Brief regering : Maatregelen n.a.v. het 134e OMT advies
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1672
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Ontvangen ter Griffie op 18 december 2021.
De vastgestelde ministeriele regeling treedt in werking op 19 december 2021.
De vastgestelde ministeriële regeling vervalt van rechtswege indien de Kamer, op voorstel
van vijftig leden uiterlijk 25 december 2021 te kennen geeft niet in te stemmen met
de regeling.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2021
Afgelopen dinsdag werd aangekondigd dat er mogelijk eerder dan 14 januari een nieuw
weegmoment voor de corona-aanpak zou zijn, als het OMT daar aanleiding toe zag. Het
OMT is vrijdag 17 december bij elkaar gekomen. Het 134e OMT advies van 18 december jl. schetst een zeer zorgwekkend beeld.
Uit het OMT advies blijkt dat de omikronvariant zich veel sneller verspreidt dan de
deltavariant. Uit de eerste cijfers blijkt dat elke 2,5 dag een verdubbeling van het
aantal besmettingen met omikron plaatsvindt. Ook lijkt de bescherming door eerdere
besmetting of vaccinatie beperkter bij deze variant. Welke ziektelast de variant kent,
is nog niet duidelijk. Hierover verwacht het OMT komende week meer inzicht te krijgen.
De snellere verspreiding en hogere besmettelijkheid kunnen zorgen voor een veel hogere
druk op de zorg. Het OMT waarschuwt voor een piek die hoger kan zijn dan we meemaken
met de deltavariant. Daarmee is de situatie uitermate ernstig. Het is daarom noodzakelijk
om de uitgangspositie van de zorg te verbeteren. En we willen de verwachte omikrongolf
verlagen en vertragen. Dat doen we door het instellen van een lockdown.
We kunnen geen risico nemen. Een lockdown is ingrijpend. Zeker met de feestdagen voor
de deur. Met deze maatregelen kopen we tijd, om meer te leren over de omikronvariant.
En intussen kunnen we de huidige golf van de deltavariant verlagen zodat er meer ruimte
komt in de zorg. En daarmee komt er ook tijd om iedereen die dit wil een boosterprik
te geven. We zetten alles op alles om het boosteroffensief in de tweede helft van
januari af te ronden.
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie & Veiligheid,
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media over het maatregenpakket dat gaat gelden vanaf 19 december 2021,
over de boostercampagne, het scenario voor de zorg, het testbeleid en het reisbeleid.
Aanbieding regeling
Hierbij bied ik u mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de navolgende regeling aan:
– Regeling van 18 december 2021 tot wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen
covid-19 in verband met verzwaring van de maatregelen1
Het kabinet doet een beroep op de spoedprocedure van artikel 58c, derde lid, Wpg.
Het doorlopen van de standaardprocedure, zoals opgenomen in artikel 58c, tweede lid,
Wpg zou tot gevolg hebben dat de regeling op haar vroegst een week na vaststelling
en gelijktijdige overlegging aan beide Kamers in werking kan treden op 26 december
2021. Gelet op de noodzakelijk om deze maatregelen te treffen om de verspreiding van
de omikronvariant te vertragen kan daarom naar het oordeel van het kabinet de uitgestelde
inwerkingtreding van ten minste een week – die uitgangspunt dient te zijn bij de vaststelling
van maatregelen op basis van hoofdstuk Va Wpg – in deze zeer dringende omstandigheden
niet worden afgewacht. De inwerkingtreding van deze regeling is vastgesteld op 19 december
2021 om 05.00 uur. De regeling wordt binnen twee dagen na vaststelling aan beide Kamers
der Staten-Generaal overlegd. De regeling vervalt van rechtswege indien de Tweede
Kamer binnen een week na de toezending besluit niet in te stemmen met de regeling.
Toepassing artikel 58s Wpg
Met deze voortgangsrapportage voldoe ik aan de maandelijkse rapportageplicht van artikel
58s Wpg. De situatie is op dit moment dusdanig dat het treffen van maatregelen op
grond van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 nog steeds nodig is. Een toelichting
op de maatregelen is in deze brief weergeven.
1. 134e OMT-advies2
Het OMT is 17 december jl. bijeen geweest om te adviseren over de situatie rondom
de COVID-19-uitbraak. Hieronder wordt eerst een feitelijke weergave van het advies
gegeven, waarna de reactie van het kabinet op het advies volgt.
Het OMT-advies bestaat uit de volgende onderwerpen:
1. Verloop van de epidemiologie
2. Update diverse virusvarianten
3. Adviezen
4. Testbeleid
5. Reizen en bron-en contactonderzoek
Ad1) Verloop van de epidemiologie
In de afgelopen 7 kalenderdagen is het aantal meldingen van SARS-CoV-2-positieve personen
met bijna een kwart gedaald. In week 49 is de virusvracht in rioolwater licht gestegen
(+6%). De virusvrachten in het hele land blijven hiermee nog steeds op een heel hoog
niveau.
In Infectieradar werd een verdere afname van het aandeel personen met COVID-19-achtige
klachten waargenomen. Daarnaast is een toename van gebruik van zelftesten door de
deelnemers aan de Infectieradar zichtbaar.
Het aantal meldingen per 100.000 inwoners was net als in de voorgaande maand het hoogst
in de leeftijdsgroep 0–12 jaar, gevolgd door de leeftijdsgroepen 30–39 en 40–49 jaar.
Het aantal meldingen bij personen die bekend zijn als bewoners van verpleeghuizen
en woonzorgcentra voor ouderen, lijkt ook weer te dalen.
Het aantal testen bij de GGD-testlocaties is vorige week afgenomen met 25%. Hier zijn
ten minste twee mogelijke verklaringen voor: een dalende incidentie van personen met
klachten en het veranderde beleid waarbij zelftesten bij milde klachten gebruikt kunnen
worden door mensen die niet kwetsbaar zijn of met kwetsbare personen in aanraking
komen. In totaal was het percentage positieve testen 23,7% voor alle personen die
zich lieten testen bij de GGD. Bij personen getest in het kader van het coronatoegangsbewijs
daalde het percentage positieve testen; het betrof 1,2% in de afgelopen kalenderweek
vergeleken met 1,7% in de week ervoor.
De instroom in het ziekenhuis en op de IC van personen met een positieve test op SARS-CoV-2
daalde duidelijk de afgelopen week. De bezetting neemt nog niet af, deze loopt achter
vanwege de ligduur. Gemiddeld werden over de laatste week 237 personen per dag opgenomen
op een verpleegafdeling en 39 op de IC. Op 16 december 2021 was de totale bedbezetting
2.527: 1.923 op de verpleegafdelingen in het ziekenhuis en 623 op een IC in Nederland,
naast 22 op een IC in Duitsland (bron: LCPS).
De oversterfte was verhoogd in de periode 6 t/m 12 december: in totaal overleden 1.050
mensen meer dan verwacht o.b.v. de gemiddelde sterfte in de jaren vóór corona. Deze
oversterfte is nog steeds hoog maar minder hoog dan de week ervoor.
De geschatte opkomst voor ten minste één vaccinatie bedroeg t/m 12 december 2021 88,9%
voor de volwassen bevolking ≥ 18 jaar, 85,8% had de volledige vaccinatieserie afgerond.
Voor de bevolking vanaf 12 jaar was dit respectievelijk 87,1% en 84,0%. Bij personen
met een positieve test die tot nu toe zijn gemeld in december, was van 71% de vaccinatiestatus
bekend. Van hen was 51% zeker niet gevaccineerd.
De schattingen van vaccineffectiviteit tegen ziekenhuis- en IC-opname voor de periode
13 oktober t/m 7 december 2021 waren 89% en 95%, respectievelijk, waarbij deze zoals
vanaf het begin lager waren bij oudere dan jongere leeftijdsgroepen. Schattingen van
vaccineffectiviteit tegen infectie (circa 73–85%) tijdens de gehele deltaperiode (4 juli
t/m 2 december 2021) laten ook een lagere bescherming zien bij ouderen, een afnemende
bescherming met toenemende tijd sinds laatste vaccinatie en een hogere startbescherming
bij mRNA-vaccins. Op basis van de eerste Nederlandse data met een S-deletie als proxy
voor omikron, lijkt de vaccineffectiviteit tegen infectie beduidend lager te zijn
voor omikron vergeleken met de deltavariant; verder onderzoek moet dit preciseren.
Dit is in lijn met internationale gegevens.
Ad2) Update diverse virusvarianten
Tot 17 december zijn in totaal 136 bevestigde omikron-gevallen gemeld aan het RIVM.
Hiervan hadden 77 personen een reishistorie naar zuidelijk Afrika (57%), 19 een reishistorie
naar een ander land (14%) en 40 personen geen reishistorie (29%). Het optreden van
besmettingen zonder dat een reis als besmettingsbron kan worden vastgesteld en de
aanwezigheid van omikron in de kiemsurveillancedataset, duidt op zogenaamde community-transmissie
in Nederland. De huidige verwachting is dat de omikronvariant binnen afzienbare termijn
(eind december) dominant zal worden in Nederland.
De ontwikkelingen met betrekking tot SARS-CoV-2-varianten en omikron in het bijzonder,
worden op de voet gevolgd via (inter)nationale netwerken. Alhoewel er nog veel onduidelijk
is over de precieze eigenschappen van de omikronvariant en de betekenis hiervan voor
het verloop van de epidemie, begint zich een beeld af te tekenen waarbij omikron een
aanzienlijk groeivoordeel ten opzichte van de deltavariant heeft, hetgeen zich uit
in een snellere verspreiding. De eerste studies duiden op een verminderde effectiviteit
van opgebouwde immuniteit door vaccinatie of eerder doorgemaakte infectie als component
hierin, alsmede een mogelijk verhoogde besmettelijkheid en kortere generatietijd.
Of de variant daarnaast ook een verhoogde ziektelast kent, is nog niet duidelijk.
Gegevens uit Zuid-Afrika lijken een milder ziektebeeld te ondersteunen, gegevens uit
Engeland en Denemarken tonen dit vooralsnog niet, al zijn de aantallen nog laag.
Vanaf week 47 (start 21 november) wordt de omikronvariant aangetroffen in de kiemsurveillance.
In week 47 had deze variant een aandeel van 0,23% en in week 48 een voorlopig aandeel
van 0,24%.
In de regio Amsterdam wordt door de GGD en het Amsterdam UMC met een dagelijkse aselecte
steekproef van ongeveer 200 coronapositieve monsters uit twee GGD-teststraten via
een omikronspecifieke PCR in combinatie met sequencen de aanwezigheid van de variant
gemonitord. In deze monitoring neemt het aandeel omikronvariant snel toe (geschatte
groeisnelheid ~30% per dag) met een aandeel van 1,2% op 5 december, 3,7% op 12 december,
11,7% op 13 december, 14,1% op 14 december en 24,9% op 15 december. Het percentage
personen met omikron dat gevaccineerd was, is vrijwel identiek aan de vaccinatiegraad
onder volwassenen.
Er zijn drie GGD-teststraatlaboratoria die een PCR-cartridge-test gebruiken waarmee
een realtime aanwijzing kan worden verkregen voor de aanwezigheid van de omikronvariant.
In deze dagelijkse monitoring neemt het aandeel vermoedelijke besmettingen met de
omikronvariant snel toe (geschatte groeisnelheid ~30% per dag) met een respectievelijk
aandeel van 1,2% en 0,9% op 12 december, 1,2% en 1,1% op 13 december, 2,7% en 2,4%
op 14 december, 3,5% en 5,4% op 15 december en 4,8% op 16 december. In de dataset
van het nationale sequentienetwerk SeqNeth lijkt er een lichte stijging in het aandeel
van omikronverdachte monsters te zijn in de periode week 47–49.
Reproductiegetal, prognoses ziekenhuizen, IC en omikronvariant
De meest recente schatting van het reproductiegetal Rt van de huidige epidemie, zoals
berekend op basis van de meldingen van positieve gevallen, is voor 2 december op basis
van Osiris: gemiddeld 0,90 besmettingen per geval.
De schatting van het reproductiegetal op basis van het aantal nieuwe ziekenhuisopnames
per dag kent een aanzienlijk grotere onzekerheid, omdat deze berekend wordt op veel
geringere aantallen, en is gemiddeld 0,97. Het reproductiegetal berekend op basis
van nieuwe IC-opnames is gemiddeld 0,98.
De prognose op korte termijn (1 week) op basis van het regressiemodel dat uitgaat
van het aantal meldingen nu, laat voor de komende week een verdere daling zien van
het aantal ziekenhuis- en IC-opnames. De simulaties met een transmissiemodel dat gefit
wordt op het aantal waargenomen IC-opnames per dag, en waar de beschikbare informatie
over vaccinaties (CIMS, GGD-en), de effectiviteit van vaccins, en de geschatte opbouw
van immuniteit door doorgemaakte infectie in wordt meegenomen, laat zien dat we nu
rond de piek zijn voor wat betreft de bezetting van ziekenhuizen en de IC met COVID-19-patiënten.
Een verkenning van de mogelijke implicaties van toename van de nieuwe omikronvariant
laat zien dat er nog veel onzekerheid is. De relatieve toenamesnelheid ten opzichte
van de deltavariant in de RAI-teststraat wordt geschat op 0,28 per dag, hetgeen overeenkomt
met een verdubbelingstijd van 2.5 dag van het aandeel omikron in de infecties. Dat
duidt op een zeer snelle toename van het aandeel omikron in het aantal infecties.
De dag van monsterafname waarop 50% van alle besmetting door omikron veroorzaakt worden
in de RAI-teststraat, is geschat op 21 december (95%-interval: 19–25 december). Op
basis van de kiemsurveillance verwacht het OMT dat het beeld voor deze teststraat
enkele dagen voorloopt op de rest van Nederland. Deze groeisnelheid is conform schattingen
op basis van gegevens uit andere landen in West-Europa, zoals Denemarken, Engeland
en België.
Er is onzekerheid in welke mate de snelle relatieve groei wordt bereikt door ontsnapping
aan de immuniteit die is opgewekt door natuurlijke infectie of vaccinatie, of door
een hoger intrinsiek besmettend vermogen, of een combinatie van deze twee. Bij de
mogelijke combinaties verwacht het OMT een golf van infecties in de komende maand,
van een grotere omvang dan de golf door de deltavariant die we net achter de rug hebben.
Een versnelde boostercampagne kan de golf verminderen. Als veel mensen al worden blootgesteld
aan de omikronvariant, voordat ze een booster zullen ontvangen voor eind januari 2022,
kan de golf aanzienlijk groter worden. De hoogte van de golf kan worden verkleind
door bijkomende maatregelen te nemen die de verspreiding van het virus afremmen.
Hoe hoog de bezetting in de ziekenhuizen en IC wordt, is zeer onzeker. Het is mogelijk
dat de aantallen uitstijgen boven wat in eerdere golven is bereikt en wat de zorgcapaciteit
aan zou kunnen. Een factor die bijdraagt aan de onzekerheid, is het gebrek aan kennis
over de ernst van het beloop van de ziekte na besmetting met de omikronvariant en
de kans op ziekenhuisopname (en IC-opname) na besmetting. Een andere factor is de
vaccineffectiviteit na een booster tegen infectie met de omikronvariant en tegen ziekenhuisopname
na infectie. Weer een andere factor is de duur van de generatietijd – de typische
tijdsduur tussen het besmet worden van een bron en het besmetten van andere gevallen
door de bron – omdat dit ook de snelle groei zou kunnen verklaren. Verder is de te
bereiken boostervaccinatiegraad onzeker.
Ad3) Adviezen
Op basis van modellering verwacht het OMT nu dat de omikronvariant eind december al
dominant zal zijn in Nederland. Dit is eerder dan vorige week werd verwacht. Daarnaast
blijkt uit de modellering dat niet kan worden uitgesloten dat de snelle verspreiding
leidt tot een hoge piek in ziekenhuis- en IC-opnames waarbij de capaciteit van de
Nederlandse gezondheidszorg wordt overschreden. Naast dit sombere scenario, zijn ook
andere uitkomsten mogelijk die minder belasting op de zorg leggen. Echter, de vele
onzekerheden maken een keuze tussen de scenario’s momenteel niet mogelijk. Kennis
die komende week of weken beschikbaar komt over percentage opnames onder omikroninfecties
en de IC-belasting, de boostervaccinatiegraad en dergelijke, maakt een keuze van het
meest waarschijnlijke scenario pas mogelijk.
Aangezien er nog veel onzekerheden zijn met betrekking tot de omikronvariant en een
overbelasting van de zorgketen tot de mogelijkheden behoort, adviseert het OMT op
korte termijn extra maatregelen te nemen om de verspreiding te beperken zodat de bevolking
zo goed mogelijk beschermd kan worden door uitvoering van de al versnelde boostercampagne.
Uit de modellering blijkt dat de hoogte van de piek kan worden teruggebracht door
ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen een boostervaccinatie hebben ontvangen.
Om de boostercampagne de kans te geven zoveel mogelijk mensen tijdig te bereiken,
is het opportuun nu extra maatregelen te nemen naast de avondlockdown, waardoor de
opkomst van de omikronvariant wordt vertraagd. Ook adviseert het OMT te onderzoeken
of de observatietijd van 15 minuten na het toedienen van de booster kan worden losgelaten,
om zo het geven van boosters te bespoedigen en capaciteit te verhogen. Ook het verder
verhogen van de vaccinatiegraad onder nog niet gevaccineerde personen draagt bij aan
de bescherming tegen ziekte en tegen verspreiding van omikron.
Om nu «tijd te kopen» voor de boostercampagne en de uitgangspositie van de zorg te
verbeteren, adviseert het OMT om de huidige avondlockdown uit te breiden, op een wijze
vergelijkbaar met de maatregelen in december 2020 en januari 2021, door:
– sluiting van scholen en onderwijsinstellingen;
– sluiting van de horeca;
– sluiting van niet-essentiële winkels;
– sluiting van de cultuursector en sportclubs;
– sluiting van overige locaties.
Indien niet tot sluiting van scholen en onderwijsinstellingen wordt besloten, dient
overal in het onderwijs de 1,5 metermaatregel en mondneusmaskerplicht te worden doorgevoerd.
Tevens kan een verdere beperking van het aantal bezoekers thuis (en in instellingen
voor langdurige zorg) tot 2 worden geadviseerd, waarbij een uitzondering tot 4 gemaakt
kan worden voor de kerstdagen. Tot slot kan een dringend advies worden gegeven om
niet te reizen voor vakantiedoeleinden. Ook hier is het advies de maatregelen te volgen
zoals die van toepassing waren in december 2020 en januari 2021.
Ook herhaalt het OMT het advies om voorbereidingen te treffen in de hele zorgketen
om de verwachte toename van de zorgvraag op te kunnen vangen.
Het OMT benadrukt dat er nog geen eenduidig beeld is met betrekking tot verschillende
essentiële karakteristieken van de omikronvariant, zoals ziekmakend vermogen. Dit
is reden voor het OMT om de internationale ontwikkelingen met betrekking tot de omikronvariant
nauwgezet te volgen. Mocht duidelijk worden dat de omikronvariant een mild ziektebeeld
veroorzaakt, met verminderde kans op ziekenhuis- en IC-opname ten opzichte van de
deltavariant, dan zal het OMT dit direct doorrekenen in de modellen en op grond daarvan
eventueel snel adviseren de maatregelen weer terug te brengen tot de huidige avondlockdown.
Daarnaast is er een nieuw weegmoment als de boostercampagne ten einde loopt (volgens
planning medio tot eind januari 2022), hetgeen goed zou kunnen samenvallen met de
eerder afgesproken evaluatie per 14 januari. Immers, het mogelijk maken van boosters
voor iedereen die dat wil, is een belangrijke motivering om nu (liefst tijdelijk)
de maatregelen te intensiveren.
Ten slotte, voor de langere termijn verwacht het OMT meer van nieuwe vaccins specifiek
gericht tegen de omikronvariant; mogelijk kunnen ook vaccins op eiwitbasis (NovaVax)
bescherming bieden.
Ad4) Testbeleid
Het OMT adviseert dringend om het beleid met betrekking tot zelftesten op dit moment
niet aan te passen. De onderbouwing van de huidige (zelf)testadviezen is te vinden
in het advies van het 130e OMT. Het (zelf)testadvies is dus nog zeer recent en ook
zeer ingrijpend gewijzigd. De communicatie hierover loopt nog en er leven nog veel
– ook praktische – vragen bij het publiek. Een nieuwe wijziging zal tot extra onduidelijkheid
en extra vragen leiden.
Bovendien heeft het OMT eerder aangegeven dat het voor uitbreiding van de inzet van
zelftesten belangrijk is dat er kwalitatief goede testen gratis of laagdrempelig beschikbaar
worden gesteld aan met name de minder draagkrachtigen. De meest recente informatie
van de gedragsunit toont dat het gebruik van zelftesten bij lager opgeleiden lager
is dan bij midden en hoger opgeleiden, hetgeen gerelateerd kan zijn aan de kosten
die het zelf aanschaffen van zelftesten met zich meebrengen.
Waar in het verleden zelftesten werden ingezet bij mensen zonder klachten, kan binnen
de huidige adviezen een zelftest ook al worden gebruikt bij mensen met klachten en
op dag 1 bij het BCO. Op basis van de data uit de GGD-teststraten, lijkt dit al op
grote schaal te gebeuren. Het OMT ziet onder de huidige omstandigheden – waarbij de
testvraag afneemt – geen meerwaarde in het ontmoedigen van het testen bij de GGD.
Vanwege de onzekerheid over de omikronvariant en de gevolgen van de reeds doorgevoerde
wijziging in het testbeleid, is het juist belangrijk om zo goed mogelijk zicht te
houden op de ontwikkelingen in de testvraag en testuitslagen. Kortom, het OMT adviseert
om het (zelf)testbeleid nu niet aan te passen.
Ad5) Reizen en bron-en contactonderzoek
Ten aanzien van het beleid met betrekking tot isolatie en quarantaine bij COVID-19,
adviseert het OMT het beleid niet alleen voor reizigers aan te passen maar voor iedereen.
Aangezien vaccinatie en doorgemaakte infectie vooralsnog weinig bescherming lijken
te geven tegen de omikronvariant, adviseert het OMT het quarantainebeleid voortaan
onafhankelijk van de immuunstatus te maken. Het isolatie en quarantainebeleid wordt
hiermee aanzienlijk vereenvoudigd.
De isolatieduur voor positief geteste personen zonder klachten (asymptomatisch) wordt
verlengd en overige nauwe contacten (categorie 2) gaan ongeacht hun immuunstatus in
quarantaine. Het RIVM zal dit beleid verder uitwerken. Het streven is om dit zo spoedig
mogelijk te laten ingaan. Tevens vraagt het OMT aandacht voor het inrichten en beschikbaar
stellen van elektronische systemen voor het melden van positieve zelftesten en het
uitvoeren van BCO door de index zelf.
Ten aanzien van reizigers vanuit EU-landen, adviseert het OMT het EU-beleid te volgen.
Daarnaast adviseert het OMT alle landen buiten de EU als hoog-risicoland te beschouwen
en reizigers vanuit deze landen ongeacht vaccinatiestatus of doorgemaakte infectie
een testverplichting, bij voorkeur een NAAT-test, afgenomen 24 uur voor vertrek, op
te leggen.
Ten slotte zal het OMT in een volgend advies ingaan op de vraag over eventuele aanpassing
van het beleid met betrekking tot persoonlijke beschermingsmiddelen in de zorg vanwege
de opkomst van de omikronvariant. De werkgroep van de Federatie Medisch Specialisten
is gevraagd hiertoe een voorstel doen, rekening houdend met de nieuwste wetenschappelijke
inzichten.
BAO-advies
Het BAO, dat vanmorgen 18 december bijeen is gekomen, onderschrijft de ernst van de
situatie zoals door het OMT in het advies is beschreven. Het BAO vindt de maatregelen
– indien ook de uitzonderingen uit het pakket van vorig jaar december gelden, zoals
voor reizen en onderwijs – op hoofdlijnen navolgbaar. Het BAO heeft als kanttekening
dat met name voor het onderwijs de geadviseerde maatregelen ingrijpend zijn en dat
in ieder geval voor de kwetsbare leerlingen voorzieningen moeten worden getroffen.
Het BAO geeft in dat verband aan dat de maatregelen in het onderwijs zo kort mogelijk
zouden moeten duren. Het BAO is het eens met het voornemen van het OMT om opnieuw
te adviseren als meer duidelijk wordt over het ziekteverloop en dringt aan op een
nieuw weegmoment in de kerstvakantie, zodat helder is welke maatregelen bij de start
van het nieuwe schooljaar op 10 januari gelden. Het BAO geeft aan dat het advies ten
aanzien van quarantaine eerst goed moet worden uitgewerkt, inclusief uitvoeringstoets
en goede communicatie, alvorens dit in kan gaan.
2. Sociaal Maatschappelijke Reflectie en maatschappelijk beeld en uitvoeringstoets
Voor de besluitvorming van 18 december 2021 is er, naast het epidemiologisch beeld
en OMT-advies, zoals gebruikelijk rekening gehouden met het maatschappelijk beeld
volgens de inzichten van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), reflecties op
de maatregelen volgens de inzichten van het SCP en de Ministeries van Financiën, Economische
Zaken en Klimaat en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de «Trojka») en met uitvoeringstoetsen
op de maatregelen door andere departementen, de gedragsunit van het RIVM, de Nationale
Politie, de Veiligheidsregio’s en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Ook
de gedragsreflectie op het maatregelenpakket van het SCP en RIVM Corona Gedragsunit
treft uw Kamer aan in de bijlagen3.
Maatschappelijk beeld en reflectie SCP
Het SCP verwijst naar de eerder gegeven reflecties ten behoeve van besluitvorming
op 26 november en 10 december jl. Hierin geeft het SCP aan dat enkele sectoren, waaronder
de culturele sector, de horeca en evenementenbranche hard geraakt zijn door de crisis
en bijbehorende maatregelen. De vrijetijdsbesteding die deze gelegenheden bieden,
zijn voor veel mensen belangrijke activiteiten die bijdragen aan ontplooiing, ontspanning,
plezier en ontmoeting. Het vasthouden van de bezoekersnormen en sluitingstijden van
de horeca brengt financiële gevolgen voor de getroffen sectoren met zich mee. Het
SCP geeft aan dat er twijfels bestaan over de effectiviteit van deze maatregelen.
Het SCP noemt het van belang dat het doel en de effectiviteit van bestaande maatregelen
helder worden onderbouwd en inzichtelijk worden gemaakt. Zij refereren aan een onderzoek
van de RIVM gedragsunit waaruit blijkt dat met name de hygiënemaatregelen nog altijd
goed worden nageleefd. Afstand houden van anderen kan in de praktijk echter niet altijd
worden gerealiseerd. Bijna zes op de tien deelnemers van het onderzoek zegt dat het
lukt om voldoende afstand te houden, ruim vier op de tien lukt dat dus niet. Ook het
geldende thuiswerkadvies blijkt steeds lastiger in praktijk te brengen.
Volgens het SCP is het te verwachten dat de mensen die het hardst zijn geraakt door
de crisis, in het najaar en de winter nog niet of onvoldoende hersteld zijn. Verdere
negatieve gevolgen en ervaringen komen daar bovenop stelt het SCP, en kunnen bovendien
ook negatieve invloed hebben op het draagvlak en naleving vanuit deze groep. Het SCP
geeft aan dat hoe restrictiever het pakket aan maatregelen is en hoe langer dit voortduurt,
hoe lager het (gemiddeld) psychisch welbevinden van burgers, en hoe hoger de (gemiddelde)
gevoelens van eenzaamheid. De hoge bezettingsgraad van corona patiënten in de ziekenhuizen
leidt tevens tot uitgestelde zorg met nadelige gevolgen voor zowel de gezondheid als
kwaliteit van leven. Ook zijn een aantal groepen in de samenleving harder geraakt
door de coronacrisis dan andere groepen. Het SCP wijst erop dat de sociaal-maatschappelijke
gevolgen van de crisis zich minder snel herstellen dan de besmettingscijfers. Het
is van belang de ontwikkeling in sociaal-maatschappelijke effecten in het oog te houden
en rekening te houden met een mogelijk verhoogde vraag naar ondersteuning vanuit het
sociaal domein en de geestelijke gezondheidzorg – ook in de periode na de crisis.
Het SCP stelt dat veel maatregelen ingrepen op de kern van het sociale leven van jongeren,
terwijl contacten met leeftijdsgenoten juist voor hen belangrijk zijn vanwege de ontwikkeling
van hun identiteit. De afname in het psychisch welbevinden en toename van enige tot
sterke eenzaamheidsgevoelens was bij jongeren en jongvolwassenen het grootst. Het
SCP verwacht dat nieuwe forse beperkingen een versterkt negatief effect op het welbevinden
kunnen hebben, omdat de effecten van eerdere maatregelen nog niet geheel zijn hersteld.
Het SCP geeft aan dat scholen een belangrijke sociaal maatschappelijke functie hebben.
Dit geldt vooral voor de kinderen in zorgwekkende gezinssituaties. Juist de laatste
week voor de kerstvakantie staat in de meeste scholen in het teken van sociale activiteiten
en gezelligheid. Tegelijkertijd zijn er ook grote zorgen onder docenten, ouders en
sommige leerlingen zelf vanwege het hoge aantal besmettingen onder kinderen, en de
veilige leer- en werkomgeving. Het verlengen van de kerstvakantie zal op deze korte
termijn voor een deel van de werkende ouders lastig op te vangen zijn. Niet iedereen
heeft de mogelijkheid om een week extra vakantie van het werk op te nemen. Ten aanzien
van afstandsonderwijs geeft het SCP aan dat de maatschappelijke effecten van het afstandsonderwijs
groot zijn. Zij adviseren daarom het open houden van scholen zoveel mogelijk te prioriteren.
Over een eventuele vervroeging of verlenging van de kerstvakantie op scholen adviseren
zij nadrukkelijk de uitvoerbaarheid en gevolgen ervan te toetsen bij de onderwijssector.
Ten behoeve van het draagvlak in de samenleving, vertrouwen in de instituties en het
bereiken van ongevaccineerde kwetsbare groepen benadrukt het SCP het belang van heldere,
transparante communicatie en toegankelijke informatievoorziening. Ook bevelen zij
aan dat er in de communicatie voldoende aandacht wordt besteed aan de betekenis van
de gedeelde (en eigen) verantwoordelijkheid van mensen voor hun eigen gezondheid en
die van anderen.
Bij alle communicatie, zowel over maatregelen als over het vaccinatiebeleid, is het
belangrijk aandacht te hebben hoe informatie iedereen bereikt en welke kanalen daarvoor
gebruikt kunnen worden. De meer fundamentele boodschap over de uitlegbaarheid van
besluiten en het belang van een betrouwbare overheid wordt volgens het SCP bevestigd
door onderzoek van het RIVM naar de voorkeuren van mensen over mogelijke opschaling
van maatregelen dit najaar. Hieruit komt naar voren dat er moet worden gekozen voor
effectieve maatregelen, maatregelen die tot weinig negatieve (lange termijn) effecten
leiden. Ook wordt hierin geadviseerd te kiezen voor generieke maatregelen die een
specifieke groep of gebied raken.
Tot slot wijst het SCP op de risico’s van stigmatisering van groepen die in crisissituaties
ontstaat. Stigmatisering kan tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen verder verscherpen
en leiden tot grotere spanningen en sociale wrijving in de samenleving. Zij adviseren
om ook de opvattingen van de grote middengroep in ons land serieus te nemen en nadrukkelijk
mee te nemen in de communicatie en informatievoorziening.
Sociaal-maatschappelijke en economische reflectie Trojka
De sociaal-maatschappelijke en economische reflectie van de Ministeries van SZW, EZK
en FIN geeft prioriteit aan het openstellen van het onderwijs na de kerstvakantie.
Zij stellen dat 20% van de positieve coronagevallen is toe te wijzen aan scholen.
Blijvende sluiting is daarom niet proportioneel volgens de Trojka. Een sluiting van
het onderwijs trekt een zware wissel op de mentale gezondheid van jongeren. Een kwart
van de jongeren is psychisch ongezond blijkt uit cijfers van het CBS. Afstandsonderwijs
leidt tot leerachterstanden bovenop de achterstanden die er al zijn. Ook vergroot
het de kansenongelijkheid gezien het effect het grootst is bij leerlingen met ouders
met een laag of gemiddeld opleidingsniveau. De Trojka geeft aan dat achterstanden
het verdienvermogen van leerlingen en Nederland als geheel aantasten. Ook gaat een
schoolsluiting ten koste van de productiviteit van werkende ouders. De Trojka concludeert
dat de schade van een schoolsluiting onevenredig neerslaat bij jonge generaties, terwijl
de baten ervan primair bij oude generaties neerslaan.
Uit de reflectie van de Trojka komt naar voren dat de schade van het volledig sluiten
van sectoren groot is. Binnen-en buitensport mogelijk blijven maken is van groot belang
voor de mentale en fysieke weerbaarheid van burgers. Uit cijfers van het CBS blijkt
dat de psychische gesteldheid een historisch dieptepunt heeft bereikt. Daarom adviseert
de Trojka om bibliotheken en buurthuizen indien mogelijk open te houden. Deze plekken
vervullen een belangrijke sociale functie in de buurt als sociaal vangnet, met name
voor jongeren en kwetsbaren. Sluiting in de week voor kerst heeft grote impact op
winkeliers en horeca omdat zij in de laatste weken van het jaar veel omzet draaien.
Het toestaan van winkelen op afspraak en click en collect is van belang om te voorkomen
dat winkeliers met grote onverkoopbare voorraden blijven zitten. Hoewel de impact
van corona macro-economisch vooralsnog meevalt, is er onder de radar forse schade.
De huidige dynamiek van sluitingen én steun is onhoudbaar. De Trojka geeft aan dat
het beslag op overheidsfinancíën van steunmaatregelen zeer groot is. Dit zal uiteindelijk
ook moeten worden terugbetaald door jonge generaties. Door de steunpakketten worden
ook niet-productieve bedrijven in leven gehouden, wat ten koste gaat van het lange
termijn verdienvermogen van Nederland.
De Trojka pleit voor het maken van scherpere keuzes in het vaccinatiebeleid. Het verhogen
van de immuniteit via vaccinatie inclusief boosters blijft de structurele uitweg uit
de crisis en is het middel tegen overbelasting van de zorg en ingrijpende vrijheid
beperkende maatregelen. Daarom adviseren zij op korte termijn de voor- en nadelen
van varianten van vaccinatie- en boosterprikkels en -plichten in kaart brengen. De
SME-schade van sluitingen is gigantisch en een lockdown impliceert ook vergaande beperking
van vrijheden.
3. Maatregelen
Het OMT heeft het kabinet vandaag geadviseerd om op korte termijn extra maatregelen
te nemen. Deze maatregelen zijn noodzakelijk om de verspreiding van de omikronvariant
te vertragen. Doel is om deze tijd te benutten zodat iedereen een booster kan krijgen
en daarmee zo goed mogelijk beschermd wordt tegen deze variant. Daarvoor wordt de
boostercampagne geïntensiveerd en versneld. Ook wordt met de extra maatregelen tegelijkertijd
de uitgangspositie van de zorg verbeterd.
Het kabinet heeft het advies van het OMT overgenomen en heeft besloten tot een brede
lockdown. Deze brede lockdown bestaat onder andere uit de sluiting van de horeca,
niet-essentiële winkels, niet medische contactberoepen, de kunst- en cultuurlocaties,
sportlocaties, een evenementenverbod en schoolsluiting. Daarnaast worden het thuisbezoekadvies
en enkele andere adviezen aangepast.
De maatregelen en adviezen gaan in per 19 december 2021 05.00 uur en lopen af op 15 januari
2022 05.00 uur. Nieuwe besluitvorming is voorzien op 14 januari 2022. De maatregelen
in het onderwijs gelden tot 10 januari 2022, waarbij op 3 januari 2022 een besluit
wordt genomen voor de periode na 10 januari 2022. Doorlopend zal het Kabinet beoordelen
of het maatregelenpakket nog proportioneel is in relatie tot de genoemde doelen. Indien
mogelijk, of nodig wordt eerder dan het geplande moment tot nieuwe besluitvorming
overgegaan.
Het steunpakket ademt mee met geleden omzetverliezen en is reeds verlengd tot het
eerste kwartaal van 2022. Het mee-ademen van het steunpakket betekent dat meer ondernemers
meer gebruik zullen maken van het steunpakket, doordat zij een hoger omzetverlies
zullen kennen. Het steunpakket is reeds maximaal verruimd, in lijn met voorgaande
kwartalen toen sprake was van vergelijkbare beperkingen, en ruimer dan gedurende de
winter vorig jaar.
Algemene sluiting en evenementenverbod, inclusief groepsvormingsverbod
De brede lockdown ziet er op hoofdlijnen als volgt uit. Per 19 december 05.00 uur
geldt buiten een groepsvormingsverbod. Dit betekent dat niet meer dan twee personen
zich gezamenlijk buiten mogen begeven, huishoudens uitgezonderd. Ook geldt een algemene
sluiting en een evenementenverbod. Per zondagochtend zijn dan ook onder andere de
horeca, niet-essentiële winkels en de kunst- en cultuursector gesloten. Ook is het
niet toegestaan om evenementen te organiseren en niet-medische contactberoepen uit
te oefenen. In de niet-essentiële detailhandel is afhalen en retourneren tot 17:00
uur van vooraf bestelde of gereserveerde artikelen onder voorwaarden wel toegestaan.
Ook afhalen in de horeca blijft mogelijk.
Algemene uitzonderingen en beperkte uitzondering voor sport
In algemene zin gelden de uitzonderingen op de sluitingen en verboden, zoals die in
de afgelopen lockdowns zijn gehanteerd. Zo blijft de essentiële detailhandel open
en kan essentiële dienstverlening (en enkele vormen van specifieke dienstverlening)
doorgang vinden, zoals openbaar vervoer, banken, bibliotheken, buurt- en wijkcentra,
georganiseerde jeugdactiviteiten, zwembaden ten behoeve van zwemles en schoolzwemmen,
zorglocaties en de verkoop van kerstbomen (buiten). Van het evenementenverbod zijn
zoals ook eerder besloten de reguliere warenmarkten, uitvaarten en professionele sportwedstrijden
zonder publiek uitgezonderd. Daarnaast geldt op het groepsvormingsverbod van meer
dan twee personen een algemene uitzondering voor kinderen tot en met 12 jaar en personen
woonachtig op hetzelfde adres. Ten slotte geldt op Kerstavond, Eerste Kerstdag en
Tweede Kerstdag en Oudejaarsavond een verbod op groepsvorming van meer dan vier personen.
Voor plaatsen die conform uitzonderingen open zijn geldt een mondkapjesplicht, een
bezoekersnorm in geplaceerde setting van 100% van de 1,5m-capacitieit met een maximum
van 50 bezoekers per zelfstandige binnenruimte en bij doorstroomlocaties dat 1 persoon
per 5m2 toegelaten kan worden. Voor uitvaarten geldt een maximale groepsgrootte van 100 bezoekers
op 1,5 meter afstand.
Gezien het belang van sport in het kader van gezondheid en welzijn blijven buitensportlocaties
tussen 05.00u en 17.00u geopend. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de
groepsvorming buiten. Dit betekent dat maximaal twee personen van 18 jaar en ouder
hier kunnen sporten (exclusief trainer). Voor kinderen en jongeren t/m 17 jaar geldt
verder geen maximale groepsgrootte voor het beoefenen van sport buiten. Zij hoeven
tijdens sportbeoefening geen 1,5 meter afstand te houden, maar mogen geen wedstrijden
en competitie buiten eigen clubverband spelen. Daarnaast zijn zwembaden geopend ten
behoeve van zwemlessen voor het A, B of C-diploma tot 17.00u. De bestaande uitzondering
voor topsporters blijft bestaan. Georganiseerde jeugdactiviteiten voor personen tot
en met 17 jaar zijn buiten tot 17.00 toegestaan met maximaal 50 personen.
Buurt- en wijkcentra blijven geopend voor georganiseerde dagbesteding en opvang voor
kwetsbare groepen en ook bibliotheken blijven geopend.
Een volledig overzicht van de uitzonderingen, de afbakening van essentiële detailhandel
en de voorwaarden waaronder afhaal en retourneren van goederen en diensten georganiseerd
dient te worden is te raadplegen op www.Rijksoverheid.nl.
Onderwijs en buitenschoolse opvang
Het OMT heeft geadviseerd om de scholen en onderwijsinstellingen te sluiten. Het kabinet
neemt het advies over, waarbij – net zoals bij eerdere schoolsluitingen – ruimte wordt
gegeven aan prioritaire groepen. Scholen en instellingen in het po, vo, mbo en ho
sluiten vanaf maandag 20 december 2021. Tot en met zondag 9 januari 2022 zijn ze dicht.
De Buitenschoolse opvang (bso) is gesloten vanaf maandag 20 december 2021 (uiterlijk
21 december) tot en met zondag 9 januari 2022. Scholen en instellingen zijn niet verplicht
om in die week voorafgaand aan de kerstvakantie afstandsonderwijs te verzorgen.
Voor kinderen in een kwetsbare positie en kinderen waarvan minimaal één ouder/verzorger
werkzaam is in een cruciale beroepsgroep geldt dat ouders een beroep kunnen doen op
noodopvang bij de basisschool en de bso (vanaf uiterlijk dinsdag 21 december). Scholen
leveren noodopvang tijdens de schooluren en de bso gedurende de reguliere openingstijden
van de bso voor kinderen van ouders die een contract met de bso hebben. Tijdens de
kerstvakantie van 25 december 2021 t/m 9 januari 2022 zijn de basisscholen gesloten
en biedt de bso noodopvang voor hun reguliere klanten en gedurende de gebruikelijke
openingstijden die zij hanteren tijdens deze vakantieperiode.
Op 3 januari 2022 zal het Kabinet voor de scholen een besluit nemen over de periode
vanaf 10 januari 2022. De bedoeling is dat scholen gewoon open gaan. Niettemin worden
scholen uit voorzorg gevraagd om afstandsonderwijs voor te bereiden voor het geval
dat onverhoopt vanaf 10 januari toch noodzakelijk blijkt.
Een uitzondering op de schoolsluiting betreffen de reeds geplande schoolexamens voor
leerlingen in het examenjaar en voorexamenjaar van het voortgezet (speciaal)onderwijs,
die dienen op school door te gaan. Scholen in het v(s)o mogen verder ook open zijn
voor (fysiek) onderwijs aan kwetsbare leerlingen. Zij mogen open zijn voor fysiek
onderwijs aan examenleerlingen, praktijkgerichte lessen, praktijkgerichte vakken in
het vmbo, praktijkonderwijs en vso. Het kabinet heeft er begrip voor als scholen maandag
20 december nog te tijd nodig hebben om het onderwijs voor de uitzonderingsgroepen
te organiseren. Uiteraard gelden voor leerlingen en onderwijspersoneel die zich in
scholen begeven de reeds geldende corona-maatregelen, zoals de verplichting om een
mondneusmasker te dragen in de gangen en het tweemaal in de week preventief zelftesten.
Daarnaast geldt het advies om de leerlingen 1,5 meter afstand te laten houden tot
de docent, voor zover dat mogelijk is. Voor het primair onderwijs zijn de maatregelen
onveranderd ten opzichte van de besluitvorming van afgelopen dinsdag. Scholen in het
primair onderwijs zijn dus enkel open voor kwetsbare leerlingen en voor leerlingen
waarvan (minimaal) één van de ouders/verzorgers een cruciaal beroep heeft.
Ook in het mbo, hbo en wo geldt een uitzondering op de sluiting voor examens, tentamens,
praktijkonderwijs en de begeleiding van kwetsbare studenten (inclusief mbo 1 en 2).
Voor studenten en docenten die zich in de onderwijsinstellingen begeven geldt dat
zij zich dienen te houden aan de basisregels ten aanzien van hygiëne en gezondheid,
het opvolgen van de quarantaineregels, het dragen van mondneusmaskers bij verplaatsing
en maximale groepsgrootte van 75 (met uitzondering van tentamens en examens). Daarnaast
wordt aangeraden zoveel mogelijk 1,5 meter afstand te houden waar mogelijk. Studenten
en docenten wordt bovendien geadviseerd om twee keer per week preventief een zelftest
te doen wanneer zij naar de onderwijsinstelling komen. Het reizen van en naar de instelling
wordt gezien als noodzakelijke reis, wat betekent dat studenten en medewerkers voor
een fysieke les van en naar de instelling mogen reizen, ook als dat via het ov is.
Verlenging sluiting buitenschoolse opvang
Het kabinet heeft besloten de sluiting van de bso met twee weken te verlengen tot
en met 9 januari. Ook voor deze sluitingsperiode geldt de uitzondering dat de bso
openblijft voor noodopvang aan kinderen van minimaal één ouder ouder/verzorger met
een cruciale beroepsgroep en kinderen in een kwetsbare positie. Het gaat hierbij expliciet
om kinderen van ouders die een contract hebben met de bso. De bso gaat in principe
weer open op maandag 10 januari. De kinderdagopvang voor kinderen van 0–4 jaar en
de gastouderopvang voor kinderen blijven open.
Van de bso wordt in deze tijden een extra inspanning gevraagd om noodopvang te blijven
bieden aan ouders die hier recht op hebben. Aan ouders die normaliter bso gebruiken,
vragen wij de gehele factuur aan de kinderopvang te blijven voldoen, ook als zij op
dit moment niet van opvang gebruik kunnen maken. De kinderopvangsector blijft daarmee
in staat goede noodopvang te verzorgen. Voor ouders betekent het doorbetalen dat het
recht op kinderopvangtoeslag blijft bestaan en dat de plek in de bso, wanneer deze
weer regulier opengaat, behouden blijft.
Een deel van de factuur heeft betrekking op de eigen bijdrage die ouders betalen.
De inzet van het kabinet is om deze kosten zoveel mogelijk tegemoet te komen; vergelijkbaar
met de tegemoetkomingen van de vorige sluitingsperiodes. Dat betekent dat ouders met
bso een tegemoetkoming ontvangen die bij benadering overeenkomt met de eigen bijdrage
vanaf 21 december jl. tot en met heropening bso. Dit geldt óók voor ouders in cruciale
beroepen die noodgedwongen gebruik moeten maken van de noodopvang.
Aandacht voor jeugdigen
De extra maatregelen drukken zwaar op ons allen, in het bijzonder ook jeugdigen.
De lessen uit de eerdere lockdown en meerdere onderzoeken (RIVM, SCP en CBS) laten
zien dat de coronamaatregelen jongeren mentaal harder raakt dan andere leeftijdsgroepen.
In het bijzonder jongeren met een kwetsbare gezondheid en in een kwetsbare thuissituatie.
We willen jongeren laten weten dat we ze zien en hun signalen horen. Daarom komen
we met een aanvullend steunpakket om hun mentale gezondheid en gezonde leefstijl te
ondersteunen. We werken dit samen met gemeenten verder uit omdat gemeenten het beste
zicht hebben op wat jongeren in hun gemeenten nodig hebben en nemen hierbij de kennis
van veldpartijen en deskundigen mee. We denken hierbij aan laagdrempelige online en
offline ontmoetingen van mentaal kwetsbare jongeren en sport- en spelactiviteiten.
Zo vinden in deze kerstvakantie de Wintergames plaats.
Aanscherping thuisbezoekadvies, reisadvies en vakantieadvies en invoering contactadvies
detailhandel
Het thuisbezoekadvies wordt aangescherpt. Voor het thuisbezoekadvies geldt per onmiddellijke
ingang: Ontvang maximaal twee personen per dag (m.u.v. personen t/m 12 jaar) en ga
bij maximaal één huishouden op bezoek. Met uitzondering van Kerstavond, Eerste Kerstdag,
Tweede Kerstdag en Oud en Nieuw, dan geldt een thuisbezoekadvies van maximaal vier
personen per dag.
Voor binnenlandse en buitenlandse reizen geldt: blijf zoveel mogelijk thuis. Als je
toch op pad gaat, beperk dan zoveel mogelijk je contacten en houd 1,5 meter afstand.
Voor reizen naar het buitenland geldt daarnaast: houd je aan de reisadviezen van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken en aan de lokale regels, houd rekening met de inreisvoorwaarden
en doe een test na terugkomst in Nederland.
Reis je in vanuit een derde land, dan is het verplicht een test te doen voor vertrek.
Daarnaast geldt een algemeen vakantieadvies: Op vakantie gaan mag. Houd u ook op uw
vakantieadres altijd aan de geldende regels. Voor een uitgebreidere toelichting ten
aanzien van reizen zie de paragraaf reizen van deze brief.
Het advies voor bezoek aan essentiële detailhandel luidt: Doe je boodschappen zoveel
mogelijk alleen. Is het druk? Ga dan weg en doe je boodschappen op een ander moment.
De naleving van deze, en de overige adviezen, zijn essentieel. De overige adviezen
luiden:
– Binnenlands reisadvies: blijf zoveel mogelijk thuis en vermijd drukte.
– Buitenlands reisadvies: volg reisadviezen van Buitenlandse Zaken.
– Contactadvies 70+: beperk contacten, ook met (klein)kinderen en houd 1,5 meter afstand,
ook van hen.
– Ontvang je bezoek of ga jezelf op bezoek: doe van te voren een zelftest.
– Thuiswerkadvies: Werk thuis. Kan dat niet: houd op werk altijd 1,5 meter afstand.
4. Voortgang boostercampagne
Afgelopen woensdag heb ik uw Kamer gesproken over de uitvoering van de boostercampagne
en de verdere versnelling daarvan (Handelingen II 2021/22, nr. 35, debat over de ontwikkelingen
rondom het coronavirus). Met de verdere versnelling heeft iedereen van 18 jaar en
ouder, die drie maanden of langer geleden de laatste vaccinatie uit de basisserie
heeft gehad – of van corona is genezen – de mogelijkheid om in de tweede helft van
januari 2022 een booster vaccinatie te krijgen. Deze versnelling is ingezet op advies
van het OMT vanwege de onzekerheden omtrent de verspreiding van de omikronvariant
en de risico’s op extra ziekenhuis- en IC-opnames te kunnen beperken die de zorg mogelijk
niet aankan. Op basis van eerste gegevens over de effectiviteit van boostervaccinaties
lijkt een boostervaccinatie duidelijke verbetering te geven van vaccineffectiviteit
ten aanzien van besmetting met de omikronvariant en ziekenhuisopname als gevolg van
de omikronvariant.
Het advies van het OMT van vandaag 18 december 2021, wijst ons indringend op het grote
belang van boostervaccinatie tegen COVID-19. In Nederland is nu 85,8%4 van alle mensen van 18 jaar en ouder volledig gevaccineerd. 88,9% van deze leeftijdsgroep
heeft minimaal één prik gehad. Tot en met 15 december jl. zijn in totaal 1,5 miljoen
boostervaccinaties en derde prikken gezet. Komende week komen daar ongeveer 1 miljoen
boostervaccinaties bij.
In de komende weken heeft de boostercampagne nog 9,5 miljoen boostervaccinaties (stand
15 december) te zetten bij mensen boven de 18 jaar, als wordt gerekend met een opkomst
van 100%. Het is essentieel dat iedereen die gevaccineerd is een boostervaccinatie
neemt, want alleen dan ben je beschermd en kunnen we het risico op overbelasting van
de zorg beperken.
Daarnaast zijn er mensen die de primaire vaccinatieserie niet hebben afgemaakt, en
daarmee alleen één van de twee prikken hebben. Ook voor deze groep geldt dat de volgende
vaccinatie noodzakelijk is om de bescherming op peil te brengen. Dus ook voor de mensen
met één prik van de twee geldt: haal de volgende vaccinatie. De mensen die niet gevaccineerd
zijn lopen het grootste risico op besmetting en ziekte. De omikronvariant verspreidt
zich zo snel dat het risico op besmetting nu nog groter is. Een vaccinatie is voor
de ongevaccineerden nodig om beschermd te zijn tegen ziekenhuisopname en sterfte als
gevolg van een COVID-19-besmetting. Het kabinet roept mensen die nog twijfelen op
om deze twijfels overboord te zetten.
En als iedereen een vaccinatie haalt, wordt de transmissie van de omikronvariant maximaal
afgeremd. Dat helpt de belasting van de zorg te beperken.
De nadruk in de boostercampagne ligt allereerst op het beschermen van de kwetsbaren.
Daarom zet de GGD alles op alles en doen een extra inspanning om zo veel mogelijk
mensen van 60 jaar en ouder vóór de jaarwisseling de boostervaccinatie te hebben gegeven.
Daarnaast heb ik eerder al prioriteit gegeven aan de groep zorgmedewerkers met patiënt-
en cliënt-contact. De ziekenhuizen hebben naar schatting ruim 230.000 boostervaccinaties
gegeven aan het eigen personeel, het ambulance personeel, huisartsen en medewerkers
van huisartsenpraktijken. Dit aantal kan nog wijzigen bij het inlopen van de registratie
van deze vaccinatie. Ook worden zorgmedewerkers gevaccineerd door de GGD waarvan een
deel is gevaccineerd en een deel een afspraak heeft om met voorrang een boostervaccinatie
bij de GGD te krijgen.
De boostercampagne gaat op maximale snelheid door.
In de tweede helft van januari 2022 heeft iedereen van 18 jaar en ouder die meer dan
drie maanden geleden is gevaccineerd of een infectie heeft doorgemaakt, de kans gehad
een boostervaccinatie te halen. En gaat de boostercampagne verder met de mensen die
vanaf dat moment in het interval van drie maanden komen.
Afspraken voor mensen van 60 jaar en ouder
18 november jl. is de boostercampagne gestart met de oudste ouderen, de mensen boven
de 90 jaar. Afgelopen week is geboortejaar 1961 uitgenodigd een afspraak te maken
bij de GGD. Daarmee zijn alle mensen boven de 60 jaar (4,3 miljoen mensen) nu uitgenodigd
online een afspraak te maken. Van deze groep hebben 1,2 miljoen mensen al een boostervaccinatie
gehad, en ruim 1,5 miljoen mensen hebben een afspraak staan. Dankzij de verdere opschaling
van de GGD’en komen er dagelijks nieuwe afsprakenslots bij. Wie 60 jaar of ouder is
en nog geen afsprak heeft wordt opgeroepen die dan alsnog te maken via de website.
Omdat we elke dag blijven uitbreiden, komen er elke dag nieuwe afspraakmogelijkheden
bij. Dus lukt het vandaag of morgen niet om voor de jaarwisseling een afspraak te maken, probeer het dan een dag later nog eens.
Ongeveer 280.000 mensen boven de 60 jaar en ouder heeft een afspraak die voorbij de
jaarwisseling ligt. Deze mensen wordt de gelegenheid geboden de afspraak te verplaatsen
naar vóór 31 december 2021, voor zover de capaciteit dat toelaat. Het zal mogelijk
niet voor alle mensen lukken de afspraak te verzetten. Uitnodigingen hiervoor gaan
dan ook weer op leeftijd van oud naar jong. In de loop van volgende week stuurt de
GGD een sms naar de mensen waarvoor plek vrij komt. Ik roep deze groep mensen nadrukkelijk
op niet zelf contact op te nemen met de GGD.
Afspraken voor mensen jonger dan 60 jaar
Zoals hiervoor beschreven hebben we eerst zoveel mogelijk 60-plussers de gelegenheid
geboden om nog voor de jaarwisseling aan de beurt te komen. En dat is ook de reden
dat we even pas op de plaats hebben gemaakt met het uitnodigen van de 60-minners.
Vanaf begin volgende week nodigen we de eerstvolgende geboortejaren weer uit. Rond
7 januari 2022 kunnen alle mensen van 18 jaar en ouder een afspraak voor een boostervaccinatie
hebben gemaakt.
Uitvoering
Logistiek
De boostercampagne is een gigantische uitvoeringsoperatie die de GGD’en voor grote
uitdagingen zet. RIVM en GGD rekenen, met een 100% opkomst, op een groep van 9,5 miljoen
mensen vanaf 18 jaar en ouder die nog een boostervaccinatie moeten halen. Elke dag
schalen de GGD’en verder op om dit grote aantal te bedienen. In de komende maand wordt
verder toegewerkt naar een aantal van zo'n 100 vaccinatielocaties. Daarnaast zijn
er nog 40 satellietlocaties, die één of enkele dagen per week open zijn. Ook komen
er 13 XL-locaties die meer dan 12 priklijnen hebben, hiervan zijn er inmiddels 9 geopend.
Volgende week halen de GGD’en daarmee een capaciteit van ongeveer 1 miljoen booster
vaccinaties. Oplopend in week 52 naar 1,4 miljoen en vanaf week 1 tot en met eind
januari een capaciteit van 1,6 miljoen per week. Dat betekent dat er dagelijks nieuwe
afsprakenslots bij komen waar mensen terecht kunnen. Regionaal kunnen er wel verschillen
zijn in de beschikbare afsprakenslots.
Personele capaciteit
De snelheid van de uitvoering van de boostercampagne wordt mede bepaald door het beschikbare
personeel. Iedereen die meehelpt aan de boostercampagne is doordrongen van de urgentie
van de opmars van de omikronvariant. Het is duidelijk dat een versnelling van de boostercampagne
één van de maatregelen is om deze snelle opmars te vertragen en te snelle toename
van ziekenhuisopnames te voorkomen.
Eerder heb ik u medegedeeld dat ik een beroep heb gedaan op de huisartsen om, ondanks
de drukte in hun praktijken, in deze weken mee te helpen met de boostervaccinaties.
Specifiek heb ik huisartsen gevraagd mee te helpen met de vaccinaties van de niet-mobiele
thuiswonenden en de niet mobiele bewoners van instellingen zonder medische dienst.
Ik zie dat huisartsen gehoor geven aan deze oproep, en hoop dat meer huisartsen bij
willen dragen om de boostercampagne voor deze kwetsbare groepen ook zoveel mogelijk
te versnellen.
Daarnaast gaan huisartsen die met pensioen zijn meewerken in deze campagne.
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) heeft haar achterban hier eerder deze week
ook hiertoe opgeroepen.
Daarnaast heb ik de ziekenhuizen gevraagd de boostercampagne te ondersteunen. Ziekenhuizen
hebben aangegeven actief te zullen bijdragen aan deze grootschalige operatie, door
het leveren van zoveel mogelijk personeel in de vaccinatie locaties van de GGD’en.
Regionaal zijn hier concrete acties te zien. Zo wordt in Rotterdam op een GGD-vaccinatielocatie
in Ahoy de werkzaamheden voor het vaccineren in de week 52 en week 1 volledig uitgevoerd
door ziekenhuispersoneel en zorgt de GGD voor de logistieke en administratieve processen.
GGD’en hebben aangegeven met name in de komende weken (weken 51, 52 en 1) behoefte
te hebben aan extra personeel. Het gaat hierbij om de toezichthoudende artsen, verpleegkundigen
die gaan vaccineren en administratief personeel. De landelijke koepel LNAZ heeft de
ROAZ-regio’s gevraagd in hun regio’s in overleg te treden met de regionale GGD’en.
En zo na te gaan aan welk type personeel in de betreffende regio behoefte is, en dit
door ziekenhuizen daadwerkelijk te laten leveren. Ik ben de ziekenhuizen zeer erkentelijk
dat zij op deze wijze hun bijdrage kunnen en willen leveren. Ik realiseer me dat dit
opnieuw een grote opgave is en zal de ziekenhuizen ondersteunen daar waar mogelijk.
De GGD’en gaan ondertussen ook verder met het werven en opleiden van extra personeel.
Hierbij wordt waar mogelijk ook gebruik gemaakt van de aanbiedingen die via het GGD
reservistenplatform zijn binnen gekomen. Aan Defensie is gevraagd of zij nog verder
kunnen ondersteunen door meer personele inzet te leveren voor de vaccinatie locaties.
Ten slotte worden de openingstijden bij de GGD’en verruimd. Ook in de avonden en weekenden
worden mensen gevaccineerd.
Met deze ondersteuning van ziekenhuizen, huisartsen en zoveel mogelijk andere partijen
en zo ruim mogelijke openingstijden op de GGD-locaties, willen we ervoor zorgen dat
het benodigde tempo in de uitvoering gerealiseerd kan worden. En iedereen van 18 jaar
en ouder in de tweede helft van januari 2022 de kans heeft gehad een boostervaccinatie
te halen.
Tot slot, het OMT adviseert te onderzoeken of de observatietijd van 15 minuten na
het toedienen van de boostervaccinatie losgelaten kan worden, om zo het geven van
boostervaccinaties te bespoedigen en capaciteit te verhogen. Ik zal mij hieromtrent
laten adviseren en uw Kamer daar op korte termijn nader over informeren.
Online afspraak maken voor een booster vaccinatie
De GGD’en werken onder hoogspanning om zo snel als mogelijk is op te schalen en zo
plek vrij te maken voor iedereen die een boostervaccinatie wil. Dat doen zij op professionele
wijze met grote inzet en motivatie. GGD GHOR Nederland ziet dat er veel afspraken
via het portaal worden gemaakt, en er ook veel gebeld wordt. Afgelopen woensdag bijvoorbeeld
ontving het callcenter bijna een miljoen telefoontjes. Mensen staan daardoor heel
lang in de wacht, het maken van een afspraak gaat daardoor niet per se sneller. En
belangrijker: de mensen die echt alleen maar telefonisch een afspraak kunnen maken,
komen in de verdrukking. Als mensen online een afspraak maken, dan helpen zij ook,
indirect, deze groep. Ik roep mensen nogmaals op om online, via het afsprakenportaal,
een afspraak in te plannen. En ik vraag, mét de GGD’en, om begrip wanneer het maken
van een afspraak voor de boostervaccinatie niet helemaal vlekkeloos verloopt, of wanneer
mensen wat langer moeten wachten op een passende locatie. Ik vraag ook om bereidheid
om wat verder te reizen als in de ene plaats geen plek is en in de andere wel. Zo
helpen we elkaar.
Communicatie en voorlichting
De boosteroperatie ondersteunen we met een publiekscampagne. Daarbij richten we ons
in deze fase op het informeren over de manier waarop mensen een afspraak kunnen maken
als zij aan de beurt zijn en over de nut en de noodzaak van de extra prik.
In samenwerking met GGD GHOR is de actie #kanikjehelpen gestart. Deze actie is bedoeld
om mensen die een afspraak willen maken te helpen met tips dit op de beste manier
te doen. Twee belangrijke tips zijn:
– Maak online een afspraak, eventueel met hulp van iemand uit de omgeving.
– Bij het maken van een online afspraak worden drie opties getoond. Het kan zijn dat
deze niet uitkomen of dat men het te lang vindt duren. Advies is dan geen afspraak
te maken maar een aantal dag later nogmaals te kijken. Er komen namelijk steeds meer
locaties bij waar men mogelijk sneller terecht kan.
– Verzet de afspraak alleen als het echt niet anders kan. Een online afspraak kan alleen
telefonisch verzet worden. Tijdens daluren is de wachttijd aan de telefoon over het
algemeen korter.
– En kom alleen mét een afspraak voor een booster vaccinatie naar de locatie.
– Voor het halen van een eerste of tweede prik, kunnen mensen ook een afspraak maken
of naar een locatie waar geprikt wordt zonder afspraak gaan.
Deze boodschappen komen terug in social-mediaberichtgeving, in een poster die on-
en offline gedeeld wordt via de kanalen van de rijksoverheid en van intermediairs
zoals samenwerkingspartners de GGD, het RIVM, de NHG, de LHV, Vilans, veiligheidsregio’s
en gemeenten en partijen als Inclusia, Pharos, LeerZelfOnline (Steffie) en Stichting
Lezen en Schrijven.
Waarom een boostervaccinatie?
Voor extra uitleg over het belang van een boostervaccinatie werken we aan een serie
achtergrondartikelen waarvan een doorvertaling via huis-aan-huisbladen wordt verspreid.
In de artikelen komen de meest gestelde vragen over de boostervaccinatie aan de orde.
De website overvaccineren.nl wordt uitgebreid met informatie over de boostervaccinatie.
Hierbij richten we ons op mensen die twijfelen of ze de boostervaccinatie wel willen
nemen. Vanuit persoonlijke vragen of zorgen of door onbetrouwbare of onjuiste informatie
die zij hebben gekregen via sociale media, vrienden of familie. Om te helpen bij de
beslissing, geven we op overvaccineren.nl op toegankelijke wijze betrouwbare informatie
over de (booster)vaccinatie, en geven we een overzicht van bronnen voor verdere verdieping
in de onderwerpen. Daarbij brengen we ook de mogelijkheden onder de aandacht om een
persoonlijk gesprek aan te gaan over zorgen en twijfels. Op de vaccinatielocatie,
bij de huisarts of via de Twijfel Telefoon. De website wordt onder de aandacht gebracht
via een campagne die de nadruk legt op het belang van jezelf goed informeren.
Binnenkort lanceert de GGD GHOR een dialoogplatform. Hier kunnen mensen in gesprek
met een onafhankelijke zorgprofessional via chat en telefoon. De zorgprofessionals
geven antwoord en uitleg over de (booster)vaccinatie, bijwerkingen, het beschermen
van de eigen gezondheid en die van de omgeving. Het doel is mensen die twijfelen over
de coronavaccinatie of de vaccinatie hebben uitgesteld, een onafhankelijk en vertrouwelijk
(zorg)platform te bieden. En hun omgeving te faciliteren met een informatiebron waarnaar
verwezen kan worden. Zo wordt door middel van dialoog de corona(vaccinatie) «informatiegraad»
toegankelijk en effectief verhoogd.
Als blijkt dat bij bepaalde doelgroepen de boostervaccinatiegraad achterblijft, dan
zetten we meer communicatie in om hen te bereiken.
5. Druk op de zorg
Sinds begin oktober zagen de ziekenhuizen een voortdurende stijging van de bezetting
door COVID-19-patiënten, zowel op de klinische verpleegafdelingen als op de IC. Inmiddels
zien we sinds begin december een voorzichtige daling in de instroom en bezetting van
COVID-patiënten op de IC en in de kliniek. Op dit moment (stand 18 december) zijn
volgens het LCPS in totaal 2.354 patiënten met COVID-19 in de Nederlandse ziekenhuizen
opgenomen. Hiervan liggen 618 COVID-19-patiënten op de IC en 1.736 COVID-19-patiënten
in de kliniek. Vorige week (11 december 2021) was dit aantal nog 634 COVID-19-patiënten
op de IC en 2.109 COVID-19-patiënten in de kliniek. Ondanks de voorzichtige daling
in de ziekenhuisinstroom en -bezetting, blijft de druk op de gehele zorgketen onverminderd
hoog.
Fase 2d, zoals afgekondigd op 26 november 2021, is daarom nog steeds van kracht.5 Binnen de zorgsectoren worden maatregelen genomen om landelijk de continuïteit van
de (semi-)acute en kritieke planbare zorg, met de optimale inzet van (schaars) personeel,
zo goed mogelijk te borgen.
– Alle ziekenhuizen schalen de reguliere planbare zorg af (FMS-klasse 5 en 4).
– Alle ziekenhuizen schalen, indien nodig en medisch aanvaardbaar, de kritiek planbare
zorg (FMS-klasse 3) (verder) af.
– Poliklinieken worden afgeschaald als dit personeel oplevert dat ingezet kan worden
voor de continuïteit van de kritiek planbare en de (semi-)acute zorg (FMS-klasse 3,
2 en 1).
– Landelijk wordt in opgeschaald naar een capaciteit van 1.250 IC-bedden en vervolgens
naar 1350 IC-bedden.
– Landelijk blijft het LCPS COVID-patiënten spreiden en er wordt maximaal ingezet op
internationale samenwerking.
– Zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) worden opgedragen om de VVT niet te belasten met
patiënten en waar mogelijk de ziekenhuizen te ondersteunen.
– In de eerstelijnszorg is er opgeschaald naar 750 tijdelijke bedden buiten het ziekenhuis.
Deze capaciteit kan maximaal tot 1.100 bedden worden opgeschaald.
– COVID-zorg thuis, inclusief zuurstof, wordt zoveel mogelijk ingezet onder toezicht
van huisartsen.
– Defensie wordt ingezet om te helpen met het inrichten van extra bovenregionale beddencapaciteit
voor COVID-patiënten.
Voor de komende periode schetst het OMT-advies van vandaag dat niet uitgesloten kan
worden dat de snelle verspreiding van de omikronvariant leidt tot een hoge piek in
ziekenhuis- en IC-opnames, waarbij de capaciteit van de Nederlandse gezondheidszorg
overschreden wordt. Naast dit scenario zijn er ook andere uitkomsten mogelijk die
minder belasting op de zorg leggen. Echter, de vele onzekerheden maken het niet mogelijk
om aan te geven wat het meest waarschijnlijke scenario is. Kennis die de komende week
of weken beschikbaar komt, moet hier meer inzicht in geven.
Deze onzekere prognoses maken de dreiging van overbelasting van de zorg reëel. We
doen er alles aan om te voorkomen dat fase 3 uit het Opschalingsplan COVID-19 van
het LNAZ moet worden afgekondigd.6 Van fase 3 is sprake als alle capaciteit volledig is benut, alle zorgverlening maximaal
opgeschaald en afgeschaald is en de samenwerking tussen zorgaanbieders zorgbreed volledig
en maximaal is benut. Fase 3 kan alleen landelijk door de Minister van VWS afgekondigd
worden en gebeurt pas als alle opties in fase 2 benut zijn. In fase 3 staat in de
eerste plaats het belang van de continuïteit van de meest noodzakelijke zorg voor
alle patiënten en cliënten in de hele zorg centraal. De consequenties van de maatregelen
die voortvloeien uit het afkondigen van fase 3 zijn groot. Er is dan sprake van een
nationale zorgcrisis met verstrekkende consequenties voor alle betrokken partijen
in de zorgketen. Het raakt alle patiënten en zorgmedewerkers.
Het tijdelijk verdiepend beleidskader «Continuïteit en kwaliteit van zorg in fase
3 van de COVID-19 pandemie» bevat de afspraken voor deze fase.7 In elke regio en in elke sector zijn plannen gemaakt waarin is beschreven hoe zowel
de COVID- als de non-COVID-zorg op de meest passende wijze georganiseerd en verleend
kan worden en op welke wijze de kwaliteit van zorg daarbij zo lang mogelijk op een
aanvaardbaar niveau blijft.
Op dit moment worden op basis van de beschikbare gegevens van het RIVM scenario’s
opgesteld over de zorgvraag die voort kan komen uit de omikronvariant. Deze scenario’s
zien breed op de verschillende sectoren in de zorg (o.a. wijkverpleging, huisartsen,
VVT, ziekenhuizen, instellingen voor ouderen- en gehandicaptenzorg). In een kort en
intensief traject worden de bestaande plannen en voorbereidingen voor fase 3 getoetst
aan deze mogelijke scenario’s. Op deze wijze krijgen we scherp waar eventuele aandachtspunten
zitten en acties noodzakelijk zijn. In het traject wordt ook uitgewerkt welke mogelijkheden
er aanvullend op korte termijn kunnen worden gerealiseerd om, bij een extreem hoge
zorgvraag als gevolg van de omikronvariant, de zorg toch met minimaal acceptabele
kwaliteit te blijven organiseren en te verlenen. Hiermee wordt zoveel mogelijk aangesloten
bij alle huidige (door)ontwikkelingen voor fase 3.
6. Testen
Het kabinet deelt met het OMT dat zicht houden op testvraag en testuitslagen juist
nu belangrijk is. Een belangrijk onderdeel hierbij is de basismaatregel «testen bij
klachten». Heb je klachten dan blijf je thuis en laat je je testen. Ben je positief
dan ga je in quarantaine. Je licht de mensen in met wie je recent in contact bent
geweest. Op deze wijze zorgen we er samen voor dat de kans op het besmetten van anderen
verminderd wordt. Dit was altijd al belangrijk en is met deze besmettelijker variant
nog belangrijker.
Het advies blijft dat wanneer je 70+ bent, een onderliggende ziekte hebt en/of werkt
met kwetsbare mensen, dat je bij klachten naar de GGD gaat voor een test. Als je een
positieve zelftest hebt: doe dan altijd een confirmatietest bij de GGD. Ook de test
op dag 5 bij quarantaine, moet bij de GGD plaatsvinden. Bij een negatieve uitslag
kun je uit quarantaine gaan. Voor alle anderen geldt dat je bij klachten een zelftest
doet of naar de GGD gaat.
Het gebruik van zelftesten kent twee belangrijke factoren in het tegengaan van de
verspreiding van het virus. Allereerst de korte termijn waarop een testuitslag met
een zelftest kan worden verkregen. De tijd tussen het maken van een afspraak bij de
GGD en het krijgen van een uitslag ligt gewoonlijk tussen de 24 en 48 uur. De tijd
na aanvang van klachten en het afnemen van een zelftest en aflezen van de uitslag
is een half uur. De winst in tijd is dus 1 tot 2 dagen. Door bij een positieve zelftest
meteen de mensen in te lichten met wie je recent contact hebt gehad, worden twee essentiële
dagen gewonnen, waarin deze mensen op hun beurt zelf maatregelen kunnen nemen om verdere
verspreiding van het virus en mogelijke besmettingen te voorkomen. Zeker nu omikron
besmettelijker lijkt te zijn dan de deltavariant is die tijdswinst naar het oordeel
van het kabinet van groot belang.
Ten tweede hebben zelftesten ook een preventieve werking. Door het regelmatig zelftesten,
zeker voorafgaand aan bezoek aan anderen, is het mogelijk om het risico van asymptomatische
transmissie te reduceren. Op dit moment wordt met online campagnes het belang van
zelftesten onderstreept. En wordt met een media campagne preventief testen tijdens
de feestdagen onderstreept. Op deze wijze brengt het kabinet dit advies nadrukkelijk
onder de aandacht.
GGD testcapaciteit
Omdat we alles op alles moeten zetten om iedereen zo snel mogelijk van een booster
te kunnen voorzien, wordt ook het personeel uit de teststraten en van de testlocaties
ingezet voor het zetten van boosterprikken. Tegelijkertijd voorspelt het OMT een toename
in het aantal besmettingen waardoor de testvraag in de nabije toekomst kan toenemen.
Daarom is GGD GHOR in overleg met de Stichting Open Nederland (SON) en VWS om commerciële
testaanbieders te contracteren om de testbehoefte aan te vullen. In eerste instantie
zal dat zijn op personeel vlak, ze beschikken immers over getraind personeel. In tweede
instantie kan dat ook gaan om locaties met personeel. In beginsel zullen deze mensen
opereren onder de GGD-vlag. Op deze wijze kunnen we zo snel mogelijk toegroeien naar
een capaciteit van 200.000 testen per dag, om zo voorbereid te zijn op een mogelijk
sterk toenemende testvraag in de komende weken.
Quarantaine
Het kabinet volgt het OMT in het advies om het beleid voor quarantaine niet meer afhankelijk
te maken van vaccinatie- of herstelstatus. Dit houdt concreet in dat voor alle zogenoemde
categorie 2 contacten – de nauwe contacten die geen huisgenoten zijn – geldt dat ze
in quarantaine moeten. Nu is dat alleen zo voor mensen, die niet door vaccinatie en/of
doorgemaakte infectie beschermd zijn. Zoals altijd is het noodzakelijk dat het LCI
deze aanpassing in beleid uitwerkt en kijkt of uitzonderingen voor bepaalde doelgroepen
nodig zijn, voordat invoering plaats kan vinden. Daarna vindt praktische invoering
plaats door aanpassing van standaard informatiebrieven en belscripts van de GGD-en.
Ook worden de circa 8000 BCO-medewerkers geïnstrueerd. Invoering duurt standaard 5
werkdagen, waarbij alle partijen zich inspannen deze zo spoedig mogelijk plaats te
laten vinden.
Aansluitend op GGD-contact ontwikkelt VWS een zelf-BCO module. Deze kan zeer binnenkort
door GGD-regio’s in gebruik worden genomen. Daarnaast is VWS bezig met de ontwikkeling
van een zelftest meldportaal. De verwachting is dat GGD-regio’s dit portaal binnenkort
kunnen gaan beproeven.
7. Reizen
Het OMT adviseert om van alle reizigers uit landen buiten de EU/Schengen, ongeacht
de vaccinatiestatus of doorgemaakte infectie, een testbewijs te vragen voor vertrek.
Het kabinet heeft besloten dit advies over te nemen om de verspreiding van omikron
te remmen. Per 22 december dienen alle reizigers uit landen buiten de EU/Schengen
over een testbewijs te beschikken voor vertrek naar Nederland. Dit mag een testbewijs
op basis van een NAAT/PCR-test van maximaal 48 uur oud voor vertrek of een antigeentest
van maximaal 24 uur oud voor vertrek zijn.
Op dit moment is voor reizigers uit zeerhoogrisicogebieden een quarantaineplicht van
kracht bij aankomst in Nederland. Gevaccineerde reizigers en reizigers die beschikken
over een DCC-herstelbewijs zijn op dit moment uitgezonderd van deze quarantaineplicht,
tenzij zij vanuit een land met een zorgwekkende virusvariant zijn gereisd. Het OMT
geeft aan dat vaccinatie en doorgemaakte infectie vooralsnog weinig bescherming lijken
te bieden tegen de omikronvariant. Om die reden wordt geadviseerd het quarantainebeleid
onafhankelijk van de immuunstatus te maken. Naar aanleiding van dit advies is besloten
de uitzondering op de quarantaineplicht voor gevaccineerde en herstelde reizigers
uit zeer hoogrisicogebieden te laten vervallen. Per 22 december dienen ook gevaccineerde
en herstelde reizigers 10 dagen in quarantaine te gaan wanneer zij uit een zeer hoogrisicogebied
komen. Deze quarantaineperiode kan worden verkort met een negatieve test bij de GGD
op dag 5 van de quarantaine.
De overige bestaande uitzonderingen op de test- en quarantaineplicht blijven in stand.
Het gaat dan bijvoorbeeld om de uitzonderingen voor kinderen jonger dan 12 jaar en
voor transportpersoneel.
Catshuisstukken
In mijn brief van 8 december 2020 heeft het kabinet aangegeven de presentaties die
voorliggen in de informele overleggen over de coronacrisis in het Catshuis openbaar
te maken.8 De stukken worden op de website9 van rijksoverheid gedeeld voor zover daar geen zwaarwegende belangen10 in de weg staan. Heden heeft er voorafgaand aan de MCC-19 geen overleg op het Catshuis
plaatsgevonden. Wel zijn vanaf nu hier de stukken die besproken zijn bij voorbereidende
overleggen op 18 december 2021 raadpleegbaar.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport