Brief regering : Nalevingsverslag GRECO vierde evaluatieronde
35 925 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022
Nr. 102
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2021
In de plenaire vergadering van de Groep van Staten tegen Corruptie van de Raad van
Europa (GRECO) van 20 tot en met 22 september 2021 is gesproken over de implementatie
van de aanbevelingen van de GRECO aan Nederland ter preventie van corruptie en het
bevorderen van integer gedrag bij de Staten-Generaal, de rechtspraak en het Openbaar
Ministerie. Deze aanbevelingen volgen uit de vierde evaluatieronde door GRECO. Recentelijk
bent u geïnformeerd over aanbevelingen uit de vijfde evaluatieronde van GRECO, aangaande
voorstellen voor integriteitsbeleid van gewezen bewindspersonen1. Deze twee evaluatierondes en de aanbevelingen staan los van elkaar.
Hierbij treft u de originele versie en de vertaling van het vastgestelde nalevingsverslag
aan2. Het betreft het tweede addendum op het tweede nalevingsverslag. Door middel van
deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, over de
huidige stand van zaken ten aanzien van de aanbevelingen.
Implementatie aanbevelingen
GRECO heeft in het evaluatierapport uit 20133 in totaal zeven aanbevelingen gedaan aan Nederland: vier aanbevelingen aan de Staten-Generaal,
twee aanbevelingen aan de rechtspraak en één aanbeveling aan het Openbaar Ministerie.
In de plenaire vergadering van december 2019 concludeerde GRECO dat Nederland in de
periode vanaf juli 2013 drie van zeven aanbevelingen naar tevredenheid had geïmplementeerd,
drie aanbevelingen gedeeltelijk naar tevredenheid had geïmplementeerd en één aanbeveling
nog niet had uitgevoerd (eerste nalevingsverslag, tussentijds nalevingsverslag, tweede
nalevingsverslag en tussentijds nalevingsverslag4). Tijdens deze vergadering verzocht GRECO Nederland om uiterlijk 31 december 2020
een rapportage te leveren over de implementatie van de nog openstaande aanbevelingen.
Vanwege de corona pandemie is deze deadline door GRECO verschoven naar 31 mei 2021.
Nederland heeft daaraan voldaan.
Hieronder geven wij kort de stand van zaken aan met betrekking tot de uitvoering van
de aanbevelingen en de observaties van GRECO.
In het nalevingsverslag concludeert GRECO dat Nederland van de zeven aanbevelingen
uit de vierde evaluatieronde, vijf aanbevelingen naar tevredenheid heeft geïmplementeerd,
één aanbeveling gedeeltelijk heeft geïmplementeerd en één aanbeveling nog niet heeft
geïmplementeerd.
Aanbevelingen betreffende de Staten-Generaal
i. Opstellen van een gedragscode voor beide Kamers: geheel geïmplementeerd;
ii. Herziening van openbaarmakingvereisten ten aanzien van belangen, bezittingen, nevenfuncties,
verplichten): geheel geïmplementeerd;
iii. Toezicht/handhaving bij overtreding van integriteitregels: geheel geïmplementeerd;
iv. Installeren van een vertrouwenspersoon en aanbieden van periodieke training integriteitbewustzijn:
gedeeltelijk geïmplementeerd door de Eerste Kamer, geheel geïmplementeerd door de
Tweede Kamer.
Aanbevelingen betreffende rechters
v. Wettelijk verbod op het tegelijkertijd zijn van rechter en Kamerlid: niet geïmplementeerd;
vi. Opstellen van richtlijnen met betrekking tot integer handelen voor rechterplaatsvervangers:
geheel geïmplementeerd.
Aanbeveling betreffende het Openbaar Ministerie
vii. Evaluatie van integriteitsbeleid en de effecten op het integriteitsbewustzijn: geheel
geïmplementeerd.
Het tweede addendum bij het tweede nalevingsverslag benoemt de voortgang op de openstaande
aanbevelingen (i, iii, iv, vi) en oordeelt als volgt over de naleving:
Ten aanzien van aanbeveling i heeft GRECO kennis genomen van de gedragscode voor leden van de Tweede Kamer. GRECO
is tevreden over de solide set van integriteitsregels. Gezien de eerdere implementatie
van de gedragscode voor leden van de Eerste Kamer, oordeelt GRECO dat deze aanbeveling
nu volledig is geïmplementeerd.
Ten aanzien van aanbeveling iii verwelkomt GRECO het systeem van toezicht en handhaving op naleving van de gedragscode
door leden van de Tweede Kamer. GRECO oordeelt dat deze aanbeveling naar tevredenheid
is geïmplementeerd.
Ten aanzien van aanbeveling iv stelt GRECO dat beide Kamers inmiddels een onafhankelijk adviseur integriteit hebben
aangesteld. GRECO concludeert dat de leden van de Tweede Kamer periodiek de mogelijkheid
wordt geboden trainingen te volgen. GRECO neemt kennis van de periodieke integriteitstrainingen
die de Eerste Kamer organiseert voor alle leden van het parlement na de verkiezingen.
Tevens organiseert de Eerste Kamer eens per half jaar een training voor de fractievoorzitters,
waarvan de inhoud en conclusies worden gedeeld met alle leden van het parlement. GRECO
oordeelt echter dat hiermee niet wordt voldaan aan de volledige aanbeveling waarbij
de training periodiek voor alle leden beschikbaar is en blijft bij het eerdere oordeel
dat aanbeveling iv deels is geïmplementeerd.
De aanbeveling voor een wettelijk verbod op het tegelijkertijd zijn van rechter en
Kamerlid (aanbeveling v) is nog niet geïmplementeerd. Op het moment van vaststellen van het verslag (te weten,
september 2021) was een wet in voorbereiding waarin dit verbod wordt meegenomen. Het
wetsvoorstel ging op dat moment naar verwachting spoedig in consultatie. De GRECO
neemt kennis van de voortgang en roept op tot versnelling van dit proces. Uw Kamer
is recent geïnformeerd over de publieke consultatie van het wetsvoorstel.
Conclusies
De GRECO concludeert dat vijf van de zeven aanbevelingen zijn geïmplementeerd, één
aanbeveling deels is geïmplementeerd en één aanbeveling nog niet is geïmplementeerd.
Dit betekent dat Nederland de nalevingsprocedure in de vierde evaluatieronde GRECO
succesvol heeft afgesloten. GRECO vraagt Nederland op de hoogte te worden gehouden
van ontwikkelingen aangaande de nog openstaande aanbevelingen, hetgeen Nederland heeft
toegezegd tijdens de plenaire vergadering van afgelopen september 2021.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming