Brief regering : Voortgang Omgevingsveiligheid
28 089 Gezondheid en milieu
Nr. 211 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2021
Op 3 december 2020 zond ik u het programmaplan «Liever een goede buur». Met deze brief
informeer ik u over de voortgang van programma «Liever een goede buur»1, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid voor het onderdeel Actieplan
Aanpak Milieucriminaliteit. Daarnaast kom ik terug op meerdere toezeggingen, gedaan
tijdens het commissiedebat Toezicht en Handhaving van 7 september 2021 (Kamerstuk
22 343, nr. 301). Het gaat hier om toezeggingen naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer
over de aanpak van milieucriminaliteit en -overtredingen en mede namens de Minister
van Infrastructuur om toezeggingen inzake de commissie voor de milieueffectrapportage
(m.e.r.) en groene boa’s. Separaat van deze brief stuur ik u de Kamerbrief versterking
VTH-stelsel over de opvolging van de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen.
Programma Liever een goede buur
Het programma «Liever een goede buur» is opgesteld om de uitvoering van het stelsel
van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) te verbeteren en de grijze milieucriminaliteit
aan te pakken. Binnen dit programma hebben de Ministeries van IenW en JenV, samen
met haar partners2, het afgelopen jaar diverse acties in gang gezet voor een versterking van het VTH-stelsel
en een krachtiger aanpak van milieucriminaliteit. De ingezette acties dragen bij aan
de versterking van het VTH-stelsel en daarmee aan de opvolging van de aanbevelingen
van de commissie Van Aartsen. Inmiddels boeken we op alle projecten voortgang en zijn
twee projecten in de afrondende fase: «Nieuwe taken beleggen» en «Markttoegang en
integriteit». In bijlage 1 vindt u een korte voortgangsrapportage van alle projecten3. De benodigde verbetering van de strafrechtketen vraagt om fundamentele keuzes, waar
politieke besluitvorming voor nodig is. Voor een slagvaardige strafrechtketen is meer
capaciteit nodig en een goede taakverdeling tussen de opsporingsdiensten om een versnipperde
inzet te voorkomen. Ter voorbereiding van de politieke besluitvorming wordt in januari
2022 een «pressure cooker sessie» georganiseerd met leden van de Strategische Milieukamer,
de Ministeries van JenV, LNV en IenW en de nationale politie om de strafrechtketen
slagvaardiger te maken door het bieden van een oplossing voor een effectievere taakverdeling.
Het is aan een missionair kabinet om hier een standpunt over in te nemen.
Toezeggingen naar aanleiding van het Algemene Rekenkamerrapport over de aanpak van
milieucriminaliteit en -overtredingen
Naar aanleiding van het debat4 over het rapport van de Algemene Rekenkamer over de aanpak van milieucriminaliteit
en-overtredingen5 heb ik u, en specifiek het lid Beckerman, toegezegd terug te komen op twee onderwerpen.
Het gaat hier om een terugkoppeling van het bestuurlijk overleg dat ik heb gevoerd
over de aanbeveling om inspectieresultaten openbaar te maken en mijn acties met betrekking
tot de aanbeveling om een aanpak te ontwikkelen voor bedrijven die veelvuldig overtredingen
begaan. Om verwarring te voorkomen is het goed om aan te geven dat het onderzoek en
de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer zich vooral hebben gericht op de inspecties
bij Brzo-bedrijven in het kader van de omgevingsvergunning (Wabo-inspecties) en niet
op inspecties bij Brzo-bedrijven in het kader van het Besluit risico’s zware ongevallen
(Brzo-inspecties)6. Brzo-inspecties kennen een eigen monitoring en rapportagecyclus.
Openbaarmaking resultaten Wabo-inspecties
Op 11 oktober jl. is het rapport van de Algemene Rekenkamer en de opvolging daarvan
besproken in het Bestuurlijk Omgevingsberaad.7 In het overleg is de noodzaak om aan de slag te gaan met de aanbevelingen wederom
bevestigd. Alle partijen zijn gecommitteerd om mee te werken aan het uitvoeren van
de benodigde acties die volgen uit het onderzoek. De Wabo-inspecties bij Brzo-bedrijven
voeren omgevingsdiensten uit in opdracht van het bevoegd gezag. Het zijn dus gegevens
van het bevoegd gezag. Specifiek is voor de aanbeveling om resultaten van Wabo-inspecties
openbaar te maken afgesproken dat het bevoegd gezag (in dit geval de provincies) in
2022 een nadere verkenning uitvoert naar de (on)mogelijkheden om de aanbeveling van
de Algemene Rekenkamer om inspectieresultaten openbaar te maken op een werkbare en
uniforme manier uit te voeren. De ILT zal ook in deze verkenning participeren. Daarvoor
moet ook in beeld worden gebracht welke processen, capaciteit en producten noodzakelijk
zijn voor het publiceren van de betreffende informatie. Op basis van deze informatie
kan het bevoegd gezag besluiten over openbaarmaking van de inspectieresultaten.
Openbaarmaking inspectieresultaten ILT
De ILT deelt onderzoeksrapporten, bijvoorbeeld naar aanleiding van incidenten, en
signaalrapportages nu al actief met politiek en maatschappij. Dan gaat het doorgaans
om bevindingen die niet herleidbaar zijn naar individuele bedrijven. Bevindingen uit
inspecties bij individuele bedrijven worden op dit moment niet actief gepubliceerd.
Mede ter voorbereiding op de beoogde inwerkingtreding van de Wet open overheid verkent
de ILT momenteel de implicaties van openbaarmaking hiervan. De resultaten verwacht
ILT in voorjaar 2022. Uitgangspunt hierbij is de ambitie van de ILT om – zoveel als
wettelijk mogelijk – transparant te zijn over haar inspectieresultaten.
Aanpak bedrijven die veelvuldig de regelgeving overtreden
Sinds 2018 wordt in BRZO+ verband door toezichthouders gewerkt aan een aanpak voor
zogeheten zorgbedrijven8 die extra aandacht en zorg van de toezichthouders nodig hebben. Doel van de aanpak
is om bedrijven die om verschillende redenen achterblijven in de naleving van het
Brzo sneller in beeld te hebben en effectiever aan te pakken. BRZO+ heeft een methode
voor identificatie en aanpak van deze zorgbedrijven, in de vorm van een toolbox met
handhavingsinstrumenten opgeleverd. Deze wordt nu geïmplementeerd door de samenwerkende
toezichthouders. De eerste resultaten van de toolbox worden verwacht in 2022. Daarnaast
heb ik de Vrije Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden opdracht gegeven
om nader onderzoek te doen naar voorspellende bedrijfskenmerken voor regel-overtredend
gedrag op het gebied van bedrijfsveiligheid, om zo de aanpak aan te scherpen. De eerste
tussenresultaten laten zien dat de geregistreerde bedrijfskenmerken van achterblijvers/zorgbedrijven
(de notoire regelovertreders) nauwelijks significant verschillen van de andere bedrijven.
Bij de tussenrapportage is gekeken naar de beschikbare informatie van Brzo-inspecties
en aanvullende bronnen over de periode 2007–2017. In de eindrapportage zal onderzocht
worden hoe de periode 2017 t/m 2020 kan worden betrokken. Door het uitbreiden van
de dataperiode komen mogelijk andere inzichten naar voren. De onderzoekers leveren
de eindrapportage op in het voorjaar van 2022. Deze eindrapportage zal ik delen met
uw Kamer.
Toezegging Commissie m.e.r.
In het debat heeft de Minister van IenW uw Kamer toegezegd dat zij uw Kamer dit jaar
informeert over de rol en mogelijke extra taken van de Commissie m.e.r. in het kader
van het hele VTH-stelsel. De Commissie m.e.r. geeft onafhankelijk advies over de inhoud
van milieueffectrapporten. Zij geeft het bevoegd gezag advies als het milieueffectrapport
geschreven is en op andere momenten kan zij adviseren, bijvoorbeeld wanneer het bevoegd
gezag om tussentijds advies vraagt of voor de start van de mer-procedure over de reikwijdte
en detailniveau.
In het kader van haar stelselverantwoordelijkheid informeren de onderzoekers namens
de Minister bij de provincies en de ILT hoe de gemeenten en provincies de uitvoering
van de mer opvolgen. De Minister informeert uw Kamer voor de zomer van 2022 over de
uitkomsten hiervan. Mocht blijken dat de provincies of de ILT onvoldoende zicht hierop
hebben, dan zal de Minister hen aanspreken op hun systeemrol in het interbestuurlijk
toezicht. Het blijft aan de provincies en de ILT om de escalatieladder van het interbestuurlijk
toezicht in te zetten.
Toezeggingen naar aanleiding van de groene BOA
Daarnaast heeft de Minister in het debat toegezegd dat zij uw vraag over de afspraken
rond de groene boa’s bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid zou neerleggen.
Het Ministerie van JenV werkt aan een visie op de boa’s. De stand van zaken is recentelijk
met uw Kamer gedeeld in de Verzamelbrief boa’s9.
Tot slot
Zoals aangegeven, ontvangt u gelijktijdig met deze brief de Kamerbrief versterking
VTH-stelsel. De komende tijd beraad ik mij op de structuur voor de opvolging van de
aanbevelingen van de commissie Van Aartsen en de samenloop daarvan met het programma
«Liever een goede buur». Hierbij onderzoek ik of beide sporen kunnen opgaan in één
interbestuurlijk programma met alle bestuurlijke partners, om zo de acties binnen
het huidige stelsel samen te voegen met het werken aan veranderingen van het stelsel.
Met als doel een goed functionerend VTH-stelsel en een krachtige aanpak van milieucriminaliteit
gericht op het waarborgen van een gezonde leefomgeving.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat