Brief regering : Verslag Ecofin Begrotingsraad van 12 november 2021
21 501-03 Begrotingsraad
Nr. 164
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2021
Op 15 november jl. bereikten de Raad van de Europese Unie (de Raad) en het Europees
Parlement (EP) een politiek akkoord over de Europese jaarbegroting voor 2022, tijdens
het zogeheten conciliatiecomité. Op 23 november is deze begroting formeel aangenomen
door de Raad en op 24 november door het EP. Nederland heeft net als alle andere lidstaten
ingestemd met het akkoord. In deze brief informeer ik uw Kamer over de inhoud van
de overeengekomen begroting voor 2022.
Akkoord Europese begroting 2022
In het akkoord heeft de Europese begroting 2022 een omvang van 166,7 miljard euro
in vastleggingen1 en 168,0 miljard euro in betalingen2 exclusief speciale thematische instrumenten. Inclusief speciale thematische instrumenten
bedraagt de totaalomvang in het akkoord 169,5 miljard euro in vastleggingen en 170,6
miljard euro in betalingen. De omvang van deze Europese begroting ligt in het akkoord
boven de omvang uit de Raadspositie en blijft dichtbij de omvang uit het geamendeerde
Commissievoorstel. De vastleggingenmarge3 bedraagt in het akkoord circa 1,2 miljard euro en de betalingenmarge4 circa 1,7 miljard euro.
Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen in het akkoord ten opzichte van de Raadspositie
toegelicht (zie tabel 1 voor mutaties groter dan 50 miljoen euro). In tabel 2 in Annex
I is een overzicht opgenomen van het bereikte akkoord over de Europese begroting 2022.
Hierin zijn ook het geamendeerde voorstel (Amending Letter 1; AL1)5 van de Europese Commissie (de Commissie) en de posities van de Raad6 en het EP opgenomen.
Tabel 1: Grootste wijzigingen in het akkoord t.o.v. de Raadspositie (afgerond op miljoenen
euro, vastleggingen)
Naam Programma/agentschap
Bedrag
Begrotingscategorie 1
Horizon Europe
+ 376
Digital Europe
+ 50
Begrotingscategorie 2
EU4health
+ 121
Financing cost EURI
+ 55
Begrotingscategorie 3
European Agricultural Guarantee Fund (EAGF)
+ 70
Programme for Environment and Climate Action (LIFE)
+ 73
Begrotingscategorie 6
Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI)
+ 690
Humanitaire hulp
+ 211
Instrument voor pretoetredingssteun
+ 71
Begrotingscategorie 7
Pensioenen (netto)
– 225
In het akkoord wordt met name meer budget (in vastleggingen) opgenomen voor programma’s
onder begrotingscategorie 1 «»interne markt, innovatie en digitaal»». Daar worden
extra middelen toegekend aan het onderzoeksprogramma Horizon Europe en het Digital
Europe programma ter bevordering van onderzoek op het gebied van gezondheid, klimaat
en ten behoeve van de digitale transitie. Naast de middelen in tabel 1 worden voor
Horizon Europe voor 117,3 miljoen euro aan eerder vervallen vastleggingen opnieuw
beschikbaar gemaakt, in lijn met de MFK-afspraken hierover.
Ten opzichte van de Raadspositie zijn er ook extra middelen beschikbaar gemaakt voor
het Europees Openbaar Ministerie en Eurojust ter versterking van de democratische
waarden en de rechtsstaat binnen de Unie (begrotingscategorie 2). Ook het gezondheidsprogramma
EU4health uit deze begrotingscategorie wordt versterkt om onder andere de gevolgen
van de COVID-19-crisis te adresseren. De rente-envelop voor de leningen in het kader
van NGEU is groter dan in de Raadspositie. Volgens de Raad kon een kleinere envelop
volstaan gelet op de huidige rentestanden en de reeds uitgegeven leningen.
Daarnaast zijn er middelen toegevoegd aan programma’s die gericht zijn op klimaat
en duurzaamheid (begrotingscategorie 3), zoals het programma LIFE (Programme for Environment and Climate Action) en is op basis van de meest actuele gegevens uit de landbouwsector het budget voor
het Europees Landbouwgarantiefonds (EAGF) bijgesteld.
De verhoging onder begrotingscategorie 6 ten opzichte van de Raadspositie wordt met
name verklaard door de versterking van het Instrument voor Nabuurschapsbeleid, Ontwikkeling
en Internationale Samenwerking (NDICI), het Programma voor Humanitaire Hulp en het Instrument voor Pretoetredingssteun.
Deze programma’s dragen onder andere bij aan de opvang van (Syrische) vluchtelingen
en de bestrijding van de COVID-19-crisis wereldwijd. Het bedrag voor humanitaire hulp
wordt tevens verhoogd vanwege de natuurrampen die in 2021 binnen de grenzen van de
Unie hebben plaatsgevonden, zoals de overstromingen in België, Duitsland en Nederland.
Dit zet druk op de hiervoor beschikbare middelen in de Solidariteit- en Noodhulpreserve
(SEAR). Binnen de SEAR is een bepaald deel gereserveerd voor rampen buiten de grenzen van de Unie. Om meer middelen in te kunnen inzetten voor de recente rampen
binnen de grenzen van de Unie wordt een verlaging van de middelen voor buiten de EU binnen
SEAR gecompenseerd via het instrument voor Humanitaire Hulp.
Tot slot worden in begrotingscategorie 7 per saldo de pensioenuitgaven verlaagd. Dit
komt doordat de VK-bijdrage aan de pensioenen, uit hoofde van het Terugtrekkingsakkoord,
als ontvangst met de pensioenuitgaven van de Unie wordt verrekend. Hiermee wordt de
benodigde bijdrage vanuit de Europese begroting verlaagd en ontstaat er ruimte op
de Europese begroting.
Vijfde en zesde aanvullende Europese begroting 2021
Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de vijfde en zesde aanvullende Europese begroting
2021 (Draft Amending Budget; DAB5 en DAB6) en de Nederlandse inzet hierbij.7,8 Op verzoek van het EP werden deze DAB’s betrokken bij de onderhandelingen over de
Europese begroting 2022. In DAB5 wordt de Europese begroting 2021 opgehoogd ten behoeve
van de opvang van Syrische vluchtelingen in Turkije, Jordanië, Libanon en de regio.
DAB6 voorziet met name in extra middelen voor de COVID-vaccinaties in lage-middeninkomenslanden.
De Commissievoorstellen voor DAB5 en 6 zijn (ongewijzigd) akkoord bevonden tijdens
het conciliatiecomité van 15 november jl. Alle lidstaten hebben ingestemd.
Nederlandse appreciatie
Zoals aan uw Kamer gecommuniceerd9 was het uitgangspunt van het kabinet voor de onderhandelingen met het EP om zo dicht
mogelijk bij de Raadspositie te blijven en heeft Nederland zich samen met gelijkgestemde
lidstaten ingezet voor een prudente, realistische en moderne begroting met voldoende
marges om te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden.
Hoewel de marges in het akkoord kleiner zijn dan in de Raadspositie vindt het kabinet
deze acceptabel. In de vastleggingen- en betalingenniveaus wordt namelijk reeds rekening
gehouden met het nog lopende herstel van de COVID-19-crisis, de opvang van Syrische
vluchtelingen en de schade als gevolg van recente natuurrampen.
De extra middelen ten opzichte van de Raadspositie dragen bij aan de modernisering
van de Europese begroting. Het kabinet is positief over de extra middelen voor programma’s
op het gebied van onderzoek en innovatie, waaronder Horizon Europe, en op het gebied
van klimaat en duurzaamheid, waaronder LIFE. Daarnaast steunt het kabinet de verhoging
van de budgetten voor Eurojust en het EOM, ter bevordering van de veiligheid in Europa,
de fraudebestrijding en de Europese rechtsstaat. Gelet op de migratiecrisis aan de
grenzen van Wit-Rusland steunt het kabinet tevens de stijging van het budget voor
het Instrument voor grensmanagement en visa. Het kabinet is ook positief over de versterking
van de begrotingscategorie Extern beleid ten behoeve van de opvang van vluchtelingen,
de wereldwijde COVID-19 aanpak en de recente natuurrampen binnen Europa.
Zoals eerder aan uw Kamer gecommuniceerd, heeft Nederland samen met gelijkgestemde
lidstaten ingezet op het verlagen van de administratieve uitgaven van de Europese
instellingen (begrotingscategorie 7 in tabel 2) ten opzichte van het geamendeerde
Commissievoorstel. Deze lidstaten hebben zich kritisch uitgelaten tegenover het verzoek
van het EP voor extra personeel waarbij een uitgebreide motivering ontbrak. Het kabinet
is teleurgesteld dat dit niet heeft geleid tot het gedeeltelijk intrekken van het
verzoek van het EP of tot een uitgebreidere motivering. Wel zal de Raad bij de Ecofin
van 7 december een kritische verklaring aannemen waar zij haar teleurstelling uit
en stelt dat dit niet de toekomstige balans tussen de instellingen in gevaar mag brengen.
Verder is het kabinet geen voorstander van het verrekenen van VK-bijdrage aan pensioenen
met de pensioenuitgaven van de Unie om hiermee ruimte voor administratieve uitgaven
te creëren. Dit punt is uiteindelijk ongewijzigd aangenomen. Nederland kan dit in
het totaalpakket accepteren.
Nederland heeft zich bij het vormen van de Raadspositie ingezet voor een verklaring
over een mechanisme om budget voor rentebetalingen op leningen voor NGEU die niet
voor dit doel worden gebruikt, in te zetten voor vervroegde terugbetalingen. In het
akkoord is een mechanisme overeengekomen. De Commissie zal hier ieder jaar, gedurende
het Meerjarig Financieel Kader (MFK), bij publicatie van de ontwerpjaarbegroting over
rapporteren.
Tot slot steunt Nederland de formele aanname van DAB5 en DAB6 vanwege het belang van
de continuering van de EU-Turkije verklaring en het versnellen van de wereldwijde
vaccinatiecampagne.
Gevolgen Nederlandse afdrachten
Zoals toegelicht in de begroting van Buitenlandse Zaken, artikel 3.1, is de raming
van de Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting gebaseerd op de omvang van
het jaarlijkse betalingenplafond uit het MFK plus de maximale inzet van speciale instrumenten
die boven dit plafond worden gefinancierd. Zolang wijzigingen in de uitgavenzijde
van de Europese begroting binnen dit uitgangspunt blijven, zijn er geen gevolgen voor
de raming van de Nederlandse afdrachten. Indien er wijzigingen in de inkomstenzijde
van de Europese begroting plaatsvinden, heeft dit wel gevolgen voor de raming van
de Nederlandse afdrachten.
Het betalingenniveau (uitgavenzijde) voor de Europese begroting 2022 en van DAB5 en
DAB6 voor de Europese begroting 2021 blijft binnen dit uitgangspunt en heeft daarmee
geen gevolgen voor de raming van de Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting.
Aan de inkomstenzijde van de begroting vindt een actualisatie plaats van de geraamde
VK-bijdrage aan de Europese begroting in 2022. Deze bijdrage is hoger dan eerder verwacht
en leidt tot een daling van de Nederlandse afdrachten in 2022 met ongeveer 3,7 miljoen
euro. Dit wordt bij Voorjaarsnota verwerkt op de Rijksbegroting.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Annex I
Tabel 2: Vergelijking akkoord met Raadspositie
(mln. euro, lopende prijzen, vastleggingen en betalingen)
Commissie incl. AL1
Raad
EP
Akkoord
Begrotingscategorie
vastl.
bet.
vastl.
bet.
vastl.
bet.
vastl.
bet.
1 Interne markt, innovatie & digitaal
21.644
21.513
21.219
21.588
22.353
22.290
21.775
21.474
2 Cohesie, veerkracht en waarden
56.130
62.251
55.707
61.883
57.134
62.782
56.039
62.053
3 Landbouw en milieu
56.178
56.599
56.072
56.500
56.310
56.630
56.235
56.602
4 Migratie en grensmanagement
3.111
3.108
3.079
3.076
3.230
3.176
3.091
3.078
5 Veiligheid en defensie
1.785
1.238
1.765
1.231
1.868
1.280
1.785
1.238
6 Extern beleid
16.769
12.672
16.197
12.243
17.262
12.839
17.170
12.916
7 Administratieve uitgaven
10.619
10.619
10.822
10.823
10.846
10.847
10.620
10.620
A
Totaal MFK headings
166.237
168.001
164.863
167.344
169.003
169.845
166.717
167.980
Marge
1.279
1.456
2.653
2.113
420
326
1.168
1.696
Totaal MFK-plafond
167.516
169.209
167.516
169.209
167.516
169.209
167.516
169.209
C
Speciale thematische instrumenten1
2.799
2.623
2.799
2.623
2.799
2.623
2.799
2.623
D
Totaal incl. speciale instrumenten [A+C]
169.037
170.624
167.662
169.966
171.802
172.468
169.516
170.603
X Noot
1
Instrumenten die buiten de MFK-plafonds gefinancierd worden en bedoeld zijn voor specifieke
doeleinden: het Europees Globaliseringsfonds, de Solidariteit- en Noodhulpreserve
en de Brexit Adjustment Reserve.
Annex II – Next Generation EU in 2022
Tabel 3 laat de bijdragen vanuit het subsidiedeel van het EU-herstelinstrument (Next Generation EU, NGEU) aan de Europese begroting 2022 zien. In totaal wordt circa 143,5 miljard euro in
vastleggingen en 78 miljard euro in betalingen aan de Europese begroting 2022 toegevoegd
als externe bestemmingsontvangst. De budgettaire effecten van het subsidiedeel van
NGEU slaan pas neer in de Nederlandse afdrachten na afloop van de periode van het volgende
MFK, vanaf 2028.
Tabel 3: Bijdrage vanuit Next Generation EU in 2022 (miljoen euro, lopende prijzen)
Programma
Vastl.
Bet.
Horizon Europe
1.777
1.982
InvestEU Fund
1.818
1.241
React-EU
10.824
8.655
European Recovery and Resilience Facility
118.391
63.000
Union Civil Protection Mechanism (RescEU)
680
435
European Agricultural Fund for Rural Development (EAFRD)
5.683
2.444
Just Transition Fund
4.330
226
Totaal
143.503
77.981
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën