Brief regering : Recente ontwikkelingen aardbevingen Groningen
33 529 Gaswinning
Nr. 943 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
In mijn recente kamerbrief van 19 november jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 913) heb ik u aangekondigd dat NAM drie uitgebreide analyses maakt over de recente aardbevingen
in het Groningenveld. In deze brief informeer ik u over deze rapportages en het advies
van Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) dat ik recent hierover heb ontvangen.
De impact van de aardbevingen is groot en ik begrijp goed dat de aardbevingen veel
vragen oproepen over de gaswinning en de gevolgen voor de versterkingsoperatie. De
gaswinning uit het Groningenveld wordt zo snel mogelijk beëindigd, maar door drukverschillen
in het gasveld, veroorzaakt door de gaswinning in het verleden, zullen nog jaren aardbevingen
blijven voorkomen. Zo ook in het centrum van het gasveld, waar de gaswinning al enkele
jaren is gestopt. Onderzoek naar ontwikkelingen in de seismiciteit en de modellen
die de aardbevingen beschrijven blijven mijn aandacht houden. Op al deze aspecten
gaan de analyses van NAM en het advies van SodM nader in. De rapportages van NAM en
het advies van SodM zijn bijgevoegd aan deze brief1.
Rapportages NAM
NAM op grond van de Mijnbouwregeling verplicht om de seismiciteit van het Groningenveld
halfjaarlijks te rapporteren (Stcrt. 2020, nr. 53207 en Kamerstuk 34 957, nr. 55). De recente rapportage betreft de halfjaarlijkse rapportage van november 2021, waar
de aardbevingen tot 1 november 2021 zijn meegenomen.
Er zijn in oktober en november een aantal aardbevingen voorgekomen in het centrum
van het Groningen gasveld waardoor de aardbevingsdichtheid2, een maat voor de lokale seismiciteit, het niveau van «hoge lokale activiteit» bereikte
op 8 november jl. nabij Zeerijp. NAM heeft conform de Mijnbouwregeling een speciale
rapportage gemaakt3 en deze aangevuld met een addendum4 na een vraag van SodM.
Op 16 november jl. vond een aardbeving plaats nabij Garrelsweer met een magnitude
van 3,2 op de schaal van Richter. De magnitude van deze aardbeving was de aanleiding
voor een derde rapportage, die NAM op 29 november heeft opgeleverd5.
Analyse seismiciteit
NAM concludeert in het halfjaarlijkse rapport dat in de afgelopen twaalf maanden (tot
1 november jl.) het aantal aardbevingen met magnitude 1,5 op de schaal van Richter
of groter afgenomen is naar 12 ten opzichte van de 14 aardbevingen in de voorgaande
12 maanden. NAM geeft daarnaast aan dat het aantal aardbevingen een dalende trend
laat zien. Een statistische analyse hiervan wijst op een gelijkblijvend of licht dalend
niveau van seismiciteit. De aardbevingsdichtheid is echter hoger geworden in vergelijking
met de vorige halfjaarlijkse rapportage.
De speciale rapportage over de hoge aardbevingsdichtheid omvat de aardbevingen nabij
Zeerijp in oktober jl. De gemeten grondbewegingen van deze aardbevingen komen goed
overeen met de verwachtingen op basis van het huidige grondbewegingsmodel gebruikt
voor de meest recente risicoanalyse6. Daarnaast concludeert NAM dat het aantal aardbevingen hoger is dan verwacht, gebaseerd
op de meest recente risicoanalyse, maar nog wel binnen de onzekerheidsbandbreedte
valt.
In de speciale rapportage vanwege de Garrelsweer aardbeving wordt eveneens geconcludeerd
dat de gemeten grondbewegingen overeenkomen met de verwachtingen. De kans dat een
aardbeving met magnitude 3,2 of hoger plaats zou vinden in 2021 was bijna 19%. De
magnitude van deze aardbeving is hiermee niet onverwacht. Net als de aardbevingen
nabij Zeerijp zijn meerdere aardbevingen geobserveerd nabij Garrelsweer sinds de aardbeving
van 16 november jl. Volgens NAM kan dit duiden op meer naschokken of een seismisch
actief gebied dat, geografisch gezien, aan het afnemen is. Hierdoor kan lokaal de
aardbevingsdichtheid relatief hoog zijn, terwijl het aantal aardbevingen voor het
gehele Groningenveld relatief laag is. Dit is de huidige situatie, zoals ook zichtbaar
op het Groningen dashboard7.
Advies SodM
SodM is van mening dat de rapportages een volledig overzicht en goede analyses geven
van de waargenomen aardbevingen. Het lokaal hoge aantal aardbevingen wordt veroorzaakt
door de drukvereffening in het gasveld. Dit proces kan nog enkele tientallen jaren
duren. Naast de, reeds ingezette, vermindering van de gasproductie zijn er geen maatregelen
mogelijk om de aardbevingen te beperken of te voorkomen. SodM concludeert daarnaast
dat er geen sprake is van een statistisch significante afwijking van de meest recente
risicoanalyse. SodM constateert wel dat de seismiciteit zich de afgelopen jaren rond
de bovengrens van de verwachte bandbreedte bevindt. SodM adviseert daarom om onderzoek
te verrichten naar de validiteit van het huidige seismologisch model en de mogelijke
oorzaken voor de waargenomen aantal aardbevingen aan de bovengrens van de bandbreedte.
Eén van de uitkomsten van de risicoanalyse, de seismische dreiging, wordt als uitgangpunt
gebruikt voor de typologieaanpak. SodM benadrukt dat, met oog op de snelheid van de
versterkingsoperatie, de nu beschikbare en gevalideerde typologieaanpak toegepast
kan en moet blijven worden, vanwege de veiligheidsmarge die wordt gehanteerd.
Ik zal aan SodM vragen of zij, desgewenst, de regio en de maatschappelijke organisaties
een nadere toelichting kan geven op dit punt.
SodM constateert tot slot dat definities van de trend- en incident parameters niet
duidelijk genoeg zijn. Ik zal dit met de betrokken partijen bespreken.
Conclusie
Ik concludeer dat het risico, zoals door mij vastgesteld (Kamerstuk 33 529, nr.902) voor het gasjaar 2021–2022 geen bijstelling behoeft. De geobserveerde aardbevingen
passen binnen de meest recente risicoanalyse. Daarnaast geeft SodM aan dat er, gelet
op de versnelde afbouw van de gaswinning zoals die nu wordt gerealiseerd, geen andere
maatregelen mogelijk zijn om de aardbevingen te beperken of te voorkomen.
SodM geeft aan dat het aantal aardbevingen aan de bovenkant zit van de voorspellingen
en adviseert om hier onderzoek naar te laten verrichten. Dit onderzoek past binnen
de lopende activiteiten van TNO in het kader van de modelontwikkeling van de publieke
seismische dreiging en risicoanalyse. Ik neem dit advies over en zal het onderzoek
in samenhang met de lopende activiteiten opnemen in de opdracht voor modelontwikkeling.
Ik zal de Kamer op een later moment informeren over de planning en vorm van dit onderzoek.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat