Brief regering : Maatregelen n.a.v. het 134e OMT advies
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1672
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Ontvangen ter Griffie op 18 december 2021.
De vastgestelde ministeriele regeling treedt in werking op 19 december 2021.
De vastgestelde ministeriële regeling vervalt van rechtswege indien de Kamer, op voorstel
                  van vijftig leden uiterlijk 25 december 2021 te kennen geeft niet in te stemmen met
                  de regeling.
               
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2021
Afgelopen dinsdag werd aangekondigd dat er mogelijk eerder dan 14 januari een nieuw
                  weegmoment voor de corona-aanpak zou zijn, als het OMT daar aanleiding toe zag. Het
                  OMT is vrijdag 17 december bij elkaar gekomen. Het 134e OMT advies van 18 december jl. schetst een zeer zorgwekkend beeld.
               
Uit het OMT advies blijkt dat de omikronvariant zich veel sneller verspreidt dan de
                  deltavariant. Uit de eerste cijfers blijkt dat elke 2,5 dag een verdubbeling van het
                  aantal besmettingen met omikron plaatsvindt. Ook lijkt de bescherming door eerdere
                  besmetting of vaccinatie beperkter bij deze variant. Welke ziektelast de variant kent,
                  is nog niet duidelijk. Hierover verwacht het OMT komende week meer inzicht te krijgen.
               
De snellere verspreiding en hogere besmettelijkheid kunnen zorgen voor een veel hogere
                  druk op de zorg. Het OMT waarschuwt voor een piek die hoger kan zijn dan we meemaken
                  met de deltavariant. Daarmee is de situatie uitermate ernstig. Het is daarom noodzakelijk
                  om de uitgangspositie van de zorg te verbeteren. En we willen de verwachte omikrongolf
                  verlagen en vertragen. Dat doen we door het instellen van een lockdown.
               
We kunnen geen risico nemen. Een lockdown is ingrijpend. Zeker met de feestdagen voor
                  de deur. Met deze maatregelen kopen we tijd, om meer te leren over de omikronvariant.
                  En intussen kunnen we de huidige golf van de deltavariant verlagen zodat er meer ruimte
                  komt in de zorg. En daarmee komt er ook tijd om iedereen die dit wil een boosterprik
                  te geven. We zetten alles op alles om het boosteroffensief in de tweede helft van
                  januari af te ronden.
               
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie & Veiligheid,
                  de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet
                  Onderwijs en Media over het maatregenpakket dat gaat gelden vanaf 19 december 2021,
                  over de boostercampagne, het scenario voor de zorg, het testbeleid en het reisbeleid.
               
Aanbieding regeling
Hierbij bied ik u mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister
                     van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de navolgende regeling aan:
                  
– Regeling van 18 december 2021 tot wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen
                           covid-19 in verband met verzwaring van de maatregelen1
Het kabinet doet een beroep op de spoedprocedure van artikel 58c, derde lid, Wpg.
                  Het doorlopen van de standaardprocedure, zoals opgenomen in artikel 58c, tweede lid,
                  Wpg zou tot gevolg hebben dat de regeling op haar vroegst een week na vaststelling
                  en gelijktijdige overlegging aan beide Kamers in werking kan treden op 26 december
                  2021. Gelet op de noodzakelijk om deze maatregelen te treffen om de verspreiding van
                  de omikronvariant te vertragen kan daarom naar het oordeel van het kabinet de uitgestelde
                  inwerkingtreding van ten minste een week – die uitgangspunt dient te zijn bij de vaststelling
                  van maatregelen op basis van hoofdstuk Va Wpg – in deze zeer dringende omstandigheden
                  niet worden afgewacht. De inwerkingtreding van deze regeling is vastgesteld op 19 december
                  2021 om 05.00 uur. De regeling wordt binnen twee dagen na vaststelling aan beide Kamers
                  der Staten-Generaal overlegd. De regeling vervalt van rechtswege indien de Tweede
                  Kamer binnen een week na de toezending besluit niet in te stemmen met de regeling.
               
Toepassing artikel 58s Wpg
Met deze voortgangsrapportage voldoe ik aan de maandelijkse rapportageplicht van artikel
                  58s Wpg. De situatie is op dit moment dusdanig dat het treffen van maatregelen op
                  grond van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 nog steeds nodig is. Een toelichting
                  op de maatregelen is in deze brief weergeven.
               
1. 134e OMT-advies2
Het OMT is 17 december jl. bijeen geweest om te adviseren over de situatie rondom
                  de COVID-19-uitbraak. Hieronder wordt eerst een feitelijke weergave van het advies
                  gegeven, waarna de reactie van het kabinet op het advies volgt.
               
Het OMT-advies bestaat uit de volgende onderwerpen:
1. Verloop van de epidemiologie
2. Update diverse virusvarianten
3. Adviezen
4. Testbeleid
5. Reizen en bron-en contactonderzoek
Ad1) Verloop van de epidemiologie
In de afgelopen 7 kalenderdagen is het aantal meldingen van SARS-CoV-2-positieve personen
                     met bijna een kwart gedaald. In week 49 is de virusvracht in rioolwater licht gestegen
                     (+6%). De virusvrachten in het hele land blijven hiermee nog steeds op een heel hoog
                     niveau.
                  
In Infectieradar werd een verdere afname van het aandeel personen met COVID-19-achtige
                     klachten waargenomen. Daarnaast is een toename van gebruik van zelftesten door de
                     deelnemers aan de Infectieradar zichtbaar.
                  
Het aantal meldingen per 100.000 inwoners was net als in de voorgaande maand het hoogst
                  in de leeftijdsgroep 0–12 jaar, gevolgd door de leeftijdsgroepen 30–39 en 40–49 jaar.
                  Het aantal meldingen bij personen die bekend zijn als bewoners van verpleeghuizen
                  en woonzorgcentra voor ouderen, lijkt ook weer te dalen.
               
Het aantal testen bij de GGD-testlocaties is vorige week afgenomen met 25%. Hier zijn
                  ten minste twee mogelijke verklaringen voor: een dalende incidentie van personen met
                  klachten en het veranderde beleid waarbij zelftesten bij milde klachten gebruikt kunnen
                  worden door mensen die niet kwetsbaar zijn of met kwetsbare personen in aanraking
                  komen. In totaal was het percentage positieve testen 23,7% voor alle personen die
                  zich lieten testen bij de GGD. Bij personen getest in het kader van het coronatoegangsbewijs
                  daalde het percentage positieve testen; het betrof 1,2% in de afgelopen kalenderweek
                  vergeleken met 1,7% in de week ervoor.
               
De instroom in het ziekenhuis en op de IC van personen met een positieve test op SARS-CoV-2
                  daalde duidelijk de afgelopen week. De bezetting neemt nog niet af, deze loopt achter
                  vanwege de ligduur. Gemiddeld werden over de laatste week 237 personen per dag opgenomen
                  op een verpleegafdeling en 39 op de IC. Op 16 december 2021 was de totale bedbezetting
                  2.527: 1.923 op de verpleegafdelingen in het ziekenhuis en 623 op een IC in Nederland,
                  naast 22 op een IC in Duitsland (bron: LCPS).
               
De oversterfte was verhoogd in de periode 6 t/m 12 december: in totaal overleden 1.050
                  mensen meer dan verwacht o.b.v. de gemiddelde sterfte in de jaren vóór corona. Deze
                  oversterfte is nog steeds hoog maar minder hoog dan de week ervoor.
               
De geschatte opkomst voor ten minste één vaccinatie bedroeg t/m 12 december 2021 88,9%
                  voor de volwassen bevolking ≥ 18 jaar, 85,8% had de volledige vaccinatieserie afgerond.
                  Voor de bevolking vanaf 12 jaar was dit respectievelijk 87,1% en 84,0%. Bij personen
                  met een positieve test die tot nu toe zijn gemeld in december, was van 71% de vaccinatiestatus
                  bekend. Van hen was 51% zeker niet gevaccineerd.
               
De schattingen van vaccineffectiviteit tegen ziekenhuis- en IC-opname voor de periode
                  13 oktober t/m 7 december 2021 waren 89% en 95%, respectievelijk, waarbij deze zoals
                  vanaf het begin lager waren bij oudere dan jongere leeftijdsgroepen. Schattingen van
                  vaccineffectiviteit tegen infectie (circa 73–85%) tijdens de gehele deltaperiode (4 juli
                  t/m 2 december 2021) laten ook een lagere bescherming zien bij ouderen, een afnemende
                  bescherming met toenemende tijd sinds laatste vaccinatie en een hogere startbescherming
                  bij mRNA-vaccins. Op basis van de eerste Nederlandse data met een S-deletie als proxy
                  voor omikron, lijkt de vaccineffectiviteit tegen infectie beduidend lager te zijn
                  voor omikron vergeleken met de deltavariant; verder onderzoek moet dit preciseren.
                  Dit is in lijn met internationale gegevens.
               
Ad2) Update diverse virusvarianten
Tot 17 december zijn in totaal 136 bevestigde omikron-gevallen gemeld aan het RIVM.
                  Hiervan hadden 77 personen een reishistorie naar zuidelijk Afrika (57%), 19 een reishistorie
                  naar een ander land (14%) en 40 personen geen reishistorie (29%). Het optreden van
                  besmettingen zonder dat een reis als besmettingsbron kan worden vastgesteld en de
                  aanwezigheid van omikron in de kiemsurveillancedataset, duidt op zogenaamde community-transmissie
                  in Nederland. De huidige verwachting is dat de omikronvariant binnen afzienbare termijn
                  (eind december) dominant zal worden in Nederland.
               
De ontwikkelingen met betrekking tot SARS-CoV-2-varianten en omikron in het bijzonder,
                  worden op de voet gevolgd via (inter)nationale netwerken. Alhoewel er nog veel onduidelijk
                  is over de precieze eigenschappen van de omikronvariant en de betekenis hiervan voor
                  het verloop van de epidemie, begint zich een beeld af te tekenen waarbij omikron een
                  aanzienlijk groeivoordeel ten opzichte van de deltavariant heeft, hetgeen zich uit
                  in een snellere verspreiding. De eerste studies duiden op een verminderde effectiviteit
                  van opgebouwde immuniteit door vaccinatie of eerder doorgemaakte infectie als component
                  hierin, alsmede een mogelijk verhoogde besmettelijkheid en kortere generatietijd.
                  Of de variant daarnaast ook een verhoogde ziektelast kent, is nog niet duidelijk.
                  Gegevens uit Zuid-Afrika lijken een milder ziektebeeld te ondersteunen, gegevens uit
                  Engeland en Denemarken tonen dit vooralsnog niet, al zijn de aantallen nog laag.
               
Vanaf week 47 (start 21 november) wordt de omikronvariant aangetroffen in de kiemsurveillance.
                  In week 47 had deze variant een aandeel van 0,23% en in week 48 een voorlopig aandeel
                  van 0,24%.
               
In de regio Amsterdam wordt door de GGD en het Amsterdam UMC met een dagelijkse aselecte
                  steekproef van ongeveer 200 coronapositieve monsters uit twee GGD-teststraten via
                  een omikronspecifieke PCR in combinatie met sequencen de aanwezigheid van de variant
                  gemonitord. In deze monitoring neemt het aandeel omikronvariant snel toe (geschatte
                  groeisnelheid ~30% per dag) met een aandeel van 1,2% op 5 december, 3,7% op 12 december,
                  11,7% op 13 december, 14,1% op 14 december en 24,9% op 15 december. Het percentage
                  personen met omikron dat gevaccineerd was, is vrijwel identiek aan de vaccinatiegraad
                  onder volwassenen.
               
Er zijn drie GGD-teststraatlaboratoria die een PCR-cartridge-test gebruiken waarmee
                  een realtime aanwijzing kan worden verkregen voor de aanwezigheid van de omikronvariant.
                  In deze dagelijkse monitoring neemt het aandeel vermoedelijke besmettingen met de
                  omikronvariant snel toe (geschatte groeisnelheid ~30% per dag) met een respectievelijk
                  aandeel van 1,2% en 0,9% op 12 december, 1,2% en 1,1% op 13 december, 2,7% en 2,4%
                  op 14 december, 3,5% en 5,4% op 15 december en 4,8% op 16 december. In de dataset
                  van het nationale sequentienetwerk SeqNeth lijkt er een lichte stijging in het aandeel
                  van omikronverdachte monsters te zijn in de periode week 47–49.
               
Reproductiegetal, prognoses ziekenhuizen, IC en omikronvariant
De meest recente schatting van het reproductiegetal Rt van de huidige epidemie, zoals
                     berekend op basis van de meldingen van positieve gevallen, is voor 2 december op basis
                     van Osiris: gemiddeld 0,90 besmettingen per geval.
                  
De schatting van het reproductiegetal op basis van het aantal nieuwe ziekenhuisopnames
                     per dag kent een aanzienlijk grotere onzekerheid, omdat deze berekend wordt op veel
                     geringere aantallen, en is gemiddeld 0,97. Het reproductiegetal berekend op basis
                     van nieuwe IC-opnames is gemiddeld 0,98.
                  
De prognose op korte termijn (1 week) op basis van het regressiemodel dat uitgaat
                  van het aantal meldingen nu, laat voor de komende week een verdere daling zien van
                  het aantal ziekenhuis- en IC-opnames. De simulaties met een transmissiemodel dat gefit
                  wordt op het aantal waargenomen IC-opnames per dag, en waar de beschikbare informatie
                  over vaccinaties (CIMS, GGD-en), de effectiviteit van vaccins, en de geschatte opbouw
                  van immuniteit door doorgemaakte infectie in wordt meegenomen, laat zien dat we nu
                  rond de piek zijn voor wat betreft de bezetting van ziekenhuizen en de IC met COVID-19-patiënten.
               
Een verkenning van de mogelijke implicaties van toename van de nieuwe omikronvariant
                  laat zien dat er nog veel onzekerheid is. De relatieve toenamesnelheid ten opzichte
                  van de deltavariant in de RAI-teststraat wordt geschat op 0,28 per dag, hetgeen overeenkomt
                  met een verdubbelingstijd van 2.5 dag van het aandeel omikron in de infecties. Dat
                  duidt op een zeer snelle toename van het aandeel omikron in het aantal infecties.
                  De dag van monsterafname waarop 50% van alle besmetting door omikron veroorzaakt worden
                  in de RAI-teststraat, is geschat op 21 december (95%-interval: 19–25 december). Op
                  basis van de kiemsurveillance verwacht het OMT dat het beeld voor deze teststraat
                  enkele dagen voorloopt op de rest van Nederland. Deze groeisnelheid is conform schattingen
                  op basis van gegevens uit andere landen in West-Europa, zoals Denemarken, Engeland
                  en België.
               
Er is onzekerheid in welke mate de snelle relatieve groei wordt bereikt door ontsnapping
                  aan de immuniteit die is opgewekt door natuurlijke infectie of vaccinatie, of door
                  een hoger intrinsiek besmettend vermogen, of een combinatie van deze twee. Bij de
                  mogelijke combinaties verwacht het OMT een golf van infecties in de komende maand,
                  van een grotere omvang dan de golf door de deltavariant die we net achter de rug hebben.
                  Een versnelde boostercampagne kan de golf verminderen. Als veel mensen al worden blootgesteld
                  aan de omikronvariant, voordat ze een booster zullen ontvangen voor eind januari 2022,
                  kan de golf aanzienlijk groter worden. De hoogte van de golf kan worden verkleind
                  door bijkomende maatregelen te nemen die de verspreiding van het virus afremmen.
               
Hoe hoog de bezetting in de ziekenhuizen en IC wordt, is zeer onzeker. Het is mogelijk
                  dat de aantallen uitstijgen boven wat in eerdere golven is bereikt en wat de zorgcapaciteit
                  aan zou kunnen. Een factor die bijdraagt aan de onzekerheid, is het gebrek aan kennis
                  over de ernst van het beloop van de ziekte na besmetting met de omikronvariant en
                  de kans op ziekenhuisopname (en IC-opname) na besmetting. Een andere factor is de
                  vaccineffectiviteit na een booster tegen infectie met de omikronvariant en tegen ziekenhuisopname
                  na infectie. Weer een andere factor is de duur van de generatietijd – de typische
                  tijdsduur tussen het besmet worden van een bron en het besmetten van andere gevallen
                  door de bron – omdat dit ook de snelle groei zou kunnen verklaren. Verder is de te
                  bereiken boostervaccinatiegraad onzeker.
               
Ad3) Adviezen
Op basis van modellering verwacht het OMT nu dat de omikronvariant eind december al
                  dominant zal zijn in Nederland. Dit is eerder dan vorige week werd verwacht. Daarnaast
                  blijkt uit de modellering dat niet kan worden uitgesloten dat de snelle verspreiding
                  leidt tot een hoge piek in ziekenhuis- en IC-opnames waarbij de capaciteit van de
                  Nederlandse gezondheidszorg wordt overschreden. Naast dit sombere scenario, zijn ook
                  andere uitkomsten mogelijk die minder belasting op de zorg leggen. Echter, de vele
                  onzekerheden maken een keuze tussen de scenario’s momenteel niet mogelijk. Kennis
                  die komende week of weken beschikbaar komt over percentage opnames onder omikroninfecties
                  en de IC-belasting, de boostervaccinatiegraad en dergelijke, maakt een keuze van het
                  meest waarschijnlijke scenario pas mogelijk.
               
Aangezien er nog veel onzekerheden zijn met betrekking tot de omikronvariant en een
                  overbelasting van de zorgketen tot de mogelijkheden behoort, adviseert het OMT op
                  korte termijn extra maatregelen te nemen om de verspreiding te beperken zodat de bevolking
                  zo goed mogelijk beschermd kan worden door uitvoering van de al versnelde boostercampagne.
               
Uit de modellering blijkt dat de hoogte van de piek kan worden teruggebracht door
                  ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen een boostervaccinatie hebben ontvangen.
                  Om de boostercampagne de kans te geven zoveel mogelijk mensen tijdig te bereiken,
                  is het opportuun nu extra maatregelen te nemen naast de avondlockdown, waardoor de
                  opkomst van de omikronvariant wordt vertraagd. Ook adviseert het OMT te onderzoeken
                  of de observatietijd van 15 minuten na het toedienen van de booster kan worden losgelaten,
                  om zo het geven van boosters te bespoedigen en capaciteit te verhogen. Ook het verder
                  verhogen van de vaccinatiegraad onder nog niet gevaccineerde personen draagt bij aan
                  de bescherming tegen ziekte en tegen verspreiding van omikron.
               
Om nu «tijd te kopen» voor de boostercampagne en de uitgangspositie van de zorg te
                     verbeteren, adviseert het OMT om de huidige avondlockdown uit te breiden, op een wijze
                     vergelijkbaar met de maatregelen in december 2020 en januari 2021, door:
                  
– sluiting van scholen en onderwijsinstellingen;
– sluiting van de horeca;
– sluiting van niet-essentiële winkels;
– sluiting van de cultuursector en sportclubs;
– sluiting van overige locaties.
Indien niet tot sluiting van scholen en onderwijsinstellingen wordt besloten, dient
                     overal in het onderwijs de 1,5 metermaatregel en mondneusmaskerplicht te worden doorgevoerd.
                  
Tevens kan een verdere beperking van het aantal bezoekers thuis (en in instellingen
                     voor langdurige zorg) tot 2 worden geadviseerd, waarbij een uitzondering tot 4 gemaakt
                     kan worden voor de kerstdagen. Tot slot kan een dringend advies worden gegeven om
                     niet te reizen voor vakantiedoeleinden. Ook hier is het advies de maatregelen te volgen
                     zoals die van toepassing waren in december 2020 en januari 2021.
                  
Ook herhaalt het OMT het advies om voorbereidingen te treffen in de hele zorgketen
                     om de verwachte toename van de zorgvraag op te kunnen vangen.
                  
Het OMT benadrukt dat er nog geen eenduidig beeld is met betrekking tot verschillende
                     essentiële karakteristieken van de omikronvariant, zoals ziekmakend vermogen. Dit
                     is reden voor het OMT om de internationale ontwikkelingen met betrekking tot de omikronvariant
                     nauwgezet te volgen. Mocht duidelijk worden dat de omikronvariant een mild ziektebeeld
                     veroorzaakt, met verminderde kans op ziekenhuis- en IC-opname ten opzichte van de
                     deltavariant, dan zal het OMT dit direct doorrekenen in de modellen en op grond daarvan
                     eventueel snel adviseren de maatregelen weer terug te brengen tot de huidige avondlockdown.
                     Daarnaast is er een nieuw weegmoment als de boostercampagne ten einde loopt (volgens
                     planning medio tot eind januari 2022), hetgeen goed zou kunnen samenvallen met de
                     eerder afgesproken evaluatie per 14 januari. Immers, het mogelijk maken van boosters
                     voor iedereen die dat wil, is een belangrijke motivering om nu (liefst tijdelijk)
                     de maatregelen te intensiveren.
                  
Ten slotte, voor de langere termijn verwacht het OMT meer van nieuwe vaccins specifiek
                     gericht tegen de omikronvariant; mogelijk kunnen ook vaccins op eiwitbasis (NovaVax)
                     bescherming bieden.
                  
Ad4) Testbeleid
Het OMT adviseert dringend om het beleid met betrekking tot zelftesten op dit moment
                  niet aan te passen. De onderbouwing van de huidige (zelf)testadviezen is te vinden
                  in het advies van het 130e OMT. Het (zelf)testadvies is dus nog zeer recent en ook
                  zeer ingrijpend gewijzigd. De communicatie hierover loopt nog en er leven nog veel
                  – ook praktische – vragen bij het publiek. Een nieuwe wijziging zal tot extra onduidelijkheid
                  en extra vragen leiden.
               
Bovendien heeft het OMT eerder aangegeven dat het voor uitbreiding van de inzet van
                  zelftesten belangrijk is dat er kwalitatief goede testen gratis of laagdrempelig beschikbaar
                  worden gesteld aan met name de minder draagkrachtigen. De meest recente informatie
                  van de gedragsunit toont dat het gebruik van zelftesten bij lager opgeleiden lager
                  is dan bij midden en hoger opgeleiden, hetgeen gerelateerd kan zijn aan de kosten
                  die het zelf aanschaffen van zelftesten met zich meebrengen.
               
Waar in het verleden zelftesten werden ingezet bij mensen zonder klachten, kan binnen
                  de huidige adviezen een zelftest ook al worden gebruikt bij mensen met klachten en
                  op dag 1 bij het BCO. Op basis van de data uit de GGD-teststraten, lijkt dit al op
                  grote schaal te gebeuren. Het OMT ziet onder de huidige omstandigheden – waarbij de
                  testvraag afneemt – geen meerwaarde in het ontmoedigen van het testen bij de GGD.
                  Vanwege de onzekerheid over de omikronvariant en de gevolgen van de reeds doorgevoerde
                  wijziging in het testbeleid, is het juist belangrijk om zo goed mogelijk zicht te
                  houden op de ontwikkelingen in de testvraag en testuitslagen. Kortom, het OMT adviseert
                  om het (zelf)testbeleid nu niet aan te passen.
               
Ad5) Reizen en bron-en contactonderzoek
Ten aanzien van het beleid met betrekking tot isolatie en quarantaine bij COVID-19,
                  adviseert het OMT het beleid niet alleen voor reizigers aan te passen maar voor iedereen.
                  Aangezien vaccinatie en doorgemaakte infectie vooralsnog weinig bescherming lijken
                  te geven tegen de omikronvariant, adviseert het OMT het quarantainebeleid voortaan
                  onafhankelijk van de immuunstatus te maken. Het isolatie en quarantainebeleid wordt
                  hiermee aanzienlijk vereenvoudigd.
               
De isolatieduur voor positief geteste personen zonder klachten (asymptomatisch) wordt
                  verlengd en overige nauwe contacten (categorie 2) gaan ongeacht hun immuunstatus in
                  quarantaine. Het RIVM zal dit beleid verder uitwerken. Het streven is om dit zo spoedig
                  mogelijk te laten ingaan. Tevens vraagt het OMT aandacht voor het inrichten en beschikbaar
                  stellen van elektronische systemen voor het melden van positieve zelftesten en het
                  uitvoeren van BCO door de index zelf.
               
Ten aanzien van reizigers vanuit EU-landen, adviseert het OMT het EU-beleid te volgen.
                  Daarnaast adviseert het OMT alle landen buiten de EU als hoog-risicoland te beschouwen
                  en reizigers vanuit deze landen ongeacht vaccinatiestatus of doorgemaakte infectie
                  een testverplichting, bij voorkeur een NAAT-test, afgenomen 24 uur voor vertrek, op
                  te leggen.
               
Ten slotte zal het OMT in een volgend advies ingaan op de vraag over eventuele aanpassing
                  van het beleid met betrekking tot persoonlijke beschermingsmiddelen in de zorg vanwege
                  de opkomst van de omikronvariant. De werkgroep van de Federatie Medisch Specialisten
                  is gevraagd hiertoe een voorstel doen, rekening houdend met de nieuwste wetenschappelijke
                  inzichten.
               
BAO-advies
Het BAO, dat vanmorgen 18 december bijeen is gekomen, onderschrijft de ernst van de
                  situatie zoals door het OMT in het advies is beschreven. Het BAO vindt de maatregelen
                  – indien ook de uitzonderingen uit het pakket van vorig jaar december gelden, zoals
                  voor reizen en onderwijs – op hoofdlijnen navolgbaar. Het BAO heeft als kanttekening
                  dat met name voor het onderwijs de geadviseerde maatregelen ingrijpend zijn en dat
                  in ieder geval voor de kwetsbare leerlingen voorzieningen moeten worden getroffen.
                  Het BAO geeft in dat verband aan dat de maatregelen in het onderwijs zo kort mogelijk
                  zouden moeten duren. Het BAO is het eens met het voornemen van het OMT om opnieuw
                  te adviseren als meer duidelijk wordt over het ziekteverloop en dringt aan op een
                  nieuw weegmoment in de kerstvakantie, zodat helder is welke maatregelen bij de start
                  van het nieuwe schooljaar op 10 januari gelden. Het BAO geeft aan dat het advies ten
                  aanzien van quarantaine eerst goed moet worden uitgewerkt, inclusief uitvoeringstoets
                  en goede communicatie, alvorens dit in kan gaan.
               
2. Sociaal Maatschappelijke Reflectie en maatschappelijk beeld en uitvoeringstoets
               
Voor de besluitvorming van 18 december 2021 is er, naast het epidemiologisch beeld
                  en OMT-advies, zoals gebruikelijk rekening gehouden met het maatschappelijk beeld
                  volgens de inzichten van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), reflecties op
                  de maatregelen volgens de inzichten van het SCP en de Ministeries van Financiën, Economische
                  Zaken en Klimaat en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de «Trojka») en met uitvoeringstoetsen
                  op de maatregelen door andere departementen, de gedragsunit van het RIVM, de Nationale
                  Politie, de Veiligheidsregio’s en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Ook
                  de gedragsreflectie op het maatregelenpakket van het SCP en RIVM Corona Gedragsunit
                  treft uw Kamer aan in de bijlagen3.
               
Maatschappelijk beeld en reflectie SCP
Het SCP verwijst naar de eerder gegeven reflecties ten behoeve van besluitvorming
                  op 26 november en 10 december jl. Hierin geeft het SCP aan dat enkele sectoren, waaronder
                  de culturele sector, de horeca en evenementenbranche hard geraakt zijn door de crisis
                  en bijbehorende maatregelen. De vrijetijdsbesteding die deze gelegenheden bieden,
                  zijn voor veel mensen belangrijke activiteiten die bijdragen aan ontplooiing, ontspanning,
                  plezier en ontmoeting. Het vasthouden van de bezoekersnormen en sluitingstijden van
                  de horeca brengt financiële gevolgen voor de getroffen sectoren met zich mee. Het
                  SCP geeft aan dat er twijfels bestaan over de effectiviteit van deze maatregelen.
                  Het SCP noemt het van belang dat het doel en de effectiviteit van bestaande maatregelen
                  helder worden onderbouwd en inzichtelijk worden gemaakt. Zij refereren aan een onderzoek
                  van de RIVM gedragsunit waaruit blijkt dat met name de hygiënemaatregelen nog altijd
                  goed worden nageleefd. Afstand houden van anderen kan in de praktijk echter niet altijd
                  worden gerealiseerd. Bijna zes op de tien deelnemers van het onderzoek zegt dat het
                  lukt om voldoende afstand te houden, ruim vier op de tien lukt dat dus niet. Ook het
                  geldende thuiswerkadvies blijkt steeds lastiger in praktijk te brengen.
               
Volgens het SCP is het te verwachten dat de mensen die het hardst zijn geraakt door
                     de crisis, in het najaar en de winter nog niet of onvoldoende hersteld zijn. Verdere
                     negatieve gevolgen en ervaringen komen daar bovenop stelt het SCP, en kunnen bovendien
                     ook negatieve invloed hebben op het draagvlak en naleving vanuit deze groep. Het SCP
                     geeft aan dat hoe restrictiever het pakket aan maatregelen is en hoe langer dit voortduurt,
                     hoe lager het (gemiddeld) psychisch welbevinden van burgers, en hoe hoger de (gemiddelde)
                     gevoelens van eenzaamheid. De hoge bezettingsgraad van corona patiënten in de ziekenhuizen
                     leidt tevens tot uitgestelde zorg met nadelige gevolgen voor zowel de gezondheid als
                     kwaliteit van leven. Ook zijn een aantal groepen in de samenleving harder geraakt
                     door de coronacrisis dan andere groepen. Het SCP wijst erop dat de sociaal-maatschappelijke
                     gevolgen van de crisis zich minder snel herstellen dan de besmettingscijfers. Het
                     is van belang de ontwikkeling in sociaal-maatschappelijke effecten in het oog te houden
                     en rekening te houden met een mogelijk verhoogde vraag naar ondersteuning vanuit het
                     sociaal domein en de geestelijke gezondheidzorg – ook in de periode na de crisis.
                  
Het SCP stelt dat veel maatregelen ingrepen op de kern van het sociale leven van jongeren,
                     terwijl contacten met leeftijdsgenoten juist voor hen belangrijk zijn vanwege de ontwikkeling
                     van hun identiteit. De afname in het psychisch welbevinden en toename van enige tot
                     sterke eenzaamheidsgevoelens was bij jongeren en jongvolwassenen het grootst. Het
                     SCP verwacht dat nieuwe forse beperkingen een versterkt negatief effect op het welbevinden
                     kunnen hebben, omdat de effecten van eerdere maatregelen nog niet geheel zijn hersteld.
                     Het SCP geeft aan dat scholen een belangrijke sociaal maatschappelijke functie hebben.
                     Dit geldt vooral voor de kinderen in zorgwekkende gezinssituaties. Juist de laatste
                     week voor de kerstvakantie staat in de meeste scholen in het teken van sociale activiteiten
                     en gezelligheid. Tegelijkertijd zijn er ook grote zorgen onder docenten, ouders en
                     sommige leerlingen zelf vanwege het hoge aantal besmettingen onder kinderen, en de
                     veilige leer- en werkomgeving. Het verlengen van de kerstvakantie zal op deze korte
                     termijn voor een deel van de werkende ouders lastig op te vangen zijn. Niet iedereen
                     heeft de mogelijkheid om een week extra vakantie van het werk op te nemen. Ten aanzien
                     van afstandsonderwijs geeft het SCP aan dat de maatschappelijke effecten van het afstandsonderwijs
                     groot zijn. Zij adviseren daarom het open houden van scholen zoveel mogelijk te prioriteren.
                     Over een eventuele vervroeging of verlenging van de kerstvakantie op scholen adviseren
                     zij nadrukkelijk de uitvoerbaarheid en gevolgen ervan te toetsen bij de onderwijssector.
                  
Ten behoeve van het draagvlak in de samenleving, vertrouwen in de instituties en het
                  bereiken van ongevaccineerde kwetsbare groepen benadrukt het SCP het belang van heldere,
                  transparante communicatie en toegankelijke informatievoorziening. Ook bevelen zij
                  aan dat er in de communicatie voldoende aandacht wordt besteed aan de betekenis van
                  de gedeelde (en eigen) verantwoordelijkheid van mensen voor hun eigen gezondheid en
                  die van anderen.
               
Bij alle communicatie, zowel over maatregelen als over het vaccinatiebeleid, is het
                  belangrijk aandacht te hebben hoe informatie iedereen bereikt en welke kanalen daarvoor
                  gebruikt kunnen worden. De meer fundamentele boodschap over de uitlegbaarheid van
                  besluiten en het belang van een betrouwbare overheid wordt volgens het SCP bevestigd
                  door onderzoek van het RIVM naar de voorkeuren van mensen over mogelijke opschaling
                  van maatregelen dit najaar. Hieruit komt naar voren dat er moet worden gekozen voor
                  effectieve maatregelen, maatregelen die tot weinig negatieve (lange termijn) effecten
                  leiden. Ook wordt hierin geadviseerd te kiezen voor generieke maatregelen die een
                  specifieke groep of gebied raken.
               
Tot slot wijst het SCP op de risico’s van stigmatisering van groepen die in crisissituaties
                  ontstaat. Stigmatisering kan tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen verder verscherpen
                  en leiden tot grotere spanningen en sociale wrijving in de samenleving. Zij adviseren
                  om ook de opvattingen van de grote middengroep in ons land serieus te nemen en nadrukkelijk
                  mee te nemen in de communicatie en informatievoorziening.
               
Sociaal-maatschappelijke en economische reflectie Trojka
De sociaal-maatschappelijke en economische reflectie van de Ministeries van SZW, EZK
                  en FIN geeft prioriteit aan het openstellen van het onderwijs na de kerstvakantie.
                  Zij stellen dat 20% van de positieve coronagevallen is toe te wijzen aan scholen.
                  Blijvende sluiting is daarom niet proportioneel volgens de Trojka. Een sluiting van
                  het onderwijs trekt een zware wissel op de mentale gezondheid van jongeren. Een kwart
                  van de jongeren is psychisch ongezond blijkt uit cijfers van het CBS. Afstandsonderwijs
                  leidt tot leerachterstanden bovenop de achterstanden die er al zijn. Ook vergroot
                  het de kansenongelijkheid gezien het effect het grootst is bij leerlingen met ouders
                  met een laag of gemiddeld opleidingsniveau. De Trojka geeft aan dat achterstanden
                  het verdienvermogen van leerlingen en Nederland als geheel aantasten. Ook gaat een
                  schoolsluiting ten koste van de productiviteit van werkende ouders. De Trojka concludeert
                  dat de schade van een schoolsluiting onevenredig neerslaat bij jonge generaties, terwijl
                  de baten ervan primair bij oude generaties neerslaan.
               
Uit de reflectie van de Trojka komt naar voren dat de schade van het volledig sluiten
                  van sectoren groot is. Binnen-en buitensport mogelijk blijven maken is van groot belang
                  voor de mentale en fysieke weerbaarheid van burgers. Uit cijfers van het CBS blijkt
                  dat de psychische gesteldheid een historisch dieptepunt heeft bereikt. Daarom adviseert
                  de Trojka om bibliotheken en buurthuizen indien mogelijk open te houden. Deze plekken
                  vervullen een belangrijke sociale functie in de buurt als sociaal vangnet, met name
                  voor jongeren en kwetsbaren. Sluiting in de week voor kerst heeft grote impact op
                  winkeliers en horeca omdat zij in de laatste weken van het jaar veel omzet draaien.
                  Het toestaan van winkelen op afspraak en click en collect is van belang om te voorkomen
                  dat winkeliers met grote onverkoopbare voorraden blijven zitten. Hoewel de impact
                  van corona macro-economisch vooralsnog meevalt, is er onder de radar forse schade.
                  De huidige dynamiek van sluitingen én steun is onhoudbaar. De Trojka geeft aan dat
                  het beslag op overheidsfinancíën van steunmaatregelen zeer groot is. Dit zal uiteindelijk
                  ook moeten worden terugbetaald door jonge generaties. Door de steunpakketten worden
                  ook niet-productieve bedrijven in leven gehouden, wat ten koste gaat van het lange
                  termijn verdienvermogen van Nederland.
               
De Trojka pleit voor het maken van scherpere keuzes in het vaccinatiebeleid. Het verhogen
                  van de immuniteit via vaccinatie inclusief boosters blijft de structurele uitweg uit
                  de crisis en is het middel tegen overbelasting van de zorg en ingrijpende vrijheid
                  beperkende maatregelen. Daarom adviseren zij op korte termijn de voor- en nadelen
                  van varianten van vaccinatie- en boosterprikkels en -plichten in kaart brengen. De
                  SME-schade van sluitingen is gigantisch en een lockdown impliceert ook vergaande beperking
                  van vrijheden.
               
3. Maatregelen
               
Het OMT heeft het kabinet vandaag geadviseerd om op korte termijn extra maatregelen
                  te nemen. Deze maatregelen zijn noodzakelijk om de verspreiding van de omikronvariant
                  te vertragen. Doel is om deze tijd te benutten zodat iedereen een booster kan krijgen
                  en daarmee zo goed mogelijk beschermd wordt tegen deze variant. Daarvoor wordt de
                  boostercampagne geïntensiveerd en versneld. Ook wordt met de extra maatregelen tegelijkertijd
                  de uitgangspositie van de zorg verbeterd.
               
Het kabinet heeft het advies van het OMT overgenomen en heeft besloten tot een brede
                  lockdown. Deze brede lockdown bestaat onder andere uit de sluiting van de horeca,
                  niet-essentiële winkels, niet medische contactberoepen, de kunst- en cultuurlocaties,
                  sportlocaties, een evenementenverbod en schoolsluiting. Daarnaast worden het thuisbezoekadvies
                  en enkele andere adviezen aangepast.
               
De maatregelen en adviezen gaan in per 19 december 2021 05.00 uur en lopen af op 15 januari
                  2022 05.00 uur. Nieuwe besluitvorming is voorzien op 14 januari 2022. De maatregelen
                  in het onderwijs gelden tot 10 januari 2022, waarbij op 3 januari 2022 een besluit
                  wordt genomen voor de periode na 10 januari 2022. Doorlopend zal het Kabinet beoordelen
                  of het maatregelenpakket nog proportioneel is in relatie tot de genoemde doelen. Indien
                  mogelijk, of nodig wordt eerder dan het geplande moment tot nieuwe besluitvorming
                  overgegaan.
               
Het steunpakket ademt mee met geleden omzetverliezen en is reeds verlengd tot het
                  eerste kwartaal van 2022. Het mee-ademen van het steunpakket betekent dat meer ondernemers
                  meer gebruik zullen maken van het steunpakket, doordat zij een hoger omzetverlies
                  zullen kennen. Het steunpakket is reeds maximaal verruimd, in lijn met voorgaande
                  kwartalen toen sprake was van vergelijkbare beperkingen, en ruimer dan gedurende de
                  winter vorig jaar.
               
Algemene sluiting en evenementenverbod, inclusief groepsvormingsverbod
De brede lockdown ziet er op hoofdlijnen als volgt uit. Per 19 december 05.00 uur
                  geldt buiten een groepsvormingsverbod. Dit betekent dat niet meer dan twee personen
                  zich gezamenlijk buiten mogen begeven, huishoudens uitgezonderd. Ook geldt een algemene
                  sluiting en een evenementenverbod. Per zondagochtend zijn dan ook onder andere de
                  horeca, niet-essentiële winkels en de kunst- en cultuursector gesloten. Ook is het
                  niet toegestaan om evenementen te organiseren en niet-medische contactberoepen uit
                  te oefenen. In de niet-essentiële detailhandel is afhalen en retourneren tot 17:00
                  uur van vooraf bestelde of gereserveerde artikelen onder voorwaarden wel toegestaan.
                  Ook afhalen in de horeca blijft mogelijk.
               
Algemene uitzonderingen en beperkte uitzondering voor sport
In algemene zin gelden de uitzonderingen op de sluitingen en verboden, zoals die in
                  de afgelopen lockdowns zijn gehanteerd. Zo blijft de essentiële detailhandel open
                  en kan essentiële dienstverlening (en enkele vormen van specifieke dienstverlening)
                  doorgang vinden, zoals openbaar vervoer, banken, bibliotheken, buurt- en wijkcentra,
                  georganiseerde jeugdactiviteiten, zwembaden ten behoeve van zwemles en schoolzwemmen,
                  zorglocaties en de verkoop van kerstbomen (buiten). Van het evenementenverbod zijn
                  zoals ook eerder besloten de reguliere warenmarkten, uitvaarten en professionele sportwedstrijden
                  zonder publiek uitgezonderd. Daarnaast geldt op het groepsvormingsverbod van meer
                  dan twee personen een algemene uitzondering voor kinderen tot en met 12 jaar en personen
                  woonachtig op hetzelfde adres. Ten slotte geldt op Kerstavond, Eerste Kerstdag en
                  Tweede Kerstdag en Oudejaarsavond een verbod op groepsvorming van meer dan vier personen.
                  Voor plaatsen die conform uitzonderingen open zijn geldt een mondkapjesplicht, een
                  bezoekersnorm in geplaceerde setting van 100% van de 1,5m-capacitieit met een maximum
                  van 50 bezoekers per zelfstandige binnenruimte en bij doorstroomlocaties dat 1 persoon
                  per 5m2 toegelaten kan worden. Voor uitvaarten geldt een maximale groepsgrootte van 100 bezoekers
                  op 1,5 meter afstand.
               
Gezien het belang van sport in het kader van gezondheid en welzijn blijven buitensportlocaties
                     tussen 05.00u en 17.00u geopend. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de
                     groepsvorming buiten. Dit betekent dat maximaal twee personen van 18 jaar en ouder
                     hier kunnen sporten (exclusief trainer). Voor kinderen en jongeren t/m 17 jaar geldt
                     verder geen maximale groepsgrootte voor het beoefenen van sport buiten. Zij hoeven
                     tijdens sportbeoefening geen 1,5 meter afstand te houden, maar mogen geen wedstrijden
                     en competitie buiten eigen clubverband spelen. Daarnaast zijn zwembaden geopend ten
                     behoeve van zwemlessen voor het A, B of C-diploma tot 17.00u. De bestaande uitzondering
                     voor topsporters blijft bestaan. Georganiseerde jeugdactiviteiten voor personen tot
                     en met 17 jaar zijn buiten tot 17.00 toegestaan met maximaal 50 personen.
                  
Buurt- en wijkcentra blijven geopend voor georganiseerde dagbesteding en opvang voor
                     kwetsbare groepen en ook bibliotheken blijven geopend.
                  
Een volledig overzicht van de uitzonderingen, de afbakening van essentiële detailhandel
                  en de voorwaarden waaronder afhaal en retourneren van goederen en diensten georganiseerd
                  dient te worden is te raadplegen op www.Rijksoverheid.nl.
               
Onderwijs en buitenschoolse opvang
Het OMT heeft geadviseerd om de scholen en onderwijsinstellingen te sluiten. Het kabinet
                  neemt het advies over, waarbij – net zoals bij eerdere schoolsluitingen – ruimte wordt
                  gegeven aan prioritaire groepen. Scholen en instellingen in het po, vo, mbo en ho
                  sluiten vanaf maandag 20 december 2021. Tot en met zondag 9 januari 2022 zijn ze dicht.
                  De Buitenschoolse opvang (bso) is gesloten vanaf maandag 20 december 2021 (uiterlijk
                  21 december) tot en met zondag 9 januari 2022. Scholen en instellingen zijn niet verplicht
                  om in die week voorafgaand aan de kerstvakantie afstandsonderwijs te verzorgen.
               
Voor kinderen in een kwetsbare positie en kinderen waarvan minimaal één ouder/verzorger
                  werkzaam is in een cruciale beroepsgroep geldt dat ouders een beroep kunnen doen op
                  noodopvang bij de basisschool en de bso (vanaf uiterlijk dinsdag 21 december). Scholen
                  leveren noodopvang tijdens de schooluren en de bso gedurende de reguliere openingstijden
                  van de bso voor kinderen van ouders die een contract met de bso hebben. Tijdens de
                  kerstvakantie van 25 december 2021 t/m 9 januari 2022 zijn de basisscholen gesloten
                  en biedt de bso noodopvang voor hun reguliere klanten en gedurende de gebruikelijke
                  openingstijden die zij hanteren tijdens deze vakantieperiode.
               
Op 3 januari 2022 zal het Kabinet voor de scholen een besluit nemen over de periode
                  vanaf 10 januari 2022. De bedoeling is dat scholen gewoon open gaan. Niettemin worden
                  scholen uit voorzorg gevraagd om afstandsonderwijs voor te bereiden voor het geval
                  dat onverhoopt vanaf 10 januari toch noodzakelijk blijkt.
               
Een uitzondering op de schoolsluiting betreffen de reeds geplande schoolexamens voor
                  leerlingen in het examenjaar en voorexamenjaar van het voortgezet (speciaal)onderwijs,
                  die dienen op school door te gaan. Scholen in het v(s)o mogen verder ook open zijn
                  voor (fysiek) onderwijs aan kwetsbare leerlingen. Zij mogen open zijn voor fysiek
                  onderwijs aan examenleerlingen, praktijkgerichte lessen, praktijkgerichte vakken in
                  het vmbo, praktijkonderwijs en vso. Het kabinet heeft er begrip voor als scholen maandag
                  20 december nog te tijd nodig hebben om het onderwijs voor de uitzonderingsgroepen
                  te organiseren. Uiteraard gelden voor leerlingen en onderwijspersoneel die zich in
                  scholen begeven de reeds geldende corona-maatregelen, zoals de verplichting om een
                  mondneusmasker te dragen in de gangen en het tweemaal in de week preventief zelftesten.
                  Daarnaast geldt het advies om de leerlingen 1,5 meter afstand te laten houden tot
                  de docent, voor zover dat mogelijk is. Voor het primair onderwijs zijn de maatregelen
                  onveranderd ten opzichte van de besluitvorming van afgelopen dinsdag. Scholen in het
                  primair onderwijs zijn dus enkel open voor kwetsbare leerlingen en voor leerlingen
                  waarvan (minimaal) één van de ouders/verzorgers een cruciaal beroep heeft.
               
Ook in het mbo, hbo en wo geldt een uitzondering op de sluiting voor examens, tentamens,
                  praktijkonderwijs en de begeleiding van kwetsbare studenten (inclusief mbo 1 en 2).
                  Voor studenten en docenten die zich in de onderwijsinstellingen begeven geldt dat
                  zij zich dienen te houden aan de basisregels ten aanzien van hygiëne en gezondheid,
                  het opvolgen van de quarantaineregels, het dragen van mondneusmaskers bij verplaatsing
                  en maximale groepsgrootte van 75 (met uitzondering van tentamens en examens). Daarnaast
                  wordt aangeraden zoveel mogelijk 1,5 meter afstand te houden waar mogelijk. Studenten
                  en docenten wordt bovendien geadviseerd om twee keer per week preventief een zelftest
                  te doen wanneer zij naar de onderwijsinstelling komen. Het reizen van en naar de instelling
                  wordt gezien als noodzakelijke reis, wat betekent dat studenten en medewerkers voor
                  een fysieke les van en naar de instelling mogen reizen, ook als dat via het ov is.
               
Verlenging sluiting buitenschoolse opvang
Het kabinet heeft besloten de sluiting van de bso met twee weken te verlengen tot
                  en met 9 januari. Ook voor deze sluitingsperiode geldt de uitzondering dat de bso
                  openblijft voor noodopvang aan kinderen van minimaal één ouder ouder/verzorger met
                  een cruciale beroepsgroep en kinderen in een kwetsbare positie. Het gaat hierbij expliciet
                  om kinderen van ouders die een contract hebben met de bso. De bso gaat in principe
                  weer open op maandag 10 januari. De kinderdagopvang voor kinderen van 0–4 jaar en
                  de gastouderopvang voor kinderen blijven open.
               
Van de bso wordt in deze tijden een extra inspanning gevraagd om noodopvang te blijven
                  bieden aan ouders die hier recht op hebben. Aan ouders die normaliter bso gebruiken,
                  vragen wij de gehele factuur aan de kinderopvang te blijven voldoen, ook als zij op
                  dit moment niet van opvang gebruik kunnen maken. De kinderopvangsector blijft daarmee
                  in staat goede noodopvang te verzorgen. Voor ouders betekent het doorbetalen dat het
                  recht op kinderopvangtoeslag blijft bestaan en dat de plek in de bso, wanneer deze
                  weer regulier opengaat, behouden blijft.
               
Een deel van de factuur heeft betrekking op de eigen bijdrage die ouders betalen.
                  De inzet van het kabinet is om deze kosten zoveel mogelijk tegemoet te komen; vergelijkbaar
                  met de tegemoetkomingen van de vorige sluitingsperiodes. Dat betekent dat ouders met
                  bso een tegemoetkoming ontvangen die bij benadering overeenkomt met de eigen bijdrage
                  vanaf 21 december jl. tot en met heropening bso. Dit geldt óók voor ouders in cruciale
                  beroepen die noodgedwongen gebruik moeten maken van de noodopvang.
               
Aandacht voor jeugdigen
De extra maatregelen drukken zwaar op ons allen, in het bijzonder ook jeugdigen.
De lessen uit de eerdere lockdown en meerdere onderzoeken (RIVM, SCP en CBS) laten
                     zien dat de coronamaatregelen jongeren mentaal harder raakt dan andere leeftijdsgroepen.
                     In het bijzonder jongeren met een kwetsbare gezondheid en in een kwetsbare thuissituatie.
                     We willen jongeren laten weten dat we ze zien en hun signalen horen. Daarom komen
                     we met een aanvullend steunpakket om hun mentale gezondheid en gezonde leefstijl te
                     ondersteunen. We werken dit samen met gemeenten verder uit omdat gemeenten het beste
                     zicht hebben op wat jongeren in hun gemeenten nodig hebben en nemen hierbij de kennis
                     van veldpartijen en deskundigen mee. We denken hierbij aan laagdrempelige online en
                     offline ontmoetingen van mentaal kwetsbare jongeren en sport- en spelactiviteiten.
                     Zo vinden in deze kerstvakantie de Wintergames plaats.
                  
Aanscherping thuisbezoekadvies, reisadvies en vakantieadvies en invoering contactadvies
                     detailhandel
Het thuisbezoekadvies wordt aangescherpt. Voor het thuisbezoekadvies geldt per onmiddellijke
                  ingang: Ontvang maximaal twee personen per dag (m.u.v. personen t/m 12 jaar) en ga
                  bij maximaal één huishouden op bezoek. Met uitzondering van Kerstavond, Eerste Kerstdag,
                  Tweede Kerstdag en Oud en Nieuw, dan geldt een thuisbezoekadvies van maximaal vier
                  personen per dag.
               
Voor binnenlandse en buitenlandse reizen geldt: blijf zoveel mogelijk thuis. Als je
                     toch op pad gaat, beperk dan zoveel mogelijk je contacten en houd 1,5 meter afstand.
                     Voor reizen naar het buitenland geldt daarnaast: houd je aan de reisadviezen van het
                     Ministerie van Buitenlandse Zaken en aan de lokale regels, houd rekening met de inreisvoorwaarden
                     en doe een test na terugkomst in Nederland.
                  
Reis je in vanuit een derde land, dan is het verplicht een test te doen voor vertrek.
Daarnaast geldt een algemeen vakantieadvies: Op vakantie gaan mag. Houd u ook op uw
                     vakantieadres altijd aan de geldende regels. Voor een uitgebreidere toelichting ten
                     aanzien van reizen zie de paragraaf reizen van deze brief.
                  
Het advies voor bezoek aan essentiële detailhandel luidt: Doe je boodschappen zoveel
                  mogelijk alleen. Is het druk? Ga dan weg en doe je boodschappen op een ander moment.
               
De naleving van deze, en de overige adviezen, zijn essentieel. De overige adviezen
                     luiden:
                  
– Binnenlands reisadvies: blijf zoveel mogelijk thuis en vermijd drukte.
– Buitenlands reisadvies: volg reisadviezen van Buitenlandse Zaken.
– Contactadvies 70+: beperk contacten, ook met (klein)kinderen en houd 1,5 meter afstand,
                           ook van hen.
                        
– Ontvang je bezoek of ga jezelf op bezoek: doe van te voren een zelftest.
– Thuiswerkadvies: Werk thuis. Kan dat niet: houd op werk altijd 1,5 meter afstand.
4. Voortgang boostercampagne
               
Afgelopen woensdag heb ik uw Kamer gesproken over de uitvoering van de boostercampagne
                  en de verdere versnelling daarvan (Handelingen II 2021/22, nr. 35, debat over de ontwikkelingen
                  rondom het coronavirus). Met de verdere versnelling heeft iedereen van 18 jaar en
                  ouder, die drie maanden of langer geleden de laatste vaccinatie uit de basisserie
                  heeft gehad – of van corona is genezen – de mogelijkheid om in de tweede helft van
                  januari 2022 een booster vaccinatie te krijgen. Deze versnelling is ingezet op advies
                  van het OMT vanwege de onzekerheden omtrent de verspreiding van de omikronvariant
                  en de risico’s op extra ziekenhuis- en IC-opnames te kunnen beperken die de zorg mogelijk
                  niet aankan. Op basis van eerste gegevens over de effectiviteit van boostervaccinaties
                  lijkt een boostervaccinatie duidelijke verbetering te geven van vaccineffectiviteit
                  ten aanzien van besmetting met de omikronvariant en ziekenhuisopname als gevolg van
                  de omikronvariant.
               
Het advies van het OMT van vandaag 18 december 2021, wijst ons indringend op het grote
                  belang van boostervaccinatie tegen COVID-19. In Nederland is nu 85,8%4 van alle mensen van 18 jaar en ouder volledig gevaccineerd. 88,9% van deze leeftijdsgroep
                  heeft minimaal één prik gehad. Tot en met 15 december jl. zijn in totaal 1,5 miljoen
                  boostervaccinaties en derde prikken gezet. Komende week komen daar ongeveer 1 miljoen
                  boostervaccinaties bij.
               
In de komende weken heeft de boostercampagne nog 9,5 miljoen boostervaccinaties (stand
                  15 december) te zetten bij mensen boven de 18 jaar, als wordt gerekend met een opkomst
                  van 100%. Het is essentieel dat iedereen die gevaccineerd is een boostervaccinatie
                  neemt, want alleen dan ben je beschermd en kunnen we het risico op overbelasting van
                  de zorg beperken.
               
Daarnaast zijn er mensen die de primaire vaccinatieserie niet hebben afgemaakt, en
                  daarmee alleen één van de twee prikken hebben. Ook voor deze groep geldt dat de volgende
                  vaccinatie noodzakelijk is om de bescherming op peil te brengen. Dus ook voor de mensen
                  met één prik van de twee geldt: haal de volgende vaccinatie. De mensen die niet gevaccineerd
                  zijn lopen het grootste risico op besmetting en ziekte. De omikronvariant verspreidt
                  zich zo snel dat het risico op besmetting nu nog groter is. Een vaccinatie is voor
                  de ongevaccineerden nodig om beschermd te zijn tegen ziekenhuisopname en sterfte als
                  gevolg van een COVID-19-besmetting. Het kabinet roept mensen die nog twijfelen op
                  om deze twijfels overboord te zetten.
               
En als iedereen een vaccinatie haalt, wordt de transmissie van de omikronvariant maximaal
                  afgeremd. Dat helpt de belasting van de zorg te beperken.
               
De nadruk in de boostercampagne ligt allereerst op het beschermen van de kwetsbaren.
                     Daarom zet de GGD alles op alles en doen een extra inspanning om zo veel mogelijk
                     mensen van 60 jaar en ouder vóór de jaarwisseling de boostervaccinatie te hebben gegeven.
                     Daarnaast heb ik eerder al prioriteit gegeven aan de groep zorgmedewerkers met patiënt-
                     en cliënt-contact. De ziekenhuizen hebben naar schatting ruim 230.000 boostervaccinaties
                     gegeven aan het eigen personeel, het ambulance personeel, huisartsen en medewerkers
                     van huisartsenpraktijken. Dit aantal kan nog wijzigen bij het inlopen van de registratie
                     van deze vaccinatie. Ook worden zorgmedewerkers gevaccineerd door de GGD waarvan een
                     deel is gevaccineerd en een deel een afspraak heeft om met voorrang een boostervaccinatie
                     bij de GGD te krijgen.
                  
De boostercampagne gaat op maximale snelheid door.
In de tweede helft van januari 2022 heeft iedereen van 18 jaar en ouder die meer dan
                     drie maanden geleden is gevaccineerd of een infectie heeft doorgemaakt, de kans gehad
                     een boostervaccinatie te halen. En gaat de boostercampagne verder met de mensen die
                     vanaf dat moment in het interval van drie maanden komen.
                  
Afspraken voor mensen van 60 jaar en ouder
18 november jl. is de boostercampagne gestart met de oudste ouderen, de mensen boven
                  de 90 jaar. Afgelopen week is geboortejaar 1961 uitgenodigd een afspraak te maken
                  bij de GGD. Daarmee zijn alle mensen boven de 60 jaar (4,3 miljoen mensen) nu uitgenodigd
                  online een afspraak te maken. Van deze groep hebben 1,2 miljoen mensen al een boostervaccinatie
                  gehad, en ruim 1,5 miljoen mensen hebben een afspraak staan. Dankzij de verdere opschaling
                  van de GGD’en komen er dagelijks nieuwe afsprakenslots bij. Wie 60 jaar of ouder is
                  en nog geen afsprak heeft wordt opgeroepen die dan alsnog te maken via de website.
                  Omdat we elke dag blijven uitbreiden, komen er elke dag nieuwe afspraakmogelijkheden
                  bij. Dus lukt het vandaag of morgen niet om voor de jaarwisseling een afspraak te maken, probeer het dan een dag later nog eens.
               
Ongeveer 280.000 mensen boven de 60 jaar en ouder heeft een afspraak die voorbij de
                  jaarwisseling ligt. Deze mensen wordt de gelegenheid geboden de afspraak te verplaatsen
                  naar vóór 31 december 2021, voor zover de capaciteit dat toelaat. Het zal mogelijk
                  niet voor alle mensen lukken de afspraak te verzetten. Uitnodigingen hiervoor gaan
                  dan ook weer op leeftijd van oud naar jong. In de loop van volgende week stuurt de
                  GGD een sms naar de mensen waarvoor plek vrij komt. Ik roep deze groep mensen nadrukkelijk
                  op niet zelf contact op te nemen met de GGD.
               
Afspraken voor mensen jonger dan 60 jaar
Zoals hiervoor beschreven hebben we eerst zoveel mogelijk 60-plussers de gelegenheid
                  geboden om nog voor de jaarwisseling aan de beurt te komen. En dat is ook de reden
                  dat we even pas op de plaats hebben gemaakt met het uitnodigen van de 60-minners.
                  Vanaf begin volgende week nodigen we de eerstvolgende geboortejaren weer uit. Rond
                  7 januari 2022 kunnen alle mensen van 18 jaar en ouder een afspraak voor een boostervaccinatie
                  hebben gemaakt.
               
Uitvoering
Logistiek
De boostercampagne is een gigantische uitvoeringsoperatie die de GGD’en voor grote
                  uitdagingen zet. RIVM en GGD rekenen, met een 100% opkomst, op een groep van 9,5 miljoen
                  mensen vanaf 18 jaar en ouder die nog een boostervaccinatie moeten halen. Elke dag
                  schalen de GGD’en verder op om dit grote aantal te bedienen. In de komende maand wordt
                  verder toegewerkt naar een aantal van zo'n 100 vaccinatielocaties. Daarnaast zijn
                  er nog 40 satellietlocaties, die één of enkele dagen per week open zijn. Ook komen
                  er 13 XL-locaties die meer dan 12 priklijnen hebben, hiervan zijn er inmiddels 9 geopend.
                  Volgende week halen de GGD’en daarmee een capaciteit van ongeveer 1 miljoen booster
                  vaccinaties. Oplopend in week 52 naar 1,4 miljoen en vanaf week 1 tot en met eind
                  januari een capaciteit van 1,6 miljoen per week. Dat betekent dat er dagelijks nieuwe
                  afsprakenslots bij komen waar mensen terecht kunnen. Regionaal kunnen er wel verschillen
                  zijn in de beschikbare afsprakenslots.
               
Personele capaciteit
De snelheid van de uitvoering van de boostercampagne wordt mede bepaald door het beschikbare
                  personeel. Iedereen die meehelpt aan de boostercampagne is doordrongen van de urgentie
                  van de opmars van de omikronvariant. Het is duidelijk dat een versnelling van de boostercampagne
                  één van de maatregelen is om deze snelle opmars te vertragen en te snelle toename
                  van ziekenhuisopnames te voorkomen.
               
Eerder heb ik u medegedeeld dat ik een beroep heb gedaan op de huisartsen om, ondanks
                     de drukte in hun praktijken, in deze weken mee te helpen met de boostervaccinaties.
                     Specifiek heb ik huisartsen gevraagd mee te helpen met de vaccinaties van de niet-mobiele
                     thuiswonenden en de niet mobiele bewoners van instellingen zonder medische dienst.
                     Ik zie dat huisartsen gehoor geven aan deze oproep, en hoop dat meer huisartsen bij
                     willen dragen om de boostercampagne voor deze kwetsbare groepen ook zoveel mogelijk
                     te versnellen.
                  
Daarnaast gaan huisartsen die met pensioen zijn meewerken in deze campagne.
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) heeft haar achterban hier eerder deze week
                     ook hiertoe opgeroepen.
                  
Daarnaast heb ik de ziekenhuizen gevraagd de boostercampagne te ondersteunen. Ziekenhuizen
                  hebben aangegeven actief te zullen bijdragen aan deze grootschalige operatie, door
                  het leveren van zoveel mogelijk personeel in de vaccinatie locaties van de GGD’en.
                  Regionaal zijn hier concrete acties te zien. Zo wordt in Rotterdam op een GGD-vaccinatielocatie
                  in Ahoy de werkzaamheden voor het vaccineren in de week 52 en week 1 volledig uitgevoerd
                  door ziekenhuispersoneel en zorgt de GGD voor de logistieke en administratieve processen.
               
GGD’en hebben aangegeven met name in de komende weken (weken 51, 52 en 1) behoefte
                  te hebben aan extra personeel. Het gaat hierbij om de toezichthoudende artsen, verpleegkundigen
                  die gaan vaccineren en administratief personeel. De landelijke koepel LNAZ heeft de
                  ROAZ-regio’s gevraagd in hun regio’s in overleg te treden met de regionale GGD’en.
                  En zo na te gaan aan welk type personeel in de betreffende regio behoefte is, en dit
                  door ziekenhuizen daadwerkelijk te laten leveren. Ik ben de ziekenhuizen zeer erkentelijk
                  dat zij op deze wijze hun bijdrage kunnen en willen leveren. Ik realiseer me dat dit
                  opnieuw een grote opgave is en zal de ziekenhuizen ondersteunen daar waar mogelijk.
               
De GGD’en gaan ondertussen ook verder met het werven en opleiden van extra personeel.
                  Hierbij wordt waar mogelijk ook gebruik gemaakt van de aanbiedingen die via het GGD
                  reservistenplatform zijn binnen gekomen. Aan Defensie is gevraagd of zij nog verder
                  kunnen ondersteunen door meer personele inzet te leveren voor de vaccinatie locaties.
                  Ten slotte worden de openingstijden bij de GGD’en verruimd. Ook in de avonden en weekenden
                  worden mensen gevaccineerd.
               
Met deze ondersteuning van ziekenhuizen, huisartsen en zoveel mogelijk andere partijen
                  en zo ruim mogelijke openingstijden op de GGD-locaties, willen we ervoor zorgen dat
                  het benodigde tempo in de uitvoering gerealiseerd kan worden. En iedereen van 18 jaar
                  en ouder in de tweede helft van januari 2022 de kans heeft gehad een boostervaccinatie
                  te halen.
               
Tot slot, het OMT adviseert te onderzoeken of de observatietijd van 15 minuten na
                  het toedienen van de boostervaccinatie losgelaten kan worden, om zo het geven van
                  boostervaccinaties te bespoedigen en capaciteit te verhogen. Ik zal mij hieromtrent
                  laten adviseren en uw Kamer daar op korte termijn nader over informeren.
               
Online afspraak maken voor een booster vaccinatie
De GGD’en werken onder hoogspanning om zo snel als mogelijk is op te schalen en zo
                  plek vrij te maken voor iedereen die een boostervaccinatie wil. Dat doen zij op professionele
                  wijze met grote inzet en motivatie. GGD GHOR Nederland ziet dat er veel afspraken
                  via het portaal worden gemaakt, en er ook veel gebeld wordt. Afgelopen woensdag bijvoorbeeld
                  ontving het callcenter bijna een miljoen telefoontjes. Mensen staan daardoor heel
                  lang in de wacht, het maken van een afspraak gaat daardoor niet per se sneller. En
                  belangrijker: de mensen die echt alleen maar telefonisch een afspraak kunnen maken,
                  komen in de verdrukking. Als mensen online een afspraak maken, dan helpen zij ook,
                  indirect, deze groep. Ik roep mensen nogmaals op om online, via het afsprakenportaal,
                  een afspraak in te plannen. En ik vraag, mét de GGD’en, om begrip wanneer het maken
                  van een afspraak voor de boostervaccinatie niet helemaal vlekkeloos verloopt, of wanneer
                  mensen wat langer moeten wachten op een passende locatie. Ik vraag ook om bereidheid
                  om wat verder te reizen als in de ene plaats geen plek is en in de andere wel. Zo
                  helpen we elkaar.
               
Communicatie en voorlichting
De boosteroperatie ondersteunen we met een publiekscampagne. Daarbij richten we ons
                  in deze fase op het informeren over de manier waarop mensen een afspraak kunnen maken
                  als zij aan de beurt zijn en over de nut en de noodzaak van de extra prik.
               
In samenwerking met GGD GHOR is de actie #kanikjehelpen gestart. Deze actie is bedoeld
                     om mensen die een afspraak willen maken te helpen met tips dit op de beste manier
                     te doen. Twee belangrijke tips zijn:
                  
– Maak online een afspraak, eventueel met hulp van iemand uit de omgeving.
– Bij het maken van een online afspraak worden drie opties getoond. Het kan zijn dat
                           deze niet uitkomen of dat men het te lang vindt duren. Advies is dan geen afspraak
                           te maken maar een aantal dag later nogmaals te kijken. Er komen namelijk steeds meer
                           locaties bij waar men mogelijk sneller terecht kan.
                        
– Verzet de afspraak alleen als het echt niet anders kan. Een online afspraak kan alleen
                           telefonisch verzet worden. Tijdens daluren is de wachttijd aan de telefoon over het
                           algemeen korter.
                        
– En kom alleen mét een afspraak voor een booster vaccinatie naar de locatie.
– Voor het halen van een eerste of tweede prik, kunnen mensen ook een afspraak maken
                           of naar een locatie waar geprikt wordt zonder afspraak gaan.
                        
Deze boodschappen komen terug in social-mediaberichtgeving, in een poster die on-
                     en offline gedeeld wordt via de kanalen van de rijksoverheid en van intermediairs
                     zoals samenwerkingspartners de GGD, het RIVM, de NHG, de LHV, Vilans, veiligheidsregio’s
                     en gemeenten en partijen als Inclusia, Pharos, LeerZelfOnline (Steffie) en Stichting
                     Lezen en Schrijven.
                  
Waarom een boostervaccinatie?
Voor extra uitleg over het belang van een boostervaccinatie werken we aan een serie
                  achtergrondartikelen waarvan een doorvertaling via huis-aan-huisbladen wordt verspreid.
                  In de artikelen komen de meest gestelde vragen over de boostervaccinatie aan de orde.
                  De website overvaccineren.nl wordt uitgebreid met informatie over de boostervaccinatie.
                  Hierbij richten we ons op mensen die twijfelen of ze de boostervaccinatie wel willen
                  nemen. Vanuit persoonlijke vragen of zorgen of door onbetrouwbare of onjuiste informatie
                  die zij hebben gekregen via sociale media, vrienden of familie. Om te helpen bij de
                  beslissing, geven we op overvaccineren.nl op toegankelijke wijze betrouwbare informatie
                  over de (booster)vaccinatie, en geven we een overzicht van bronnen voor verdere verdieping
                  in de onderwerpen. Daarbij brengen we ook de mogelijkheden onder de aandacht om een
                  persoonlijk gesprek aan te gaan over zorgen en twijfels. Op de vaccinatielocatie,
                  bij de huisarts of via de Twijfel Telefoon. De website wordt onder de aandacht gebracht
                  via een campagne die de nadruk legt op het belang van jezelf goed informeren.
               
Binnenkort lanceert de GGD GHOR een dialoogplatform. Hier kunnen mensen in gesprek
                  met een onafhankelijke zorgprofessional via chat en telefoon. De zorgprofessionals
                  geven antwoord en uitleg over de (booster)vaccinatie, bijwerkingen, het beschermen
                  van de eigen gezondheid en die van de omgeving. Het doel is mensen die twijfelen over
                  de coronavaccinatie of de vaccinatie hebben uitgesteld, een onafhankelijk en vertrouwelijk
                  (zorg)platform te bieden. En hun omgeving te faciliteren met een informatiebron waarnaar
                  verwezen kan worden. Zo wordt door middel van dialoog de corona(vaccinatie) «informatiegraad»
                  toegankelijk en effectief verhoogd.
               
Als blijkt dat bij bepaalde doelgroepen de boostervaccinatiegraad achterblijft, dan
                  zetten we meer communicatie in om hen te bereiken.
               
5. Druk op de zorg
               
Sinds begin oktober zagen de ziekenhuizen een voortdurende stijging van de bezetting
                  door COVID-19-patiënten, zowel op de klinische verpleegafdelingen als op de IC. Inmiddels
                  zien we sinds begin december een voorzichtige daling in de instroom en bezetting van
                  COVID-patiënten op de IC en in de kliniek. Op dit moment (stand 18 december) zijn
                  volgens het LCPS in totaal 2.354 patiënten met COVID-19 in de Nederlandse ziekenhuizen
                  opgenomen. Hiervan liggen 618 COVID-19-patiënten op de IC en 1.736 COVID-19-patiënten
                  in de kliniek. Vorige week (11 december 2021) was dit aantal nog 634 COVID-19-patiënten
                  op de IC en 2.109 COVID-19-patiënten in de kliniek. Ondanks de voorzichtige daling
                  in de ziekenhuisinstroom en -bezetting, blijft de druk op de gehele zorgketen onverminderd
                  hoog.
               
Fase 2d, zoals afgekondigd op 26 november 2021, is daarom nog steeds van kracht.5 Binnen de zorgsectoren worden maatregelen genomen om landelijk de continuïteit van
                     de (semi-)acute en kritieke planbare zorg, met de optimale inzet van (schaars) personeel,
                     zo goed mogelijk te borgen.
                  
– Alle ziekenhuizen schalen de reguliere planbare zorg af (FMS-klasse 5 en 4).
– Alle ziekenhuizen schalen, indien nodig en medisch aanvaardbaar, de kritiek planbare
                           zorg (FMS-klasse 3) (verder) af.
                        
– Poliklinieken worden afgeschaald als dit personeel oplevert dat ingezet kan worden
                           voor de continuïteit van de kritiek planbare en de (semi-)acute zorg (FMS-klasse 3,
                           2 en 1).
                        
– Landelijk wordt in opgeschaald naar een capaciteit van 1.250 IC-bedden en vervolgens
                           naar 1350 IC-bedden.
                        
– Landelijk blijft het LCPS COVID-patiënten spreiden en er wordt maximaal ingezet op
                           internationale samenwerking.
                        
– Zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) worden opgedragen om de VVT niet te belasten met
                           patiënten en waar mogelijk de ziekenhuizen te ondersteunen.
                        
– In de eerstelijnszorg is er opgeschaald naar 750 tijdelijke bedden buiten het ziekenhuis.
                           Deze capaciteit kan maximaal tot 1.100 bedden worden opgeschaald.
                        
– COVID-zorg thuis, inclusief zuurstof, wordt zoveel mogelijk ingezet onder toezicht
                           van huisartsen.
                        
– Defensie wordt ingezet om te helpen met het inrichten van extra bovenregionale beddencapaciteit
                           voor COVID-patiënten.
                        
Voor de komende periode schetst het OMT-advies van vandaag dat niet uitgesloten kan
                  worden dat de snelle verspreiding van de omikronvariant leidt tot een hoge piek in
                  ziekenhuis- en IC-opnames, waarbij de capaciteit van de Nederlandse gezondheidszorg
                  overschreden wordt. Naast dit scenario zijn er ook andere uitkomsten mogelijk die
                  minder belasting op de zorg leggen. Echter, de vele onzekerheden maken het niet mogelijk
                  om aan te geven wat het meest waarschijnlijke scenario is. Kennis die de komende week
                  of weken beschikbaar komt, moet hier meer inzicht in geven.
               
Deze onzekere prognoses maken de dreiging van overbelasting van de zorg reëel. We
                  doen er alles aan om te voorkomen dat fase 3 uit het Opschalingsplan COVID-19 van
                  het LNAZ moet worden afgekondigd.6 Van fase 3 is sprake als alle capaciteit volledig is benut, alle zorgverlening maximaal
                  opgeschaald en afgeschaald is en de samenwerking tussen zorgaanbieders zorgbreed volledig
                  en maximaal is benut. Fase 3 kan alleen landelijk door de Minister van VWS afgekondigd
                  worden en gebeurt pas als alle opties in fase 2 benut zijn. In fase 3 staat in de
                  eerste plaats het belang van de continuïteit van de meest noodzakelijke zorg voor
                  alle patiënten en cliënten in de hele zorg centraal. De consequenties van de maatregelen
                  die voortvloeien uit het afkondigen van fase 3 zijn groot. Er is dan sprake van een
                  nationale zorgcrisis met verstrekkende consequenties voor alle betrokken partijen
                  in de zorgketen. Het raakt alle patiënten en zorgmedewerkers.
               
Het tijdelijk verdiepend beleidskader «Continuïteit en kwaliteit van zorg in fase
                  3 van de COVID-19 pandemie» bevat de afspraken voor deze fase.7 In elke regio en in elke sector zijn plannen gemaakt waarin is beschreven hoe zowel
                  de COVID- als de non-COVID-zorg op de meest passende wijze georganiseerd en verleend
                  kan worden en op welke wijze de kwaliteit van zorg daarbij zo lang mogelijk op een
                  aanvaardbaar niveau blijft.
               
Op dit moment worden op basis van de beschikbare gegevens van het RIVM scenario’s
                  opgesteld over de zorgvraag die voort kan komen uit de omikronvariant. Deze scenario’s
                  zien breed op de verschillende sectoren in de zorg (o.a. wijkverpleging, huisartsen,
                  VVT, ziekenhuizen, instellingen voor ouderen- en gehandicaptenzorg). In een kort en
                  intensief traject worden de bestaande plannen en voorbereidingen voor fase 3 getoetst
                  aan deze mogelijke scenario’s. Op deze wijze krijgen we scherp waar eventuele aandachtspunten
                  zitten en acties noodzakelijk zijn. In het traject wordt ook uitgewerkt welke mogelijkheden
                  er aanvullend op korte termijn kunnen worden gerealiseerd om, bij een extreem hoge
                  zorgvraag als gevolg van de omikronvariant, de zorg toch met minimaal acceptabele
                  kwaliteit te blijven organiseren en te verlenen. Hiermee wordt zoveel mogelijk aangesloten
                  bij alle huidige (door)ontwikkelingen voor fase 3.
               
6. Testen
               
Het kabinet deelt met het OMT dat zicht houden op testvraag en testuitslagen juist
                  nu belangrijk is. Een belangrijk onderdeel hierbij is de basismaatregel «testen bij
                  klachten». Heb je klachten dan blijf je thuis en laat je je testen. Ben je positief
                  dan ga je in quarantaine. Je licht de mensen in met wie je recent in contact bent
                  geweest. Op deze wijze zorgen we er samen voor dat de kans op het besmetten van anderen
                  verminderd wordt. Dit was altijd al belangrijk en is met deze besmettelijker variant
                  nog belangrijker.
               
Het advies blijft dat wanneer je 70+ bent, een onderliggende ziekte hebt en/of werkt
                  met kwetsbare mensen, dat je bij klachten naar de GGD gaat voor een test. Als je een
                  positieve zelftest hebt: doe dan altijd een confirmatietest bij de GGD. Ook de test
                  op dag 5 bij quarantaine, moet bij de GGD plaatsvinden. Bij een negatieve uitslag
                  kun je uit quarantaine gaan. Voor alle anderen geldt dat je bij klachten een zelftest
                  doet of naar de GGD gaat.
               
Het gebruik van zelftesten kent twee belangrijke factoren in het tegengaan van de
                  verspreiding van het virus. Allereerst de korte termijn waarop een testuitslag met
                  een zelftest kan worden verkregen. De tijd tussen het maken van een afspraak bij de
                  GGD en het krijgen van een uitslag ligt gewoonlijk tussen de 24 en 48 uur. De tijd
                  na aanvang van klachten en het afnemen van een zelftest en aflezen van de uitslag
                  is een half uur. De winst in tijd is dus 1 tot 2 dagen. Door bij een positieve zelftest
                  meteen de mensen in te lichten met wie je recent contact hebt gehad, worden twee essentiële
                  dagen gewonnen, waarin deze mensen op hun beurt zelf maatregelen kunnen nemen om verdere
                  verspreiding van het virus en mogelijke besmettingen te voorkomen. Zeker nu omikron
                  besmettelijker lijkt te zijn dan de deltavariant is die tijdswinst naar het oordeel
                  van het kabinet van groot belang.
               
Ten tweede hebben zelftesten ook een preventieve werking. Door het regelmatig zelftesten,
                  zeker voorafgaand aan bezoek aan anderen, is het mogelijk om het risico van asymptomatische
                  transmissie te reduceren. Op dit moment wordt met online campagnes het belang van
                  zelftesten onderstreept. En wordt met een media campagne preventief testen tijdens
                  de feestdagen onderstreept. Op deze wijze brengt het kabinet dit advies nadrukkelijk
                  onder de aandacht.
               
GGD testcapaciteit
Omdat we alles op alles moeten zetten om iedereen zo snel mogelijk van een booster
                  te kunnen voorzien, wordt ook het personeel uit de teststraten en van de testlocaties
                  ingezet voor het zetten van boosterprikken. Tegelijkertijd voorspelt het OMT een toename
                  in het aantal besmettingen waardoor de testvraag in de nabije toekomst kan toenemen.
                  Daarom is GGD GHOR in overleg met de Stichting Open Nederland (SON) en VWS om commerciële
                  testaanbieders te contracteren om de testbehoefte aan te vullen. In eerste instantie
                  zal dat zijn op personeel vlak, ze beschikken immers over getraind personeel. In tweede
                  instantie kan dat ook gaan om locaties met personeel. In beginsel zullen deze mensen
                  opereren onder de GGD-vlag. Op deze wijze kunnen we zo snel mogelijk toegroeien naar
                  een capaciteit van 200.000 testen per dag, om zo voorbereid te zijn op een mogelijk
                  sterk toenemende testvraag in de komende weken.
               
Quarantaine
Het kabinet volgt het OMT in het advies om het beleid voor quarantaine niet meer afhankelijk
                  te maken van vaccinatie- of herstelstatus. Dit houdt concreet in dat voor alle zogenoemde
                  categorie 2 contacten – de nauwe contacten die geen huisgenoten zijn – geldt dat ze
                  in quarantaine moeten. Nu is dat alleen zo voor mensen, die niet door vaccinatie en/of
                  doorgemaakte infectie beschermd zijn. Zoals altijd is het noodzakelijk dat het LCI
                  deze aanpassing in beleid uitwerkt en kijkt of uitzonderingen voor bepaalde doelgroepen
                  nodig zijn, voordat invoering plaats kan vinden. Daarna vindt praktische invoering
                  plaats door aanpassing van standaard informatiebrieven en belscripts van de GGD-en.
                  Ook worden de circa 8000 BCO-medewerkers geïnstrueerd. Invoering duurt standaard 5
                  werkdagen, waarbij alle partijen zich inspannen deze zo spoedig mogelijk plaats te
                  laten vinden.
               
Aansluitend op GGD-contact ontwikkelt VWS een zelf-BCO module. Deze kan zeer binnenkort
                  door GGD-regio’s in gebruik worden genomen. Daarnaast is VWS bezig met de ontwikkeling
                  van een zelftest meldportaal. De verwachting is dat GGD-regio’s dit portaal binnenkort
                  kunnen gaan beproeven.
               
7. Reizen
               
Het OMT adviseert om van alle reizigers uit landen buiten de EU/Schengen, ongeacht
                  de vaccinatiestatus of doorgemaakte infectie, een testbewijs te vragen voor vertrek.
                  Het kabinet heeft besloten dit advies over te nemen om de verspreiding van omikron
                  te remmen. Per 22 december dienen alle reizigers uit landen buiten de EU/Schengen
                  over een testbewijs te beschikken voor vertrek naar Nederland. Dit mag een testbewijs
                  op basis van een NAAT/PCR-test van maximaal 48 uur oud voor vertrek of een antigeentest
                  van maximaal 24 uur oud voor vertrek zijn.
               
Op dit moment is voor reizigers uit zeerhoogrisicogebieden een quarantaineplicht van
                  kracht bij aankomst in Nederland. Gevaccineerde reizigers en reizigers die beschikken
                  over een DCC-herstelbewijs zijn op dit moment uitgezonderd van deze quarantaineplicht,
                  tenzij zij vanuit een land met een zorgwekkende virusvariant zijn gereisd. Het OMT
                  geeft aan dat vaccinatie en doorgemaakte infectie vooralsnog weinig bescherming lijken
                  te bieden tegen de omikronvariant. Om die reden wordt geadviseerd het quarantainebeleid
                  onafhankelijk van de immuunstatus te maken. Naar aanleiding van dit advies is besloten
                  de uitzondering op de quarantaineplicht voor gevaccineerde en herstelde reizigers
                  uit zeer hoogrisicogebieden te laten vervallen. Per 22 december dienen ook gevaccineerde
                  en herstelde reizigers 10 dagen in quarantaine te gaan wanneer zij uit een zeer hoogrisicogebied
                  komen. Deze quarantaineperiode kan worden verkort met een negatieve test bij de GGD
                  op dag 5 van de quarantaine.
               
De overige bestaande uitzonderingen op de test- en quarantaineplicht blijven in stand.
                  Het gaat dan bijvoorbeeld om de uitzonderingen voor kinderen jonger dan 12 jaar en
                  voor transportpersoneel.
               
Catshuisstukken
In mijn brief van 8 december 2020 heeft het kabinet aangegeven de presentaties die
                  voorliggen in de informele overleggen over de coronacrisis in het Catshuis openbaar
                  te maken.8 De stukken worden op de website9 van rijksoverheid gedeeld voor zover daar geen zwaarwegende belangen10 in de weg staan. Heden heeft er voorafgaand aan de MCC-19 geen overleg op het Catshuis
                  plaatsgevonden. Wel zijn vanaf nu hier de stukken die besproken zijn bij voorbereidende
                  overleggen op 18 december 2021 raadpleegbaar.
               
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  H.M. de Jonge
Indieners
- 
              
                  Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport