Brief regering : Stand van zaken persoonsgebonden budget (pgb)
25 657 Persoonsgebonden Budgetten
Nr. 339
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de laatste ontwikkelingen omtrent het persoonsgebonden
budget (pgb).
Onder A. schets ik een beeld van enkele relevante beleidsmatige ontwikkelingen. Er
zijn op het terrein van informatievoorziening verschillende resultaten geboekt:
– Informatievoorziening richting gemeenten is verbeterd, het nieuwe kader voor pgb-vaardigheid
is beschikbaar gekomen, de pgb-pagina op rijksoverheid.nl is gelanceerd, en het instrument
«gesprek eigen regie» voor wooninitiatieven is online beschikbaar gekomen.
– De pilot Toerusting bij Zilveren Kruis is gestart waarbij de cliënt een zorgvraaggesprek
en uitgebreide voorlichting en toerusting op maat ontvangt.
Verder informeer ik u over:
– Het gesprek dat met VNG is gevoerd over de wooninitiatieventoeslag. De verstrekking
is afhankelijk van de lokale regelgeving.
– Na gesprekken met relevante partijen zie ik af van de pilot groepsgebonden budget.
Het is gebleken dat onder andere vanuit budgethoudersperspectief het niet wenselijk
is om de pilot door te zetten.
– Ik heb met gemeenten gesproken over het toekenningsproces van pgb bij gemeenten. Ik
heb geen signalen ontvangen dat niet aan de wettelijke kaders gehouden wordt.
Onder B. ga ik in op de ontwikkelingen in het afgelopen half jaar ten aanzien van
PGB2.0:
– De doorontwikkeling van PGB2.0 vordert gestaag. In oktober 2022 wordt het hergeprioriteerde
ontwikkelpakket van PGB2.0 conform de huidige financiële kaders opgeleverd. Gedurende
de transitie naar de fase van structureel beheer wordt de doorontwikkeling en beheer
uitgevoerd door de Tijdelijke beheerorganisatie. Dit traject valt onder de verantwoordelijkheid
van de regieorganisatie van VWS.
– Er werken nu 15 zorgkantoren en 1 gemeente met PGB2.0 en hiermee ook 23.500 budgethouders
en 50.000 zorgverleners. Verder hebben zes gemeenten zich aangemeld voor aansluiting.
– De rapportage van de MKBA is onlangs aangeboden aan de ketenpartijen en (vertegenwoordigers
van) budgethouders en zorgverleners. Ik ga met de betrokken partijen in gesprek over
deze tussentijdse toets en mogelijke interventies.
– De klanttevredenheid van PGB2.0 wordt met een 8 of hoger beoordeeld. Een video met
uitleg is één van de acties die wordt ingezet om de drempel voor digitaal werken weg
te nemen.
A. Stand van zaken pgb beleid
Informatievoorziening pgb aan gemeenten
Dit najaar zijn de VNG, Per Saldo, SVB en VWS gestart met het verbeteren van de informatievoorziening
aan gemeenten. De onderwerp pagina pgb op de VNG-website heeft als doel om medewerkers
van gemeenten te laten beschikken over uniforme en actuele informatie. Op die manier
wordt de lokale toegang tot zorg en ondersteuning voor (potentiële) budgethouders
versterkt. Op de website wordt informatie samengebracht vanuit andere bronnen, waaronder
van VNG Naleving, Per Saldo en SVB. Er is ook een link naar de pgb groep op het VNG-forum.
Dit is een besloten platform voor gemeentemedewerkers waar zij de mogelijkheid hebben
tot uitwisseling met medewerkers van andere gemeenten over oplossingen voor ervaren
knelpunten.
Als eerste producten van de gezamenlijke informatievoorziening worden ontwikkeld:
– Een video over de toegang: «Goed voorbereid van start».
– Een animatievideo over het kader pgb-vaardigheid.
De komende maanden worden nog een tiental andere producten ontwikkeld die gemeenten
helpen bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid omtrent het pgb.
Nieuw kader voor pgb-vaardigheid
In de «Verzamelbrief pgb»1 van 16 februari 2021 informeerde ik uw Kamer over de evaluatie van het kader voor
pgb-vaardigheid. Dit kader wordt onder andere door verstrekkers gebruikt bij het vaststellen
of een pgb passend is bij de persoon die een pgb aanvraagt. Uit deze evaluatie kwamen
een aantal aanbevelingen naar voren waaraan ik opvolging heb gegeven. Zo is dit najaar
een nieuwe versie van het kader gemaakt2. Hierin is de bestaande infographic samengevoegd met de handreiking. De teksten zijn
aangepast bij de informatiebehoefte van de (potentiële) budgethouder. Ook de leidraad
voor verstrekkers is aangescherpt. Met deze aanscherping wordt ook de vraag waarom
mensen voor een pgb kiezen aan de orde gesteld.
Uit de evaluatie bleek ook dat met name gemeenten het kader nog niet breed in gebruik
hebben genomen. Om het gebruik van het kader door gemeenten te stimuleren krijgt het
thema «pgb-vaardigheid» een plek in de gezamenlijke informatievoorziening pgb. In
deze digitale werkplaats krijgen gemeenten extra handvatten om het kader voor pgb-vaardigheid
te implementeren in hun processen. Ook is er ruimte om als pgb-verstrekker van elkaar
te leren bij de toepassing van het kader.
Nieuwe webpagina pgb op rijksoverheid.nl
Op 7 juni jl. is de pagina www.rijksoverheid.nl/pgb gelanceerd. Doel van de pagina is om een wegwijzer te zijn voor mensen die zich oriënteren
op een pgb. De site biedt ook informatie voor zorgverleners. De eerste drie maanden
is er ruim 85.000 keer geklikt op of binnen de pagina. Tweederde van alle bezoekers
komt binnen via Google. Bijna 60% raadpleegt de pagina op een smartphone. Het meest
bezochte onderdeel was de aanvraag van de zorgbonus (40%), gevolgd door «Waar vraag
ik een pgb aan?» (13%) en «Welke verplichtingen en vaardigheden horen bij een pgb»
(9%). Dit past bij het doel van de pagina als praktische wegwijzer. Vanuit de pagina
wordt het meest doorgeklikt naar de pagina van Per Saldo: een pgb aanvragen bij de
gemeente3 (23%). Op plek twee staat: de pgb-test4 (10%) en op de derde plaats: een pgb aanvragen bij de zorgverzekeraar5 (4%). De pagina wordt verder doorontwikkeld op basis van deze eerste resultaten.
Pilot toerusting budgethouders
In de voortgangsrapportage Agenda pgb6 van november 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voorgestelde pilot van Zilveren
Kruis en Per Saldo. De pilot zet in op het eerder en beter ondersteunen van Wlz-cliënten
bij het kiezen voor een passende leveringsvorm van zorg (pgb of zorg in natura). Deze
pilot is inmiddels gestart.
In de pilot krijgen cliënten – voorafgaand aan hun Wlz-indicatie – een zorgvraaggesprek
bij het zorgkantoor. Daarnaast krijgen cliënten, zowel voor als na de mogelijke keuze
voor een pgb, uitgebreide voorlichting en toerusting op maat. Dit ondersteunt het
maken van een weloverwogen keuze voor een pgb en bereid voor op de juiste uitvoering
van werkgeversrol en beheer van het pgb. Een onderzoeksbureau meet de effecten van
de pilot bij de deelnemers en bij een controlegroep. De pilot loopt tot eind 2022.
Na afloop van de pilot informeer ik uw Kamer over de resultaten.
Wooninitiatieven
Instrument «gesprek eigen regie» in wooninitiatieven gereed
In de Verzamelbrief pgb7 ging ik in op de ontwikkeling van een checklist eigen regie in wooninitiatieven,
naar aanleiding van een toezegging aan mevrouw Bergkamp tijdens het AO Langer thuis
van 11 november 2020. Na overleg met Per Saldo informeerde ik uw Kamer dat het gaat
om een gestructureerde, digitale vragenlijst voor individuele cliënten en/of hun vertegenwoordigers.
Met behulp van dit instrument weet een cliënt heel precies waar hij/zij op kan letten
bij de keuze voor een wooninitiatief als het gaat om eigen regie. Het ondersteunt
het goede gesprek over eigen regie in zowel pgb-gefinancierde wooninitiatieven als
wooninitiatieven die gefinancierd zijn op basis van zorg in natura.
In samenspraak met BVKZ, Iederin, de LVOI, MIND, Naar-Keuze en Per Saldo heb ik afgelopen
maanden gewerkt aan dit instrument «gesprek eigen regie» in wooninitiatieven. Deze
is inmiddels in een proefversie online toegankelijk.
Wooninitiatieventoeslag Wmo 2015
Ik heb, naar aanleiding van een toezegging aan uw Kamer op 4 april 2019, gesproken
met de VNG over het verstrekken van de wooninitiatieventoeslag. Op grond van de Wmo
2015 zijn gemeenten niet verplicht om deze toeslag te verstrekken; de wooninitiatieventoeslag
valt onder de beleidsvrijheid van de gemeenten en het is dus afhankelijk van de lokale
regelgeving of een wooninitiatieventoeslag wordt verstrekt. De Wmo 2015 bepaalt dat
het tarief voor een pgb niet hoger hoeft te zijn dan een vergelijkbare voorziening
in natura maar ook dat het pgb toereikend moet zijn om de maatwerkvoorziening in te
kopen en daar zijn gemeenten te allen tijde aan gehouden.
Mij bereiken signalen via Per Saldo dat de verstrekking van een pgb voor woon- en
ouderinitiatieven niet bij elke gemeente evengoed op orde is. VNG bevestigt de beleidsvrijheid
van gemeenten en constateert ook dat gemeenten op zoek zijn naar handvatten om het
beleid rondom wooninitiatieven te ontwikkelen en ouderiniatieven op de juiste manier
te faciliteren. Daarom wordt ook het onderwerp «woon- en ouderinitiatieven» opgepakt
in de verbetering van de informatievoorziening voor gemeenten zoals eerder in deze
brief genoemd.
Motie groepsgebonden budget
In de voortgangsrapportage Agenda pgb van november 20208 heb ik toegezegd terug te komen op de aangehouden motie van de leden Bergkamp en
Renkema9 na afronding van het onderzoek naar de betekenis en waarde van het pgb. De motie
verzoekt om een pilot te starten met een groepsgebonden budget in pgb-gefinancierde
wooninitiatieven, gericht op vermindering van administratieve lasten. Inmiddels is
het onderzoek naar de betekenis en waarde van het pgb afgerond en aangeboden aan uw
kamer10.
Ik zie af van een pilot met een groepsgebonden budget. Dit besluit neem ik nadat ik
over dit onderwerp heb gesproken met BVKZ, Per Saldo, ZN, zorgkantoren en enkele ouder-
en wooninitiatieven. Aanleiding voor de motie was destijds een discussie tussen ouderinitiatieven
en een zorgkantoor over het specificeren van collectieve pgb-uitgaven op een zogenaamd
splitsingsformulier. Dit leidde tot extra administratieve lasten, omdat collectieve
uitgaven hier niet goed in pasten. Inmiddels is hier met de betrokkenen een oplossing
voor gevonden. Daarnaast constateerde de Klankbordgroep Wonen van Per Saldo ook dat
een groepsgebonden budget hiervoor niet een oplossing is. De aanleiding voor de motie
is daarmee komen te vervallen.
Gesprekken met de BVKZ, Per Saldo, ZN, zorgkantoren en enkele ouder- en wooninitiatieven
laten bovendien zien dat er weinig behoefte is aan groepsgebonden budget. Partijen
zijn terughoudend vanwege het verlies van eigen regie voor de budgethouders als het
budget aan de groep wordt toegekend. Ook zien zij te weinig verschil tussen het groepsgebonden
budget en zorg in natura, wat vragen oproept over de meerwaarde. In specifieke gevallen
kan het groepsgebonden budget mogelijk wel leiden tot vermindering van administratieve
lasten voor wooninitiatieven. Wooninitiatieven geven echter aan dat maandbetalingen
daarin al voorzien. De juridische uitwerking van een groepsgebonden budget is tot
slot zeer complex, omdat aanspraken op zorg individueel geregeld zijn in de Wet langdurige
zorg.
Toezegging toekenning pgb Wmo 2015 en Jeugdwet
Ik heb in het debat Intensieve Kindzorg op 23 juni jl. (Kamerstuk 34 104, nr. 340) toegezegd het proces van toekenning van een pgb in het kader van de Jeugdwet en
Wmo 2015 te bespreken met gemeenten. Over de uitkomst van dit gesprek informeer ik
u in deze brief.
Gemeenten kennen een individuele voorziening (Jeugdwet) of maatwerkvoorziening (Wmo
2015) toe en nemen bij de vaststelling van de indicatie de mogelijkheden van het sociaal
netwerk en het eigen probleemoplossend vermogen/eigen kracht mee. Gemeenten hebben
beleidsvrijheid om de toegang op eigen wijze in te vullen. Uiteraard moeten zij zich
wel aan de Jeugdwet en de Wmo 2015 houden die hiervoor kaders hebben geformuleerd
en moeten zij de individuele besluiten zorgvuldig onderbouwen. Het kan voorkomen dat
gemeenten de tarieven naar beneden bijstellen of dat uit het onderzoek blijkt dat
er sprake is van meer eigen kracht. Daardoor kan een (her)beoordeling/indicatie lager
uitvallen. Gemeenten leveren maatwerk en hebben niet te maken met door het Rijk vastgestelde
normeringen. Er zijn mij geen voorbeelden bij gemeenten bekend waar een indicatie
van het toegangsteam niet wordt gerespecteerd door dezelfde gemeente.
B. Stand van zaken PGB2.0
Stand van zaken doorontwikkeling PGB2.0
De doorontwikkeling van het PGB2.0-systeem vordert gestaag. Mijlpaal A is inmiddels
conform planning opgeleverd. Thans worden functionaliteiten uit mijlpaal B gerealiseerd.
Duidelijk is geworden dat de realisatie van een aantal functionaliteiten die voor
verstrekkers en SVB van belang waren, complexer blijkt en daardoor meer ontwikkeltijd
zal kosten dan eerder werd voorzien. Dit past niet binnen het vastgestelde financieel-
en tijdskader. Om toch binnen deze kaders te blijven, is gezamenlijk met de ketenpartners
en vertegenwoordiging van budgethouders en zorgverleners kritisch naar nog te ontwikkelen
functionaliteit gekeken. Daarbij zijn standaardisatie, procesvereenvoudiging en meerwaarde
voor budgethouders en zorgverleners het uitgangspunt geweest. Dat heeft geleid tot
een herprioritering. Daarnaast wordt door de partijen kritisch gekeken of de oplossing
voor een aantal zeer complex te realiseren functionaliteiten gevonden moet worden
in de ontwikkeling daarvan binnen het PGB2.0-systeem, of dat het doel van deze functionaliteiten
ook op andere wijze gerealiseerd kan worden.
Hieronder licht ik twee van deze onderwerpen nader toe, namelijk de Zorgverzekeringswet
en budgethouders met meerdere pgb’s (combi’s). Dankzij de genomen maatregelen verwacht
ik PGB2.0 met daarin het hergeprioriteerde ontwikkelpakket conform de huidige financiële
kaders in oktober 2022 op te leveren.
Vanaf oktober 2022 start de transitie richting de fase van het structureel beheer.
De regieorganisatie van VWS stuurt vanaf dat moment op de reguliere doorontwikkeling
en het beheer van PGB2.0 binnen de dan geldende beperkte financiële kaders. De regieorganisatie
draagt vanaf dat moment zorg voor het voortbrengingsproces met de daarbij behorende
vraagsturing zodat alle partijen betrokken blijven bij het beheer en de ontwikkeling
van nieuwe functionaliteiten voor eindgebruikers, SVB en verstrekkers. Daarbij zal
keer op keer kritisch worden gekeken naar de toegevoegde waarde en de onderliggende
businesscase van de te bouwen functionaliteit. De doorontwikkeling en het beheer zullen
vanaf oktober 2022 worden uitgevoerd door de huidige Tijdelijke beheerorganisatie
(TBO) totdat de structurele overdracht heeft plaatsgevonden. De komende periode zullen
ten behoeve van het structureel beheer in beheername criteria worden opgesteld en
onafhankelijk getoetst. Vervolgens wordt een uitvoeringstoets uitgevoerd waarin de
vraag wordt beantwoord of en zo ja onder welke condities de SVB in staat is de in
beheername uit te voeren. Over de invulling van de transitiefase, het overdrachtsproces
en de overdrachtsdatum zijn we met de SVB in gesprek.
Zorgverzekeringswet
Een pgb kan vanuit vier verschillende wetten worden gefinancierd, namelijk de Wet
langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet (Jw)
en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het PGB2.0-systeem is ontworpen om het trekkingsrecht
pgb, zoals geregeld in de Wlz, Wmo en Jw, te ondersteunen. De Zvw, waar pgb is vormgegeven
in de vorm van een restitutieregeling, verschilt dermate van de andere drie wetten
dat het zeer complex is om deze in het PGB2.0-systeem te ontwikkelen. Gezamenlijk
met ketenpartners en de belangenorganisaties Per Saldo en BVKZ is geconcludeerd dat
het inbouwen van ondersteuning voor de Zvw in PGB2.0 nu te veel ontwikkelinspanning
vergt afgezet tegen de nog beschikbare tijd en middelen. Op welke wijze de Zvw kan
worden vormgegeven wordt nader onderzocht. Deze keuze heeft als consequentie dat de
ca. 8.000 Zvw-budgethouders die nu door SVB met PGB1.0 ondersteund worden, totdat
er een oplossing gevonden is van PGB1.0 gebruik zullen blijven maken. Dit geldt ook
voor de zogenoemde combi’s (zie hieronder). De resterende ongeveer 12.000 Zvw-budgethouders
worden op dit moment niet ondersteund door SVB en blijven dus rechtstreeks zakendoen
met hun zorgverzekeraar.
Combinatie zorgovereenkomsten (combi’s)
Een ander onderwerp dat bij nadere analyse veel complexer bleek te realiseren en daarmee
veel ontwikkelinspanning zou vergen, is het ondersteunen van budgethouders met meerdere
pgb’s (combi’s). De basis van PGB2.0 is ingericht met de budgethouder en de individuele
wetten als uitgangspunt. Daarbij is er ondersteuning van de budgethouder in combinatie
met één verstrekker die vanuit één wet budget krijgt toegekend. In de praktijk kunnen
budgethouders budget ontvangen op basis van meerdere wetten (bijvoorbeeld vanuit de
Zvw en de Wmo); dit worden combi’s genoemd. Dit digitaal ondersteunen grijpt in op
tal van plekken binnen het PGB2.0-systeem. Als gevolg daarvan vergt de ondersteuning
van deze combi’s, voor een relatief kleine groep budgethouders, te ingrijpende aanpassingen
in het PGB2.0-systeem. Ik onderzoek gezamenlijk met de betrokken partijen of en zo
ja hoe een andere manier van ondersteunen mogelijk is.
Invoering
Ook op het gebied van de aansluiting van verstrekkers maakt het programma ondanks
de grote complexiteit gestaag voortgang. Ik heb uw Kamer middels de Slotbrief Agenda
PGB en Stand van zaken PGB2.0 van 6 juli 2021 jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 335) gemeld dat in oktober 2021 een volgende aansluiting zou plaats vinden. Een verschuiving
in de ontwikkelplanning heeft doen besluiten deze aansluiting terug te brengen tot
6.000 budgethouders. Deze grootste aansluiting tot nog toe is dankzij de goede voorbereiding
van alle betrokken partijen succesvol verlopen. Sinds oktober kunnen nu ook de budgethouders
en zorgverleners van de zorgkantoren Haaglanden (CZ), Midden IJssel (ENO) en Utrecht
(ZKA) gebruik maken van de voordelen van PGB2.0. Dat brengt de tussenstand op 15 zorgkantoren
en 1 gemeente. Op de kaart hiernaast ziet u welke verstrekkers er reeds zijn aangesloten
op PGB2.0.
Sinds de aansluiting van oktober jl. kunnen in totaal ongeveer 23.500 budgethouders
en 50.000 zorgverleners gebruik maken van PGB2.0, naast natuurlijk de medewerkers
van de SVB en de aangesloten zorgkantoren en gemeente. De recente aansluiting van
oktober zorgt ervoor dat 45% van de budgethouders vallend onder de Wlz aangesloten
zijn op PGB2.0. De volgende stap die nu wordt voorbereid is om in april 2022 de volgende
vier zorgkantoren (met in totaal 8.000 budgethouders) op PGB2.0 aan te sluiten.
De aansluiting van gemeenten gaat een nieuwe fase in nu zes gemeenten zich hebben
aangemeld om aan te sluiten. De voorbereidingen voor implementatie in het voorjaar
van 2022 zijn gestart. De aanpak waarbij eerst een beperkt aantal gemeenten wordt
aangesloten past in de strategie van een stapsgewijze, lerende aanpak waarbij zorgvuldigheid
voor snelheid gaat. Met de aansluiting van deze eerste zes gemeenten zal in de praktijk
worden ervaren welke specifieke situaties bij gemeenten (zoals grootte en onderliggende
ICT-systemen) eventueel vragen om een aanpassing van de tot nu toe gehanteerde aanpak.
Ook de lessen opgedaan in de leer- en voorbereidingsomgeving (LVO) worden hierbij
meegenomen. Na de aansluiting van deze gemeenten zal zoals gewoonlijk een grondige
evaluatie volgen en zal vervolgens, in nauw overleg met VNG en SVB, bekeken worden
hoe volgende aansluitingen op PGB2.0 stapsgewijs kunnen worden opgeschaald. Daarmee
kiezen we voor dezelfde strategie als die voor de aansluiting van de zorgkantoren
is gehanteerd. Daarbij accepteer ik dat uit deze aansluiting zou kunnen blijken dat
meer tijd nodig is voor de implementatie bij gemeenten dan eerder werd ingeschat.
Zorgvuldigheid staat hierbij voorop.
MKBA
Met PGB2.0 beoog ik zowel kwalitatieve voordelen voor budgethouders en zorgverleners
te realiseren (zoals het verbeteren van de mogelijkheden om regie te voeren, vereenvoudiging
en meer inzicht en overzicht) als financiële voordelen te behalen. Om die laatste
te kwantificeren heb ik in 2019 een business case laten opstellen voor het PGB2.0-systeem.
Om vast te stellen of we nog op koers liggen met de realisatie van deze business case
heb ik, zoals ik in mijn vorige brief heb aangegeven, een MKBA laten uitvoeren. Een
MKBA bestrijkt echter een breder aandachtsgebied dan alleen het PGB2.0-systeem, hij
beschouwt ook zaken die buiten het PGB2.0-systeem liggen. Daarmee is het mogelijk
tussentijds vast te stellen wat de stand van zaken is rond de realisatie van de financiële
én de maatschappelijke doelstellingen van PGB2.0. Aan de hand van deze tussentijdse
toets kan VWS samen met de ketenpartijen en vertegenwoordigers van budgethouders en
zorgverleners bepalen of we met die realisatie op koers liggen dan wel of bijsturing
nodig is en zo ja, waar deze moet plaatsvinden.
De rapportage over de MKBA is recent aangeboden aan de begeleidingscommissie. Deze
zal de Programmaraad PGB2.0, waarin alle betrokkenen vertegenwoordigd zijn, over de
uitkomst van de MKBA adviseren. De Programmaraad zal op basis daarvan bepalen of en
zo ja welke interventies mogelijk en nodig zijn.
Digitaal is ideaal
Bij de ontwikkeling van het PGB2.0-systeem staan de budgethouder en zorgverlener centraal.
De praktijk laat zien dat het werken met PGB2.0 hen – als ook verstrekkers – evidente
voordelen oplevert. Het biedt overzicht, inzicht in resterend budget, gemak, helpt
fouten voorkomen en bespaart vooral tijd aan de kant van de budgethouders. Dit wordt
door gebruikers ook zo ervaren, 80% van de budgethouders geeft een 8 of hoger en de
onderzoeken uitgevoerd onder budgethouders, zorgverleners en vertegenwoordigers tonen
steeds een goede waardering (7,8 en 7,9 gemiddeld) van het portaal.
We zien dat, ondanks de hoge waardering, nog niet iedereen die gebruik zou kunnen
maken van het portaal, het portaal ook daadwerkelijk (volledig) digitaal gebruikt.
Daarom is onderzoek gedaan naar wat de redenen zijn dat budgethouders, vertegenwoordigers
en zorgverleners het portaal niet of niet-volledig gebruiken. Dit heeft inzichtelijk
gemaakt welke drempels er nog bestaan. Samen met ketenpartners en de belangenorganisaties
Per Saldo en BVKZ werken we nu met verschillende acties aan het wegnemen van deze
drempels. De productie van een how-to video is één van deze acties. In overzichtelijke
stappen wordt uitgelegd hoe het portaal werkt waarmee budgethouders in feite een handleiding
in beeld wordt geboden. Een andere actie is de directe feedback. Budgethouders die
zorgovereenkomsten of declaraties per post opsturen of met de uploadknop indienen
worden rechtstreeks benaderd door medewerkers van het zorgkantoor. In dit persoonlijke
gesprek neemt de medewerker belemmeringen weg die door de budgethouder worden ervaren
en begeleidt hem stap voor stap in het portaal. Twee zorgkantoren zijn inmiddels gestart
met een pilot. Met deze en andere gerichte acties beoog ik de digitaliseringsgraad
verder te verhogen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport