Brief regering : Afronding hersteloperatie kindgebonden budget
35 010 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren
Nr. 26
BRIEF VAN DE STRAATSECRETARISSEN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2021
Sinds medio 2019 vindt de hersteloperatie kindgebonden budget plaats. Deze hersteloperatie
vindt plaats als gevolg van een omissie in de uitvoering waardoor ouders onterecht
geen kindgebonden budget hebben ontvangen. Uw Kamer is een aantal keer over de aanpak
en voortgang van deze hersteloperatie geïnformeerd.1 Met deze brief informeren wij u zoals toegezegd over de afronding van de hersteloperatie.
De omissie
De omissie betreft de toekenning van het kindgebonden budget aan ouders die op grond
van artikel 5, tweede lid, van de Wet op het kindgebonden budget moeten worden geacht
een automatische aanvraag te hebben gedaan. Deze aanvraag is destijds niet in behandeling
genomen omdat bij de interpretatie van de wet en het daaropvolgend ontwerp van het
systeem hiermee ten onrechte geen rekening is gehouden.
De hersteloperatie
De omissie is hersteld. De systemen zijn aangepast zodat nieuwe automatische aanvragen
op de juiste wijze worden verwerkt. Vanaf 2019 zijn aan ouders die daar recht op hebben
nabetalingen gedaan. In totaal is tot op heden circa € 499 mln. uitbetaald; in 2019
€ 160 mln., in 2020 € 294 mln. en in 2021 € 45 mln. De realisatie is daarmee hoger
dan vorig jaar verwacht2. Vorig jaar was het de verwachting dat de totale omvang van de herstelactie iets
lager zou uitkomen dan initieel geraamd. In de afronding van de herstelactie en naar
aanleiding van vragen van burgers bleken echter nog enkele groepen recht te hebben
op een nabetaling. Ook deze groepen zijn in 2021 hersteld. Afrondend is er nog een
bedrag van € 4 mln. gereserveerd voor de laatste nog uit te voeren betalingen. Hiermee
komt de financiële omvang van de herstelactie nagenoeg uit op het initieel geraamde
bedrag (zie tabel 1).
Tabel 1: Overzicht uitgaven herstelactie (in € mln.)
Initiële raming
498
Herstel 2019
160
Bijstelling 2020
– 20
Herstel 2020
294
Bijstelling 2021
25
Herstel 2021
45
Nog te herstellen
4
Totaal
503
Totaal
503
Betalingen in 2021
De betalingen in 2021 zijn onder andere gedaan aan ouders die om verschillende redenen
niet eerder beschikt en nabetaald konden worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om:
• ouders waarvan het definitieve inkomen over het te herstellen toeslagjaar ontbrak.
Zonder definitief inkomen was er geen grondslag om toe te kennen. In 2021 zijn voor
een deel van deze ouders de definitieve inkomens beschikbaar gekomen en zijn betalingen
gedaan.
• ouders waarvan als gevolg van bijvoorbeeld een vermoeden van een foutief adres niet
beschikt kon worden.
• ouders «vertrokken onbekend waarheen».
• ouders waarvoor Toeslagen en de SVB opnieuw gegevens moesten uitwisselen ten behoeve
van de vaststelling.
• een extra groep ouders met oude rechten van voor 2013 die zijn «doorgerold».3 Deze groep ouders is «ontdekt» nadat ouders zelf, terecht, om nabetaling vroegen.
Over betalingen aan de groep ouders waarbij sprake is van een buitenland-component
heeft uw Kamer een gewijzigde motie van de Kamerleden Omtzigt en Bruins aangenomen.4 Eerder hebben wij uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van deze motie. Ruim 90
procent van de ouders die dit betreft, heeft inmiddels een betaling ontvangen. Toeslagen
levert met ondersteuning van de SVB inspanningen om ook de laatste 942 ouders van
deze groep te kunnen uitbetalen. Vorig jaar is aangegeven dat de uitkomst van deze
inspanningen onzeker is en afhankelijk van ouders en de buitenlandse zusterorganen
van de SVB. De ervaring leert dat dit zeer langdurige trajecten zijn. Daarbij is de
verwachting dat de inspanningen niet in alle situaties tot betalingen zullen leiden.
In 2021 hebben de extra inspanningen niet tot betalingen aan deze 942 ouders geleid.
Tot slot
De hersteloperatie is daarmee nagenoeg afgerond. Toeslagen en de SVB blijven zich
inspannen om alsnog informatie beschikbaar te krijgen om ook aan de resterende ouders
uit te kunnen betalen. Dit leidt naar verwachting tot nabetalingen van in totaal circa
€ 4 mln. Dit vindt plaats binnen de reguliere uitvoering van Toeslagen. Deze brief
is daarmee de afsluitende brief van de hersteloperatie kindgebonden budget.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A.D. Wiersma
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën