Brief regering : Nadere maatregelen omikronvariant van het coronavirus
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1563
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2021
Afgelopen maandag 29 november heeft het RIVM advies uitgebracht met betrekking tot
de omikronvariant van het coronavirus. Het kabinet heeft aan het RIVM gevraagd of
zij het noodzakelijk acht aanvullende maatregelen te treffen om de verspreiding van
deze virusvariant tegen te gaan. Over de eerder getroffen maatregelen informeerde
ik uw Kamer afgelopen maandag1. Met deze brief informeer ik uw Kamer over het gegeven advies en over de vervolgstappen
ten aanzien van de bestrijding van deze virusvariant. Daarbij ga ik in op de stappen
die ik in Europees verband wil nemen en wat de mogelijkheden zijn ten aanzien van
een testplicht na aankomst in Nederland vanuit een zeerhoogrisicogebied met een zorgelijke
virusvariant.
Uitkomsten RIVM-advies
Het advies van het RIVM kan ingedeeld worden in drie categorieën2. De eerste categorie behelst het reizen van buiten de EU naar de EU. Het RIVM adviseert
om van alle reizigers een negatief testbewijs te vragen op basis van een PCR-test.
Deze zou niet langer dan 48 uur voor aankomst in Nederland afgenomen mogen zijn. Indien
deze optie niet uitvoerbaar blijkt, dan kan een PCR-test die maximaal 72 uur voor
vertrek is afgenomen volstaan indien deze wordt aangevuld met een antigeentest die
is afgenomen binnen 24 uur voor vertrek. Deze verplichting zou moeten gelden ongeacht
de immuunstatus van de reiziger. Daarnaast adviseert het RIVM een quarantaineplicht
op te leggen voor alle reizigers van buiten de EU, tenzij de reiziger gevaccineerd
of hersteld is. Tevens adviseert het RIVM alle reizigers op de dag van aankomst een
(zelf)test te doen en op dag 5 na aankomst en test bij de GGD.
De tweede categorie behelst reizigers die vanuit een land reizen dat is aangewezen
als zeerhoogrisicogebied met zorgwekkende virusvariant. Aangaande reizigers uit die
landen adviseert het RIVM dat alle reizigers in bezit moeten zijn van een negatief
testbewijs op basis van een PCR-test die maximaal 24 uur voor vertrek is afgenomen.
Een alternatief is een negatief testbewijs op basis van een PCR-test die maximaal
48 uur voor vertrek is afgenomen, aangevuld met een negatieve antigeentest die maximaal
24 uur voor vertrek is afgenomen. Daarnaast adviseert het RIVM een quarantaineplicht
met een test op de dag van aankomst en op dag 5 na aankomst. Dit advies geldt ongeacht
immuunstatus van de reiziger.
Ten derde heeft het RIVM ook advies uitgebracht voor reizigers binnen de EU. Het RIVM
adviseert aan te sluiten bij Europese besluitvorming.
Reactie van het kabinet
Maatregelen in Europees verband ten aanzien van reizigers uit derde landen
Voor maatregelen die gelden voor reizigers die vanuit derde landen naar Nederland
reizen hecht ik waarde aan Europese coördinatie. Deze maatregelen nemen immers in
effectiviteit toe wanneer Europese lidstaten eenzelfde beleid voeren ten aanzien van
het inreisbeleid naar de Europese Unie. Ik ben daarom voornemens om mij in Europees
verband hard te maken voor een verscherping van inreismaatregelen voor reizigers uit
derde landen in lijn met het RIVM-advies.
Momenteel vindt in EU-verband, in het kader van de crisisrespons van de Raad (IPCR),
frequent overleg plaats over maatregelen naar aanleiding van de opkomst van de omikronvariant.
Het kabinet zet in op EU-coördinatie om zoveel mogelijk te voorkomen dat lidstaten
verschillende maatregelen nemen ten aanzien van reizigers uit derde landen. Dat is
ook van belang in de periode dat wetenschappelijke kennis over deze variant nog niet
voldoende voorhanden is en deze variant nog niet wijdverspreid is.
Conform het advies van het RIVM zal Nederland bij de eerstvolgende gelegenheid pleiten
voor het instellen van een testverplichting voor alle reizigers uit derde landen (dus
ook voor gevaccineerden) en een quarantaineplicht voor ongevaccineerde of niet-herstelde
reizigers. Het kabinet zal uw Kamer op korte termijn informeren over de uitkomsten
van deze overleggen.
Maatregelen reizigers tussen EU-landen
Dat advies heb ik overgenomen en ik zal mij binnen Europa blijven inzetten voor een
gecoördineerd Europees reisbeleid.
Maatregelen reizigers afkomstig uit zeerhoogrisicolanden met zorgelijke variant
Afgelopen vrijdag hebben de Europese lidstaten besloten om de Europese noodremprocedure
in te zetten ten aanzien van reizigers uit derde landen waar de variant in omloop
is. Dat betekent dat de lidstaten tijdelijk strikte maatregelen moeten nemen, zoals
het instellen van een vliegverbod voor passagiers afkomstig uit bepaalde landen in
zuidelijk Afrika.
Nederland heeft voor deze landen in zuidelijk Afrika een vliegverbod ingesteld. Daarnaast
geldt het EU-inreisverbod voor deze landen, zonder uitzondering voor gevaccineerde
reizigers. Ook geldt voor alle reizigers een dubbele testverplichting voor vertrek
naar Nederland. Na aankomst geldt een quarantaineplicht. Ook op deze maatregelen zijn
gevaccineerde reizigers niet uitgezonderd.
Het door het RIVM geadviseerde pakket is in lijn met het pakket zoals dit momenteel
geldt ten aanzien van reizigers van de aangewezen landen in zuidelijk Afrika.
Mogelijkheid verplichten van test op dag 0 voor reizigers uit zeerhoogrisicolanden
met een zorgelijke variant.
Nederland heeft met de dubbele testverplichting voor vertrek een van de strengste
testregimes van Europa. Het kabinet overweegt in aanvulling op het RIVM-advies om
het mogelijk te maken om reizigers uit zeerhoogrisicogebieden met een zorgelijke virusvariant
te verplichten zich na aankomst te laten testen. Op dit moment worden reizigers uit
zuidelijk Afrika dringend verzocht om na aankomst op Schiphol op vrijwillige basis
een test te doen. Met een testverplichting kunnen we beter zicht houden op hoeveel
inreizigers, ondanks de dubbele test voor vertrek, besmet zijn en welke virusvariant
zij bij zich dragen in de eerste periode na de ontdekking van een zorgelijke variant.
De quarantaineplicht blijft ongeacht de uitslag van de test voor deze reizigers gelden.
Bij het introduceren van een testverplichting moeten we uiteraard de juridische vormgeving
en uitvoeringsaspecten in ogenschouw te nemen. Het kabinet heeft daarom de mogelijkheden
verkend om van de huidige vrijwillige test bij aankomst een verplichting te maken.
Juridische mogelijkheden tot het instellen van een testplicht na aankomst in Nederland
De Wet publieke gezondheid (Wpg) kent een regeling van de quarantaineplicht voor inreizigers
uit bepaalde aangewezen gebieden (artikel 58nb e.v.) en een grondslag voor een verplichte
negatieve testuitslag waarover de reiziger voor inreis in Nederland dient te beschikken
en zo nodig aan de vervoerder voor vertrek moet tonen (art. 58p en 58pa). In bepaalde
acute situaties biedt artikel 53 van de Wpg voorts een basis aan de burgemeester c.q.
de voorzitter van de desbetreffende veiligheidsregio om na aankomst van een schip
of luchtvaartuig de gezagvoerder te verplichten zorg te dragen dat niemand het schip
of luchtvaartuig verlaat of betreedt, zonder toestemming of opdracht van de burgemeester
c.q. voorzitter.
Voor het verplicht onderwerpen bij aankomst van passagiers aan een invasieve test,
zoals de PCR-test, bevat de Wpg een juridische grondslag waarmee deze plicht voor
specifieke situaties op te leggen en te onderbouwen is, maar niet als structurele
maatregel. Het mogelijk maken vaneen verplichte test bij aankomst voor reizigers uit
zeerhoogrisicolanden met een zorgelijke variant vraagt een wijziging van de Wpg.
Uitvoeringsaspecten van testen na aankomst in Nederland
Afgelopen dagen zijn er ongeveer 300 passagiers per dag uit Zuid-Afrika binnengekomen
op Schiphol Airport met bestemming Nederland. De verwachting is dat dit afneemt naar
ca. 200 passagiers. Het betreft met name ingezetenen van Nederland die zijn uitgezonderd
op het vliegverbod. Op dit moment worden bij de inkomende passagiers uit zuidelijk
Afrika vrijwillig PCR-testen afgenomen. De ervaring leert dat de capaciteit aan airside
van het vliegveld beperkt is. GGD Kennemerland geeft aan dat de testfaciliteit op
de F-pier een noodoplossing is die niet conform de LCI richtlijnen kan worden ingericht.
GGD Kennemerland en VR Kennemerland, KLM en Schiphol geven aan dat structureel testen
aan airside geen haalbare optie is. Zij adviseren andere uitvoeringsmodaliteiten te
onderzoeken.
Het kabinet beziet in overleg met de GGD Kennemerland, Veiligheidsregio Kennemerland,
KLM en Schiphol hoe verplicht testen na aankomst wel mogelijk te maken is en betrekt
dit bij de besluitvorming over de testverplichting voor reizigers uit zeerhoogrisicolanden
met een zorgelijke variant.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport