Brief regering : Rapport over de effectiviteit van verschillende toepassingen van het Coronatoegangsbewijs
35 971 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met uitbreiding van de tijdelijke regels om de inzet van coronatoegangsbewijzen te verbreden naar personen die arbeid verrichten en bezoekers (Tijdelijke wet verbreding inzet coronatoegangsbewijzen)
35 972 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het schrappen van het instemmingsrecht
van medezeggenschapsorganen van onderwijsinstellingen bij de inzet van coronatoegangsbewijzen
in het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs
35 973 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met differentiatie in coronatoegangsbewijzen
(Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen)
Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2022
Hierbij stuur ik u de rapportage van de TU Delft, UMC Utrecht, Populytics, Erasmus
Universiteit Rotterdam en Erasmus MC naar de effectiviteit van het coronatoegangsbewijs1. Dit rapport is in opdracht van mijn ministerie opgesteld. Het onderzoek is verricht
in de periode van november 2021 tot januari 2022 en is gebaseerd op de epidemiologische
situatie in deze periode. Er is gestart met de dominante deltavariant met een R-waarde
van circa 1,0, waarna de omikronvariant – met een uitgangsreproductiegetal van 1,8 –
haar intrede deed.
Het onderzoek bestaat uit vier sporen: modelanalyse, gedragseffecten, internationale
vergelijking en advies voor actualisatie.
De modelanalyse omvat twee verschillende wijzen van modellering naar de effectiviteit
van de verschillende ctb-modaliteiten gekeken. Enerzijds wordt het individuele risico
van een persoon op een ctb-plichtige locatie of activiteit berekend. Anderzijds wordt
het effect op de omvang van de epidemie – door middel van het reproductiegetal – bepaald
op basis van de inzet van ctb bij een bepaald aantal contacten. Het rapport laat zien
dat doordat de epidemiologische situatie tussen november en nu is gewijzigd, de relatieve
effectiviteit van de verschillende modaliteiten is veranderd.
De onderzoekers komen tot de volgende vier conclusies, waarbij de impact op het huidige
ctb-beleid is toegevoegd:
1. Gebruik maken van een ctb kan het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames verlagen,
voor zowel de delta,- als de omikronvariant. Daarbij is 1G effectiever dan 2G en 3G.
In de huidige epidemiologische situatie, is de risicoreductie op besmetting bij gebruik
van ctb minder groot dan in de periode waarin de deltavariant dominant was. De relatieve
veiligheid – de kans op besmetting ten opzichte van geen ctb-regime – voor een (kwetsbaar)
individu die een locatie wil bezoeken of een ondernemer en zijn personeel op een ctb-locatie,
is dus afgenomen. Er is dus sprake van risicoreductie, niet van 100% veiligheid.
2. Met de inzet van een ctb was het in november 2021 mogelijk om het reproductiegetal
tot onder de 1 te laten dalen. Op basis van de modellering van de epidemiologische
situatie in januari 2022 was dat niet mogelijk. Dit bevestigt dat de inzet van het
ctb dan ook te allen tijde in relatie tot de epidemiologische situatie en het geldende
maatregelenpakket moet worden bezien.
3. De effectiviteit van 1G beleid is vooral groot als 1G op veel locaties (en dus contacten)
van toepassing is en de kwaliteit van de toegangstesten hoog is. De onderzoekers constateren
dat een bredere toepassing van 1G moeilijker uitvoerbaar is. In de brief aan uw Kamer
«Kamerbrief over Overwegingen 1G» is mijn ambtsvoorganger uitgebreider ingegaan op
de inzet van 1G, onder meer in relatie tot de kosten, de proportionaliteit, uitvoerbaarheid
en de subsidiariteit.
4. De effectiviteit van 2G- en 3G-beleid in relatie tot het reproductiegetal is in sterke
mate afhankelijk van de mate van immuniteit onder de bevolking, waarbij 2G en 3G vooral
effectief zijn bij een groot verschil in immuniteit tussen de groep die wel en geen
toegang krijgt tot een setting cq locatie. Naarmate de mate van vaccinatie of herstel
beter beschermt tegen het dominante virus, zal 2G effectiever zijn dan 3G. Dat uit
zich in minder besmettingen en relatief veel minder ziekenhuisopnames.
5. Echter in de huidige epidemiologische situatie van januari 2022, is het verschil in
invloed tussen 2G- en 3G-beleid op het reproductiegetal beperkt. Het verschil is sterk
afhankelijk van verschillende contextfactoren.
De onderzoekers bevelen aan de modellen maandelijks te actualiseren en te verfijnen
met nieuw vergaarde data en inzichten uit binnen- en buitenland. Ook is ingegaan op
de uitkomsten van gedragsonderzoek dat heeft plaatsgevonden en een analyse van de
aanpak en studies uit het buitenland over effectiviteit van ctb-beleid.
Ik stuur u het rapport, zonder appreciatie, zodat u de uitkomsten mee kunt nemen bij
het opstellen van de nadere verslagen over de wetsvoorstellen Tijdelijke wet verbreding
inzet ctb, de Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen en de Wijziging
van de Wet publieke gezondheid wegens het schrappen van het instemmingsrecht van medezeggenschapsorganen
bij de inzet van coronatoegangsbewijzen in het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs
(Kamerstukken 35 971, 35 972 en 35 973).
Bij de beantwoording van uw vragen neem ik uiteraard de opbrengst van dit rapport
mee.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Indieners
-
Indiener
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.