Brief regering : Strategisch Koersdocument 2026 CBR
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 979 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2021
In de zomer van 2020 heeft mijn voorganger het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
(CBR) gevraagd om te komen met een langetermijnvisie gericht op het versterken van
de CBR-organisatie in den brede, om problemen zoals die eerder zijn ontstaan bij de
doorlooptijden van medische beoordelingen in de toekomst te voorkomen of in ieder
geval de kans daarop fors te verkleinen. Met de aanbieding van het Strategisch Koersdocument
aan uw Kamer, als bijlage bij deze brief1, in combinatie met het feit dat het CBR al langere tijd voldoet aan de vastgestelde
normen voor de dienstverlening Medische Rijgeschiktheid, zoals blijkt uit de periodieke
rapportages van het CBR over de dienstverlening van de divisie Rijgeschiktheid en
Klantenservice en de structurele wijzigingen die het CBR in de afgelopen periode heeft
doorgevoerd op organisatorisch, personeels- en IT-gebied, ben ik voornemens het aangescherpt
toezicht op het CBR per 1 april 2022 formeel te beëindigen. Met het beëindigen van
het aangescherpt toezicht komt het CBR weer in een reguliere toezichtrelatie met het
ministerie.
Instelling aangescherpt toezicht
Het CBR is in februari 2019 onder aangescherpt toezicht van het Ministerie van IenW
geplaatst. Dit is op 20 februari 2019 per brief aan u gemeld (Kamerstuk 29 398, nr. 673). Directe aanleiding voor het instellen van het aangescherpt toezicht waren de problemen
met de doorlooptijden van medische beoordelingen. Het ging op dat moment niet goed
bij het CBR. De doorlooptijden van medische beoordelingen waren te lang en de bereikbaarheid
van het CBR voor burgers met vragen en klachten was onvoldoende. Mijn voorganger ontving
in die periode veel brieven van burgers die op hun auto waren aangewezen en door de
lange doorlooptijden bij het CBR in de problemen kwamen met de vernieuwing van hun
rijbewijs. Het aangescherpt toezicht was erop gericht toezicht te houden of het CBR
zich aan het vastgestelde verbeterplan houdt en de genomen maatregelen het gewenste
effect hebben en of bijsturing noodzakelijk is. Het CBR rapporteerde vanaf de instelling
van het aangescherpt toezicht maandelijks aan de Minister over de werkvoorraad gezondheidsverklaringen,
de afhandelingstermijn van de gezondheidsverklaringen en het aantal (bijna) verlopen
rijbewijzen. Vanaf september 2019 is de maandrapportage van het CBR gedeeld met de
Tweede Kamer. In de Kamerbrief waarmee de rapportage over de maanden juni en juli
2021 aan u is aangeboden (Kamerstuk 29 398, nr. 950), is gemeld dat de frequentie van de rapportages per augustus 2021 is aangepast van
maandelijks naar per kwartaal2 en zodoende ontvangt u nu een kwartaalrapportage.
Voorwaarden voor afbouw aangescherpt toezicht
Er bestaat geen wettelijk kader voor het instellen en afbouwen van verscherpt of aangescherpt
toezicht vanuit een ministerie op een zelfstandig bestuursorgaan. Hierdoor bestaat
de mogelijkheid om dit middel naar eigen inzicht op zorgvuldige wijze in te zetten.
Mijn voorganger heeft met het CBR afgesproken dat de beëindiging van het aangescherpt
toezicht zou worden gerelateerd aan:
1. De werkvoorraad en dienstverlening medische rijgeschiktheid
2. De aanbevelingen van Galan (2019) en Eringa (2020)
3. Het lange termijnplan / Strategisch koersdocument
Het CBR voldeed al eerder aan de eerste twee voorwaarden. Met de oplevering van het
Strategisch Koersdocument voldoet het CBR ook aan de laatste van deze voorwaarden.
Daarnaast heeft het CBR in de afgelopen jaren een aantal belangrijke structurele wijzigingen
doorgevoerd op organisatorisch, personeels- en IT-gebied.
1. Dienstverlening medische rijgeschiktheid
Zoals uw Kamer afgelopen jaar via de maand- en kwartaalrapportages over de stand van
de werkvoorraad en dienstverlening medische rijgeschiktheid is geïnformeerd, zijn
sinds september 2020 de reactietermijnen voor medische beoordelingen weer binnen de
afgesproken kritieke prestatie-indicator (KPI), te weten 28 dagen. Gemiddeld ontvingen
burgers in het derde kwartaal binnen één week een reactie van het CBR. Daarnaast zijn
sinds de zomer van 2021 ook de werkvoorraad en het aantal verlopen rijbewijzen weer
op regulier niveau, zoals aan u gemeld in de maandrapportage over de maanden juni
en juli 2021. Naar aanleiding hiervan is de frequentie waarmee de rapportage over
de dienstverlening van de divisie Rijgeschiktheid en Klantenservice aan de Tweede
Kamer wordt aangeboden aangepast van maandelijks naar eens per kwartaal3. Ook in de corona tijd, waarin een groot deel van de dienstverlening van het CBR
gedurende langere tijd heeft stilgelegen vanwege de lockdown, heeft het CBR de vastgestelde
norm voor de reactietermijnen voor medische beoordelingen gehaald.
2. Opvolging van de aanbevelingen van Galan (2019) en Eringa (2020)
In de rapporten van de Galan Groep en de heer Eringa over de sturing op de dienstverlening
van de divisie Rijgeschiktheid is een fors aantal aanbevelingen gedaan om de situatie
bij het CBR aan te pakken en te verbeteren. Ik constateer dat deze aanbevelingen allemaal
zijn opgevolgd door het CBR. Zo is het proces van sturing op productie veel beter
ingeregeld, waarbij de divisie Rijgeschiktheid is getransformeerd naar een datadriven organisatie. Ook is de totale medische capaciteit fors uitgebreid. Daarnaast is de
aandacht van het topmanagement sterk toegenomen en is de aansluiting van IT op de
uitvoerende organisatieonderdelen sterk verbeterd. Uw Kamer is op 13 juni 2019 en
25 september 2020 reeds geïnformeerd over respectievelijk de rapporten van de Galan
Groep uit 2019 en het rapport van de heer Eringa uit 2020 en de wijze waarop de aanbevelingen
worden opgevolgd door het CBR.4
3. Strategisch Koersdocument 2026
Medio vorig jaar is afgesproken dat het CBR een langetermijnplan opstelt dat zich
richt op de toekomst van de CBR-organisatie in den brede. Doel is een visie te ontwikkelen
gericht op het versterken van de CBR-organisatie om problemen zoals die zijn ontstaan
bij de doorlooptijden van medische beoordelingen in de toekomst te voorkomen of in
ieder geval de kans daarop fors te verkleinen. In de afgelopen periode heeft het CBR
hard gewerkt aan het uitwerken van een langetermijnstrategie. De contouren van de
nieuwe strategie zijn opgenomen in het Strategisch Koersdocument dat bij deze brief
is gevoegd. De kern van de strategische visie is dat het CBR zich meer wil positioneren
als publieke dienstverlener. Dit heeft vooral gevolgen voor de wijze waarop invulling
wordt gegeven aan de dienstverlening. In het Strategisch Koersdocument is aangegeven
dat het realiseren van de strategie vraagt om een lange adem. De visie is de stip
op de horizon. Om de visie voor de korte- en middellange termijn te concretiseren
zijn zes thema’s gedefinieerd met daarbinnen verschillende activiteiten en prioriteiten.
Beëindiging aangescherpt toezicht
Het Strategisch Koersdocument is een duidelijke koers om het CBR meer als publieke
dienstverlener te laten opereren. Naast de al gezette stappen, moet het CBR hiermee
een volgende stap zetten in de versterking van de CBR-organisatie. Ik vind het belangrijk
om het CBR als uitvoeringsorganisatie de ruimte te geven om de taken uit te voeren
waar zij voor staat, uiteraard binnen de gestelde inhoudelijke en financiële kaders.
Omdat het CBR voldoet aan alle gestelde voorwaarden voor de beëindiging van het aangescherpt
toezicht en in de afgelopen periode al een aantal structurele wijzigingen heeft doorgevoerd
op organisatorisch, personeels- en IT-gebied ben ik voornemens om een volgende stap
te zetten naar normalisering van de relatie tussen het departement en het CBR door
het aangescherpt toezicht vanuit het departement op het CBR per 1 april 2022 te beëindigen.
Dat betekent ook dat de periodieke rapportages aan de Tweede Kamer over de dienstverlening
van de divisie Rijgeschiktheid en Klantenservice per 1 april 2022 worden beëindigd.
Eind januari 2022 ontvangt u nog een rapportage over de maanden oktober, november
en december 2021 en eind april 2022 ontvangt u een laatste afsluitende rapportage
over de maanden januari, februari en maart 2022.
Ik merk hierbij nadrukkelijk op dat de rapportages van het CBR over de «coronainhaalslag
examens», welke maandelijks met de Tweede Kamer worden gedeeld, hiermee niet worden
beëindigd. Deze rapportages worden conform de huidige ritmiek gecontinueerd, mede
in verband met de samenhang van de informatie in deze rapportages met de besluitvorming
over het nemen van eventuele tijdelijke (nood)-maatregelen. Zoals aan uw Kamer meerdere
malen is toegezegd, wordt u over een eventueel voornemen om een tijdelijke noodmaatregel
in te zetten op de hoogte gesteld vóórdat de inzet geëffectueerd wordt.
Met het beëindigen van het aangescherpt toezicht komt het CBR weer in een reguliere
toezichtrelatie met het ministerie. Ik ben en blijf eigenaar van het CBR als zelfstandig
bestuursorgaan. Vanuit die rol vindt er op reguliere basis overleg plaats tussen het
CBR en het ministerie en worden de prestaties van het CBR continu gemonitord door
mijn medewerkers. Ik zal u proactief informeren zodra er zich na het beëindigen van
het aangescherpt toezicht situaties voordoen waarbij burgers in de knel komen door
het achterblijven van prestaties van het CBR, bijvoorbeeld doordat de reactietermijnen
voor medische beoordelingen over een langere periode de afgesproken KPI van 28 dagen
(zoals hierboven ook beschreven) overschrijden. Uiteraard zal ik er ook op toezien
dat alle toezeggingen die ten aanzien van het CBR zijn gedaan aan uw Kamer, worden
nagekomen.
Onafhankelijke evaluatie Rijgeschiktheid aan het Stuur
Bij deze brief ontvangt u ook de onafhankelijke evaluatie van het programma Rijgeschiktheid
aan het Stuur, zoals toegezegd in de Kamerbrief over de ICT bij het CBR van 8 mei
2019 (Kamerstuk 29 398, nr. 701). In de brief is gemeld dat het CBR is gevraagd om het programma Rijgeschiktheid
aan het Stuur na volledige oplevering van het OPUS-systeem onafhankelijk te laten
evalueren. Bureau Gateway van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
is gevraagd een externe review te doen op de geleerde lessen uit het programma Rijgeschiktheid
aan het Stuur. Het rapport van deze review ontvangt u hierbij5. In het rapport wordt geconcludeerd dat de diverse reviews, onderzoeken en gateways
die gedurende de programmaperiode hebben plaatsgevonden een rijke oogst aan aanbevelingen
hebben opgeleverd en dat het CBR nu gebruik maakt van deze lessen uit het verleden
bij de verdere opzet en uitwerking van de strategie en planvorming voor de informatievoorziening.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.