Brief regering : Rapport ‘Evaluatie Transparantieregister Zorg 2021’. Jaarlijks wordt het Transparantieregister Zorg (TRZ)
32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nr. 273 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2022
Hierbij stuur ik uw Kamer het rapport «Evaluatie Transparantieregister Zorg 2021»1. Jaarlijks wordt het Transparantieregister Zorg (TRZ)2 geëvalueerd op doeltreffendheid en effectiviteit. Ik heb het Instituut Verantwoord
Medicijngebruik (IVM) de opdracht voor deze evaluatie gegeven. Ik zal in deze brief
ingaan op het rapport, nadat eerst kort de achtergrond van het TRZ wordt beschreven.
Transparantieregister Zorg
Al vele jaren zijn er samenwerkingsverbanden tussen de zorg en farmaceutische bedrijven
en/of medische hulpmiddelbedrijven. Deze zijn onmisbaar voor kennisoverdracht over
nieuwe ontwikkelingen, innovaties en ervaringen. Het snel beschikken over innovatieve
therapieën of behandelmethodes is essentieel voor de hoogwaardige gezondheidszorg
die Nederland nastreeft. Het is toegestaan voor bedrijven om zorgaanbieders, (medisch)
beroepsbeoefenaren of patiëntenorganisaties bepaalde tegemoetkoming in de kosten te
geven voor geleverde diensten. Hier mag echter geen sprake zijn van een ongewenste
prikkel of beïnvloeding. De patiënt moet altijd kunnen vertrouwen op de best passende
zorg met de juiste intentie. Daarom is in de Geneesmiddelenwet en in de Wet medische
hulpmiddelen het verbod op gunstbetoon opgenomen. Gunstbetoon is het aanbieden van
geld, goederen of diensten met het kennelijke doel het voorschrijven van genees- of
hulpmiddelen te bevorderen. Bepaalde vormen van gunstbetoon zijn onder voorwaarden
wel toegestaan. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt hier toezicht op.
Om transparantie te kunnen bieden over de samenwerking tussen de zorg en bedrijven
is in 2012 Stichting Transparantieregister Zorg opgericht door de Stichting Code Geneesmiddelen
Reclame (CGR). De CGR beheert de gedragscode voor farmaceutische bedrijven voor gunstbetoon.
Bij de CGR zijn de koepelorganisaties van fabrikanten, ziekenhuizen, artsen, apothekers,
verpleegkundigen en physician assistants aangesloten. Voor de medische hulpmiddelbedrijven
wordt de gedragscode beheerd door de Stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH).
Bij de GMH zijn zowel leveranciers en producenten van medische hulpmiddelen aangesloten,
als ook koepelorganisaties van ziekenhuizen, artsen, verpleegkundigen en audiciens.
Beide gedragscodes vormen de basis voor de verplichte melding van geoorloofde financiële
relaties van farmaceutische en medische hulpmiddelbedrijven in het TRZ.
De IGJ en de CGR hebben samenwerkingsafspraken en wisselen informatie met elkaar uit
over onder andere het TRZ.
De Wet BIG kent sinds 2018 de verplichting tot jaarlijkse evaluatie van het TRZ. De
evaluatie van het TRZ 2021 wordt hieronder toegelicht.
Evaluatie Transparantieregister Zorg 2021
In dit rapport zijn de uitkomsten opgenomen van de derde evaluatie van het TRZ. Het
betreft de evaluatie in 2021 naar de doeltreffendheid en effectiviteit van het TRZ
over de gegevens uit het register in het jaar 2020.
Onder doeltreffendheid wordt in het rapport verstaan:
– of de wijze waarop het TRZ is opgezet, voldoende effectief is zodat de informatie
in het register volledig, actueel en juist is;
– of de wijze waarop het TRZ kan worden geraadpleegd voldoende effectief is (gebruiksvriendelijk
en toegankelijk).
Het IVM heeft voor de effectiviteit de bedoelde en onbedoelde effecten van het TRZ
onderzocht op:
– de farmaceutische en hulpmiddelbedrijven die financiële relaties registreren,
– zorginstellingen (ziekenhuizen) die in het register zijn opgenomen,
– medisch specialisten en huisartsen die in het register zijn opgenomen,
– het publiek dat het register raadpleegt.
Doeltreffendheid
Als methodiek is onder andere een vergelijking gemaakt met het Belgische transparantieregister
voor financiële relaties tussen bedrijven en zorg: BeTransparent.3 In België is melding van financiële relaties in het register verplicht. Uit deze
vergelijking blijkt dat bedrijven die zowel in Nederland als in België actief zijn
en die in België financiële relaties melden in het register, ook in Nederland melding
maken van eventuele financiële relaties.
Om de gebruiksvriendelijkheid en toegankelijk te evalueren is door proefpersonen die
niet tot de groep van melders behoren, een gebruikerstest uitgevoerd. De antwoorden voortkomende uit deze gebruikerstest heeft het IVM
gecombineerd met informatie uit vragenlijsten die door bedrijven zijn ingevuld en
een enquête onder het algemene publiek. De conclusie van het IVM over de toegankelijkheid
van de gegevens in het TRZ is, dat deze goed is met betrekking tot het opzoeken van
zorgprofessionals, mede door de relatie met het BIG-register. Voor het opzoeken van zorgorganisaties
en patiëntenorganisaties is dat niet het geval. Het IVM geeft daarom de aanbeveling
aan St. TRZ om de website te verbeteren; maak het voor consumenten makkelijker om
financiële relaties van bedrijven met patiëntenorganisaties en zorginstellingen op
te zoeken.
Effectiviteit
De bedoelde en onbedoelde effecten van het TRZ zijn door het IVM onderzocht door middel
van vragenlijsten bij bedrijven en ziekenhuizen, interviews met medisch specialisten
en enquêtes bij huisartsen en het algemene publiek. De conclusie die het IVM trekt
is dat het melden van financiële relaties aan het TRZ geen belemmering vormt voor
bedrijven, zorginstellingen en zorgprofessionals om relaties aan te gaan die innovatie
en veiligheid ten goede komen.
Volgens het IVM is het TRZ bij bijna tien procent van de respondenten bekend. Drie
procent van de respondenten gebruikt het ook, vooral om de financiële relaties van
zorgprofessionals op te zoeken.
COVID-19 pandemie
Er is door het IVM rekening gehouden met de COVID-19 pandemie. De invloed van de pandemie
komt naar voren in de trendanalyse die het IVM heeft gemaakt over de uitgaven van
bedrijven aan financiële relaties met de zorg. Uit deze trendanalyse blijkt dat het
totaal gemelde bedrag in het TRZ door medische hulpmiddelenbedrijven in 2020 gestegen
is. Dit is volgens verwachting, omdat de transparantieverplichting in deze sector
is uitgebreid. Het totaalbedrag bij de farmaceutische sector is daarentegen gedaald.
Dit komt door het wegvallen van veel (fysieke) bijeenkomsten door de invloed van de
COVID-19 pandemie. Het aantal financiële relaties van farmaceutische en hulpmiddelbedrijven
met zorgprofessionals is ten opzichte van de evaluatie in 2019 met bijna vijftig procent
gedaald, mogelijk ook als gevolg van de COVID-19 pandemie.
In het onderliggende rapport concludeert het IVM dat de farmaceutische en hulpmiddelbedrijven
juist, volledig en actueel hun financiële relaties melden in het TRZ. De belangrijkste
aanbeveling is om de toegankelijkheid voor wat betreft het opzoeken van zorgorganisaties
en patiëntenorganisaties te verbeteren.
Conclusie
Met bijgaande evaluatie en deze brief wordt voldaan aan het jaarlijks evalueren van
het TRZ, zoals opgenomen in artikel 13 van de Wet BIG. Uit deze evaluatie blijkt dat
het TRZ doeltreffend en effectief is. Het TRZ biedt transparantie aan het algemeen
publiek over eventuele financiële relaties die er zijn tussen zorgprofessionals, zorginstellingen
en patiëntenorganisaties enerzijds, en de farmaceutische en hulpmiddelbedrijven anderzijds.
Het TRZ geeft mensen de mogelijkheid om eventuele financiële relaties op te zoeken
en bespreekbaar te maken. Ik vind het belangrijk dat mensen kunnen nagaan of er financiële
relaties tussen bedrijven en de zorg zijn.
Uit deze derde evaluatie komt wederom naar voren dat het TRZ op hoofdlijnen goed functioneert
en doeltreffend is. Dit laat evenals de vorige evaluaties zien dat de farmaceutische
en medische hulpmiddelbedrijven hun gedragscodes voldoende naleven en transparant
zijn over de financiële relaties die zij aangaan met de zorg.
Dit rapport toont aan dat de zelfregulering goed functioneert.
Ik deel de constatering van het IVM dat de toegankelijkheid van de website ten aanzien
van de zoekfunctie voor relaties met zorgaanbieders en patiëntenorganisaties te wensen
overlaat. Ik vraag daarom de Stichting Transparantieregister Zorg de aanbevelingen
die in dit rapport staan op te volgen. Ik zal hier in een bestuurlijk overleg de aandacht
op vestigen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Indieners
-
Indiener
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport