Brief regering : Verkenning marktordening destructiestelsel
35 925 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2022
Nr. 92
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
Op 17 december 2020 heb ik aangegeven dat ik een verkenning zal uitvoeren naar de
ordening van de markt voor het ophalen en verwerken van kadavers (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 69). Op 8 oktober jl. heb ik, in de voortgangsbrief over Rendac, aangegeven dat ik meer
tijd nodig had om de inbreng van verschillende belanghebbenden goed te kunnen afwegen
(Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 9). In deze brief wil ik uw Kamer meenemen in mijn overwegingen ten aanzien van een
mogelijke nieuwe marktordening en mijn voorstel voor een vervolgaanpak. De uiteindelijke
besluitvorming over de marktordening laat ik over aan mijn ambtsopvolger.
De markt voor het ophalen en verwerken van slachtbijproducten is volledig vrijgegeven
sinds 1 januari 2013. De markt voor het ophalen, vervoeren, verwerken en verwijderen
van kadavers1 kent daarentegen nog een gereguleerd monopolie. Rendac heeft het exclusieve recht
en de plicht om overal in Nederland kadavers tijdig op te halen, te transporteren
en te verwerken. In 2004/20052 en in 2014/20153 heeft uitgebreid marktonderzoek plaatsgevonden op het gebied van het ophalen en verwerken
van kadavers. Daaruit bleek dat op dat moment geen andere marktpartijen in Nederland
geïnteresseerd waren in de verwerking van kadavers. Uit recent marktonderzoek4 is gebleken dat, door de interesse van een potentiële toetreder in de markt van het
ophalen en verwerken van kadavers, er redenen zijn om de huidige ordening tegen het
licht te houden.
Op basis van bovenstaande marktonderzoeken en de ervaringen met het huidige stelsel
heb ik me de vraag gesteld of met het oog op het publiek belang van betrouwbare transport
en verwerking van kadavers in Nederland, voortzetting van de huidige werkwijze nodig
of wenselijk is. Mijn uitgangspunt is daarbij dat het ophalen en verwerken van kadavers
op een veilige en verantwoorde wijze moet gebeuren tegen betaalbare tarieven en overal
in Nederland toegankelijk moet zijn. Naast het borgen van een betrouwbaar transport-
en verwerkingsstelsel van kadavers, de veiligheid en betaalbaarheid, is ook de toekomstbestendigheid
van het stelsel van belang en daarom vind ik dat de ontwikkeling in de veehouderij
daarin meegewogen moeten worden. Ten slotte zijn aspecten als continuïteit in de samenwerking
met derden, maar ook verduurzaming en innovatie van belang.
In de voorbereiding van opties voor een mogelijke nieuwe, toekomstbestendige marktordening
heeft mijn ministerie gesproken met vertegenwoordigers van sectorpartijen en met de
verwerkende bedrijven Rendac en de potentiële toetreder. Tevens is met de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), als toezichthouder, en de Autoriteit Consument
en Markt (ACM) gesproken.
Opties inrichting markt
Zoals ook al door Rebel (2020) aangehaald, zijn er verschillende mogelijkheden om
de markt voor het ophalen en verwerken van kadavers in te richten. De eerste optie
is liberalisering van de markt. Liberalisering betekent dat het regulerend kader opgeheven
wordt en dat andere partijen ook kunnen toetreden tot de markt van het ophalen en
verwerken van kadavers. In die situatie hebben Rendac en mogelijke andere partijen
de vrijheid om zelf hun tarieven te bepalen.
Een tweede optie is een aanbesteding of wettelijke aanwijzing van een partij in een
werkgebied. Bij deze optie worden transport en verwerking van kadavers aanbesteed,
om dit vervolgens aan één partij te gunnen. Of wordt een partij daarvoor aangewezen.
Dit kan een aanbesteding of aanwijzing zijn voor heel Nederland (één werkgebied),
of meerdere aanbestedingen of aanwijzingen voor een aantal werkgebieden in Nederland.
Zoals eerder al door Rebel (2020) geconcludeerd werd, hebben de sectorpartijen in
de gevoerde gesprekken aangegeven het niet wenselijk te vinden om de markt van het
ophalen en verwerken van kadavers te liberaliseren. Daartegenover staat wel de wens
om ruimte te maken voor een nieuwe marktpartij. Sectorpartijen geven aan dat zij in
een vrije markt met meerdere partijen concurrentie op prijs verwachten. Dat geeft
hen onvoldoende vertrouwen in de zorgvuldigheid van het ophalen en verwerken van kadavers.
Ik begrijp wat de sector aangeeft, maar merk daarbij wel op dat Europese en nationale
regelgeving, met het oog op de bescherming van de dier- en volksgezondheid, eisen
stellen aan het ophalen en verwerken van kadavers. De overheid ziet toe op de naleving
van die eisen. Dat neemt niet weg dat ik vind dat liberalisering niet mag leiden tot
een lager beschermingsniveau van veiligheid (dier- en volksgezondheid) en een verantwoorde
uitvoering van het ophalen en verwerken van kadavers moet goed geborgd zijn. Deze
borging wordt onzeker in een situatie waarbij er voor veehouders een keuze is welke
aanbieder een kadaver komt ophalen en er vervolgens meerdere transporteurs door hetzelfde
gebied of straat rijden. Dit leidt mogelijk tot vertragingen in het ophalen. Als er
kadavers verwerkt moeten worden in het kader van preventie en bestrijding van dierziektes,
is het publieke belang ten aanzien van dier- en volksgezondheid nog groter. Bij dierziektebestrijding
moeten kadavers zo snel mogelijk veilig verwerkt worden. Dit betekent dat bij opening
van de markt voor meerdere marktpartijen enige vorm van sturing door de overheid wenselijk,
zo niet noodzakelijk blijft.
Mijn tweede conclusie naar aanleiding van alle gesprekken is dat voortzetting van
de bestaande situatie met een monopolist ook niet optimaal is. Een stelsel met meerdere
partijen verkleint de afhankelijkheid van één partij en kan de continuïteit van het
verwerkingsproces borgen. Gezonde concurrentie kan tevens positief uitwerken op de
prijzen en zorgen voor een prikkel tot innovatie en verduurzaming. Tegelijkertijd
is wel van belang dat het voor een veehouder van te voren duidelijk is wie kadavers
ophaalt en verwerkt. Dit is vooral van belang in het geval van dierziektebestrijding
of een andere calamiteit op een veehouderij, waarbij grote hoeveelheden dierlijke
bijproducten snel en veilig moeten worden verwerkt.
Er is een aantal opties denkbaar waarbij er ruimte is voor meerdere partijen en waarbij
het stelsel van ophalen en verwerken van kadavers gecontroleerd is ingericht met het
oog op de publieke belangen. Ten eerste is het mogelijk om Nederland in te delen in
werkgebieden en per gebied transport en verwerking als één pakket aan te besteden
of één ondernemer per pakket aan te wijzen. Bij deze optie is het voor een veehouder
in een bepaald werkgebied duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het ophalen en
verwerken van de kadavers en tegen welke tarieven. Bij deze optie zal er nader onderzocht
moeten worden of het ook mogelijk is om in een markt met meerdere partijen, één ondernemer
per werkgebied aan te wijzen. Ten tweede is het denkbaar om transport en verwerking
te scheiden, waarbij transport aanbesteed of gereguleerd wordt om één partij per werkgebied
over te houden die het transport regelt. De markt voor de verwerking van kadavers
kan dan voor heel Nederland worden vrijgeven, of anderszins worden ingevuld zodat
ruimte ontstaat voor nieuwe toetreders. Bij deze optie is er ruimte voor meerdere
verwerkers maar wordt de controle op het stelsel ingericht via afspraken over het
ophalen van de kadavers.
Tot slot
Een eventueel besluit tot herinrichting van de markt vraagt om nadere uitwerking van
bovenstaande opties. Zeker de optie waarbij transport en verwerking worden gescheiden,
zal nog op uitvoerbaarheid getoetst moeten worden. Ik zal het hiervoor benodigde vervolgonderzoek
in gang zetten en de keuze om de markt mogelijk anders te ordenen aan mijn ambtsopvolger
laten. De implementatie van een nieuwe marktordening zal waarschijnlijk een aanpassing
van de wet- en regelgeving vergen, een proces dat enkele jaren in beslag neemt. Gedurende
de komende vijf jaar blijft Rendac belast met de wettelijke taak tot het ophalen en
verwerken van kadavers. Ik verwijs hiervoor naar mijn brief van 23 november jl. over
de nieuwe overeenkomst met Rendac Son B.V. voor de periode 2022–2026. Om op langere
termijn de continuïteit van het ophalen en verwerken van kadavers te waarborgen, zal
uiterlijk 1 januari 2024 een besluit moeten worden genomen over hoe een nieuwe marktordening
eruit zal gaan zien.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit