakte van Helsinki (1975),
het Handvest van Parijs (1990) en de NATO Russia Founding Act (1997).
Het kabinet wijst erop dat Rusland in het zogeheten Budapest Memorandum (1994) de
onafhankelijkheid, soevereiniteit en de (toenmalige) grenzen van Oekraïne heeft erkend.
Ook zegde Rusland toe af te zien van geweld tegen Oekraïne en niet te zullen dreigen
met geweld. In de NATO Russia Founding Act bevestigde Rusland de soevereiniteit, onafhankelijkheid
en territoriale integriteit van alle Europese staten (dus inclusief Oekraïne) te respecteren.
Het kabinet stelt vast dat Rusland deze en andere afspraken heeft geschonden.
Rusland beroept zich in zijn voorstellen op het begrip «ondeelbaarheid van veiligheid».
In de optiek van het kabinet staat dat beginsel echter niet op zichzelf; het dient
te worden bezien in het licht van de verplichtingen onder het Handvest van de Verenigde
Naties, waaronder het geweldverbod. Er is in de huidige situatie geen enkele rechtvaardiging
om geweld te gebruiken tegen andere staten of daarmee te dreigen. Het kabinet onderschrijft
het belang van «ondeelbaarheid van veiligheid», maar het gaat om de juiste balans
met andere kernbeginselen, zoals respect voor soevereiniteit, territoriale integriteit
en het recht van soevereine staten om al dan niet deel te nemen aan een bondgenootschap.
Politieke en diplomatieke ontwikkelingen
Op 17 december 2021 heeft Rusland twee concept-verdragen gepresenteerd, één aan de
VS en één aan de NAVO, met het verzoek om een schriftelijke reactie. De NAVO heeft
Rusland op 26 januari jl., parallel met de reactie van de VS, een vertrouwelijke schriftelijke
reactie gestuurd op de door Rusland gedane veiligheidsvoorstellen. De kern van deze
reactie is dat er geen compromissen mogelijk zijn op de principes waarop de veiligheid
van Europa en bondgenoten berust, zoals territoriale integriteit en soevereiniteit.
Ook wordt onderstreept dat de NAVO een defensief bondgenootschap is en geen confrontatie
zoekt, maar tegelijkertijd wel alle noodzakelijke maatregelen neemt en zal blijven
nemen om de veiligheid van bondgenoten te kunnen garanderen.
Verder wordt in de voorstellen ingegaan op welke ruimte er is voor verdere dialoog
en vooruitgang. Zoals ook toegelicht door SG NAVO Jens Stoltenberg tijdens zijn persconferentie
van 26 januari jl. is dat ten eerste op het vlak van NAVO-Rusland relaties. Het opzeggen
van de diplomatieke banden met de NAVO door Rusland vorig jaar heeft de dialoog tussen
NAVO en Rusland bemoeilijkt, het is belangrijk om deze contacten te herstellen. Ten
tweede moet gesproken worden over de Europese veiligheidsordening inclusief de situatie
in en rondom Oekraïne. De NAVO is bereid te luisteren naar de zorgen van Rusland en
in dialoog te gaan over hoe de fundamentele principes van de Europese veiligheidsordening
te behouden en te versterken. Daarbij staan soevereiniteit en territoriale integriteit
buiten kijf en wordt onderstreept dat Rusland af moet zien van agressieve retoriek,
en acties gericht tegen bondgenoten en andere landen. Als derde kan gesproken worden
over risicoreductie, transparantie en wapenbeheersing.
In de OVSE heeft het Poolse roulerend voorzitterschap voorstellen gedaan om de informele
dialoog over veiligheid in Europa nieuw leven in te blazen. Hoewel deze voorstellen
nog nader moeten worden uitgewerkt, kan dit idee op steun van het kabinet rekenen.
Daarbij blijft het kabinet echter vasthouden aan fundamentele principes van de Europese
veiligheidsordening, zoals o.a. respect voor soevereiniteit en territoriale integriteit
van staten, het afzien van (dreigen met) geweld tegen andere staten en het recht van
soevereine staten om al dan niet een bondgenootschap aan te gaan. Vooralsnog heeft
Rusland niet op de voorstellen van het roulerend voorzitterschap gereageerd.
EU-partners Duitsland en Frankrijk hebben onlangs, voor het eerst sinds 2019, met
Oekraïne en Rusland aan tafel gezeten in het «Normandië 4»-format. Hoewel dit overleg
geen doorbraak heeft opgeleverd, is het in de optiek van het kabinet op zichzelf positief
dat de gesprekken hebben plaatsgevonden en een volgende bijeenkomst op korte termijn
in Berlijn is overeengekomen. Ook sprak president Macron in de afgelopen dagen tweemaal
met president Poetin.
Naast inzet op het bevorderen van dialoog en het bereiken van de-escalatie, speelt
de EU een belangrijke rol bij afschrikking door de voorbereiding van sanctiemaatregelen,
om daarmee de prijs die Rusland betaalt voor een eventuele inval zo hoog mogelijk
te maken. De EU-instellingen zijn bezig met het verder voorbereiden van sancties voor
alle mogelijke scenario’s. Nederland is daar nauw bij aangesloten en pleit cf. de
motie Brekelmans c.s.1 voor een zwaar pakket aan maatregelen waarbij niets van tevoren moet worden uitgesloten.
Ook zet Nederland daarbij in op nauwe coördinatie met trans-Atlantische partners en
gelijkgezinde landen. De EU en de lidstaten zijn hierover in nauw overleg met partners
zoals de VS, het VK en Canada.
Het uitgangspunt blijven de conclusies van de Europese Raad van 16 december 20212 en de Raadsconclusies van 24 januari jl.3, waarin lidstaten onderstrepen dat elke verdere militaire agressie van Rusland tegen
Oekraïne serieuze (economische) consequenties zal hebben voor Rusland. Mocht daar
aanleiding toe zijn zal het kabinet zich er in EU-verband voor inzetten zo spoedig
mogelijk overeenstemming te vinden over een pakket in te stellen sancties.
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld, houdt het Russische Gazprom zich aan zijn contractuele
leveringsverlichtingen, maar stelt het, in tegenstelling tot voorgaande jaren4 en ondanks de hoge gasprijzen, niet of nauwelijks extra gas beschikbaar. Daarbij
zijn de gasopslagen van Gazprom in de EU aanzienlijk minder gevuld dan in voorgaande
jaren. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) spreekt in dit verband van artificial tightness. De gasleveringszekerheid heeft de volle aandacht van het kabinet, zowel nationaal,
in EU-verband, als in relatie tot Oekraïne en andere EU-buurlanden. Zoals de Minister
voor Klimaat en Energie Jetten eerder zei in gesprek met uw Kamer, is het zaak om
niet te speculeren over mogelijke scenario’s, maar wel om goed voorbereid te zijn5. Deze huidige situatie op de gasmarkt onderstreept wat het kabinet betreft eens te
meer de noodzaak van het verminderen van energie-afhankelijkheden door de verdere
diversificatie van leveranciers, energiedragers en aanvoerroutes, en onder meer ook
door het invoeren van minimale vulgraden van de gasopslagen.
Militaire steun
De spanningen met Rusland kwamen de afgelopen dagen ook tijdens bilaterale contacten
tussen leden van het kabinet en EU-partners en NAVO-bondgenoten volop aan bod. De
Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken spraken hierover ook met
de secretaris-generaal van de NAVO en de Minister-President met de secretaris-generaal
van de VN.
De Minister van Defensie heeft uw Kamer eerder geïnformeerd over de Nederlandse militaire
bijdrage aan de versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging
binnen de bestaande NAVO-verbanden in het inzetgebied van SACEUR, Kamerstuk 28 676 nr. 386 van 20 januari 2022. Dat betreft twee F-35 jachtvliegtuigen inclusief ondersteunend
personeel, een amfibisch transportschip, inclusief landingsvaartuigen en helikopters,
en twee landgebonden eenheden. In aanvulling hierop levert Nederland ook nog een duikteam
van de Explosieven Opruimingsdienst voor de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) van de NAVO Response Force (NRF), een medische role-2 capaciteit aan boord
van het eerder aangeboden amfibisch transportschip, en een extra fregat voor Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1) voor de periode van april tot en met december 2022. Deze eenheden zijn beschikbaar
voor inzet voor het geval de Noord-Atlantische Raad (NAR) tot inzet zou besluiten.
Ook stelt het kabinet extra inlichtingencapaciteit ter beschikking van de NAVO. Het
kabinet verwijst hiervoor ook naar de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van
de NAVO-ministers van Defensie op 16 en 17 februari a.s. (Kamerstuk 28 676, nr. 387)
Deze bijdragen maken onderdeel uit van een gebalanceerd internationaal pakket aan
preventieve militaire en niet-militaire maatregelen gericht op de-escalatie van de
spanningen aan de grens tussen Rusland en Oekraïne en versterking van de afschrikking
en verdediging van de NAVO. Zoals de Minister van Defensie uw Kamer eerder heeft bericht,
werkt de NAVO in het licht van de verslechterende veiligheidssituatie rond Oekraïne
op dit moment verschillende handelingsopties uit om de afschrikking en verdediging
nog verder te versterken voor het geval de situatie daar aanleiding toe geeft.
Daarnaast levert de EU een bijdrage aan het versterken van de militaire weerbaarheid
van Oekraïne. Zo keurde de EU in december jl. al een pakket ter waarde van EUR 31
mln. goed uit de Europese Vredesfaciliteit met steun op cybergebied alsook medische
en logistieke eenheden. Op verzoek van Oekraïne bereidt de EU momenteel steun voor
die is gericht op het professionaliseren van het militair onderwijs. Hierbij wordt
gekeken naar het opzetten van een EU-trainingsmissie of het leveren van steun via
de Europese Vredesfaciliteit. Het kabinet staat positief tegenover beide opties, acht
het van belang dat de EU op korte termijn invulling geeft aan het Oekraïense verzoek
en is bereid desgewenst te onderzoeken of het aan zo’n missie kan bijdragen.
Nederland heeft een bilateraal steunverzoek ontvangen voor de levering van militaire
goederen. Het Ministerie van Defensie inventariseert op het moment welke goederen
Nederland zou kunnen leveren. Vervolgens zullen eventuele leveringen zorgvuldig getoetst
worden aan de Europese criteria voor wapenexportcontrole. Op het moment dat Nederland
mocht overgaan tot het leveren van militaire goederen aan Oekraïne, zal het kabinet
de Kamer per brief informeren. Dat gebeurt normaliter conform bestaande afspraken
met de Kamer wanneer er sprake is van nieuwe, definitieve uitvoer van volledige systemen
met een waarde van meer dan EUR 2 mln., maar in deze uitzonderlijke situatie biedt
het kabinet echter graag eerder dan gebruikelijk alle mogelijke transparantie. Verder
verwijst het kabinet u naar de beantwoording van de vragen van het Kamerlid Van Dijk
(SP) (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1547).
Daarnaast steunt Nederland, zoals eerder aan uw Kamer bericht, Oekraïne bijvoorbeeld
op vlak van de revalidatie van gewonde Oekraïense militairen in Nederland. Nederland
is voornemens steun aan Oekraïne op dit vlak voort te zetten. Nederland zal bovendien
opnieuw een substantiële bijdrage doen aan het NAVO trustfund voor Oekraïne ter hoogte
van EUR 5 mln. Daarmee kunnen extra projecten op het terrein van versterking van beveiligde
communicatie, transport en cyberveiligheid ontplooid worden.
Oekraïne is op vrijdag 14 januari jl. getroffen door een grootschalige cyberaanval
waarbij meerdere overheidswebsites ongewild van buitenaf zijn aangepast. Ook maakte
Microsoft op 15 januari jl. bekend malware te hebben geïdentificeerd gericht tegen
Oekraïense overheidsinstellingen. Gezien de huidige spanningen tussen Oekraïne en
Rusland kunnen dergelijke digitale aanvallen een grote destabiliserende impact hebben.
Het is daarom goed dat de EU en de NAVO de aanval van 14 januari snel publiekelijk
hebben veroordeeld en dat direct steun is aangeboden aan Oekraïne. Deze technische
steun is o.a. via de EU mogelijk middels het Permanent Structured Cooperation (PESCO-)project
Cyber Rapid Respons Teams (CRRTs). Nederland is naast Litouwen, Kroatië, Roemenië,
Polen en Estland lid van dit CRRTs en staat positief tegenover assistentie aan Oekraïne.
Oekraïne heeft op dit moment nog geen formeel verzoek om assistentie gedaan. Momenteel
is de projectleider van PESCO CRRTs, Litouwen, daarover in contact met Oekraïne.
Niet-militaire steun
In reactie op de spanningen tussen Rusland en Oekraïne heeft de EU haar financiële
steun aan Oekraïne verhoogd. Naast de voornoemde diplomatieke inzet en steun aan militaire
weerbaarheid kondigde Commissievoorzitter Von der Leyen op 24 januari aan Oekraïne op korte termijn hulp te willen bieden met een pakket
van EUR 1,2 mrd. macro-financiële bijstand. Dit pakket moet nog door de Raad en het
Europees Parlement worden goedgekeurd. Voor de langere termijn werkt de Europese Commissie
aan een tweede pakket macro-financiële bijstand. De Minister van Financiën zal u separaat
over het voorstel van de Europese Commissie informeren.
Naast deze macro-financiële bijstand kondigde de Europese Commissie een aanvullende
bijdrage aan Oekraïne aan van EUR 120 mln. vanuit het Instrument voor Nabuurschap,
Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI). Ook investeert de EU in Oekraïne
via het economische en investeringsplan voor de Oostelijk Partnerschap regio6, dat in de komende jaren tot EUR 6,5 mrd. aan publieke en private investeringen voor
Oekraïne beoogt aan te trekken. Tijdens zijn bezoek aan Oekraïne op 26 en 27 januari
jl. herhaalde Eurocommissaris Varhelyi (Nabuurschap en Uitbreiding) deze steun.
Nederland is gebaat bij het bevorderen van veiligheid, stabiliteit en welvaart ten
oosten van de EU. Bilateraal, via de EU en via ontwikkelingsbanken levert Nederland
hier op veel manieren een bijdrage aan. Zo investeert Nederland via de FMO, de VN
en Wereldbank op grote schaal in projecten op het gebied van hernieuwbare energie
in Oekraïne, om de afhankelijkheid van gas te reduceren. Met steun aan ontmijningsoperaties
van het HALO-trust draagt Nederland bij aan verbetering van de humanitaire situatie
in door conflict getroffen gebieden in het oosten van Oekraïne.
Het kabinet heeft besloten het Matra-programma, waarmee Nederland landen van het Oostelijk
Partnerschap steunt bij versterking van de justitiële sector en duurzame ontwikkeling,
vooralsnog eenmalig te verhogen met EUR 2 mln. Daarmee levert het kabinet ook een
verdere bijdrage aan het versterken van duurzame economische ontwikkeling van Oekraïne
in de vorm van stimulering van ondernemerschap, private sectorbeleid, innovatie en
klimaatbeleid. Daarnaast zal het kabinet zijn financiële bijdrage aan een programma
van de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP voor steun aan oostelijke Oekraïne7 verlengen. Tot slot zal het kabinet Oekraïne extra helpen bij de bestrijding van
het coronavirus en, bij voldoende belangstelling bij het bedrijfsleven, een handelsmissie
naar Oekraïne organiseren.
Reisadvies Oekraïne
Door de Russische troepenopbouw is de veiligheidssituatie in het oosten van Oekraïne
zorgelijk. Het kabinet heeft er begrip voor dat dit tot vragen kan leiden bij Nederlanders
die in Oekraïne wonen of naar dit land (willen) reizen. De veiligheid van het personeel
van de Nederlandse ambassade in Kiev en van alle Nederlanders die verblijven in Oekraïne
is voor het kabinet van essentieel belang.
Het reisadvies voor Oekraïne is oranje/rood en roept mensen op reizen uit te stellen
en verblijf te heroverwegen. Uiteraard houdt het kabinet de ontwikkelingen aan de
grens tussen Oekraïne en Rusland voortdurend en nauwlettend in de gaten en zal indien
nodig het reisadvies aangepast worden. Daarnaast roept het kabinet Nederlanders met
klem op zich te registeren bij de ambassade in Kiev, via de BZ-Informatieservice,
opdat zij bereikbaar zijn voor communicatie vanuit de ambassade voor noodsituaties.
Verder wordt in het reisadvies verwezen naar een crisispagina op nederlandwereldwijd.nl
met informatie over stappen die mensen kunnen nemen bij een dreigende crisis waarbij
ook wordt ingegaan op het belang van een tijdig besluit over vertrek.
In de reisadviezen voor Rusland en Belarus wordt de Russische troepenopbouw langs
de grens met Oekraïne vermeld. Daarnaast wordt in de reisadviezen voor Belarus en
Rusland de grensstrook met Oekraïne als rood aangeduid. Ook in het reisadvies voor
Oekraïne is de grensstrook met Rusland en Belarus als rood aangeduid. Dit betekent
dat het advies is om niet af te reizen naar deze gebieden.
Centraal uitgangspunt bij consulaire dienstverlening is de eigen verantwoordelijkheid
van burgers. Door de burger zoveel mogelijk te informeren over de situatie ter plaatse
en het reisadvies actueel te houden kan deze zelf de verantwoordelijkheid nemen. Evacuatie
van Nederlanders is de allerlaatste optie als andere stappen om Nederlanders op tijd
een land te laten verlaten onsuccesvol zijn gebleken. Daarnaast is evacuatie alleen
mogelijk als dit veilig en verantwoord kan voor de overgebleven Nederlanders en degenen
die betrokken zijn bij een evacuatie. In sommige situaties zal dit niet mogelijk zijn
en zal het advies luiden dat mensen een veilig onderkomen moeten zoeken. Nu verwachtingen
wekken over evacuatie herbergt echter het risico in zich dat mensen er van uitgaan
dat de overheid hen weghaalt terwijl we juist Nederlanders proberen te stimuleren
zelf tijdig een land te verlaten, ook omdat onze mogelijkheden beperkt zullen zijn
bij een militaire escalatie. Het reisadvies voor Oekraïne roept mensen op reizen uit
te stellen en verblijf te heroverwegen. Het veiligheidsplan voor Oekraïne is met het
oog op de situatie geactualiseerd.
Verder verwijst het kabinet u naar de beantwoording van de Kamervragen van het lid
Brekelmans (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1555).
Bezoek aan Oekraïne en Moldavië
Minister-President Rutte en Minister Hoekstra spraken met President Zelensky, premier
Shmygal en Minister van Buitenlandse Zaken Kuleba. Bij deze gesprekken stonden de
veiligheidssituatie, de goede samenwerking met Oekraïne in het kader van MH17, hervormingen,
de brede bilaterale relatie inclusief economische samenwerking en de samenwerking
in het kader van het EU-associatieakkoord op de agenda. De bewindspersonen benadrukten
de Nederlandse steun voor de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit
van Oekraïne. Nederland en Oekraïne onderstreepten het belang van voortgaande dialoog
om een vreedzame uitweg uit de huidige spanningen met Rusland te vinden. De bewindslieden
verzekerden hun Oekraïense collega’s ervan dat Nederland in EU-verband zal werken
aan een krachtig pakket EU sancties in reactie op Russische agressie tegen Oekraïne.
Daarnaast lieten ze weten dat Nederland welwillend kijkt naar het bilaterale Oekraïense
steunverzoek om militaire goederen en lichtten het proces daaromtrent toe. Ook gaven
ze aan dat Nederland in de EU steun kan uitspreken voor een EU Trainingsmissie (EUTM)
voor Oekraïne. Ook is Nederland bereid Oekraïne steun te bieden op cybergebied in
EU-verband indien zij daaraan behoefte hebben. Verder zal Nederland steun voor het
revalidatieprogramma voor Oekraïense veteranen in Doorn voortzetten.
Verder kwamen de bilaterale betrekkingen tussen Nederland en Oekraïne, de steun voor
het hervormingsproces in Oekraïne en economische samenwerking tussen aan bod. Nederland
zegde toe een handelsmissie te organiseren voor bedrijven die interesse hebben om
in Oekraïne te investeren. Ook zal Nederland de steun in het kader van MATRA verder
versterken, FMO en de samenwerking binnen de Wereldbank en IMF kiesgroepen met Oekraïne
intensiveren. De Oekraïense ambities rondom lidmaatschap van de EU en NAVO kwamen
aan de orde, waarbij het Nederlandse standpunt dat dit niet aan de orde is duidelijk
is verwoord.
De Minister-President ontmoette het Nederlandse bedrijfsleven in Oekraïne, waarmee
hij van gedachten wisselde over het hervormingsproces en de rechtstaat in Oekraïne,
de rol van het maatschappelijk middenveld en de kansen en uitdagingen voor het bedrijfsleven
in dit land. De Minister-President heeft in gesprekken het belang van hervormingen
onderstreept, met name op het punt van de rechtsstaat.
Minister Hoekstra sprak met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld
en ging daarbij vooral in op de uitdagingen rond hervorming van het justitieel systeem,
het tegengaan van corruptie en het belang van onafhankelijke media.
Tijdens het bezoek legden Minister-President Rutte en Minister Hoekstra bloemen bij
de herinneringsmuur voor de gevallenen in Kiev, waarbij werd stilgestaan bij het conflict
in oostelijk Oekraïne en de duizenden dodelijke slachtoffers die dit conflict tot
nu toe heeft geëist. Er werd een gezamenlijke verklaring uitgegeven ter gelegenheid
van het bezoek8.
MH17
Tijdens het bezoek was er bijzondere aandacht voor MH17. De delegatie sprak met vertegenwoordigers
van de OVSE SMM om een beeld te krijgen van de uitdagingen waar zij voor staan, in
het bijzonder vanwege de toenemende spanningen in de regio. De Minister-President
en Minister spraken hun grote dankbaarheid uit voor de grote inspanningen van de OVSE
ten behoeve van de waarheidsvinding en repatriëring na het neerhalen van MH17. De
OVSE zegde toe zich hiervoor te blijven inspannen. Ook spraken de bewindspersonen
met vertegenwoordigers van het Joint Investigation Team over hun werk ten behoeve
het strafrechtelijk onderzoek rondom MH17.
Tijdens de gesprekken met de Oekraïense regering is benadrukt dat de inzet van het
kabinet voor waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor de 298 slachtoffers
van het neerhalen van vlucht MH17 en hun nabestaanden prioriteit is en blijft. De
hoorzitting over de ontvankelijkheid van de Nederlandse statenklacht tegen Rusland
bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) op 26 januari jl. is hierin
een belangrijke mijlpaal. Ook werd stilgestaan bij de belangrijke rol van Oekraïne
sinds het neerhalen van vlucht MH17, als partner in het Joint Investigation Team en
op andere sporen. Wederzijdse dank en waardering werd uitgesproken voor de samenwerking
met Oekraïne sinds het neerhalen van vlucht MH17. Oekraïne bevestigd de bereidheid
om hierop nauw te blijven samenwerken. Minister-President Rutte en Minister Hoekstra
stonden stil bij de ramp samen met de medewerkers van de Nederlandse ambassade in
Kiev.
Vervolgens bracht de delegatie een bezoek aan Moldavië. Dit was het eerste bezoek
van een Nederlandse Minister-President aan het land. Ook tijdens het bezoek aan Moldavië
stond de veiligheidssituatie hoog op de agenda. De zichtbare steun die van het bezoek
uitging werd door de Moldavische gesprekspartners, waaronder president Sandu en Minister
van Buitenlandse Zaken Popescu zeer gewaardeerd. Premier Gavrilița kon helaas niet
aanwezig zijn, omdat zij besmet is met corona. Nederland heeft andermaal steun uitgesproken
voor het hervormingspad dat Moldavië is ingeslagen en heeft aangeboden bij te dragen
met Nederlandse kennis en expertise, bijvoorbeeld bij de implementatie van het Derde
Energiepakket in Moldavië. Nederland zal daarnaast in mei een handelsmissie organiseren
voor Nederlandse bedrijven die gevestigd zijn in Roemenië naar Moldavië. Tot slot
hadden de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken een ontmoeting
met een aantal Moldavische parlementariërs, met wie zij van gedachten wisselden over
hun ambities met betrekking tot hervormingen in Moldavië.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie