Brief regering : Tussenrapportage van de tijdelijke onderzoekscommissie Georganiseerd Sadistisch Misbruik van Minderjarigen

Nr. 240
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2021

Hierbij bied ik u overeenkomstig mijn toezegging in het CD Zeden van 16 september
jl. (Kamerstukken 31 015 en 34 843, nr. 229) de tussenrapportage van de Tijdelijke Onderzoekscommissie Georganiseerd Sadistisch
Misbruik van Minderjarigen aan1. Naar aanleiding van de besprokene tijdens het TD Zeden van 3 november jl. (Handelingen
II 2021/22, nr. 17, item 16) en de wens die is geuit door de leden van uw Kamer Van Nispen (SP) en Westerveld
(GL) om ervoor te zorgen dat de commissie in haar onderzoek zo volledig mogelijk is
en ook de belangengroeperingen kan betrekken, heb ik met de onderzoekscommissie nadere
werkafspraken gemaakt.

– De commissie neemt de bevindingen van het onderzoek van prof. dr. Johanna Schröder
naar ritueel kindermisbruik in Duitsland mee in haar onderzoek.

– De belangengroeperingen, waaronder het Kenniscentrum Transgenerationeel Georganiseerd
Geweld en de werkgroep Spotlight, krijgen voorafgaand aan de aanbieding van het rapport,
integraal inzage in het rapport.

– De reactie van de belangengroeperingen worden vervolgens integraal in het rapport
opgenomen.

– De leden van de commissie zelf voeren de gesprekken met de belangengroeperingen en
de slachtoffers.

– De verslagen van de gesprekken met belangengroeperingen en de slachtoffers worden
geen onderdeel van het archief van de commissie, welke na afronding van de werkzaamheden
aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt overgedragen.

– Voor inzage in het archief wordt een apart autorisatieregime/toegangsprotocol opgesteld.

– De Minister van Justitie en Veiligheid zal het volledige rapport, inclusief de reacties
van de belangengroeperingen, terstond na ontvangst aan de Tweede Kamer zenden, zonder
een begeleidende beleidsreactie.

– De commissie zal haar werkzaamheden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 1 juli 2022
afronden.

Met deze nadere afspraken, waarmee ik uitdrukking geef aan het gevoelen van uw Kamer,
zijn de werkzaamheden van de commissie zorgvuldig geborgd.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus