Brief regering : Tweede periodieke rapportage staatsagent KLM
29 232 Air France – KLM
Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 januari 2022
De staatsagent, de heer dr. Jeroen J.M. Kremers, houdt in opdracht van de Nederlandse
staat onafhankelijk toezicht op de implementatie en naleving van de voorwaarden uit
het steunpakket door KLM.1 In het steunpakket zijn zowel bedrijfseconomische voorwaarden als duurzaamheids-
en leefbaarheidsvoorwaarden opgenomen.
De staatsagent rapporteert periodiek aan zijn opdrachtgever, de Nederlandse staat,
over de naleving door KLM van de bovengenoemde voorwaarden. Zoals aangegeven in de
Kamerbrief van 3 november 2020, zullen de bevindingen van de staatsagent door middel
van rapportages ook aan uw Kamer worden verstrekt.2
Op 11 juni 2021 hebben onze voorgangers uw Kamer de eerste rapportage van de staatsagent
toegestuurd.3 Met deze brief informeren wij u over de werkzaamheden van de staatsagent die sindsdien
hebben plaatsgevonden en sturen wij uw Kamer de tweede periodieke rapportage toe die
de staatsagent recent met ons heeft gedeeld. Deze rapportage treft u bijgaand aan4.
Bevindingen staatsagent in de tweede periodieke rapportage
Naleving bedrijfseconomische en financiële voorwaarden
De staatsagent concludeert dat door KLM in 2020 voortvarend werk is gemaakt van crisismanagement
en kostenbesparing om aan de eerste gevolgen van de coronacrisis het hoofd te bieden.
Met deze inspanning en het doortastende optreden van de medewerkers van KLM is volgens
de staatsagent in 2021 ruimschoots voldaan aan de bedrijfseconomische en financiële
condities van het steunpakket. De staatsagent constateert dat KLM naar verwachting
in 2022 ook zal voldoen aan de bedrijfseconomische en andere financiële voorwaarden.
Het achterliggende doel van de bedrijfseconomische en financiële voorwaarden is om
de concurrentiepositie van KLM structureel te verbeteren. Volgens de staatsagent zijn
aanvullende maatregelen vanuit KLM nodig om deze achterliggende doelen ook na 2022
structureel te halen, bijvoorbeeld door verdere kostenreducties en een productiviteitsverbetering.
Volgens de staatsagent is in 2020–2021 de meeste aandacht uitgegaan naar crisismanagement
en het voldoen aan de financiële en bedrijfseconomische voorwaarden. Het plannen van
een langere-termijn structuurversterking is voor een luchtvaartmaatschappij onder
de huidige onzekerheid niet eenvoudig. De staatsagent constateert echter dat actuele
ontwikkelingen, zoals de hardnekkigheid van het coronavirus en de veranderde maatschappelijke
kijk op luchtvaart als gevolg van klimaatverandering, de luchtvaartmaatschappijen
nopen tot heroverweging van hun bedrijfsmodel, waarbij in ieder geval meer flexibiliteit
nodig is om op onvoorziene omstandigheden te kunnen inspelen.
Wij onderschrijven de noodzaak tot het structureel verbeteren van de concurrentiepositie
van KLM, waarbij eveneens rekening wordt gehouden met duurzaamheids- en leefbaarheidsaspecten.
In zijn volgende rapportage zal de staatsagent rapporteren over de voortgang hiervan.
Bevindingen staatsagent inzake mogelijke medewerking aan of facilitering van belastingontwijking
Onderdeel van de steunvoorwaarden is de toezegging van KLM dat zij mogelijke medewerking
aan of facilitering van belastingontwijking door werknemers van KLM beëindigen. In
zijn rapportage heeft de staatsagent zijn eerste bevindingen hierover opgenomen.
De staatsagent constateert dat een lagere belastingdruk een overweging kan zijn voor
KLM-medewerkers om in het buitenland woonachtig te zijn. Volgens de staatsagent verlaagt
het aanbieden door KLM van een kosteloze vergoeding voor het internationale woon-werkverkeer
de drempel voor medewerkers die, omwille van deze fiscale redenen, in het buitenland
(willen) wonen.
Volgens de staatsagent kunnen er echter ook niet-fiscale redenen zijn voor KLM-medewerkers
om in het buitenland woonachtig te zijn, zoals gezinsomstandigheden. Volgens de staatsagent
kan van KLM niet worden verwacht dat voor elke medewerker wordt gecontroleerd wat
de persoonlijke omstandigheden zijn en of er sprake is van belastingontwijking. Daarvoor
zijn de individuele omstandigheden te zeer bepalend en uiteenlopend.
Wel constateert de staatsagent dat van KLM kan worden verwacht dat mogelijke belastingontwijking
door werknemers het bedrijf tot zorg is, zeker indien gebruik wordt gemaakt van faciliteiten
die door het bedrijf worden aangeboden. Deze constatering onderschrijven wij en wij
vinden het van belang dat de staatsagent en KLM tot een passende oplossing komen hiervoor.
Het ligt volgens de staatsagent voor de hand dat door KLM wordt gedacht aan generieke
initiatieven om aan mogelijke facilitering een einde te maken. De staatsagent is hierover
met KLM in gesprek en zal in de volgende rapportage de voortgang melden.
Naleving voorwaarden inzake netwerkkwaliteit
De staatsagent gaat in de rapportage in op de voorwaarde dat KLM het netwerk vanuit
Nederland zal ontwikkelen in overeenstemming met onder meer de Luchtvaartnota en het
op basis daarvan op te stellen beleidskader netwerkkwaliteit, waarover door het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat naar verwachting in de tweede helft van 2022 meer
informatie kan worden gegeven. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat rapporteert
jaarlijks over de connectiviteit op Schiphol op basis van een monitoronderzoek. Voor
de beoordeling van de structurele netwerkkwaliteit van KLM is deze rapportage van
beperkte betekenis, aangezien het netwerk ook in 2021 nog sterk te lijden had van
de coronacrisis. Bovendien zal voor de monitoring van deze voorwaarde het nieuwe beleidskader
netwerkkwaliteit maatgevend zijn. Tegen die achtergrond zal de staatsagent in overleg
met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bezien op welke wijze in afwachting
van en in aanvulling op het nieuwe beleidskader netwerkkwaliteit externe deskundigheid
kan helpen om de ontwikkeling van het netwerk van de KLM-groep te kunnen monitoren
en beoordelen.
Naleving voorwaarden inzake leefbaarheid
De staatsagent noemt initiatieven waaraan KLM zich heeft gecommitteerd: het uitvoeringplan
hinderreductie, het actieplan ultrafijnstof, het actieprogramma stikstof en de uitvoeringsagenda
Air Rail. Hij geeft aan dat 29 relevante acties voor KLM zijn geïdentificeerd en dat
naar het oordeel van KLM en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de noodzakelijke
stappen worden gezet. De staatsagent geeft aan op basis van dit overzicht te zullen
bezien of de monitoring op onderdelen kan worden aangescherpt en meer op het behalen
van concreet resultaat kan worden toegespitst.
Wat betreft ultrafijnstof heeft KLM in 2020 deelgenomen aan de pilot duurzaam taxiën.
Dit bespaart brandstof en brengt daardoor de CO2-, stikstof- en (ultra)fijnstofuitstoot omlaag. Afgesproken is ook dat KLM evenredig
bijdraagt aan vermindering van nachtvluchten op Schiphol. De reductie tot maximaal
29.000 vluchten wordt juridisch verankerd in het luchthavenverkeersbesluit Schiphol
(LVB1). Het ontwerp-LVB is in februari 2021 aan uw Kamer gestuurd. Vanwege het controversieel
verklaren van de LVB-behandeling en onduidelijkheid over de natuurvergunningprocedure
voor Schiphol waren verdere stappen richting een definitief LVB nog niet mogelijk.
Als gevolg van de coronacrisis is het aantal nachtvluchten voor nu overigens wel sterk
gedaald. Verder noemt de staatsagent de afspraak dat KLM meewerkt aan vermindering
van het aantal ernstig gehinderden rond Schiphol met jaarlijks 2% en de creatie van
periodieke rustmomenten op de verschillende aanvlieg- en uitvliegroutes, conform het
kabinetsbesluit in 2019. Deze voorwaarde voor vermindering van het aantal ernstig
gehinderden is nog niet nader geoperationaliseerd, mede vanwege de LVB ontwikkelingen.
Operationalisering is noodzakelijk voor de monitoring. De staatsagent noemt voorts
de stappen inzake KLM-vlootvernieuwing die bijdraagt aan vermindering van geluidsoverlast,
stikstof, ultrafijnstof en CO2.
Ten aanzien van de afspraak dat KLM actief bijdraagt aan de actieagenda Air Rail noemt
de staatsagent de lopende ontwikkelingen. Daaraan voegt hij toe scherper te gaan analyseren
wat KLM kan bijdragen aan het behalen van concrete resultaten voor de zes prioritaire
bestemmingen Brussel, Parijs, Londen, Düsseldorf, Frankfurt en Berlijn.
Naleving voorwaarden inzake duurzaamheid
KLM heeft zich gecommitteerd aan de doelstellingen van het Ontwerpakkoord Duurzame
Luchtvaart, inclusief beperking van de absolute CO2-uitstoot in 2030 tot het niveau van 2005. Blijkens het KLM jaarverslag 2020 was de
totale uitstoot van de KLM-groep in 2019 reeds met 4% gedaald ten opzichte van 2005.
De ambitie van KLM is 15% reductie van de CO2-uitstoot van de totale vluchtoperatie van de groep in 2030 ten opzichte van 2005.
Daarmee zal KLM volgens de staatsagent ruimschoots voldoen aan de afspraken. In 2020
en 2021 zat KLM er fors onder, maar dit werd vertekend door de coronacrisis. KLM heeft
ook een 50% reductie in 2030 toegezegd van de CO2-uitstoot per passagierskilometer ten opzichte van 2005. De staatsagent constateert
dat na de daling in 2019 reeds 31% reductie was bereikt. Dit is vervolgens omgeslagen
in een tijdelijke stijging in 2020 tot boven het niveau van 2005. Door de coronacrisis
was de bezettingsgraad namelijk veel lager dan normaal, waardoor de uitstoot per passagierskilometer
toenam.
Verder heeft KLM zich gecommitteerd aan tenminste 14% bijmenging van duurzame brandstof
in 2030 voor de uit Nederland vertrekkende internationale vluchten en is afgesproken
dat KLM deelneemt aan de eerste Europese fabriek voor duurzame luchtvaartbrandstof.
In mei 2019 kondigden KLM, SkyNRG en SHV Energy samenwerking aan met een commitment
van KLM voor afname van 75 kton per jaar. De staatsagent noemt hierbij de Kamerbrief
van 16 december 2021 die meldt dat de oplevering vertraging heeft opgelopen en dat
nu gestreefd wordt naar opening in 2025/2026.5 De staatsagent wijst verder op het bescheiden bijmengpercentage van de KLM-groep
tot nu toe, hetgeen betekent dat het bijmengpercentage op weg naar 2030 jaarlijks
gemiddeld ruim 1,5% zal moeten worden verhoogd om aan de verplichting in 2030 te kunnen
voldoen. Recent maakte KLM bekend te starten met bijmenging van 0,5% duurzame brandstof
voor vluchten vanaf Schiphol met de ambitie van 10% bijmenging in 2030 voor alle vluchten
wereldwijd. Naar zeggen van KLM correspondeert de Nederlandse doelstelling van 14%
bijmenging voor vluchten vanuit Nederland onder bepaalde aannames met circa 8% bijmenging
van KLM wereldwijd, waardoor de nieuwe ambitie van KLM (10% wereldwijd) kan worden
gezien als een versterking van de mondiale ambitie. De komende jaren zal er sprake
moeten zijn van een sterk groeiende toename van het bijmengpercentage om de uitgesproken
ambitie te kunnen realiseren.
Vervolgstappen
De volgende rapportage zal door de staatsagent naar verwachting in mei van dit jaar
worden afgerond. Wij zullen uw Kamer hierover informeren en de rapportage met u delen.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat