Brief regering : Uitstel van vertrek voor amv’s zonder terugkeerbesluit
29 344 Terugkeerbeleid
Nr. 149 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2021
Op 14 januari 2021 heeft het Hof van Justitie van de EU (HvJEU) in een uitspraak (arrest T.Q.) geoordeeld dat de Nederlandse praktijk waarin terugkeerbesluiten worden opgelegd
aan een alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv) voordat is vastgesteld of er
al dan niet sprake is van adequate opvang in het land van herkomst, in strijd is met
het Unierecht.1 Volgens het HvJEU moet, gelet op het belang van het kind, de situatie van een amv
grondig worden getoetst, waarbij de mogelijkheden van adequate opvang onderzocht moeten
worden, vóór het nemen van een terugkeerbesluit. Dit om grote onzekerheid met betrekking
tot de wettelijke status en het toekomstperspectief van de minderjarige te voorkomen.
Om opvolging te geven aan deze uitspraak ben ik voornemens een vorm van uitstel van
vertrek in het leven te roepen hangende het onderzoek naar adequate opvang. Op deze
wijze wordt er voorzien in een vorm van rechtmatig verblijf waardoor de wettelijke
status van de amv wordt verduidelijkt. Daarnaast blijft ook het toekomstperspectief
voor de amv die niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning helder; namelijk
terugkeer naar het land van herkomst. Voor deze vorm van uitstel van vertrek is een
wetswijziging vereist. Dit traject bevindt zich momenteel nog in de voorbereidende
fase.
Een andere uitspraak van het HvJEU d.d. 3 juni 2021 (Westerwaldkreis) maakt dat een vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft, altijd een terugkeerbesluit
opgelegd moet krijgen.2
Gelet op het feit dat er aan de groep amv’s voor wie er nog geen adequate opvang is
geïdentificeerd geen terugkeerbesluit kan worden opgelegd heb ik besloten om ter overbrugging
van de periode tot de wetswijziging reeds een wijziging in de Vreemdelingencirculaire
2000 op te nemen waarmee wordt voorzien in rechtmatig verblijf voor deze groep. Hiermee
wordt voldaan aan de jurisprudentie van het Hof.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.