Brief regering : Uitkomsten externe validering Plan van Aanpak verkeersleiders ProRail
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 958
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2022
In de brief aan uw Kamer1 van 25 november 2021 heeft mijn voorganger toegezegd om uw Kamer te informeren zodra
                  de externe toets op het plan van aanpak van ProRail omtrent de capaciteitstekorten
                  bij de verkeersleiding is afgerond. ProRail heeft recent de notitie van Boston Consulting
                  Group (BCG) met daarin de uitkomsten van de externe toets aangeboden, alsmede een
                  begeleidende brief met een reflectie van ProRail hierop. Beide stukken treft u als
                  bijlage bij deze brief aan2. Door middel van de externe toets heeft ProRail haar plan van aanpak verbeterd om
                  zo het risico op treinuitval verder te beperken. In deze brief ga ik hier nader op
                  in. Tevens geef ik door middel van deze brief invulling aan de motie van de leden
                  Amhaouch en Boulakjar3.
               
Uitkomsten van de externe toets
In het bijgevoegde memo deelt BCG haar reflecties op het plan van aanpak, de daarbij
                  horende veranderaanpak en geeft zij een prognose af met betrekking tot de capaciteit
                  bij de verkeersleiding. BCG concludeert dat ProRail op de korte termijn aan de juiste
                  maatregelen werkt en dat het plan met een aantal aanscherpingen ook alle relevante
                  acties voor de middellange-termijn bevat. Om tot deze conclusie te komen heeft BCG
                  eerst de grondoorzaken geïnventariseerd, waarna ze heeft vastgesteld dat de maatregelen
                  uit het plan van aanpak van ProRail hier goed op ingrijpen. Tevens is door BCG gekeken
                  of er nog additionele maatregelen te nemen zijn.
               
ProRail herkent de conclusies van BCG over de maatregelen die genomen zijn en de aanscherpingen
                  die te maken zijn. ProRail heeft daarom samen met BCG een aantal maatregelen uit het
                  plan van aanpak aangepast. Deze maatregelen zijn bijvoorbeeld het potentieel verkorten
                  van de opleiding en uitbreiding van de opleidingscapaciteit, de prognoses van de personeelsplanning
                  regelmatig en onafhankelijk laten analyseren en het wenkend perspectief te geven om
                  de functie treindienstleider interessant te houden. Dit laatste door onder andere
                  pilots met digitalisering binnen de verkeersleiding op te starten. Ook zijn een aantal
                  lopende maatregelen (die los van het plan van aanpak en de daarbij horende taskforce
                  gestart waren) toegevoegd om de focus en overzicht te houden zoals het ondersteunen
                  van het operationeel management door o.a. trainingsprogramma’s, het standaardiseren
                  van de bedrijfsvoering door o.a. een duidelijke verantwoordingscyclus, het vergroten
                  van de flexibiliteit, voorspelbaarheid en haalbaarheid van de operationele planning,
                  en vrijwillig meer werken (het aanbieden van uitbreiding van contracturen, mits de
                  veiligheid niet in het geding komt). Over de verdere uitwerking van de aangepaste
                  en aangescherpte maatregelen informeert ProRail mij in het eerste kwartaal van 2022
                  nader. Ondertussen houd ik scherp in de gaten welke resultaten behaald zijn en met
                  welke ontwikkelingen ProRail te maken heeft. Ik zal uw Kamer opnieuw informeren, zodra
                  ik de nadere uitwerking van ProRail heb ontvangen.
               
BCG verwacht dat, ondanks een succesvolle implementatie van de maatregelen uit het
                  plan van aanpak die nu in gang gezet zijn, de situatie in algemene zin in de eerste
                  helft van 2022 op een aantal posten kwetsbaar blijft. Op landelijk niveau blijft de
                  situatie in de zomer van 2022 en 2023 kwetsbaar in verband met zomerverlof. Kwetsbaar
                  betekent dat er alleen ruimte is voor noodzakelijke diensten, en niet voor onder andere
                  vakonderhoud (het op peil houden van kennis). In het geval van hoog verzuim kan dit
                  betekenen dat een werkplek niet bezet kan worden en de treinen op een bepaald baanvak
                  niet kunnen rijden. De prognose van BCG laat zien dat er tot en met 2023 risico blijft
                  op treinuitval en dat daarna het totaal inzetbare verkeersleiders – door de invoering
                  van de maatregelen uit het plan van aanpak – weer voldoende lijkt te zijn om alle
                  reguliere taken en werkzaamheden uit te voeren. Dit sluit aan bij het eerdere signaal
                  dat mijn voorganger aan uw Kamer heeft gegeven. Na 2023 blijven op een aantal specifieke
                  posten aanvullende maatregelen nodig, maar dit brengt naar verwachting geen risico
                  voor treinuitval met zich mee. Bij bovenstaande analyse moet in ogenschouw genomen
                  worden dat de steeds veranderende situatie met betrekking tot corona(besmettingen),
                  quarantaineregels/richtlijnen en daaraan gerelateerd verzuim tot aanvullende bezettingsrisico’s
                  bij de verkeersleiders kan leiden. Net zoals bij andere sectoren zorgt het in quarantaine
                  gaan van medewerkers voor uitdagingen in de bezetting. Deze veranderende situatie
                  maakt het niet mogelijk om precies te bepalen wat de impact hiervan gaat zijn, maar
                  ProRail houdt het nauwlettend in de gaten.
               
Het perspectief dat de capaciteitsproblematiek bij de verkeersleiding nog tot en met
                  2023 risico’s op treinuitval kan geven, stelt ProRail voor het complexe vraagstuk
                  om additionele maatregelen te nemen. De additionele maatregelen die BCG identificeert,
                  hebben significante uitvoeringsrisico’s. Deze risico’s brengen wezenlijke discussie
                  over de haalbaarheid en wenselijkheid met zich mee. BCG ziet twee additionele maatregelen
                  die mogelijk een verschil kunnen maken: verdere (tijdelijke) versnelling en uitbreiding
                  van de opleiding en/of het anders organiseren van het werk om zo diensten uit te sparen.
                  De uitvoeringsrisico’s hierbij betreffen onder andere interne uitvoerbaarheid, afhankelijkheid
                  van externe bedrijven en acceptatie van maatregelen door medewerkers. ProRail heeft
                  mij gemeld dat zij deze potentiële maatregelen zorgvuldig gaat afwegen. Ik zal de
                  uitkomst hiervan meenemen als ik uw Kamer, zoals eerder in deze brief aangegeven,
                  informeer over de uitwerking van de aangepaste en toegevoegde maatregelen. In de tussentijd
                  blijf ik in gesprek met ProRail over de ontwikkelingen en de maatregelen die zij hebben
                  genomen. Ik volg de resultaten van de maatregelen op de voet en ik laat ProRail mij
                  hier regelmatig over informeren.
               
Ik ben me bewust van het ongemak dat treinuitval oplevert bij reizigers. Het plan
                  van aanpak van ProRail inclusief de externe toets geeft mij het vertrouwen dat ProRail
                  alles op alles zet om ervoor te zorgen dat treinuitval wordt voorkomen.
               
Daarbij constateer ik dat een verdere toename van het aantal coronagevallen onzekerheden
                  met zich meebrengt. Graag wil ik daarom nogmaals mijn waardering uitspreken voor het
                  werk dat de verkeerleiders verzetten en het belang van hun werk onderstrepen.
               
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
                  V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
