Brief regering : PBL Voortgangsbericht 2022 en Rode Draden Notitie van het Versnellingshuis Nederland Circulair!
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 176 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2022
Een circulaire economie is een toekomstbestendige economie. In het Coalitieakkoord
                  heeft het kabinet daarom de ambitie opgenomen om Nederland klaar te maken voor de
                  toekomst: klimaatneutraal, fossielvrij en circulair. Een circulaire economie richt
                  zich op het sluiten van de grondstoffenkringloop door het zo min mogelijk gebruiken
                  van nieuwe grondstoffen, het zo veel mogelijk hergebruiken van grondstoffen en het
                  tegengaan van verspilling. Dit is van belang omdat grondstoffen schaars dreigen te
                  worden door een groeiende wereldbevolking. De transitie naar een circulaire economie
                  biedt daarbij veel kansen om op een creatieve en innoverende manier drastisch anders
                  om te gaan met grondstoffen. Niet voor niets is de aandacht voor circulaire economie
                  in Nederland, binnen de EU en wereldwijd enorm toegenomen. Door slimmer om te gaan
                  met grondstoffen draagt een circulaire economie bij aan het voorkomen van klimaatverandering,
                  biodiversiteitsverlies en vervuiling van het leefmilieu en aan het beperken van leveringszekerheidsrisico’s.
                  Om de bijdrage van circulaire economie aan het klimaatvraagstuk te bekrachtigen is
                  in het Coalitieakkoord (Kamerstuk 35 788, nr. 77) opgenomen dat er een ambitieus klimaatdoel voor de circulaire economie komt en een
                  uitvoeringsprogramma.
               
De circulaire economie is volop in ons dagelijks leven aanwezig. Dat is bijvoorbeeld
                  te merken aan het statiegeld op plastic flesjes en de levendige handel in tweedehands
                  kleding. En aan de deelsystemen die steeds vaker in het straatbeeld verschijnen, zoals
                  het delen van auto’s en fietsen. Ondernemers dragen met circulaire initiatieven bij
                  aan een circulaire economie. Nederland was een van de eerste landen die begon te pionieren
                  en van de transitie naar een circulaire economie een speerpunt maakte, waardoor we
                  nu trots kunnen zijn op onze koploperspositie.
               
Om goed te weten wat de stand van zaken is rondom het transitieproces, is het van
                  belang te monitoren en inzichten uit de maatschappij op te halen. Daar dragen het
                  vandaag gepubliceerde Voortgangsbericht Circulaire Economie van PBL en de Rode Draden
                  Notitie van het Versnellingshuis Nederland Circulair! aan bij. Beide rapporten geven
                  aan dat voor het behalen van de ambitie voor een volledig circulaire economie in 2050,
                  het nodig is om de reeds ingezette transitie te versnellen en op te schalen. Hierbij
                  bied ik Uw Kamer beide rapporten aan1. Daarnaast zal ik in deze brief ingaan op de motie van het lid Van Eijs.
               
PBL Voortgangsbericht Circulaire Economie 2022
Het Voortgangsbericht Circulaire Economie (CE) is onderdeel van de beleidscyclus van
                  het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie (UPCE). Op 21 januari 2021 verscheen
                  de eerste Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) (Kamerstuk 32 852, nr. 138). De ICER geeft elke twee jaar een integraal beeld van het transitieproces, terwijl
                  in tussenliggende jaren kort de stand van zaken van de transitie naar een circulaire
                  economie wordt geschetst in het Voortgangsbericht. Op basis van deze inzichten kan
                  beleid worden bijgestuurd.
               
Zoals het Voortgangsbericht CE van PBL laat zien, levert de transitie naar een circulaire
                  economie een belangrijke bijdrage aan vier grote maatschappelijke opgaves: de klimaatopgave,
                  het behoud en de verbetering van de biodiversiteit, het tegengaan van milieuvervuiling
                  (van bodem, lucht en water) en het vergroten van de leveringszekerheid van kritieke
                  grondstoffen. Door efficiënter en zorgvuldiger om te gaan met grondstoffen, materialen
                  en producten kan een bijdrage aan deze vier maatschappelijke opgaves worden geleverd.
                  PBL concludeert dat de boodschappen van de ICER 2021 nog actueel zijn. PBL bekrachtigt
                  nogmaals dat intensivering van beleid noodzakelijk is om grondstoffentrends daadwerkelijk
                  omlaag te brengen, om milieu-impact te verminderen en om de leveringszekerheid te
                  borgen.
               
PBL gaf eerder aan2 dat voor de transitie naar een circulaire economie heldere doelen nodig zijn om te
                  bepalen of het grondstoffengebruik en de effecten daarvan in het juiste tempo de gewenste
                  kant op gaan. Daarnaast zijn doelen een belangrijk sturingsinstrument. Voor de volgende
                  fase in het transitieproces is het nodig om de algemene doelen voor 2030 (halvering
                  gebruik primaire abiotische grondstoffen) en 2050 (Nederland volledig circulair in
                  2050) nader te concretiseren. Op dit moment geeft het Ministerie van IenW daar uitvoering
                  aan samen met de betrokken andere departementen en transitieteams door voor impactvolle
                  productgroepen een set aan doelen te formuleren. Tevens worden roadmaps opgesteld
                  met voorstellen voor maatregelen en activiteiten, en daarbij ook de benodigde financiële
                  middelen in beeld gebracht. Voor de zomer informeer ik uw Kamer over dit traject.
               
De Rode Draden Notitie van het Versnellingshuis Nederland Circulair!
Het Versnellingshuis Nederland Circulair! is een samenwerkingsverband van VNO-NCW/MKB-Nederland,
                  Het Groene Brein, MVO Nederland en het Ministerie van IenW. Samen met meer dan 70
                  Versnellingspartners3 in Nederland helpt het Versnellingshuis ondernemers in de circulaire economie. Uit
                  de evaluatie die eerder met uw Kamer is gedeeld4 blijkt dat de belangrijkste conclusie is dat het Versnellingshuis ondernemers goed
                  helpt in het nemen van stappen in circulair ondernemen.
               
Met de partners van het Versnellingshuis stelt het Versnellingshuis jaarlijks de Rode
                  Draden Notitie op waarin de belemmeringen die bedrijven die reeds (deels) circulair
                  ondernemen het meest tegenkomen worden beschreven. Dit jaar is aan de hand van een
                  enquête bij bedrijven die reeds (deels) circulair ondernemen opgevraagd welke belemmeringen
                  zij het sterkst ervaren en wat de door hun gewenste interventies zijn. Als we deze belemmeringen en interventies
                  bij elkaar nemen, dan komen uit de Rode Draden notitie 2022 drie overkoepelende inzichten
                  naar voren. Ten eerste dat de circulaire transitie zich bevindt in een fase van experimenteren.
                  Dit experimenteren gaat goed en gebeurt veel; opschalen is nu nog de uitdaging. Een
                  tweede inzicht is dat circulaire bedrijven die willen opschalen binnen een lineair
                  systeem tegen grenzen aanlopen. Er is behoefte aan serieuze vraag naar circulaire
                  producten en diensten boven lineaire alternatieven en (stimulerende) intensivering
                  van beleid. Tot slot is er behoefte aan een gedifferentieerde aanpak voor de transitie.
               
Tegelijkertijd blijkt dat bedrijven die al circulair werken positief zijn over de
                  beschikbaarheid van kennis, de mogelijkheden om te experimenteren met nieuwe, circulaire
                  activiteiten, en dat zij voor zichzelf goed weten welke doelen zij willen realiseren
                  om circulair te worden.
               
Wet- en regelgeving is zowel de meest negatief gepercipieerde belemmering als de meest
                  gewenste interventie. Daarbij is belangrijk te onthouden dat bedrijven een breder
                  beeld hebben dan een strikte definitie van de term. Onder het paraplubegrip wet- en
                  regelgeving scharen zij ook beleid, fiscaliteit, en soms ook normen en standaarden.
                  Oftewel, het hele stelsel van regels dat hun markt vormt. Daarvoor kijken zij naar
                  de overheid en lijken zij te vragen om een intensivering van al die aspecten. Dit
                  sluit aan bij de constatering van PBL dat intensivering van het beleid nodig is om
                  de doelen van 2050 te behalen.
               
Motie Van Eijs
De motie van het lid Van Eijs5 verzoekt de regering het Versnellingshuis in te stellen als ondernemersloket voor
                  belemmeringen in wet- en regelgeving, en de continuïteit van het Versnellingshuis
                  te waarborgen. Ondernemers kunnen vanaf de start in 2019 al terecht bij het Versnellingshuis
                  met vragen over circulair ondernemen, en dus ook met vragen over wet- en regelgeving6. Vanaf de oprichting t/m 1 juli 2021 heeft het Versnellingshuis 548 individuele ondernemers
                  met vragen over hun circulaire business case geholpen. De meeste vragen gaan over
                  het vinden van de juiste netwerkpartner of financiering. Ongeveer 10 procent van de
                  vragen (50) gingen (deels) over ervaren belemmeringen die onder de brede term wet-
                  en regelgeving geschaard kunnen worden. De motie Van Eijs vraagt ook om verlenging
                  van de financiering van het Versnellingshuis ná 2024. Hierover zal ik het komende
                  jaar een besluit nemen.
               
Vervolg
Een circulaire economie vormt de basis voor een duurzame samenleving; voor zowel huidige
                  als toekomstige generaties. Inzichten zoals deze naar voren komen in de twee rapporten
                  bij deze brief zijn van belang om de transitie naar een circulaire economie verder
                  vorm te geven. Het is helder dat een intensivering van beleidsinzet nodig is en het
                  tempo van de transitie omhoog moet om de doelen te behalen. De komende tijd wordt
                  uitgewerkt op welke wijze het kabinet invulling gaat geven aan het behalen van de
                  doelstelling om in 2050 circulair te zijn. In het nieuwe uitvoeringsprogramma neem
                  ik de aanbevelingen van het PBL Voortgangsbericht en de gesignaleerde belemmeringen
                  in de Rode Draden notitie mee. Voor het komende half jaar zijn vooral twee zaken van
                  belang: het formuleren van een klimaatdoel voor circulaire economie, zoals opgenomen
                  in het Coalitieakkoord en het formuleren van heldere doelstellingen voor circulaire
                  economie in den brede. In het voorjaar zal ik u nader informeren over mijn inzet op
                  de circulaire economie.
               
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
                  V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
