Brief regering : Voortgang aanpak (online) seksueel geweld en zeden
34 843 Seksuele intimidatie en geweld
31 015
Kindermishandeling
Nr. 52
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2021
Seksueel kindermisbruik, online en offline, is een groot kwaad in onze samenleving.
Het is een probleem van de hele maatschappij dat verder gaat dan landsgrenzen. Voor
de gehele aanpak van (online) seksueel geweld zet ik mij met veel verschillende publieke
en private partijen in. De afgelopen jaren zijn belangrijke stappen gezet en concrete
resultaten geboekt, maar we zijn er nog niet. Ik ben uw Kamer zeer erkentelijk voor
de extra gelden, voortkomend uit de motie van het lid Hermans (Kamerstuk 35 925, nr. 13)1, die zijn vrijgekomen voor de versterking van de aanpak van seksuele misdrijven,
waaronder (online) kindermisbruik. In deze voortgangsbrief rapporteer ik, mede namens
de Minister voor Rechtsbescherming, over de ontwikkelingen die zich de afgelopen maanden
hebben voorgedaan op terrein van de aanpak van (online) seksueel geweld.
Online seksueel kindermisbruik: Cijfers OM en politie
De aanpak van online seksueel kindermisbruik blijft onverminderd urgent. Het Openbaar
Ministerie (OM) en de politie zetten stevig in op de aanpak hiervan. Er wordt steeds
gestreefd naar een zo groot mogelijk maatschappelijk effect. De focus bij de aanpak
van online seksueel kindermisbruik ligt daarom op het identificeren van slachtoffers,
misbruikers, vervaardigers en keyplayers binnen (online) netwerken en downloaders.
Het onderwerp is als één van de prioriteiten in de Veiligheidsagenda 2019–2022 (Kamerstukken
28 684 en 29 628, nr. 540) opgenomen. Ik zal uw Kamer in het voorjaar van 2022 informeren over de resultaten
over 2021, nadat het jaarbericht van het OM en het jaarverslag van de politie zijn
gepubliceerd.
Verhoormethode
In het CD Kindermishandeling en seksueel geweld van 16 september jl. (Kamerstukken
31 015 en 34 843, nr. 229) heb ik toegezegd bij de politie na te gaan hoe het verhoor in de jaren negentig
van de vorige eeuw plaatsvond en wat de huidige praktijk hiervan nog zou kunnen leren.
Voor 1994 was de opsporing van seksuele misdrijven slechts in enkele korpsen een specialisme.
Richtlijnen voor opsporing van zedenzaken waren er niet, uitsluitend richtlijnen voor
de bejegening van zedenslachtoffers. De opleiding was een niet-verplichte korte cursus.
Zedenrechercheurs waren minder goed opgeleid en werkten nauwelijks met inzet van tactische
opsporingsmiddelen. Ook ontbrak grondig feitenonderzoek, waardoor dossiers vaak uit
verklaringen van slachtoffers en verdachten bestonden. De weinig kritische werkwijze
van de politie, die soms leidde tot strafrechtelijke missers, zoals onder andere in
de zaak Lancee, was in 1999 de aanleiding voor de nieuwe richtlijnen in de vorm van
twee Aanwijzingen van het College van procureurs generaal in 1999.2
Na de reorganisatie in 2013 zijn tien Teams Zeden en elf Teams Bestrijding Kinderporno
en Kindersekstoerisme gevormd. Hiermee zijn de kwaliteit van de opsporing van zedenfeiten,
online en offline, de sturing/prioritering en personeelszorg op uniforme wijze geborgd.
De huidige opleiding Handelen in Zedenzaken (HZZ) is uitgegroeid tot een opleiding
van vijf maanden, waarbij afwisselend wordt gestudeerd aan de Politieacademie en in
de praktijk. Rechercheurs leren om tot juridische kwalificaties van een zedenzaak
te komen en worden daarbij bewust van de noodzaak een juiste balans te vinden tussen
het belang van waarheidsvinding en de bejegening van slachtoffers.
De conclusies uit het Inspectierapport «Verschillende perspectieven» rondom bejegening
zijn verwerkt in het onderwijs. Het nieuwe Handelingskader informatief gesprek en
de huidige kennis over secundaire victimisatie en victimblaming zijn toegevoegd. Het
vraagstuk van bejegening van het slachtoffer bij het willen doen van aangifte, zodat
het gevoel van ontmoediging kan ontstaan, heeft in de huidige werkwijze de volle aandacht.
De HZZ is daarmee steeds up-to-date. Er dienen examens te worden te worden behaald
om een certificaat te behalen en aan de huidige strenge kwaliteitsnorm te blijven
voldoen.
De rechercheurs bij de zedenteams zijn allen gecertificeerd en voldoen aan de uitvoeringsnorm,
te weten minimaal 24 uur per week belast met zedenzaken. Ook wordt geïnvesteerd in
permanente vakontwikkeling en is er een jaarlijkse vakdag. Daarnaast volgen zedenrechercheurs
sinds 2021 verplichte intervisie, waarbij zij eigen en elkaars Informatieve Gesprekken
terugluisteren en bespreken. Zodat het leereffect optimaal is en in de praktijk kan
worden toegepast.
Wetsvoorstel seksuele misdrijven
Zoals ik uw Kamer heb bericht bij brief van 13 oktober jl.3is bij algemene politieke beschouwingen van 22-23 september jl. (Handelingen II 2021/22,
nr. 2, items 2 en 5) financiële dekking gevonden voor de uitvoering van het wetsvoorstel
seksuele misdrijven. Het wetgevingstraject wordt nu voortgezet. Het wetsvoorstel is
op 3 december jl. door de ministerraad aanvaard. Op dit moment vindt adviesaanvraag
plaats bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Parallel hieraan worden de
voorbereidingen getroffen om het implementatieprogramma voor het wetsvoorstel in te
richten. Zoals ik uw Kamer bij gelegenheid van de begrotingsbehandeling heb bericht4, is de verwachting dat dit programma in het voorjaar van 2022 start. Het programma
wordt ingericht om de implementatie van het wetsvoorstel in goede banen te leiden.
Betrokken ketenorganisaties – zoals de politie, het OM en de rechtspraak, maar ook
gemeenten – worden daarbij betrokken. Zoals toegezegd tijdens het Commissiedebat Criminaliteitsbestrijding
op 1 december jl. zal ik uw Kamer over de voortgang van het implementatieprogramma
komend voorjaar nader informeren.
Bereikbaarheid Stop it Now!
Met deze brief wil ik ook invulling geven aan de motie van het lid Van der Graaf c.s.5 over de bereikbaarheid van Stop it Now! Het programma Stop it Now! valt onder het
Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) en biedt gratis en anoniem hulp aan mensen
die bezorgd zijn over hun eigen of andermans seksuele gevoelens en/of gedrag naar
minderjarigen. Het EOKM is de afgelopen tijd bezig geweest met twee projecten om Stop
it Now! uit te breiden: enerzijds met de ontwikkeling van een chatfunctie en anderzijds
met het realiseren van extra openingstijden, zodat Stop it Now! ook in bepaalde avonduren
en verschillende dagdelen in het weekend gebeld kan worden. Met het structureel verhoogde
subsidiebedrag dat vanuit mijn ministerie aan het EOKM wordt verleend, voortkomend
uit de motie van het lid Hermans6, kunnen deze projecten structureel worden ingezet. De bereikbaarheid van Stop it
Now! zal hiermee worden verbeterd en het aantal gemiste telefoontjes zal hiermee naar
verwachting ook drastisch verminderen.
Monitor TU Delft
Voor het schonen van het internet van beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik is
het belangrijk om te weten door wie, waar en hoe lang dit uiterst schadelijke materiaal
wordt gehost. Het is daarom goed dat de TU Delft de komende twee jaar doorgaat met
de «CSAM hosting monitor» en de doorontwikkeling daarvan. In deze periode voert de
TU Delft nog metingen uit, waarover rapportages worden gepubliceerd. Ik verwacht u
begin 2022 wederom een rapport te sturen met daarin de namen en prestaties van bedrijven
die meldingen van beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik krijgen. Momenteel zijn,
net zoals vorig jaar, op basis van de tussenrapportage hosters aangeschreven die hierin
voorkomen. Verder is de TU Delft bezig de monitor zo te ontwikkelen dat deze na afronding
van het project door een andere partij, zoals de Autoriteit en/of het EOKM, kan worden
overgenomen en toegepast. Zo blijven we zien welke partijen beeldmateriaal van seksueel
kindermisbruik hosten in Nederland en kunnen we ons blijven inzetten voor een schoon
internet.
Kindersekspoppen
Na een eerste verkenning binnen mijn ministerie, wordt in opdracht van het WODC een
onderzoek uitgevoerd dat ingaat op de vraag welke mogelijkheden de huidige wet- en
regelgeving kent om het bezit, de verkoop en de invoer van kindersekspoppen aan te
pakken. In dit onderzoek wordt ook een landenvergelijking opgenomen en daarbij de
argumenten die in bepaalde landen een rol hebben gespeeld bij het al dan niet strafbaar
stellen van kindersekspoppen.7 Ik verwacht de uitkomsten van dit onderzoek voor de zomer van 2022 met uw Kamer te
kunnen delen.
Internationaal
Zoals aangekondigd in mijn voortgangsbrief van 16 februari jl.8 heb ik de Europese Commissie middels een brief voorgesteld de HashCheckService ook
voor andere lidstaten beschikbaar te stellen, zodat afbeeldingen van seksueel kindermisbruik
ook daar kunnen worden gedetecteerd en verwijderd. Daarnaast heb ik het meldingenverwerkingssysteem
SCART benoemd als mogelijk interessant voor andere meldpunten in Europa. De Commissie
heeft gereageerd graag gezamenlijk verder te willen onderzoeken hoe succesvolle initiatieven
van Nederland een toevoeging kunnen zijn in de Europese aanpak van online seksueel
kindermisbruik. Op ambtelijk niveau is nader overleg geweest met de Commissie om het
aanbod van de HashCheckService en SCART toe te lichten. Ik zie de plannen van de Europese
Commissie voor de aanpak van online seksueel kindermisbruik met interesse tegemoet,
het aangekondigde wetgevende voorstel wordt februari 2021 verwacht.
Internationaal vergelijkend onderzoek transnationaal seksueel kindermisbruik
De Minister voor Rechtsbescherming heeft uw Kamer toegezegd een internationaal onderzoek
te laten verrichten waarin wordt onderzocht wat de profielen zijn van uitreizende
plegers van seksueel kindermisbruik en welke instrumenten er in het buitenland voorhanden
zijn om tegen te gaan dat buiten het zicht van de autoriteiten strafbaar gedrag wordt
voortgezet.9 Ik verwacht de uitkomsten van dit onderzoek begin 2022 aan uw Kamer aan te bieden.
Internationale bronnen toevoegen aan de VOG-screening
De Minister voor Rechtsbescherming verkent de mogelijkheden om ook onherroepelijke
veroordelingen, die zijn uitgesproken door strafrechters van buiten de EU, te kunnen
gebruiken bij de VOG-screening. Het gaat hier om informatie die ziet op het seksueel
misbruik van minderjarigen door Nederlanders in het buitenland. Dit met het oog op
het beschermen van minderjarigen in Nederland tegen herhaald crimineel gedrag.10
Autoriteit
Onder leiding van een kwartiermaker wordt de organisatie van de autoriteit op dit
moment opgebouwd en ingericht voor het tegengaan van de verspreiding van kinderpornografisch
en terroristisch materiaal op internet. De autoriteit zal bij de start een basisinrichting
hebben, die verder zal worden ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van de Raad van
Bestuur. Het kabinet streeft ernaar om de autoriteit op grond van de Verordening (EU)
2021/784 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan
van de verspreiding van terroristische online-inhoud op 7 juni 2022 als werkende organisatie
neer te zetten. Op deze datum is de verordening van toepassing. Omdat de autoriteit
een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) zonder rechtspersoonlijkheid zal zijn, is de
precieze ingangsdatum onder meer afhankelijk van de aanname van het wetsvoorstel Uitvoeringswet
terroristische online inhoud en de inwerkingtreding daarvan. Evenals dat het moment
waarop de autoriteit haar taken gaat uitvoeren ten aanzien van kinderpornografische
online inhoud, afhankelijk is van de behandeling van het wetsvoorstel Wet bestuurlijke
aanpak kinderpornografisch materiaal.
Afsluitend
Het is van belang om met alle partijen in te blijven zetten op de aanpak van online
seksueel kindermisbruik en seksueel geweld. Deze brief geeft inzicht in de ontwikkelingen
die gaande zijn. De extra gelden die zijn vrijgekomen voor dit belangrijke onderwerp,
zorgen er mede voor dat dit probleem op een structurele en integrale manier aangepakt
kan blijven worden. Mede door middel van deze voortgangsbrieven blijf ik uw Kamer
op de hoogte houden van recente ontwikkelingen op dit beleidsterrein.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Indieners
-
Indiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.