Brief regering : 132e OMT advies en update omikronvariant
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1627 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2021
Het OMT is op 3 december jl. bijeen geweest om te adviseren over de situatie rondom
COVID-19. Dit advies is opgenomen in de bijlage (advies n.a.v. 132e OMT)1. Daarnaast heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht
om een schriftelijke update over de ontwikkelingen omtrent de omikronvariant in Nederland
en elders in de wereld, waarbij wordt ingegaan op de kennis die nu beschikbaar is
wat betreft het reproductiegetal, de risico’s op doorbraakinfecties en het aantal
ziekenhuisopnames in relatie tot het aantal besmettingen. Specifiek zou de D66-fractie
graag horen hoe de cijfers uit Gauteng over ziekenhuisopnames van kinderen geduid
moeten worden, dit ook in relatie tot de aangenomen Kamermoties over veiligheid op
scholen en de opvolging van het vorige OMT-advies hierover.
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media over het 132e OMT-advies en geef ik een update over de ontwikkelingen omtrent de omikronvariant.
Daarmee voldoe ik aan bovenstaand verzoek van uw Kamer.
132e OMT-advies
Het OMT is 3 december jl. bijeen geweest om te adviseren over de situatie rondom de
COVID-19-uitbraak. Hieronder wordt eerst een feitelijke weergave van het advies gegeven,
waarna de reactie van het kabinet op het advies volgt.
Het OMT-advies bestaat uit de volgende onderwerpen:
1. Verloop van de epidemiologie
2. Update diverse virusvarianten
3. Adviezen
Ad 1) Verloop van de epidemiologie
In de afgelopen 7 kalenderdagen is het aantal meldingen van SARS-CoV-2-positieve personen
ongeveer gelijk (–4%) gebleven in vergelijking met de 7 dagen ervoor. Er werden landelijk
834 positieve testen per 100.000 inwoners gemeld, vergeleken met 869 per 100.000 inwoners
in de week daarvoor. Er is wel een grote regionale variatie in het aantal positieve
testen, van 573 tot 1.248 per 100.000 inwoners. De regio’s met het hoogste aantal
meldingen per 100.000 inwoners waren Zuid-Holland Zuid, Zeeland, en Limburg-Zuid.
Het regionale beeld van de hoge incidentie van positieve testen komt in grote lijnen
overeen met de gemeten virusvrachten in de rioolwatersurveillance.
Het aantal meldingen per 100.000 inwoners was het hoogst in de leeftijdsgroepen 0–12,
30–39 en 40–49 jaar. Het aantal meldingen bij personen die bekend zijn als bewoners
van verpleeghuizen en woonzorgcentra nam niet verder toe. Vanaf begin november worden
bewoners van een verpleeghuis of woonzorgcentrum voor ouderen nu merendeels als zodanig
geclassificeerd op basis van postcode en leeftijd. Dit kan leiden tot een onderregistratie
van besmettingen in verpleeghuizen en woonzorgcentra. Voor instellingen voor de gehandicaptenzorg
is dit zeker het geval.
Het aantal testen bij de GGD-testlocaties is in de afgelopen week ten opzichte van
de week ervoor ongeveer gelijk (+4%). Over de laatste 7 dagen met complete data (23–29 november)
was het percentage positieve testen in de GGD-teststraten 20,5%; een daling vergeleken
met 22,4% de week ervoor. Bij personen getest in het kader van het coronatoegangsbewijs
(CTB) steeg het percentage positieve testen niet verder, het betrof 1,3% in de afgelopen
kalenderweek.
De instroom en bezetting op verpleegafdelingen en IC in de ziekenhuizen van personen
met een positieve test op SARS-CoV-2 nam verder toe. Er is wel een afvlakking van
de groei van de dagelijkse instroom in het ziekenhuis en in mindere mate op de IC.
Gemiddeld werden over de laatste week 312 personen per dag opgenomen op een verpleegafdeling
en 48 op de IC. Op 2 december 2021 was de totale bedbezetting 2.813: 2.208 op de verpleegafdelingen
in het ziekenhuis en 605 op de IC (bron: LCPS). De oversterfte was verhoogd in november,
in totaal overleden 3.500 meer personen dan verwacht (bron: CBS).
De geschatte opkomst voor ten minste één vaccinatie bedroeg t/m 14 november 2021 88,7%
voor de volwassen bevolking en 85,2% had de volledige vaccinatieserie afgerond. Voor
de bevolking vanaf 12 jaar was dit respectievelijk 86,9% en 83,4%. Bij personen die
gemeld zijn met een positieve test in november, was van 70% de vaccinatiestatus bekend.
Van hen was 49% niet gevaccineerd.
De meest recente data van ziekenhuisopname verrijkt met vaccinatiestatus uit CIMS,
tonen dat de incidentie van opnames onder ongevaccineerde personen duidelijk hoger
is vergeleken met die van gevaccineerde personen. De overall vaccineffectiviteit in
de periode 29 september t/m 23 november 2021 was 91% voor ziekenhuisopname en 96%
voor IC-opname. Uitgesplitst naar leeftijd was deze respectievelijk 94% en 97% voor
de bevolking <70 jaar, en 84% en 93% voor de bevolking vanaf 70 jaar.
Het OMT is geïnformeerd over een patiëntdossier-review in twee ziekenhuizen naar het
profiel van in totaal 120 recent opgenomen patiënten met een positieve SARS-CoV-2-test.
Uit de review blijkt dat in beide ziekenhuizen circa 7% van de patiënten opgenomen
werd voor een niet-COVID-19-gerelateerde indicatie, maar bij routinematig testen in
het ziekenhuis onverwacht positief werd bevonden voor het SARS-CoV-2-virus. De meerderheid
van de patiënten, 74% en 76%, werd opgenomen met als primaire reden een ernstig verlopende
SARS-CoV-2-infectie. Een verdere 17–18% werd opgenomen voor een door COVID-19 ontregeld
basislijden.
Verder onderbouwen de beschikbare meer gedetailleerde resultaten uit een van deze
ziekenhuizen dat van de gevaccineerde patiënten die vanwege COVID-19 werd opgenomen,
een groter aandeel patiënten immuungecompromiteerd was (circa 40%), dat zij ouder
waren, en dat een groter aandeel van de ongevaccineerde patiënten doorstroomde naar
de IC. Van de gevaccineerde maar immuungecompromiteerde COVID-19-patiënten had ongeveer
1 op de 3 patiënten antistoffen bij opname.
Reproductiegetal en ziekenhuis- en IC-opnames
De meest recente schatting van het reproductiegetal Rt, zoals berekend op basis van
de meldingen van positieve gevallen, is voor 18 november op basis van Osiris: gemiddeld
0,99. De schatting van het reproductiegetal op basis van het aantal nieuwe ziekenhuisopnames
per dag kent een aanzienlijk grotere onzekerheid, omdat ze berekend wordt op veel
geringere aantallen, en dit reproductiegetal valt hoger uit voor 17 november: het
is gemiddeld 1,07. Het reproductiegetal berekend op basis van nieuwe IC opnames is
gemiddeld 1,08.
De beschikbare indicatoren voor mobiliteit geven een verdere maar relatief bescheiden
daling van de mobiliteit aan. Op basis van het geschatte reproductiegetal en een verwachte
daling in het aantal contacten ten gevolge van de maatregelen die vanaf 28 november
gelden, wordt verwacht dat het dagelijks aantal nieuwe infecties zal dalen, en daarmee
ook de ziekenhuisopnames en de IC-opnames.
Op basis van de recente afvlakking in het aantal meldingen wordt aan de hand van een
statistisch regressiemodel verwacht dat de komende week het aantal nieuwe ziekenhuis-
en IC-opnames gaat stabiliseren of dalen. Deze statistische prognose geeft daarbij
een orde van grootte aan voor het aantal opnames per dag in de komende week van 200
tot 400, en een orde van grootte voor het aantal IC-opnames van 30 tot 70. Hierbij
dient aangemerkt te worden dat deze inschatting te optimistisch kan zijn als de afvlakking
van het aantal meldingen (deels) veroorzaakt wordt door veranderd testgedrag, bijvoorbeeld
door drukte bij de GGD-teststraten.
De simulaties met een transmissiemodel dat wekelijks gefit wordt op het aantal waargenomen
IC-opnames per dag, en waar de beschikbare informatie over vaccinaties (CIMS, GGD’en),
de effectiviteit van vaccins, en de geschatte opbouw van immuniteit door doorgemaakte
infectie in worden meegenomen, laten zien dat als het aantal nieuwe IC-opnames nu
daadwerkelijk op de piek zit, de piekbezetting na enkele weken rond een waarde van
650–800 bezette IC-bedden met COVID-19 patiënten zal uitkomen.
De orde van grootte van het aantal mensen dat niet beschermd is tegen infectie en
dat een zeker risico loopt op ziekenhuisopname is geschat op 1,6 miljoen mensen van
12 jaar en ouder in december 2021. Dat is eenzelfde orde van grootte als gerapporteerd
in november (1,5 miljoen, 129e OMT advies (Bijlage bij Kamerstuk 25 295, nr. 1519)). Dit aantal kan veranderen bij een nieuwe berekening als er nieuwe informatie is.
Ook zal het aantal in de komende maanden gaan dalen door extra vaccinatie en door
infecties, maar het kan ook weer toenemen door afname van bescherming tegen infectie
en ziekenhuisopname.
Ad 2) Update diverse virusmutanten
Het OMT is geïnformeerd over de huidige activiteiten om zicht te kunnen houden op
de aanwezigheid en opkomst van de omikronvariant in Nederland. In de weken tot en
met week 46 is de omikronvariant nog niet aangetroffen in de kiemsurveillance.
Er zijn drie GGD-teststraatlaboratoria die gebruikmaken van een PCR-test waarmee een
aanwijzing kan worden verkregen voor de aanwezigheid van de omikronvariant. Een retrospectief
overzicht van de resultaten met deze PCR-test is opgevraagd bij deze laboratoria inclusief
de nog aanwezige verdachte monsters, om een eventuele aanwezigheid van de omikronvariant
te bevestigen. Uit dit onderzoek zijn tot nu toe drie definitieve besmettingen met
de omikronvariant naar voren gekomen. Voor twee is de oorspronkelijke afnamedatum
van de monsters vastgesteld op 19 en 23 november jl. De derde casus is momenteel in
onderzoek bij de GGD. De overige opgevraagde monsters worden op dit moment geanalyseerd;
hieronder bevinden zich 16 voor omikron verdachte monsters.
Via het nationale sequentienetwerk SeqNeth is een uitvraag gedaan bij alle laboratoria
in Nederland naar de eventuele implementatie van een PCR-test specifiek voor bepaalde
mutaties in de omikronvariant en de aantallen van hiermee geanalyseerde op omikron
verdachte monsters. Deze data worden op wekelijkse basis verzameld.
Reizigers uit hoogrisicogebieden worden op Schiphol verzocht zich te laten testen.
Uit de vliegtuigen in de periode 27/11–1/12 heeft dit geleid tot het vaststellen van
36 coronavirusbesmettingen. Sequencen van deze monsters is gaande om te bepalen of
het de omnikronvariant betreft.
Tot slot is een oproep gedaan aan reizigers uit Zuidelijk Afrika die sinds 22 november
zijn teruggekeerd om zich te laten testen via de GGD. Analyse hiervan is ook nog gaande.
Samengevat is het beeld dat sporadisch gevallen van de nieuwe variant omikron in Nederland
zijn aangetoond. Deze zijn tot nu toe vooral toe te schrijven aan import via teruggekeerde
reizigers uit Zuidelijk Afrika.
Ad 3) Adviezen
Het OMT geeft aan dat een eerste effect te zien lijkt te zijn van de maatregelen zoals
die vanaf 13 november in Nederland gelden. Daarbij merkt het OMT op dat interpretatie
lastiger is, aangezien er grote druk was op de GGD-testcapaciteit en het BCO deels
is afgeschaald, waardoor minder informatie beschikbaar is. De groei in ziekenhuisopnames
lijkt af te vlakken, maar voor IC-opnames is dit minder zeker. Deze ontwikkeling geeft
nog geen zekerheid over het verloop van de epidemie in de komende weken/maanden en
moet nauwkeurig worden gevolgd.
Verwacht wordt dat de eerste effecten van het pakket van maatregelen dat op 28 november
van kracht is geworden niet eerder dan komende week zichtbaar worden, bovenop de effecten
van de maatregelen van 13 november. Becijferd is dat dit pakket aan maatregelen, uiteraard
steeds afhankelijk van de mate waarin hieraan opvolging wordt gegeven, het reproductiegetal
met 25–40% kan doen dalen. Toegepast op de actuele R-waarde van rond de 1, kan deze
geschatte daling betekenen dat de epidemie in een dalend been terecht komt. Echter,
voor de zorgsector staat de komende periode nog een toename in bedbezetting te wachten
en dat bovenop een periode van hoge, aanhoudende drukte. Er zit bovendien een periode
van enkele weken tussen de afname van het aantal besmettingen en het effect daarvan
op de opnames in het ziekenhuis en op de IC.
Uit de modellen blijkt een schatting van de toename naar 650–800 IC-bedbezetting,
als de piek in opnames nu bereikt zou zijn.
Gezien deze prognoses en schattingen, adviseert het OMT niet om nu extra maatregelen
te nemen, in afwachting van ontwikkelingen in de komende week inclusief de eerste
indicaties van een effect van de maatregelen van 28 november. Het OMT zal de situatie
volgende week opnieuw beoordelen om zich ervan te vergewissen dat het effect van dat
pakket zich manifesteert in de praktijk, en indien nodig, ongevraagd tussendoor adviseren.
Het OMT zal zich bij volgende gelegenheid laten informeren over uitkomsten van «what
if»-scenario’s betreffende de verspreiding van de omikronvariant, waarbij gevolgen
van een eventueel hogere mate van besmettelijkheid, ziekmakend vermogen en vaccinescape
zullen worden gemodelleerd.
Met betrekking tot de nieuwe variant omikron bestaan nog veel onduidelijkheden wereldwijd
en het OMT benadrukt de noodzaak om hier de komende weken, in afwachting van nieuwe
informatie, alert op te zijn. Ook voor de omikronvariant geldt dat de basisregels
betreffende bronisolatie (blijf thuis bij klachten, enz.) en de 1,5 m veilige afstandsnorm
de eerste linie van verdediging zijn.
Er zijn zorgen over de mate van opvolging van de adviezen voor reizigers uit de hoogrisicolanden
met VOC om zich bij aankomst op luchthavens te laten testen. Vanwege de omikronvariant
zijn er recent aanpassingen gedaan in de regels die gelden voor het inreizen in Nederland.
Echter, personen die geen interesse hebben in een test, kunnen deze test nu afwijzen
en zonder getest te zijn, doorreizen in Nederland. Derhalve adviseert het OMT om na
te gaan of een testverplichting (PCR) bij aankomst uit een VOC-land mogelijk is en
kan worden ingevoerd. Door gebruik te maken van de PCR-test (en niet antigeensneltesten),
kan ook op positief bevonden monsters sequencing worden uitgevoerd. Dit maakt tevens
nader onderzoek op monsters van de omikonvariant mogelijk, hetgeen van groot belang
is voor de nationale en internationale bestrijding. Verder adviseert het OMT om steekproefsgewijs
PCR-controles uit te voeren onder terugkerende reizigers uit andere gebieden (d.i.
niet VOC-landen buiten EU) van buiten de EU.
Om het zicht te houden op het verloop van de epidemie en de effecten van maatregelen,
is een adequate registratie van het aantal positieve zelftesten die niet in de GGD-teststraat
worden geconfirmeerd essentieel. Het is wenselijk om mogelijk te maken dat personen
met alleen een positieve zelftest gemakkelijk digitaal de uitkomst van de zelftest
kunnen doorgeven aan de GGD.
Met betrekking tot de zelftesten hecht het OMT er aan om te wijzen op specifieke situaties
waarin juist geen zelftest wordt geadviseerd, zoals bij kwetsbare mensen, en medewerkers
van zorginstellingen. Daar waar zij in contact staan met kwetsbare personen, wordt
dan een PCR-test geadviseerd.
Kerstvakantie
In het 131e OMT-advies (Bijlage bij Kamerstuk 25 295, nr. 1560) is aangegeven te overwegen om de kerstvakantie naar voren te verlengen, dit is conform
de motie van de leden Paternotte en Omtzigt2. Besmettingen op school spelen zich vooral af in de bovenbouw van het basisonderwijs.
Om besmettingen tijdens de kerstdagen naar oudere familieleden te voorkomen, kan het
nuttig zijn om de schoolvakanties (dat wil zeggen binnen het basisonderwijs) met een
week naar voren te vervroegen, zodat in de periode tussen sluiting van de scholen
en de kerstdagen, men in de eigen gezinsbubbel kan blijven met minder kans op besmettingen
en minder kans op transmissie tijdens de kerst.
Indien de scholen eerder sluiten, moet er aandacht zijn voor de opvang van kinderen
voor ouders met cruciale beroepen en de eerdere adviezen met betrekking tot de uitzondering
voor de kwetsbare kinderen in speciaal onderwijs. Uiteraard is het nut van een gezinsbubbel
afhankelijk van de wijze van opvang van de kinderen, die opvang zou dan natuurlijk
niet bij de grootouders gelegd moeten worden. Het OMT merkt op dat gezien de tijdspanne
tussen de adviesaanvraag en dit advies er geen modellering of andere onderzoeksdata
beschikbaar waren om het precieze effect van deze maatregel te kwantificeren.
Verder heeft het OMT geconstateerd dat het advies van het 131e OMT, om vanwege de
infectiedruk op basisscholen en daarmee het risico van het doorsijpelen van de besmettingen
naar ouders en zelfs grootouders, de kinderen in de basisschoolleeftijd, geassisteerd
en onder toezicht tweemaal per week te testen met een antigeensneltest (of zelftesten)
nu in de praktijk is geïmplementeerd als testen vanaf groep 6. Het OMT adviseert,
aangezien ook in de lagere leeftijdsgroepen besmettingen voorkomen, om te testen vanaf
groep 1.
BAO-advies
Het BAO dat 6 december jl. bijeen is geweest, herkent het door het OMT geschetste
beeld en vindt de adviezen van het OMT navolgbaar. Het BAO vraagt zich ten aanzien
van de scholen af, of een week extra kerstvakantie nuttig is. Het BAO is van mening
dat een belangrijk deel van de kinderen toch opgevangen zal moeten worden, omdat ouders
moeten werken. Daarnaast zullen kinderen mogelijk uitstapjes gaan maken en daar met
andere kinderen in contact komen. Er zal heel goede communicatie nodig zijn om te
zorgen dat kinderen daadwerkelijk in de bubbel van het gezin blijven, voordat de kerstdagen
worden gevierd met familieleden, waaronder grootouders in het bijzonder. Het BAO vraagt
aandacht voor de uitvoeringsaspecten indien besloten wordt tot aanpassingen van het
testbeleid van kinderen vanaf groep een of drie (het gaat immers met name om kinderen
in de leeftijd van 7–11) en het testbeleid van inkomende reizigers. Tenslotte vraagt
het BAO nogmaals nadrukkelijk aandacht voor de naleving van de basismaatregelen en
roept eenieder op zich daar maximaal voor in te zetten. Zoals in het advies naar aanleiding
van het 131e OMT advies is aangegeven, kan de boostervaccinatie op middellange termijn
(weken tot maanden) de druk op de zorg verlichten, maar biedt een versnelde boostervaccinatie
op korte termijn geen uitkomst voor de uitbraak nu.
Funderend onderwijs
Het OMT geeft aan dat het nuttig kan zijn om de schoolvakanties binnen het basisonderwijs
met een week te vervroegen, zodat men in de eigen gezinsbubbel kan blijven met minder
kans op besmettingen en minder kans op transmissie tijdens de kerst. Het kabinet weegt
het effect op de verspreiding van het virus af tegen de belasting voor leerlingen,
scholen en ouders/verzorgers en heeft om die reden niet vorige week al besloten om
de kerstvakantie met een week te vervroegen. Een week meer vakantie is een week minder
school en dat is in een situatie van leerachterstanden niet wenselijk. Bij het advies
van het OMT rond een eventuele uitbreiding van het preventief zelftesten naar de leeftijd
van 4/6 jaar moet naar de mogelijkheid om dit uit te voeren worden gekeken. Het gaat
om enorme aantallen testen, die besteld moeten worden en waarvoor zaken logistiek
georganiseerd moeten worden. Een uitrol daarvan lijkt dan ook niet op korte termijn
te realiseren. De uitrol voor groep 6 en verder is deze week net van start en aanvullend
zijn er nog andere maatregelen in het onderwijs genomen. Daarnaast wijst het kabinet
erop dat nog maar net, namelijk sinds afgelopen weekend, extra maatregelen voor het
onderwijs van kracht zijn. Het kabinet staat een integrale afweging van alle maatregelen
op 14 december voor, dan is er zicht op de effecten van de huidige maatregelen. Van
die afweging zullen alle sectoren, dus ook het onderwijs onderdeel uitmaken.
Ontwikkelingen omikronvariant
Recent is in zuidelijk Afrika een variant van het coronavirus gevonden die door de
WHO is aangemerkt als variant of concern. Ik heb u hierover eerder geïnformeerd in mijn brieven van 29 november jl. (Kamerstuk
25 295, nr. 1562) «Stand van zaken maatregelen omikronvariant van het coronavirus» en 1 december jl.
(Kamerstuk 25 295, nr. 1563) «Nadere maatregelen omikronvariant van het coronavirus». Inmiddels is de omikronvariant
vrijwel overal in de wereld aangetroffen. In veel landen zijn, na het bekend worden
van deze variant op vrijdag 26 november, reisrestricties opgelegd. Verspreiding kan
daarmee vertraagd worden, maar niet voorkomen. De variant heeft zich, voordat deze
in Zuid-Afrika werd gevonden, al over veel landen verspreid.
Wetenschappers werken nog geen twee weken aan deze variant van het virus, dus alle
kennis is voorlopig. Het RIVM, Erasmus MC, de GGD’en en laboratoria werken mee aan
internationaal veldonderzoek en laboratoriumonderzoek om meer te weten te komen over
deze variant. Vaccinproducenten onderzoeken de effectiviteit van het vaccin tegen
deze nieuwe virusvariant. Meer informatie volgt snel, maar de onzekerheid is nog groot.
De internationale consensus lijkt te zijn dat omikron besmettelijker is en dat we
nog niet weten hoeveel besmettelijker. Volgens modellering van het ECDC3, gebaseerd op zeer voorlopige cijfers, is de inschatting dat omikron binnen een paar
maanden de dominante variant wordt in Europa. De internationale consensus lijkt ook
te zijn dat omikron de afweer van een eerder doorgemaakte infectie of van vaccins
voor een deel kan omzeilen. Hoe groot dit deel is, is vooralsnog onduidelijk. Daarvoor
moeten we wachten op betere data.
Er is nog vrijwel geen informatie over mogelijk veranderd ziektebeeld. We kunnen dan
ook nog geen uitspraken doen over de inschatting van het aantal ziekenhuisopnames
in relatie tot het aantal besmettingen in Nederland. We kunnen ook de signalen uit
Gauteng over ziekenhuisopnames van kinderen nog moeilijk duiden.
Testmonsters omikronvariant
Internationaal wordt de verspreiding van de omikronvariant nauwlettend in de gaten
gehouden. Van experts wordt verwacht om in samenwerking zo snel mogelijk te onderzoeken
hoe besmettelijk en ziekmakend deze variant is en hoe goed de bestaande testen, vaccins
en antivirale middelen tegen deze variant werken. Nederland speelt daarbij op dit
moment een belangrijke rol en in dat kader is er grote nationale en internationale
druk op het RIVM om testmonsters waarin de omikronvariant is vastgesteld ter beschikking
te stellen voor verder onderzoek.
Die verzoeken zijn afkomstig van binnenlandse en buitenlandse onderzoeksinstellingen,
laboratoria, gouvernementele public health instituten en bedrijven die diagnostische
tests, vaccins of virusremmers gebruiken of ontwikkelen. Het RIVM heeft positief op
die verzoeken gereageerd. Het RIVM acht het zo snel mogelijk delen van testmonsters
vanwege het algemene volksgezondheidsbelang (wereldwijd) noodzakelijk en gerechtvaardigd,
in het bijzonder wanneer het nieuwe varianten betreft. Ik verwacht dit ook van andere
landen en laboratoria. Bij wetenschappelijk onderzoek met anoniem lichaamsmateriaal
moet onder normale omstandigheden de betrokkene in de gelegenheid worden gesteld om
daartegen bezwaar te kunnen maken. Onder de huidige bijzondere omstandigheden, waarbij
het gaat om het bestrijden van een ongekende internationale gezondheidscrisis waarbij
de ontwikkelingen elkaar van moment tot moment opvolgen (waaronder de ontwikkeling
van varianten van het virus), kan een dergelijk geenbezwaarsysteem niet worden verlangd.
Het is onwenselijk wanneer dit in de weg zou staan aan voortvarend en adequaat wetenschappelijk
onderzoek naar nieuwe varianten van het virus, dat vaak onder een zeer hoge tijdsdruk
moet worden uitgevoerd, zodat snel de nodige actie kan worden ondernomen in het belang
van de internationale volksgezondheid. Uiteraard worden de verstrekte testmonsters
ontdaan van alle gegevens die tot individuen zijn te herleiden. Het RIVM stelt alleen
anonieme testmonsters beschikbaar. Met de testmonsters wordt dus uitsluitend anoniem
nader onderzoek verricht. Zo is gewaarborgd dat een inbreuk op de rechten en vrijheden
van burgers tot het minimum is beperkt.
Reizen
Om het risico op de import en verspreiding van de nieuwe omikronvariant te verkleinen,
heeft het kabinet mede op basis van OMT-advies vliegverboden ingesteld voor vluchten
uit Mozambique, Zuid-Afrika, Lesotho, Eswatini, Botswana, Namibië, Malawi en Zimbabwe.
Op maandag 6 december heeft het RIVM geadviseerd om ook Nigeria aan te wijzen als
een zeer hoogrisicogebied met zorgwekkende variant. Dat is inmiddels ook gebeurd.
Naast de ingestelde vliegverboden heeft het kabinet een dubbele testplicht ingesteld
voor reizigers uit de hiervoor genoemde landen. Reizigers uit deze landen moeten zich
vóór vertrek laten testen met een PCR-test (maximaal 48 uur oud voor vertrek) en een
sneltest (maximaal 24 uur oud voor vertrek). De luchtvaartmaatschappijen controleren
bij het inchecken of de reiziger in bezit is van twee negatieve testuitslagen. Zonder
deze negatieve testuitslagen kan een reiziger niet aan boord van het vliegtuig stappen.
Daarnaast beziet het kabinet, zoals ook in de brief van 1 december aangegeven4 en volgens de motie van het lid Paternotte c.s.5 naar aanleiding van het debat van 1 december (Handelingen II 2021/22, nr. 29, Debat
over de ontwikkelingen rondom het Coronavirus), de mogelijkheid om verplicht testen
na aankomst mogelijk te maken, zoals het OMT adviseert.
Bij aankomst in Nederland geldt bovendien een quarantaineplicht van 10 dagen voor
alle reizigers uit de aangewezen landen, die met een negatieve test op dag 5 kan worden
verkort.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport