Brief regering : Reactie op verzoek commissie over Argos reportage betreffende Jezidi-getuigenissen
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 886 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2022
Door de vaste kamercommissie Justitie en Veiligheid, specifiek het lid Van Nispen
(SP) is verzocht om een brief over de reportage van radioprogramma Argos van zaterdag
22 januari jl., getiteld «Jezidi-getuigenissen ongehoord.» Met deze brief komen wij
tegemoet aan dit verzoek. De brief gaat in op de inspanningen die door Nederland worden
verricht om getuigenissen van Yezidi's over tegen hen begane misdrijven te verkrijgen
en te gebruiken. Achtereenvolgens komen bewijsvergaring door (o.a.) UNITAD en IIMM,
overige internationale inspanningen om te komen tot bewijsvorming en de strafrechtelijke
vervolging in Nederland aanbod.
Bewijsvergaring door (o.a.) UNITAD en IIIM
Een aantal internationale organisaties houdt zich bezig met het vergaren van bewijs
voor gepleegde internationale misdrijven, waaronder UNITAD1 en IIIM2, onderzoekscommissie CIGE3 en (lokale) NGO’s zoals Yazda. Deze organisaties hebben toegang tot plaatsen delict,
lokale gemeenschappen en hebben contact met Yezidi-slachtoffers en slachtofferorganisaties
voor het vergaren van getuigenverklaringen. Deze organisaties worden door het Ministerie
van Buitenlandse Zaken ondersteund.
UNITAD en IIIM, die werken volgens internationale standaarden, hebben in hun bewijzenbanken
de getuigenverklaringen verzameld van een breed scala aan slachtoffergroepen, waaronder
van de Yezidi-gemeenschap. Alleen al IIIM heeft meer dan twee miljoen bewijsstukken
verzameld en ontwikkelt analyses ter ondersteuning van jurisdicties die deze misdaden
onderzoeken om daders verantwoordelijk te houden. De informatie in deze bewijzenbanken
kan – indien voldoende toetsbaar – ook worden gebruikt in Nederlandse strafrechtelijke
onderzoeken.
Het is van groot belang dat slachtoffers hun verhaal in een veilige omgeving kunnen
vertellen. Daarom ligt de focus van de Nederlandse steun aan UNITAD op slachtofferondersteuning
en getuigenbescherming. Door deze steun kon de Witness Protection and Support Unit
(WPSU) worden opgericht, de enige «unit» binnen UNITAD die psychologische hulp biedt
aan slachtoffers uit de Yezidi gemeenschap.
Overige internationale inspanningen
Nederland zet zich tevens in op andere vormen van internationale samenwerking. Politie
en Openbaar Ministerie (OM) nemen namens Nederland deel aan het EU Netwerk van nationale
aanspreekpunten inzake genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven,
kortweg het Genocide Network genoemd. Binnen dit netwerk, dat in 2002 mede op Nederlands initiatief is opgericht,
vindt afstemming plaats tussen de verschillende eenheden die zich bezighouden met
de opsporing en vervolging van Internationale Misdrijven. Hierbij worden naast algemenere
thematiek ook concrete zaken, ervaringen en voorbeelden gedeeld ten bate van de internationale
aanpak van deze ernstigste categorie misdrijven. Daarnaast zijn Zweden en Frankrijk
in 2021 een zogenaamd Joint Investigation Team (JIT) gestart dat zich richt op misdrijven
gepleegd tegen de Yezidi's door Europese uitreizigers. Het Nederlandse OM en het Team
Internationale Misdrijven van de politie zijn hierop aangesloten. Alle relevante informatie
wordt met hen gedeeld en Nederland draagt binnen de reikwijdte van het onderzoek van
dit JIT actief bij aan het vergaren van informatie die kan wijzen op betrokkenheid
van Nederlandse uitreizigers.
Strafrechtelijke vervolging
Het kabinet hecht grote waarde aan de vervolging en berechting van IS-strijders. Het
opsporen en vervolgen van misdrijven die door IS-strijders zijn gepleegd, is tegelijkertijd
een zeer complexe aangelegenheid en vergt uitgebreid onderzoek door specialistische
teams van politie en het OM. Dit onderzoek wordt bemoeilijkt door het feit dat bewijsvergaring
gedeeltelijk moet plaatsvinden in een conflictgebied of op het grondgebied van een
partij waarmee niet kan worden samengewerkt. Ook regelgeving op het gebied van het
delen van informatie maakt dergelijk onderzoek complex.
Indien er aanwijzingen zijn van betrokkenheid van Nederlanders, of een andere omstandigheid
die vervolging in Nederland mogelijk maakt (bijvoorbeeld een verdachte die in Nederland
verblijft), wordt er door politie en OM altijd gekeken naar de mogelijkheden om bewijs
hiervoor te vergaren. Die aanwijzingen kunnen bijvoorbeeld komen van bovengenoemde
bewijsvergaringsmechanismes, partners vanuit het Genocide Network of het JIT, NGO's
of van de verklaringen van getuigen of slachtoffers die zich direct bij de Nederlandse
autoriteiten hebben gemeld. De Officieren van Justitie gespecialiseerd in internationale
misdrijven zullen, indien zij daartoe voldoende aanleiding zien, vervolgens vervolging
in stellen op basis van de Wet Internationale Misdrijven.
In Nederland streven politie en OM ernaar dat slachtoffers en getuigen van Nederlandse
IS-strijders hun weg naar het gespecialiseerde Team Internationale Misdrijven direct
weten te vinden. Daarom zijn zij al enige tijd actief bezig om bekendheid, begrip
en vertrouwen op te bouwen binnen de Yezidi-gemeenschap.
Zij doen dat onder meer via het bestaande netwerk van NGO’s, zodat slachtoffers en
getuigen niet alleen weten waar zij met hun verhalen terecht kunnen, maar ook wat
politie en justitie voor hen kunnen betekenen. Door de bekendheid en het benodigde
vertrouwen binnen de Yezidi-gemeenschap waarover deze NGO’s beschikken, vormen zij
een belangrijke schakel.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken