Brief regering : Aanvulling besluit eindexamen voortgezet onderwijs 2022
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 507
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2022
Op 17 december jl. (Kamerstuk 31 289, nr. 506) heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd over het besluit eindexamen voortgezet
onderwijs 2022. Sinds dat moment is de weg naar het eindexamen opnieuw toch weer hobbeliger
en meer onvoorspelbaar gebleken dan we hadden gehoopt. Elke nieuwe coronagolf zorgt
voor extra lesuitval en dat gaat ten koste van de examenvoorbereiding. Eindexamenleerlingen
en hun leraren proberen desondanks op dit moeilijke parcours de eindstreep zo goed
mogelijk te bereiken. Veel leerlingen lukt dat ook, mede dankzij de inspanningen van
henzelf en hun leraren. Alleen is onduidelijk hoe de situatie zich verder gaat ontwikkelen
en dit brengt onzekerheid met zich mee over hoe de voorbereiding er verder nog uit
zal zien. Daarom wil ik met de eindstreep in zicht een extra maatregel nemen en daarmee
vertrouwen geven aan leerlingen die dat nodig hebben. Daarom hoeven leerlingen in
examenjaar 2022, net als vorig jaar, als het niet anders kan in het eindresultaat
één vak (niet zijnde een kernvak) niet mee te tellen voor het kunnen slagen voor het
diploma. Dit geldt dus voor alle diplomakandidaten, zowel in regulier vo als vavo
en staatsexamen. Hieronder licht ik toe hoe ik tot dit besluit ben gekomen.
We zijn dit schooljaar hoopvol gestart, met de verwachting dat het veel leerlingen
zou gaan lukken om eventuele vertraging in te lopen en zich goed voor te bereiden
op het eindexamen. Gesteund door het Nationaal Programma Onderwijs hebben scholen
mogelijkheden gekregen om examenleerlingen de extra ondersteuning bieden die nodig
is.
Afgelopen najaar werd duidelijk dat er toch maatregelen nodig zouden zijn in 2022.
Mijn ambtsvoorganger heeft daarom in december verschillende maatregelen aangekondigd,
waaronder een extra herkansing, de mogelijkheid om de examens te spreiden over twee
tijdvakken en de gedeeltelijke afsluiting van het centraal schriftelijk en praktische
examen als schoolexamen.
Inmiddels zitten we in een andere situatie dan toen deze maatregelen werden aangekondigd.
Na de kerstvakantie zijn de scholen gelukkig weer open gegaan, na een korte schoolsluiting
van één week voorafgaand aan de vakantie. Sinds de start van het nieuwe jaar krijgen
we echter signalen dat veel scholen te kampen hebben met fysieke lesuitval, door ziekte
en quarantaine van zowel leerlingen als leraren. Deze omstandigheden komen bovenop
de gevolgen van corona op het onderwijs die deze examenleerlingen al tweeënhalf jaar
ervaren, die ook hun weerslag hebben op de mentale gezondheid van leerlingen. De huidige
omstandigheden zijn de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen. Hierdoor
wordt een goede voorbereiding op het examen en het inlopen van eventuele vertragingen
moeilijker voor leerlingen. Daarom acht ik het nodig om nu de duimregeling uit 2021
door te trekken naar 2022, waarmee we op een vergelijkbaar maatregelenpakket uitkomen
als vorig jaar. Daarmee doen we recht aan de situatie waarin leerlingen zich nu moeten
voorbereiden op het eindexamen.
Concreet betekent dit besluit dat diplomakandidaten die dat nodig hebben om te slagen,
het resultaat van één vak niet hoeven mee te tellen bij het bepalen van uitslag. Dit
mag geen kernvak zijn.1 Het volledige eindexamen van alle vakken (zowel het schoolexamen als het centraal
examen) moet worden afgerond. Het resultaat van het vak telt niet mee in de uitslagbepaling
(bijvoorbeeld bij de toepassing van de 5,5 regel) maar wordt wel zichtbaar gemaakt,
door vermelding op de cijferlijst.
Bij de overweging van mogelijke maatregelen heb ik meegewogen dat een aanvullende
maatregel voldoende recht moet doen aan de omstandigheden, geen onnodige afbreuk doet
aan de waarde van het diploma en voor alle diplomakandidaten uitvoerbaar moet zijn.
De keuze voor een duimregeling heb ik, net als mijn ambtsvoorganger vorig jaar, zorgvuldig
afgewogen. Er is sprake van een dilemma omdat de duimregeling een effect kan hebben
op de motivatie van leerlingen en hun gedrag in de klas. Gezien de omstandigheden
denk ik dat het bieden van deze mogelijkheid nu nodig is. Tegelijkertijd roep ik alle
leerlingen op om zich zo goed mogelijk voor te bereiden en zo goed mogelijk hun best
te doen op het gehele eindexamen. Dit is ook in hun eigen belang omdat ze daarmee
ook het beste voorbereid zijn op de overstap naar het vervolgonderwijs. De duimregeling
is dus nadrukkelijk bedoeld als vangnet, zodat leerlingen die aan het einde net iets
tekortkomen, toch kunnen slagen.
Ik heb mijn dilemma rond de duimregeling gedeeld met de vertegenwoordigers van zowel
het voortgezet- als het vervolgonderwijs. Ik proefde hierbij dat zij begrip hebben
voor het besluit, gelet op omstandigheden waar we nu in verkeren. Samen met de sector
wil ik mij er voor inspannen dat toekomstige examenjaren zo regulier mogelijk verlopen.
Ik ga hierover ook graag met uw Kamer in gesprek tijdens het debat over examens in
het voortgezet onderwijs, welke aankomende woensdag gepland staat.
Sinds mijn aantreden als Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs ben ik getroffen
door de enorme veerkracht van leerlingen, leraren en alle andere betrokkenen in het
onderwijs. Er wordt, soms onder moeilijke omstandigheden, alles op alles gezet om
leerlingen goed voor te bereiden op het examen en op de overstap naar het vervolgonderwijs.
Ik wens hen hierbij heel veel succes.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Indieners
-
Indiener
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.